Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Verhalen <strong>van</strong> een<br />
<strong>Beminde</strong><br />
II<br />
Op weg naar de Bestemming<br />
Drs. <strong>Gordon</strong> <strong>van</strong> <strong>Veelen</strong>
Colofon<br />
Eerste druk januari 2014<br />
© Stichting Delina, Zeewolde<br />
Tekst:<br />
Foto’s:<br />
<strong>Gordon</strong> <strong>van</strong> <strong>Veelen</strong><br />
<strong>Gordon</strong> <strong>van</strong> <strong>Veelen</strong> e.a.<br />
Druk:<br />
Alföldi Printing House, Debrecen (Hu)
Het is zaliger te geven...<br />
“Kost dit boek dan geen geld?”<br />
Natuurlijk kost de uitgave <strong>van</strong> dit boek heel veel geld. Ik<br />
stel het op prijs, wanneer u het werk <strong>van</strong> Stichting ‘Delina’<br />
ondersteunt door middel <strong>van</strong> een gift. Deze stichting<br />
is ANBI goedgekeurd. Uw gift is dan aftrekbaar voor de<br />
inkomstenbelasting. Vanuit deze ministichting ondersteunen<br />
wij allerlei zendingsactiviteiten: In Suriname en<br />
Oost-Europa.<br />
Tevens maakt u het ons dan mogelijk om toekomstige<br />
boekuitgaven te bekostigen.<br />
NL73ABNA0591883449<br />
t.n.v. Stichting ‘Delina’, Zeewolde<br />
of via Paypal op de volgende website:<br />
www.gordon<strong>van</strong>veelen.org<br />
e-mail: info@gordon<strong>van</strong>veelen.org
Voorwoord<br />
In de winter <strong>van</strong> 2010-2011 publiceerde ik het boek ‘Verhalen<br />
<strong>van</strong> een <strong>Beminde</strong>’. Dit boek begint met de troost, die ik <strong>van</strong> God<br />
ontving na het overlijden <strong>van</strong> mijn vrouw Henny Delina. We<br />
waren 33 jaar getrouwd en ik kon me het leven zonder haar<br />
niet voorstellen.<br />
Maar de Heer troostte mij. Ik had niet verwacht, dat de Heer me<br />
met zoveel tederheid en liefde zou omringen en me zo diep zou<br />
genezen.<br />
Al direct bleek, dat mijn bediening in het koninkrijk <strong>van</strong> God<br />
niet voorbij was. Hij riep mij om in allerlei landen de basis te<br />
leggen voor nieuwe HealingRooms en gelovigen te activeren<br />
en te stimuleren om te gaan staan in de bediening <strong>van</strong> genezing<br />
en bevrijding. De nederlaag, die ik zelf had ondervonden in het<br />
overlijden <strong>van</strong> mijn vrouw, betekende geenszins het einde <strong>van</strong><br />
mijn bediening op het gebied <strong>van</strong> genezing en bevrijding. Integendeel,<br />
dit begon zich alleen maar uit te breiden.<br />
Ik had in het begin helemaal niet door, wat de Heer met mij <strong>van</strong><br />
plan was. Inmiddels ontving ik uitnodigingen om seminars te<br />
houden in Suriname en Guyana, Servië en Macedonië en ieder<br />
jaar bezocht ik in de zomerperiode het zomerkamp <strong>van</strong> de Logos<br />
gemeente in Oradea, Roemenië. Maar ik wist niet ,waarop<br />
dit allemaal zou uitlopen.<br />
Eigenlijk ging alles ‘mis’ met de publicatie <strong>van</strong> het boek ‘Verhalen<br />
<strong>van</strong> een <strong>Beminde</strong>’. Ik was inmiddels begonnen intens naar de<br />
stem <strong>van</strong> de Heer te luisteren. Als het weer het toeliet wandelde<br />
ik elke dag 2 uur in de bossen bij Zeewolde om daar in Zijn<br />
nabijheid te zijn.<br />
Daarin kwam zoveel liefde naar me toe, dat ik soms ontroerd<br />
thuiskwam. Ik kon Hem alles vragen en Hij gaf op alles antwoord.<br />
Soms was dat antwoord: “Wacht maar af, heb gewoon<br />
geduld en vertrouw mij”. Maar vaak kreeg ik ook heel concreet<br />
antwoord op mijn vragen. Zo vroeg ik Hem tijdens het<br />
schrijven <strong>van</strong> ‘Verhalen <strong>van</strong> een <strong>Beminde</strong>’, wat voor cover er om<br />
het boek moest. En Hij sprak heel duidelijk tot mij: “Neem de
aquarel, die jouw vriend voor jou heeft geschilderd”.<br />
Ik mag de naam <strong>van</strong> mijn vriend niet noemen. Hij is een gerenommeerd<br />
kunstenaar en dit aquarelletje was met een paar<br />
penseelstreken op papier gezet.<br />
Destijds - het moet rond het jaar 1999 of 2000 zijn geweest -<br />
kwam hij naar me toe. Hij zei: “Ik had <strong>van</strong>nacht een gezicht.<br />
Het ging over jullie. Ik heb een aquarelletje gemaakt, <strong>van</strong> wat<br />
ik zag. De Heer zei tegen me: Daar gaan jullie wonen”. Het<br />
aquarelletje toont een huisje op de Balkan. Het heuvelachtige<br />
landschap past er helemaal bij.<br />
Henny en ik keken elkaar aan. Wat moesten we daar mee? Onze<br />
vriend was zelf op de Balkan geboren. Wilde hij ons naar zijn<br />
geboorteland sturen? Of was dit echt een boodschap <strong>van</strong> God?<br />
We wisten het niet. Zelf hadden we helemaal geen contacten<br />
in Oost-Europa of op de Balkan. Henny had zelfs een aversie<br />
tegen de landen achter het voormalige IJzeren gordijn. Verwaarloosde<br />
huizen, niet onderhouden wegen, kapotte toiletten<br />
en slecht drinkwater. Dat was haar voorstelling. Zij had in haar<br />
jeugd genoeg armoede gezien.<br />
We hebben er destijds best serieus aandacht aan besteed. We<br />
overwogen zelfs om ons een dergelijk huisje als vakantieverblijf<br />
aan te schaffen. Maar het kwam er gewoon niet <strong>van</strong>. Het was de<br />
tijd niet.<br />
Maar nu, vele jaren later, zei de Heer tegen me, om dit aquarelletje<br />
te gebruiken als cover voor mijn boek. Ik bewerkte het een<br />
beetje met ‘Photoshop’ en maakte er een cover <strong>van</strong>. “Daar zul je<br />
wonen” had de Heer tegen mijn vriend gezegd.<br />
Ik realiseerde me nog helemaal niet, dat ik bezig was iets profetisch<br />
te doen. De profetische boodschap <strong>van</strong> het cover was:<br />
“Daar ga jij wonen”. Inmiddels (2013/2014) bereid ik me voor<br />
om te gaan verhuizen naar Oost-Europa.<br />
Maar toen ik het boek uitbracht, had ik daar nog geen idee <strong>van</strong>.<br />
Het boek kwam uit in de winter <strong>van</strong> 2010/2011.<br />
Niet lang daarna begon er <strong>van</strong> alles te gebeuren.
Ik had af en toe de gelegenheid om er een paar dagen tussenuit<br />
te gaan. En zo kocht ik drie vliegtuigtickets bij Ryanair voor<br />
heel weinig geld. Het betrof ‘toevallig’ steeds een bestemming<br />
in Oost-Europa. Het eerste ticket zou me in mei 2011 naar Praag<br />
brengen.
Inhoudsopgave<br />
Voorwoord 5<br />
Hoofdstuk 1 Abraham 0<br />
Hoofdstuk 2 Kapel <br />
Hoofdstuk 3 Bisschop 7<br />
Hoofdstuk 4 Finland 9<br />
Hoofdstuk 5 Moermansk <br />
Hoofdstuk 6 Prediker 42<br />
Hoofdstuk 7 Bewogenheid 54<br />
Hoofdstuk 8 Inbraak 57<br />
Hoofdstuk 9 Visionair <br />
Hoofdstuk 10 Lviv 72<br />
Hoofdstuk 11 Nina 88<br />
Hoofdstuk 12 Alyson 92<br />
Hoofdstuk 13 Serhiy 98<br />
Hoofdstuk 14 Düsseldorf 05<br />
Hoofdstuk 15 Krasnoperekopsk 0<br />
Hoofdstuk 16 Zij zullen gezichten zien 114<br />
Hoofdstuk 17 Vertaler 7<br />
Hoofdstuk 18 Een koude nacht <br />
Hoofdstuk 19 Budapest 8<br />
Hoofdstuk 20 Manchester <br />
Hoofdstuk 21 Bestemming <br />
Hoofdstuk 22 Het is er al 46<br />
Hoofdstuk 23 Vergeving 51<br />
Hoofdstuk 24 Dortmund 55<br />
Hoofdstuk 25 Opstanding 59<br />
Hoofdstuk 26 Martinique <br />
Hoofdstuk 27 Metro 73<br />
Hoofdstuk 28 Dutch spirits 76<br />
Hoofdstuk 29 Te veel 84<br />
Hoofdstuk 30 Grafdelvers 88<br />
Hoofdstuk 31 Trance 94<br />
Hoofdstuk 31 Een klein meisje 03<br />
Hoofdstuk 32 Radio Maria 07
Hoofdstuk 33 Down syndroom <br />
Hoofdstuk 34 Katje 0<br />
Hoofdstuk 35 Grenzen <br />
Hoofdstuk 36 Dumbrava 9<br />
Hoofdstuk 37 Geld 9
10<br />
Hoofdstuk 1 Abraham<br />
Kort na het verschijnen <strong>van</strong> het boek liep ik bij Zeewolde in het<br />
bos. Ik praat altijd met de Heer, maar de stilte <strong>van</strong> de natuur is<br />
voor mij de beste plek om Zijn aanwezigheid te ervaren en minder<br />
afgeleid te worden. Als ik mijn wandelingen met de Heer<br />
moet omschrijven, gaat het vooral om een love-walk. Ik bid in<br />
tongen en vertel Hem, hoeveel ik <strong>van</strong> Hem houd. En Hij vertelt<br />
mij, hoe Hij <strong>van</strong> mij houdt met woorden, die heel diep mijn hart<br />
raken. Alle stress, al het moeten, vloeit uit me weg. En ik ervaar<br />
Zijn diepe vrede en blijdschap.<br />
Soms vertelt Hij me iets. Soms vraag ik Hem iets. Meestal vraag<br />
ik Hem, waar de prediking <strong>van</strong> de komende zondag over moet<br />
gaan. Soms geeft Hij een heel duidelijk antwoord en dan praten<br />
we daar verder over. Soms zegt Hij tegen me: “De boodschap<br />
gaat over Mijn liefde en Ik zal je tijdens het spreken inspireren”.<br />
In het begin vond ik dat beangstigend. Ik weet nu eenmaal<br />
graag, waar ik aan toe ben. Maar langzamerhand vind ik dat<br />
juist steeds leuker, omdat Hij de controle overneemt en ik soms<br />
dingen zeg, die ik helemaal niet <strong>van</strong> plan was te zeggen. Sterker<br />
nog, soms laat Hij me dingen zeggen, waar ik het zelf niet mee<br />
eens ben.<br />
Andere keren vraag ik Hem me iets te vertellen over de toekomst.<br />
En dan kan het zomaar zijn, dat Hij me iets nieuws vertelt.<br />
Vaak begrijp ik het niet direct, zoals toen in februari 2011.<br />
Ik vroeg de Heer om mij iets nieuws te zeggen en Hij zei: “Je zult<br />
plotseling je land verlaten”. Ik vroeg niet verder. Ik verheugde<br />
me al, want er zou iets nieuws gebeuren. Op dat moment was<br />
mijn leven nog niet zo vol met reizen als nu.<br />
Toen ik na de wandeling thuiskwam, besloot ik een koffertje<br />
te pakken met alle dingen, die ik voor een korte reis nodig zou<br />
hebben; wat winterkleding, miniverpakkingen shampoo, deodorant<br />
en aftershave, een Engelstalige Bijbel, een zaklamp etc.<br />
Een week ging voorbij, maar er gebeurde niets. Er kwam geen<br />
enkele speciale uitnodiging om ergens in het buitenland te ko-
11<br />
men spreken. Een tweede week ging voorbij en ook toen gebeurde<br />
er niets bijzonders; geen enkele buitenlandse reis op<br />
korte termijn.<br />
Ik begreep het niet, want normaliter klopt alles, wat de Heer<br />
tegen me zegt. Maar misschien had ik het deze keer toch verkeerd<br />
verstaan en me iets ingebeeld. En wat doe je dan? Juist, je<br />
vraagt het de Heer opnieuw: “Heb ik U goed verstaan, Heer? Er<br />
gebeurt namelijk niets”.<br />
Hij zei tegen me: “Jij zult werkelijk plotseling je land verlaten.<br />
Maar het zal niet gaan om een klein zendingsreisje. Jij zult helemaal<br />
je land verlaten. Ik roep jou, zoals Ik Abraham riep: Verlaat<br />
je land en ga naar het land, dat Ik je wijzen zal. En daar<br />
zullen jij en je kinderen tot zegen zijn”.<br />
Ik moest er even <strong>van</strong> slikken. Emigreren? Ik?<br />
Ik bedacht, dat ik misschien de laatste tijd te veel in het boek<br />
Genesis had gelezen. Misschien waren de woorden uit Gen.12<br />
over de roeping <strong>van</strong> Abraham te diep in mijn hart gegrift en<br />
hoorde ik mijn eigen gedachten, toen ik naar Gods stem probeerde<br />
te luisteren?<br />
Die vrijdagavond hadden we zoals gebruikelijk onze Healing-<br />
Rooms in Zeewolde. Voordat we aan de slag gaan om voor anderen<br />
te bidden, nemen we meestal een kort moment om elkaar<br />
te zegenen. We doen dat twee aan twee. Jij bidt en profeteert<br />
over de ander en de ander bidt of profeteert over jou.<br />
Deze keer stond ik ‘toevallig’ tegenover Dorien. Nadat ik haar<br />
een bemoedigend woord <strong>van</strong> de Heer had doorgegeven, begon<br />
ze over mij te profeteren: “Ja, de Heer roept jou net als Abraham...”<br />
De rest hoorde ik niet eens meer. Het was dus menens. De Heer<br />
roept mij werkelijk net als Abraham. Ik had me dus niet vergist.<br />
Ik zou werkelijk mijn land verlaten en gaan naar een land dat<br />
God mij wijzen zou.<br />
Welk land dat zijn zou, wist ik nog niet.
12<br />
Hoofdstuk 2 Kapel<br />
In het voorjaar <strong>van</strong> 2011 reisde ik met een prijsvechter (Ryanair)<br />
voor vier dagen naar Praag. € 25,- voor een retourticket is niet<br />
veel geld. Het hostel kostte € 12,- per nacht, inclusief ontbijt. Dat<br />
is ook op te brengen.<br />
De stad Praag is natuurlijk prachtig. Maar na een dag of wat<br />
begin ik toch naar de natuur te verlangen. Daarom nam ik de<br />
bus naar Karlovy Vary, een kuuroord in West-Tsjechië. De stad<br />
is een Unesco World Heritage monument. De kuurhotels zijn<br />
allemaal gebouwd tussen 1870 en 1914. De oudere hebben de<br />
Fin-de-Siecle stijl, de nieuwere zijn opgetrokken in Jugendstil<br />
met heel aparte versieringen en ornamenten.<br />
Karlovy Vary - vroeger heette het Karlsbad - was dé trekpleister<br />
voor de zeer rijken <strong>van</strong> Europa. En eigenlijk is dat nu weer zo.<br />
De hotels zijn voor gewone mensen veel te duur. Het winkelaanbod<br />
is ook niet voor de gewone man; veel juweliers en veel<br />
dure kledinghuizen. Een deel <strong>van</strong> de toeristen zijn rijke Russen,<br />
die het voorbeeld volgen <strong>van</strong> de Russische adel uit vroeger<br />
tijd.<br />
In de stad zijn een aantal galerijen met hete bronnen. De heetste<br />
is maar liefst 73 graden. Ik zie de mensen rondlopen met<br />
vreemde kannetjes, die er uit zien als een theepotje met tuit. Het<br />
kannetje wordt gevuld met het hete borrelende water uit een<br />
fonteintje en als het iets is afgekoeld, drinkt men door het tuitje.<br />
En zo zie ik de mensen <strong>van</strong> de ene naar de andere bron lopen.<br />
Het is natuurlijk allemaal onzin. Het hete water bevat een beetje<br />
ijzer, wat natrium-, kalium- en magnesiumzouten en wat sporenelementen<br />
(lood, zink, koper, mangaan etc.), die eerder giftig<br />
zijn dan genezend. Maar in deze lage concentraties kunnen<br />
ze niet veel kwaad. Als geoloog mag ik daar iets over zeggen.<br />
Het is meer de sfeer, de onthaasting, het culturele aanbod en<br />
de ontspannenheid <strong>van</strong> een dergelijke plaats, die het menselijk<br />
lichaam de kans geven zich wat te herstellen.
13<br />
Een <strong>van</strong> de vele galerijen met hete bronnen in Karlovy Vary<br />
Ik wandel maar kort in de plaats zelf, want eigenlijk wil ik gewoon<br />
in de natuur wandelen en bij de Heer zijn. Het weer zit<br />
wat tegen; ieder moment kan het beginnen te regenen. Maar ik<br />
besluit toch de kabeltrein te nemen naar de Diana hoogte, waar<br />
allerlei wandelroutes beginnen. Behalve bij het restaurantje en<br />
de uitkijktoren kom ik op mijn wandeling niemand meer tegen.<br />
De wandelpaden zijn tot mijn verbazing geasfalteerd. Ik zou<br />
mijn bergschoenen niet nodig hebben gehad. Maar dat wist ik<br />
niet.<br />
Ik gebruik de wandeling om te genieten en ook met de Heer<br />
te praten. Voortdurend merk ik de bevestigende liefde <strong>van</strong> de<br />
Vader.<br />
Dan begint het te regenen, eerst heel zachtjes en dan langzaam<br />
wat harder. Ik ben net een schuilplaats gepasseerd en volgens<br />
de kaart moet er zo een soort restaurantje in het bos zijn. Na<br />
even zie ik het. Het is in de verbouwing en dus gesloten. Ondertussen<br />
gaat het steeds harder regenen.<br />
Niet ver daar<strong>van</strong>daan zie ik een soort <strong>van</strong> kapelletje staan. Het<br />
is helemaal <strong>van</strong> hout met zelfs een dak <strong>van</strong> houten shingles. Het
14<br />
is gebouwd in een typisch Poolse stijl, met overhangend dak. Ik<br />
bedenk, dat ik onder dat dak wel zou kunnen schuilen tegen de<br />
regen. Inmiddels giet het.<br />
Het mini-kerkje is gebouwd op een soort <strong>van</strong> uitstekende rots.<br />
Via een soort <strong>van</strong> loopplank kom ik bij de deur aan. Ik werp<br />
een blik naar binnen. Het is heel apart ingericht. Het interieur<br />
doet me denken aan een Oosters Orthodox kerkje. Er zijn geen<br />
beelden maar alleen iconen. De hele kapel meet <strong>van</strong> binnen<br />
misschien twee bij drie meter. En hoewel het zo afgelegen ligt,<br />
is alles heel goed onderhouden. In het kapelletje staan overal<br />
verse bloemen.<br />
Oosters Orthodoxe kapel bij Karlovy Vary (Karlsbad)<br />
Ik schenk er niet veel aandacht aan, omdat ik het niet zo heb<br />
met beelden en iconen <strong>van</strong> Maria en allerlei heiligen. Ik ga dus<br />
buiten het kapelletje onder het overhangende dak staan. De regen<br />
gaat steeds harder. Hoor ik in de verte onweer?<br />
Ineens is er een oud vrouwtje bij het kapelletje. Ze gaat naar<br />
binnen en rommelt daar wat. Na even komt ze naar buiten en<br />
zegt iets tegen me in het Tsjechisch, wat ik natuurlijk niet versta.<br />
Als ik haar bekijk, blijkt dat ze helemaal niet zó oud is.<br />
Aan haar zwarte kleding en specifieke hoofddoek meen ik op<br />
te maken, dat ze misschien een non is. Eigenlijk heeft ze een
15<br />
heel vriendelijk gezicht. Ik vraag haar of ze Engels spreekt. Ze<br />
schudt haar hoofd. Dan zegt ze: “Come and sit”. Ze gaat me<br />
voor het kapelletje in. Tegenover de ikonastase (wand met iconen)<br />
staan twee stoelen. Ze wijst me op een er<strong>van</strong> en ik ga zitten.<br />
Dan gaat ze een kaarsje aansteken en zet dat voor de icoon<br />
<strong>van</strong> Jezus. Ook strooit ze wat wierookkorrels op het brandertje,<br />
dat er naast staat. Ik vind het heel apart. Zou dat haar routine<br />
zijn, of doet ze dat nu in verband met mijn aanwezigheid?<br />
Ik toon haar mijn bijbel om haar te laten zien, dat ik een gelovige<br />
ben. Ze geeft er niet veel aandacht aan. Dan is ze ineens weer<br />
weg. Ik blijf maar lekker zitten. Buiten onweert het nu volop en<br />
het giet <strong>van</strong> de regen. Het voelt niet onaangenaam tussen al die<br />
afbeeldingen <strong>van</strong> patriarchen en heiligen.<br />
Na een minuut of 5 keert ze terug met een dienblad. Daarop<br />
staan een dampende kop koffie, een suikerpot, een bekertje<br />
room en een bordje met crackers. Dat zet ze bij mij neer en opent<br />
het bekertje room. Ik vraag haar of ze misschien Duits spreekt.<br />
“Ein Bißchen”, maar verder alleen Tsjechisch en Russisch.<br />
Inmiddels ben ik er achter, dat dit echt een Russisch Orthodox<br />
kapelletje is, hoewel de omgeving (Tsjechië) voornamelijk<br />
Rooms-Katholiek is. Ergens achter me zie ik een illustratie,<br />
waaruit valt af te leiden, dat de Rooms-katholieke kerk (en in<br />
haar gevolg alle protestantse dochterkerken) afscheidingen zijn<br />
<strong>van</strong> de ware Orthodoxe kerk. Het is maar <strong>van</strong> welke kant je het<br />
bekijkt. Tot een bepaalde hoogte is dat ook zo.<br />
Zonder iets te zeggen is ze inmiddels weer verdwenen.<br />
Ik zit daar helemaal alleen. Nadat ik de lekker warme koffie heb<br />
opgedronken, zet ik mijn gesprek met de Heer voort. “Wat betekent<br />
dit Heer?” vraag ik Hem. Het antwoord volgt direct: “Wil<br />
je nooit meer oordelen over religieuze mensen?!” Ik schaam me<br />
en de tranen komen over mijn wangen. Ik was al gestopt met<br />
oordelen over medebroeders en -zusters en over ‘zondaars’.<br />
Maar ergens kon ik me altijd wel afzetten tegen de religie en de<br />
traditie. Dat was immers de grootste vijand <strong>van</strong> het levende geloof?<br />
Ging Jezus ook niet te keer tegen de religieuze Farizeeën<br />
<strong>van</strong> zijn dagen?
16<br />
Maar nu word ik hier verwend en verzorgd, door een oude<br />
vrouw, die misschien wel niets bezit, een vrouw met een heel<br />
vriendelijk gezicht, die haar leven investeert in het verzorgen<br />
<strong>van</strong> dit kleine heiligdom en dagelijks verse bloemen neerzet om<br />
God te eren. Hoe was dat ook weer met die vrouw, die dure<br />
parfum over Jezus voeten goot?<br />
Heel diep raakt het mij, dat de Heer het hart aanziet en niet de<br />
kaders, waarin zij is opgevoed en de manier, waarop zij haar<br />
aanbidding vormgeeft. Ik besluit nooit meer te oordelen over<br />
religieuze mensen. Ik heb mijn les geleerd.<br />
Ik praat verder met de Heer: “Wilt u nog meer tegen mij zeggen,<br />
Heer?” “Ja”, zegt Hij, “Oost-Europa krijgt een grotere plaats op<br />
jouw agenda”. Er komen nog meer tranen.<br />
De koffie is inmiddels op. Alleen de crackers liggen er nog. Ik<br />
heb een kleine fles wijn in mijn rugzak. Ik maak soms wandeltochten<br />
met ‘du pain, du vin et de boursin’; brood,wijn en<br />
kaas.<br />
Maar nu krijgt de wijn een andere bestemming. Daar helemaal<br />
alleen in de bergen, in dit kapelletje, zegen ik een cracker en<br />
de wijn en vier alleen de maaltijd <strong>van</strong> de Heer. Haar cracker en<br />
mijn wijn. En het was heel goed! De aanwezigheid <strong>van</strong> de Heer<br />
was bijna tastbaar op die plek.<br />
Na een minuut of wat houdt het op met regenen. Ik sta op en<br />
hijs mijn rugzak weer op mijn rug. Ik kijk nog even rond of ik<br />
haar ergens zie, want ik wil haar graag bedanken. Maar ik zie<br />
haar nergens meer. Dan wandel ik weer verder. En Hij is zo<br />
reëel bij me.
17<br />
Hoofdstuk 3 Bisschop<br />
Wanneer de Heer iets belangrijk vindt, dan spreekt Hij daarover<br />
niet slechts één maal, maar meerdere keren. Na mijn driedaags<br />
verblijf in Praag en het Tsjechische bergland was ik nog een paar<br />
keer in staat om voor heel weinig geld reisjes naar Oost-Europa<br />
te maken. De vliegtickets (via Ryanair of Wizzair) kosten ergens<br />
tussen de € 30 en € 70 (retour) en ter plekke houd ik de kosten<br />
aanvaardbaar door in een hostel te overnachten (een soort<br />
jeugdherberg, waarbij je met 8 personen een kamer deelt).<br />
Meestal smeer ik brood voor onderweg en in mijn rugzak zit<br />
een z.g. camelback ingebouwd, een soort <strong>van</strong> waterzak met een<br />
slurf, die onderweg over mijn schouder naar voren hangt, zodat<br />
ik de rugzak niet hoef te openen om te kunnen drinken.<br />
Een hostel biedt tegelijkertijd het voordeel, dat je heel gemakkelijk<br />
met je kamergenoten in contact komt. Hetzij zittend op de<br />
rand <strong>van</strong> je bed, hetzij tijdens het ontbijt, waarbij je vaak bij anderen<br />
aan tafel aanschuift. Het gemis aan (dure) privacy wordt<br />
goedgemaakt door de vele leuke contacten. Steeds weer ontdek<br />
ik, dat jongeren helemaal geen problemen hebben met ouderen<br />
en ook soms heel leergierig zijn. Maar hopelijk heb ik ook dat<br />
éne extra, namelijk dat ik als zoon <strong>van</strong> de levende God op een<br />
speciale manier naar andere mensen kijk en gemeend interesse<br />
in hun leven heb.<br />
Ik denk aan dat Duitse echtpaar, dat ik in Wroclaw aan het ontbijt<br />
ontmoette. Zij waren op zoek naar haar roots, haar voorouders,<br />
die tot en met WO II in Polen hadden gewoond. Toen ik<br />
na even het gesprek op het geloof in de Here Jezus bracht en<br />
hun vertelde over de mogelijkheid <strong>van</strong> echte communicatie met<br />
God de Vader, stond de man op <strong>van</strong> het kleine tafeltje, waaraan<br />
zij beiden zaten te ontbijten. Hij ging bij mij zitten en omdat er<br />
niet meer plaats was, kwam zij erbij staan.<br />
Hij had ooit 3 jaar theologie gestudeerd, maar was er weer mee<br />
gestopt. Kerkelijk betrokken was hij nauwelijks meer. Maar nu<br />
werd alles wakker gemaakt. We zaten ruim twee uur aan de
18<br />
ontbijttafel.<br />
Die avond had ik een gesprek met Ruki, de kleine Japanse, die<br />
op het bed naast het mijne sliep. Na de gebruikelijk reis-praat<br />
bracht ik ook hier het gesprek op Jezus. Ze had er geen moeite<br />
mee en ze vond het christelijk geloof eigenlijk heel mooi, toen<br />
ik het haar uitlegde. Ik raadde haar aan in Japan eens een christelijke<br />
gemeente te bezoeken. “Daar waar je de aanwezigheid<br />
<strong>van</strong> God ervaart, daar ben je op de goede plek”, zei ik nog tegen<br />
haar. De volgende morgen moesten wij beiden al vroeg weg.<br />
We zagen elkaar nog even in de hal. Ze zei: “Have a good trip...<br />
and thank you for our conversation last night”.<br />
Ik kan er wel over doorgaan. En het gaat ook steeds door. Ik kan<br />
nu eenmaal niet meer uit mijn huid. En die huid is Jezus. De<br />
binnenkant trouwens ook!<br />
Op een driedaagse reis naar Tallinn, de hoofdstad <strong>van</strong> Estland,<br />
wilde het eerst niet zo best lukken met de contacten. Misschien<br />
kwam het wel omdat ik <strong>van</strong>wege het mooie weer met de bus<br />
een paar lange tochten door het land maakte en iedere keer pas<br />
heel laat thuiskwam in het Hostel.<br />
Op één <strong>van</strong> die dagen bezocht ik het Lahemaa nationaal park,<br />
dat ten Oosten <strong>van</strong> Tallinn ligt; ruim een uur met de bus. Na<br />
aankomst bij de bushalte in het plaatsje Käsmu, probeerde ik er<br />
achter te komen, hoe ik ‘s avonds weer terug zou kunnen. Volgens<br />
de aangeplakte dienstregeling reed de avondbus alleen in<br />
het weekend. Maar hoe kwam ik dan weer terug in Tallinn?<br />
Ik vroeg het in het dorpsmuseum. De aanwezige jongedame<br />
probeerde met haar smartphone de vertrektijden <strong>van</strong> de bussen<br />
te downloaden, om er vervolgens achter te komen, dat er helemaal<br />
geen bus meer terugging.<br />
Ineens hoorde ik achter me een stem in het Engels zeggen: “Are<br />
you looking for the bus to Tallinn? We know how to get back.<br />
The lady of the tourist office in Tallinn wrote it all down for us.<br />
You have to go in the opposite direction and take the bus to<br />
Rakvere at 16.20 hours. From there you can take a bus to Tallinn”.
19<br />
Käsmu in het Lahemaa National park<br />
Ik keek om en zag een vriendelijk jong stel. Hij heel lang; zij heel<br />
klein met een iets getinte huidskleur. Ik bedankte hun hartelijk<br />
voor de informatie. “We will see you then at the bus stop at<br />
16.40”, zei hij nog.<br />
Toen gingen we allen ons weegs door dit prachtige natuurpark,<br />
dat lange uitgezette wandelroutes heeft. Ergens onderweg aan<br />
een leeg strandje aan de Oostzee zat ik juist mijn lunchpakket<br />
op te eten, toen dit jonge stel me passeerde. Wij lachten naar<br />
elkaar en toen waren ze weer uit het zicht.<br />
Een dik uur later passeerde ik hen, terwijl zij zittend op de grote<br />
zwerfkeien langs de kust zaten te eten. We zwaaiden tegen elkaar.<br />
Een paar uur later troffen we elkaar, zoals verwacht bij de<br />
bushalte. Het was een stralende dag geweest en we hadden allen<br />
genoten <strong>van</strong> de prachtige natuur <strong>van</strong> dit gebied.<br />
We reden met een langzame stadsbus naar Rakvere, meer dan<br />
40 minuten in de verkeerde richting. In de bus sprak ik hun aan.<br />
Het waren Roemenen. Zijn naam was Vlad en zij heette Linda.<br />
Toen ik vertelde, dat ik Nederlander was en over een maand<br />
zelf naar Roemenië zou gaan, was hun interesse gewekt. Zij had<br />
één jaar in Wageningen gestudeerd om een Masters in ‘Environ-
20<br />
mental studies’ te doen. Ze kende Nederland een klein beetje.<br />
Natuurlijk wilden ze weten, wat ik in Roemenië ging doen. Ik<br />
vertelde hun, dat ik mee ging werken aan het zomerkamp <strong>van</strong><br />
de Logos-gemeente uit Oradea en daarna zou proberen de eerste<br />
HealingRoom <strong>van</strong> Roemenië op te zetten.<br />
De vraag, of zij beiden ook geloofden, was toen snel gesteld.<br />
Beiden waren meelevend Oosters Orthodox.<br />
Wat apart eigenlijk. Juist een paar weken eerder had ik die<br />
vreemde ontmoeting gehad met een Oosters Orthodox nonnetje<br />
in een kapelleke in de bergen bij Karlovy Vary. Toen had<br />
de Heer me aangesproken over mijn oordelende houding naar<br />
religieuze mensen. Ik had toen besloten om nooit meer zo te<br />
oordelen.<br />
Ik had dan ook niet de geringste behoefte om hun geloofsbeleving<br />
te bekritiseren. Integendeel; ik sprak met hun over de<br />
Heilige Geest, die het ons mogelijk maakt om met God te communiceren.<br />
Met elkaar zaten we meer dan anderhalf uur te praten<br />
gedurende de lange busreis.<br />
Inmiddels waren we aangekomen in de buitenwijken <strong>van</strong> de<br />
hoofdstad Tallinn.<br />
Toen zei hij ineens: “Wij gaan <strong>van</strong>avond op advies <strong>van</strong> de receptionist<br />
<strong>van</strong> ons hostel ergens pannenkoeken eten. Ik wil u<br />
uitnodigen om met ons mee te gaan”. Ik had toch niets anders<br />
te doen, dus willigde ik in. We liepen samen de middeleeuwse<br />
binnenstad <strong>van</strong> Tallinn in en gingen eten bij restaurant ‘Kompressor’;<br />
niet zo’n romantische naam (het doet eerder aan een<br />
fabriek denken, dan aan een restaurant). Het interieur ging wel,<br />
maar de pannekoeken waren heerlijk.<br />
Ergens in het gesprek kwam ik er achter, dat de twee op huwelijksreis<br />
waren. Ik bedacht: “Wie gaat nu op zijn huwelijksreis<br />
een wildvreemde buitenlander uitnodigen om samen mee te<br />
gaan eten?” Dat doe je toch niet. Op je huwelijksreis heb je toch<br />
alleen maar oog voor elkaar?<br />
Of had dit een diepere betekenis? Eigenlijk kon ik dat wel bevestigend<br />
beantwoorden. Waarom moest ik opnieuw contacten
21<br />
krijgen met Oosters-Orthodoxe mensen? Natuurlijk, omdat de<br />
Heer mij steeds meer naar Oost Europa wilde zenden.<br />
Maar ondertussen zat ik met hen te eten en deelde mijn hart<br />
over de liefde <strong>van</strong> de Vader. En zij luisterden geboeid. Na nog<br />
lang nagetafeld te hebben, bad en profeteerde ik over beiden en<br />
we namen afscheid. Alle drie zouden we de volgende morgen<br />
vroeg vertrekken.<br />
Een week later reisde ik voor € 35.,- naar Wroclaw in Polen.<br />
Deze prachtige monumentale stad, die vroeger Breslau heette,<br />
werd in de laatste dagen <strong>van</strong> WO II bijna geheel verwoest.<br />
Direct daarna werd de Duitse bevolking verdreven en hun<br />
plaats werd ingenomen door de Poolse inwoners <strong>van</strong> Lvov in<br />
de huidige Oekraïne. Zij waren op hun beurt door Stalin uit hun<br />
woonplaatsen weggejaagd. Het was de grootste volksverhuizing<br />
ooit. Vele miljoenen mensen werden in 1945/46 ontheemd<br />
en verdreven <strong>van</strong> de plaatsen, waar ze generaties lang hadden<br />
gewoond.<br />
De Polen hebben gelukkig geprobeerd de oorspronkelijke huizen<br />
weer opnieuw op te trekken of te restaureren. Dat is hun<br />
uitstekend gelukt. Waar dat niet mogelijk was, staan nu vieze<br />
grijze beton kolossen uit de communistische periode. Hoe dan<br />
ook, Wroclaw is best de moeite waard met haar prachtige raad-<br />
Gerestaureerde stadscentrum <strong>van</strong> Wroclaw (Breslau)
22<br />
huis, pleinen, kerken en statige herenhuizen.<br />
Vanuit Wroclaw maakte ik een lange busreis naar Karpasc aan<br />
het Tatra-gebergte op de grens tussen Tsjechië en Polen. Heerlijk<br />
om daar te wandelen, te klimmen, buiten adem te raken en<br />
te zweten op de steile bergpaden. Heerlijk ook om met de Heer<br />
te praten. Hij zei: “Ik heb nog een verrassing voor je”.<br />
Wandelen bij Karpacz in het Poolse Tatra gebergte<br />
De volgende dag was het weer niet geschikt voor een wandeling<br />
in de bergen. Het miezerde. Dan maar een dag in de stad<br />
rondslenteren.<br />
Op een goed moment zag ik tegenover een grote kathedraal een<br />
gebouw met het opschrift ‘E<strong>van</strong>gelische Bijbelschool’. Dat vond<br />
ik heel apart. Ik had wel interesse om naar binnen te gaan. Hoewel,<br />
nu in juli, zou wel alles dicht zijn. Aan de Bijbelschool vastgebouwd<br />
zat een oude kerk met een geel gepleisterde gevel.<br />
Ik vermoedde, dat deze kerk bij de Bijbelschool hoorde. Toen<br />
zag ik een vrouw naar buiten komen. De kerkdeur zat dus niet<br />
op slot. Ik stak de weg over en stapte de oude kerk binnen. Daar<br />
wachtte mij een verrassing.<br />
Ik stapte binnen midden in een kerkdienst <strong>van</strong>... de Oosters<br />
Orthodoxe kerk. Waarom hebben die op woensdagmorgen om<br />
10.00 uur een kerkdienst? Er zijn in Polen maar weinig Ortho-
23<br />
doxe gelovigen. Zij maken ongeveer 1 à 2 % <strong>van</strong> de bevolking<br />
uit. Maar nu stond ik ineens in een Oosters Orthodoxe kerkdienst.<br />
Ik had natuurlijk gelijk weg kunnen gaan. Waarom ik<br />
dat niet deed, weet ik niet.<br />
Oosters Orthodoxe kerk in Wroclaw naast<br />
de E<strong>van</strong>gelische Bijbelschool (rechts)<br />
Het koor <strong>van</strong> de kerk was <strong>van</strong> de hoofdzaal gescheiden door een<br />
soort wand, behangen met ikonen, de z.g. Ikonostase. Midden<br />
in die houten wand waren grote openstaande klapdeuren en in<br />
die deuropening stond de priester in een zilverkleurig gewaad<br />
met daaroverheen een groene met goud bestikte toga. Hij zong<br />
de liturgie. Achter de wand, buiten mijn gezichtsveld, stonden<br />
nog drie zangers. Samen zongen zij een Slavische liturgie, à capella,<br />
zoals alleen de Slavische volken dat kunnen.<br />
Ik had natuurlijk na even weg kunnen gaan, maar ik bleef staan<br />
en schoof naar een stoel achterin de kerk, vlakbij de uitgang.<br />
Er waren behalve mij nog zo’n 8 kerkgangers. Het prachtige<br />
zingen nam geen eind. Soms werd er door de bezoekers even<br />
geknield, wanneer de priester knielde. Daarna stond iedereen<br />
weer op. Soms zong de gemeente een refrein mee. Al met al<br />
stond ik daar wel drie kwartier. Af en toe zette de priester/bis-
24<br />
schop zijn bisschopsmijter op, even later zette hij hem ook weer<br />
af en knielde met zijn voorhoofd op de grond.<br />
Ineens was het zanggedeelte <strong>van</strong> de liturgie klaar en kwam een<br />
soort monnik in zwarte pij voor de gemeente staan. Hij las een<br />
lange preek voor in het Pools. Dit was het moment geweest<br />
om te vertrekken, want ik kon natuurlijk niets <strong>van</strong> deze preek<br />
volgen. Ik hoorde de woorden Elia, Sarepta, Apocalypse en de<br />
naam <strong>van</strong> de e<strong>van</strong>gelist Mattheüs.<br />
Na een kwartier <strong>van</strong> voorlezen was de monnik klaar en begon<br />
de gezongen liturgie opnieuw; nu als een voorbereiding op de<br />
communie. Waarom ging ik niet weg? Waarom ondervond ik<br />
de sfeer als prettig?<br />
Uiteindelijk was de communie aan de beurt. De 8 gelovigen<br />
stelden zich in een rij op. Als ze aan de beurt waren, kusten zij<br />
eerst de icoon, die naast de bisschop op een tafel lag. Daarna<br />
ontvingen zij het brood; ongeveer zoals tijdens de Roomse Mis.<br />
Een misdienaar hield een schoteltje onder de hand <strong>van</strong> de bisschop,<br />
zodat de gewijde hostie nooit op de grond zou kunnen<br />
vallen. Toen iedereen de communie had ont<strong>van</strong>gen, stond ik<br />
nog achterin de kerk.<br />
Ineens keek de ‘bisschop’ mij aan en wenkte mij om naar voren<br />
te komen. Het was te laat om nu nog weg te rennen. Ik liep naar<br />
hem toe. Hij keek me met bijzonder liefdevolle ogen aan. Hij<br />
vroeg me, waar ik <strong>van</strong>daan kwam. Toen ik hem vertelde dat<br />
ik uit Nederland kwam, vroeg hij, of ik Duits sprak. Ik antwoordde:<br />
“Ja”. Direct vroeg hij de ‘zwarte’ monnik om Duitstalige<br />
brochures voor mij te halen.<br />
Hij vertelde mij, dat hij meermaals in Nederland was geweest<br />
om de paar Oosters Orthodoxe kerken in de grote steden te<br />
bezoeken. En vervolgens vertelde hij over de hulp, die Nederlandse<br />
christenen in Polen hadden gebracht na de ineenstorting<br />
<strong>van</strong> het communistische regiem.<br />
Ineens zei hij: “U had gedurende de hele dienst uw handen op<br />
uw rug. Dat is niet goed. Zo kunt u geen zegen <strong>van</strong> God ont<strong>van</strong>gen”.<br />
Hij had mij dus tijdens het zingen wel degelijk opge-
25<br />
merkt. Van pure schrik deed ik mijn handen nu naar voren. Op<br />
dat moment pakte hij mijn beide handen vast. Ik kon nergens<br />
meer heen. Ik was ‘ge<strong>van</strong>gen’.<br />
Toen vertelde hij me, dat het <strong>van</strong>daag de naamdag was <strong>van</strong> de<br />
bijbelse profeet Elia (<strong>van</strong>daar, dat die naam me tijdens de ‘preek’<br />
was opgevallen). Hij legde uit: “Elia bad tot God, dat het niet<br />
zou regenen. En toen regende het drie jaar niet”. Ik reageerde,<br />
dat ik de Bijbelse geschiedenissen goed kende.<br />
Nog altijd had hij mijn handen vast. “Als u de Bijbel kent, dan<br />
hebt u geen bezwaar om de icoon <strong>van</strong> Elia te kussen”, zei hij,<br />
alsof dat heel <strong>van</strong>zelfsprekend was. Direct naast mij stond de<br />
katheder, waarop de icoon lag, bedekt door een glasplaat. Hij<br />
bewoog mijn handen zo, dat de katheder met de icoon precies<br />
tussen ons in stond. Door de verkeerde lichtinval zag ik alleen<br />
maar de glasplaat schitteren.<br />
Hij verkeerde kennelijk in de verwachting, dat ik nu voorover<br />
zou buigen en de icoon zou kussen. Ik had niet de moed om<br />
“Nee” te zeggen en boog me maar voor het gezag en de vriendelijkheid<br />
<strong>van</strong> mijn gastheer. Ik boog me voorover en kuste de<br />
glasplaat. Al die tijd had ik het idee, dat ik geleefd werd; alsof<br />
ik er bij stond en naar mijzelf keek. Ik, een protestant, komend<br />
uit een lange traditie <strong>van</strong> protestanten, die om hun geloof werden<br />
vervolgd, had nu een ikoon gekust! Dit had ik nooit voor<br />
mogelijk gehouden.<br />
Achteraf dacht ik: “Elia is nog de slechtste niet om te kussen”.<br />
Uiteindelijk is hij niet dood, zoals de andere heiligen, maar hij<br />
is levend opgevaren en verscheen samen met Mozes aan Jezus<br />
op de berg der verheerlijking. Het rare is, dat ik me niet eens erg<br />
schuldig voelde, hoewel mijn protestantse traditie en theologie,<br />
deze daad ten strengste zouden afwijzen.<br />
Maar ondertussen stond ik daar nog steeds met ‘gebonden’<br />
handen. Dat wil zeggen; hij hield nog steeds mijn handen vast<br />
en ik wilde ze ook niet terugtrekken. Hij ging verder met tegen<br />
me te spreken, terwijl hij me met liefdevolle ogen aankeek. Hij<br />
praatte Duits tegen me, maar doorspekt met Nederlandse woor-
26<br />
den. Hij kende alle geestelijken <strong>van</strong> de Orthodoxe gemeenten<br />
in Nederland persoonlijk en noemde me hun namen. Hij had<br />
een hoge dunk <strong>van</strong> Nederlanders en vertelde mij <strong>van</strong> een Nederlands<br />
echtpaar dat in 1995 met een aanhanger vol hulpgoederen,<br />
waaronder elektrische rolstoelen, was verongelukt. De<br />
man was in het ziekenhuis <strong>van</strong> Wroclaw overleden, de vrouw<br />
had het overleefd. De Poolse president, Lech Walesa, had de<br />
man postuum het gouden kruis <strong>van</strong> verdienste toegekend.<br />
Zo’n twintig minuten stond ik daar met mijn handen in zijn<br />
handen. Toen keek hij ineens op zijn horloge en reageerde verschrikt:<br />
“O, ik moet direct weg”. En weg was hij; mij met nog<br />
uitgestrekte handen achterlatend.<br />
Ineens klonk achter me een stem in het Nederlands. Het was<br />
een andere bezoeker, een Nederlandse Pool uit Leiden, die met<br />
zijn zoon ook de dienst had bijgewoond. Mijn nieuwe gesprekspartner<br />
sprak accentloos Nederlands. Hij bleek pastor te zijn<br />
<strong>van</strong> de kritische basis-gemeenschap IJmond, de kritische afdeling<br />
<strong>van</strong> de katholieke kerk.<br />
Hij vertelde, dat de man die ik net had ontmoet, heel bijzonder<br />
was. Hij had de oude liturgie, die normaliter wordt gezongen<br />
in een oud Slavisch dialect, het z.g. kerk-Slavisch, vertaald en<br />
bewerkt in het Pools, waardoor hij veel jongelui naar zijn diensten<br />
trok. Hij gaf mij de Duitse brochures over de Orthodoxe<br />
gemeenschap in Polen.<br />
Inmiddels waren de andere bezoekers allemaal al vertrokken en<br />
ook wij gingen ons weegs. Ik wist niet goed wat ik er<strong>van</strong> moest<br />
denken. Ik had een Orthodoxe dienst bijgewoond en me niet<br />
onprettig gevoeld. Ik had een icoon gekust zonder me schuldig<br />
te voelen en een mij onbekende Oosters Orthodoxe hoogwaardigheidsbekleder<br />
had 20 minuten mijn handen vastgehouden<br />
en mij met veel liefde aangekeken. Zou hijzelf de betekenis <strong>van</strong><br />
dit alles hebben gepeild?<br />
Ik moest er met de Heer over praten. Ik kocht een entreekaartje<br />
<strong>van</strong> de vlakbij gelegen Hortus Botanicus en zocht een stil plekje.<br />
“Heer spreek maar tot mij. Wat betekent dit allemaal?”
27<br />
Een sterke golf <strong>van</strong> emoties maakte zich <strong>van</strong> me meester. Ik<br />
kon mijn tranen niet bedwingen en moest vreselijk huilen. Ik<br />
weet, dat dit mijn reactie was op een sterke aanwezigheid <strong>van</strong><br />
de Heer. Toen zei Hij: “Ja, Oost-Europa, de wereld <strong>van</strong> de Oosters-Orthodoxe<br />
kerk, daarheen ga Ik je sturen. Dat wordt een<br />
belangrijk deel <strong>van</strong> je werkterrein”. Hij sprak verder: “Je gaat<br />
daar zelfs wonen en Ik zal je daar tot zegen stellen”.<br />
Niet dat ik snap, hoe dat verder in zijn werk zal gaan. Dit is<br />
inmiddels de zoveelste keer, dat de Heer over Oost-Europa<br />
spreekt, maar nog nooit voelde ik zo’n sterke aanraking in mijn<br />
emotionele leven.<br />
Ik moest denken aan een voorval een paar maanden terug, toen<br />
de Heer tijdens een wandeling tegen me zei: “Ik stuur je naar<br />
een wijd land”. Destijds had ik gedacht: “Wat bedoelt u daar<br />
nu mee? Wat voor wijd land?” Inmiddels wordt het steeds duidelijker.<br />
Als ik denk aan de vlaktes <strong>van</strong> Polen, Wit-Rusland,<br />
Rusland, Oekraïne, Moldavië en Hongarije en Roemenië... Dat<br />
zijn in ieder geval wijde landen.<br />
Ja, wat zou de volgende stap zijn? Nu weet ik het nog niet,<br />
maar ik merk, dat er in Gods keuken iets voor mij wordt gaargekookt.<br />
De volgende dag had ik opnieuw iets met de Heer te bespreken.<br />
Het ging om de icoon <strong>van</strong> Elia. Ik had die icoon gekust.<br />
Ook al was het maar uit beleefdheid en respect voor de vriendelijke<br />
hoogwaardigheidsbekleder, die tegenover me stond en<br />
mijn handen vasthield.<br />
Maar natuurlijk kon dat niet! Het was een compromis met de<br />
waarheid. Hoe vaak had ik anderen veroordeeld, die een compromis<br />
sloten door samen te werken met de Rooms Katholieke<br />
kerk in Nederland.<br />
Het erge was, dat ik me niet eens erg schuldig voelde. Maar<br />
dat is natuurlijk niet de norm. De norm is het woord <strong>van</strong> God,<br />
waarin duidelijk staat, dat we geen gesneden beeld (of geschilderde<br />
icoon) mogen maken en die vereren.
28<br />
In die zin beschouwde ik de verering <strong>van</strong> heiligen in de Orthodoxe<br />
of Roomse kerk als afgoderij. Ik kwam dus met dit hele<br />
verhaal bij mijn Vader.<br />
“Wat moet ik er nu mee? Ik vraag U om vergeving. Maar hoe<br />
nu verder? Wat vindt U er eigenlijk <strong>van</strong>, dat ik die icoon gekust<br />
heb?” Ik hoefde op het antwoord niet te wachten. Het was verbijsterend,<br />
zoals de Heer wel vaker verbijsterend is. Hij zei: “Ik<br />
heb er vreselijk om gelachen!”<br />
Een soort <strong>van</strong> ontlading was het gevolg. Alle spanning verdween.<br />
Op een of andere manier heeft de Heer veel humor.
29<br />
Hoofdstuk 4 Finland<br />
Ergens in de zomer <strong>van</strong> 2011 kreeg ik een mailtje <strong>van</strong> Mathilde<br />
<strong>van</strong> de Ridder, die samen met haar man Ewald, HealingRooms<br />
Nederland leidt. Het was gericht aan alle directors. Ze vroeg,<br />
wie <strong>van</strong> ons in staat en bereid was om Nederland te representeren<br />
op de Europese conferentie <strong>van</strong> nationale HealingRooms<br />
leiders in Finland.<br />
Op een of andere manier sprong mijn hart op <strong>van</strong> vreugde. Finland!<br />
In 1981 was ik er voor het laatst geweest. Henny en ik<br />
hadden er goede vrienden. Maar het was niet de vreugde om<br />
eventueel onze vrienden terug te zien. Het was een gevoel <strong>van</strong><br />
enthousiasme, dat alleen <strong>van</strong> de Heilige Geest kon komen. Ik<br />
melde me dus aan en een paar maanden later reisde ik via Estland<br />
naar Helsinki.<br />
Ik had geen idee, wat de Heer met me <strong>van</strong> plan was. In Helsinki<br />
hadden we een aantal samenkomsten met Rick en Lori Taylor,<br />
de directors <strong>van</strong> de beste HealingRooms op aarde. Hun HealingRooms<br />
in Santa Maria, Californië, staan erom bekend, dat<br />
er veel mensen <strong>van</strong> kanker genezen. Ze zijn 5 dagen per week<br />
open, hebben zo’n 80 medewerkers en de vrijwillige donaties<br />
<strong>van</strong> de bezoekers zijn zo overvloedig, dat men een eigen gebouw<br />
heeft kunnen kopen en 8 medewerkers kan betalen voor<br />
fulltime-ministry. Zo kan het dus ook!<br />
Met Dmytro en Iryna Smorzh in Jalta
30<br />
Het onderwijs en de verhalen <strong>van</strong> Rick Taylor waren voor ons<br />
allen heel inspirerend. Tijdens de conferentie en de erop volgende<br />
retreat ontmoette ik al die mensen, met wie ik <strong>van</strong>daag<br />
samenwerk, zoals Susanne en Markku Laitinen (destijds de Europese<br />
leiders); Pauls en Eve Clift (de Engelse leiders); Steven<br />
en Helen Anderson uit Schotland; Francis en Ruth Kirby, de pioniers<br />
voor Oost-Europa; Anton Tuul uit Estland; Aivars Alknis<br />
uit Letland; Dmytro en Iryna Smorzh uit Oekraïne; en nog<br />
allerlei anderen.<br />
Bergvik, Finland, 2011, met nationale HealingRooms leiders<br />
Zij zouden in de daaropvolgende jaren goede vrienden <strong>van</strong> mij<br />
worden en heel belangrijk voor mijn verdere ontwikkeling. Hoe<br />
was dat ook al weer? “Ik ga je zenden naar Oot-Europa; daar<br />
zul je wonen”.<br />
En zoals dat gaat op dergelijke conferenties; men nodigt elkaar<br />
uit: “Kom eens naar de Oekraïene! Kom eens naar Letland!”<br />
Eigenlijk nam ik al deze uitnodigingen onvoldoende serieus.<br />
Misschien omdat het zo vaak gebeurt, dat je ergens wordt uitgenodigd<br />
en er uiteindelijk toch niets <strong>van</strong> komt. Maar deze keer<br />
zou het anders gaan.
31<br />
Hoofdstuk 5 Moermansk<br />
Moermansk is één <strong>van</strong> de meest verschrikkelijke steden <strong>van</strong><br />
Europa. Het ligt aan de Noordelijke IJszee, op het Kola schiereiland,<br />
ten Oosten <strong>van</strong> de Noordkaap (Noorwegen). Het is de<br />
enige ijsvrije haven <strong>van</strong> de Russen in het Noorden. Tijdens de<br />
tweede wereldoorlog diende de haven voor de Amerikaanse<br />
transporten <strong>van</strong> militair materieel voor de Russische troepen.<br />
Sindsdien is het een <strong>van</strong> de belangrijkste marine-havens <strong>van</strong> de<br />
Russen, met o.a. een belangrijke vloot <strong>van</strong> atoomonderzeeërs en<br />
natuurlijk ijsbrekers.<br />
Nee hoor, zover naar het Noorden ben ik nog nooit geweest. Ze<br />
kwamen naar mij toe.<br />
Rond 20.00 uur ‘s avonds arriveerde ik met de Tallink Ferry<br />
“Star” in de haven <strong>van</strong> Tallinn, de hoofdstad <strong>van</strong> Estland. Ik<br />
was op de terugreis <strong>van</strong> de conferentie voor leiders <strong>van</strong> HealingRooms,<br />
die in Helsinki was gehouden.<br />
Tijdens deze conferentie had ik nogal wat profetische woorden<br />
ont<strong>van</strong>gen, die gingen over mijn ‘vaderschap’ voor jonge en<br />
oudere gelovigen. Bovendien was er over mij geprofeteerd, dat<br />
de Heer mij zou gebruiken in een bediening <strong>van</strong> genezing, en<br />
dat die genezingen zouden plaatsvinden, voordat ik iets (een<br />
proclamatie <strong>van</strong> genezing in de naam <strong>van</strong> Jezus) zou hebben<br />
gezegd. Nu, dat was heel bemoedigend.<br />
Als ik reis, probeer ik dat altijd zo goedkoop mogelijk te doen.<br />
Wat dat betreft ben ik een echte zuinige Nederlander, of misschien<br />
is het wel een familiesport (zo goedkoop mogelijk).<br />
Op één of andere manier was het veel goedkoper om via Tallinn,<br />
de hoofdstad <strong>van</strong> Estland naar de conferentie in Helsinki<br />
te gaan, dan rechtstreeks met de KLM of Finnair via Schiphol<br />
naar Helsinki.<br />
Het enige nadeel was, dat ik zowel op de heen- als op de terugreis<br />
in Tallinn zou moeten overnachten. Op de terugreis zelfs<br />
twee nachten. Maar dat vond ik wel leuk. Tallinn is een prachtige<br />
oude Hanzestad.<br />
Nu was ik dus op de terugreis. Rond 21.00 uur stapte ik ‘mijn’
32<br />
kamer binnen in het ‘Old House’ Hostel in het centrum <strong>van</strong> Tallinn.<br />
Ik zit in de goedkoopste kategorie, een ‘mixed dorm’, een<br />
kamer met stapelbedden, waar alles door elkaar slaapt.<br />
Old House Hostel Tallinn. Het pleisterwerk behoeft enige renovatie<br />
Ik stapte dus de kamer binnen in de richting <strong>van</strong> mijn bovenbed<br />
en werd nogal enthousiast begroet door twee jongedames,<br />
die tegenover mij sliepen. Ze zaten beiden netjes aangekleed op<br />
hun bed. Zo te zien waren ze <strong>van</strong> plan uit te gaan in donkere<br />
straten <strong>van</strong> het middeleeuwse Tallinn.<br />
“Who are you? Where are you from?” klonk het enthousiast.<br />
“I am from Holland”, antwoordde ik. “You are from Poland?”<br />
vroeg de ene. “No, from Holland, from the Netherlands”, verduidelijkte<br />
ik. “Oh, we are from Russia, from Moermansk. Do<br />
you know where that is?” vroeg de ander. “Yes, I know where<br />
that is. It is in the North, at the Artic See, where the Russian<br />
Navy has its atomic-submarines”, antwoordde ik.<br />
De één, de brunette, begint te lachen. “My father is in the military”,<br />
vertelt ze. Ze heet Marsha. De naam <strong>van</strong> de andere luidt<br />
Jenny. Beide meisjes werken als computer-programmeur. Naar<br />
mijn indruk valt het met dat programmeren wat tegen en zijn ze<br />
gewoon data-typistes. Maar dat is verder niet belangrijk.<br />
In het gesprek dat volgt, vragen ze me te raden, hoe oud ze zijn.<br />
“24”, schat ik. Nee hoor, de dames zijn nog maar 19 en maken<br />
voor hun doen een wereldreis door de Baltische staten. Verder
33<br />
reiken hun financiën niet. In de Baltische staten wonen nog erg<br />
veel Russen. Taalproblemen hoeven ze dus niet te hebben.<br />
Na even komt het gesprek op alcoholisme, huiselijk geweld en<br />
gebroken gezinnen. Ik vraag of ze in God geloven. Ja ze zijn<br />
‘Pravoslav’ (Oosters Orthodox), maar ze zijn er niet zo gelukkig<br />
mee. Vooral de kerkdiensten vinden ze niet leuk. “Het duurt zo<br />
lang en je moet wel drie uur lang staan”.<br />
Ik vertel ze, dat ik prediker ben bij een beweging vol jongeren,<br />
met vlammende gospelmuziek. Ik vertel ze, dat geloven ook<br />
leuk kan zijn. Ik vraag ze, of ze wel eens in een baptistengemeente<br />
zijn geweest. Nee dus. Ze weten zelfs niet wat dat is.<br />
De communicatie verloopt door het taalprobleem wat gebrekkig.<br />
Op een of andere manier heb ik met deze meisjes te doen.<br />
Voel ik ineens mijn vaderschap? Ik maan ze om voorzichtig te<br />
zijn met het aangaan <strong>van</strong> een relatie en nooit in zee te gaan met<br />
iemand, die drinkt.<br />
Marsha reageert, dat je ook kinderen kunt hebben zonder te<br />
trouwen. Je kunt beter een gezin hebben zonder man, dan met<br />
een slechte man. Ik vermoed, dat ze thuis geen goed voorbeeld<br />
heeft en dat haar vader af en toe te diep in het glas kijkt.<br />
Inmiddels zijn we al een half uur verder. Ze hebben zich zo<br />
netjes aangekleed en opgedoft, omdat ze nog de stad in willen.<br />
Morgen moeten ze immers al weer verder, naar Riga. Dus<br />
moet de tijd ‘goed’ gebruikt worden. Ze vertrekken en verdwijnen<br />
in de duisternis <strong>van</strong> ‘donker’ Tallinn. Ik kleed me uit, trek<br />
mijn pyjama aan en kruip in mijn bed. Inmiddels zijn er nog<br />
een paar mensen op onze kamer beland; een Japanse, een Brit<br />
en een Fin.<br />
Als ik net lekker in mijn bed lig - nog even de Heer zoeken, nog<br />
even alle belevenissen <strong>van</strong> de afgelopen dagen de revue laten<br />
passeren - flitst ineens het licht in de kamer weer aan.<br />
Dat is het nadeel <strong>van</strong> een hostel, waar je een kamer met anderen<br />
deelt. Één <strong>van</strong> de twee Russische meisjes komt alleen terug.<br />
Het is de brunette. Ik luister, maar hoor geen verdere voetstap-
34<br />
pen in de gang. Ik vraag haar: “Ben je alleen?”. “Ja, ik ben mijn<br />
vriendin kwijtgeraakt en ik kon haar niet meer terugvinden”,<br />
zegt ze.<br />
Middeleeuwse binnenstad <strong>van</strong> Tallinn (Estland)<br />
Zie ik een traantje in haar ogen? “Did you cry?” vraag ik. Ze<br />
antwoordt niet. Ik ga weer gerelaxt liggen en bemerk niet eens,<br />
dat Marsha inmiddels ook in bed is gekropen. Het is weer donker<br />
in de kamer. Op het punt <strong>van</strong> inslapen komt de ander thuis,<br />
het is Jenny, de blondine.<br />
Het licht flitst weer aan. Jenny, die net is binnengekomen, begint<br />
met het maken <strong>van</strong> verwijten aan de ander. Het gaat allemaal<br />
in het Russisch. Ik merk alleen op, dat er steeds meer stemverheffing<br />
komt. Het is net geen schreeuwen. Na even houdt de<br />
brunette het voor gezien en geeft geen enkel antwoord meer, tot<br />
frustratie <strong>van</strong> de blondine.<br />
Ik zit me af te vragen, wat ik moet doen. De communicatie gaat<br />
niet zo eenvoudig, omdat ik geen Russisch versta en zij slecht<br />
Engels spreken. Maar ik besluit me er toch mee te bemoeien.<br />
Het conflict is inmiddels zo hoog opgelopen, dat degene die het<br />
eerst thuiskwam, dreigt om alleen terug te reizen naar Moermansk<br />
en de vakantie af te breken: “Liever dan met jou verder<br />
te gaan”.
35<br />
De ander is zowat in tranen.<br />
Ik zeg dus tegen Marsha: “Denk je echt, dat ze opzettelijk jou in<br />
de stad is kwijtgeraakt?” “Nee, dat denk ik niet, maar we kunnen<br />
als karakters niet met elkaar overweg. Iedere keer gebeurt<br />
er weer iets en ik heb er geen zin meer in”.<br />
“Maar jullie zijn toch collega’s? Je kent elkaar toch langer dan<br />
<strong>van</strong>daag? Het moet toch mogelijk zijn om elkaar vergeving te<br />
vragen en het nog een paar dagen met elkaar uit te zingen?<br />
Wanneer jij nu alleen naar huis gaat, bederf je voor jullie beiden<br />
de vakantie. Bovendien moet je straks weer tegenover elkaar<br />
zitten op je werkplek. Ook die relatie is dan verstoord.<br />
Luister nu eens. Je kent toch het gebed het ‘Onze Vader’. Daarin<br />
vragen we God om onze zonden te vergeven, zoals wij diegenen<br />
vergeven, die tegen ons gezondigd hebben”. Dit is echter<br />
niet overtuigend genoeg. Nummer één, Marsha, is koppig:<br />
“Ik weet niet of ik wel wil vergeven”. Nummer twee, Jenny,<br />
stapt ineens op mijn (boven)bed af en stort zich over mij heen.<br />
Gelukkig maar, dat ik niet op een benedenbed lig. Ze buigt zich<br />
met haar hoofd over het mijne. Haar lange haren liggen over<br />
mijn gezicht. Ik voel me wat ongemakkelijk.<br />
Ze fluistert in mijn oor: “Please, I will go to the the toilet now.<br />
You understand?” Ik begrijp het helemaal niet, en vraag me af<br />
wat ze bedoelt. Ondertussen kriebelen haar haren in mijn mond.<br />
Dan gaat ze verder: “You are a good man. Talk to my friend,<br />
please! Please talk with her! Maybe she will listen to you”.<br />
Ze verdwijnt naar de gang, waar het toilet is. Ik richt me tot<br />
Marsha. Misschien gaat het nu wat gemakkelijker, omdat Jenny<br />
naar het toilet is. Ik probeer het opnieuw: “Je moet haar vergeven”.<br />
Maar ze blijft heel koppig en sluit zich een beetje af. Na<br />
even komt nummer twee terug <strong>van</strong> het toilet en het ziet er naar<br />
uit, dat de ruzie opnieuw losbreekt. Terwijl de blonde steeds<br />
luider roept: “Marsha, Marsha”, trekt de ander de dekens over<br />
haar hoofd en weigert te antwoorden.<br />
Het wordt nu echt te gek. Vaderlijke gevoelens maken zich <strong>van</strong><br />
mij meester. Ik klim uit mijn kooi en zet me gewoon op de rand
36<br />
<strong>van</strong> Marsha’s bed. Ze kijkt verbaasd, lacht heel schaapachtig,<br />
maar accepteert mijn gedrag wel, net zoals ze dat misschien <strong>van</strong><br />
haar eigen vader (als ze die heeft) zou accepteren.<br />
Ik pak haar hand en de hand <strong>van</strong> Jenny, die op het bed ernaast<br />
zit. Ik leg beide handen op elkaar, alsof ik een huwelijk ga inzegenen.<br />
Ze kijken een beetje raar en beginnen nu beiden schaapachtig<br />
te lachen. Ik begin opnieuw over de noodzaak om elkaar<br />
te vergeven. “Jullie worden beiden ongelukkig op deze manier.<br />
Verdraag elkaar. God houdt <strong>van</strong> jullie beiden”.<br />
Ze grijnzen een beetje en houden op met ruzie maken. Van echte<br />
vergeving is nog geen sprake, maar de crisis is over. Na even<br />
liggen beiden in bed en slapen vredig en ik nog vrediger.<br />
De volgende morgen ben ik vroeg op. Mijn vlucht zal pas de<br />
volgende dag gaan. Dus ik heb één dag voor mijzelf. Ik wil eigenlijk<br />
met de bus naar Hapsalu, een badplaats, die ik nog niet<br />
heb gezien. Ik neem de tram in de richting <strong>van</strong> het busstation<br />
voor long-distance bussen. En terwijl ik het laatste stuk loop en<br />
even met de Heer praat, zegt deze tegen mij: “Ga niet!”<br />
Ik ben heel verbaasd. Eigenlijk wil ik dat helemaal niet horen<br />
en ik protesteer <strong>van</strong> binnen. Ik wil gewoon naar Hapsalu. Dus<br />
besluit ik opnieuw met de Heer te praten. Deze keer met een<br />
‘betere’ voorbereiding: “Heer, ik hou <strong>van</strong> U. Dank U voor deze<br />
nieuwe dag. Hebt U nog iets speciaal tegen mij te zeggen?”<br />
“Ga niet, ga terug!” klinkt het in mijn hart. Ik besluit maar te<br />
gehoorzamen en ga terug naar het Hostel. Als eerste tref ik de<br />
receptioniste aan, met wie ik vorige week (op de heenreis) een<br />
gesprek over de Heer had. Zij is totaal ongelovig opgevoed,<br />
maar is wel geïnteresseerd. Inmiddels weet ik het adres <strong>van</strong> een<br />
goede Pinkstergemeente in Tallinn (Ik ontmoette de voorganger<br />
op de conferentie in Helsinki). Ik raad haar dus aan om deze<br />
gemeente, die vol zit met jonge mensen, te gaan bezoeken. Ik<br />
hoop maar dat ze mijn raad aanneemt.<br />
Dan ga ik naar mijn kamer. De beide Russische meisjes zitten<br />
op de rand <strong>van</strong> hun bed. Ze zijn blij, dat ze me zien. “Wat gaan
37<br />
jullie doen?” vraag ik nieuwsgierig. “We gaan <strong>van</strong>daag samen<br />
naar Riga (hoofdstad <strong>van</strong> Letland)”. Geweldig, ik ben blij, dat<br />
ze zich voorlopig met elkaar verzoend hebben. Ik wil eigenlijk<br />
afscheid nemen, maar ze kijken mij zo vragend aan, dat mij dat<br />
niet helemaal lukt. Er staat “help” in hun ogen.<br />
“En hebben jullie elkaar vergeven?” vraag ik nog eens. Ze grijnzen<br />
een beetje. Dus nog niet helemaal. Ze vragen mij, of ik weet,<br />
waar de trein naar Riga vertrekt. “Er gaat helemaal geen trein<br />
naar Riga”, antwoord ik. “Er gaan alleen maar bussen naar Riga.<br />
En daarvoor moet je op het busstation voor ‘Long distance’ bussen<br />
zijn”.<br />
“Weet u, waar dat is?” vragen ze mij. “Ja, dat weet ik wel (ik<br />
kom er immers net <strong>van</strong>daan). Je moet met tramlijn 2, 3 of 4 en<br />
uitstappen bij de halte ‘Autobussijaam’. Daar vlakbij is het busstation”.<br />
Waarom kijken ze mij zo hulpeloos aan? Zo wereldvreemd<br />
zijn deze meiden toch echt niet.<br />
Waarom heb ik ineens met ze te doen? Ik denk even na. “Ach,<br />
ik breng jullie er wel heen. Ik weet ook, waar je moet zijn voor<br />
de tickets voor de internationale bussen”. Ik zie de opluchting<br />
op hun gezichten.<br />
“Maar we gaan eerst nog ontbijten bij de Mac Donalds”, zegt de<br />
één. Het is heel lang geleden, dat ik me schuldig heb gemaakt<br />
aan Mac Donalds, maar soms moet je jezelf een beetje opofferen.<br />
“OK, dan drink ik daar een kop echte koffie”, antwoord ik.<br />
Na even zitten we gedrieën bij de Mac Donalds; twee meisjes uit<br />
Moermansk en ik. Als zij hun patat en hamburger op hebben en<br />
ik <strong>van</strong> mijn heerlijke cappuccino heb genoten, gaan we op weg.<br />
Met tram 2 naar het ‘Autobussijaam’.<br />
Als we aankomen, staat de bus naar Riga klaar om te vertrekken.<br />
Over 3 minuten is het zover. “Snel, probeer nog tickets te<br />
krijgen”, maan ik en we rennen naar boven naar het ticketbureau.<br />
Maar zo snel gaat het niet. Als we eindelijk de tickets naar<br />
Riga hebben, is de snelbus al tien minuten weg. De volgende<br />
bus gaat pas om 17.00 uur. In de tussentijd moeten ze zich dus<br />
zien te vermaken.
38<br />
Daar zit ik dan met twee jonge meiden op het ‘Autobussijaam’<br />
<strong>van</strong> Tallinn. Ik heb er geen goed gevoel over om hun nu gewoon<br />
op het busstation achter te laten. Inmiddels ben ik een beetje<br />
‘vader’ geworden.<br />
“Hebben jullie de stad (Tallinn) eigenlijk wel gezien”, vraag ik<br />
hun. Ze vouwen een kaart open, waarop met een blauwe viltstift<br />
is aangegeven, waar ze zijn geweest. Natuurlijk de hoofdstraat<br />
met zijn bloemenkramen en het marktplein. Maar ze zijn<br />
helemaal niet geweest op de Tompea-heuvel, waar het parlementssgebouw<br />
staat en de mooie uitzichtpunten zijn.<br />
“Nu, dan zal ik jullie de mooiste plekjes laten zien”, zeg ik. Ze<br />
gaan gretig op mijn aanbod in. We rijden met tram 2 weer terug<br />
naar de stad en stappen uit bij het station <strong>van</strong> de Baltische<br />
spoorwegen, de ‘Baltijaam’. Het is een station <strong>van</strong> niets. Het<br />
spoorwegennet is zwaar verwaarloosd.<br />
Ooit, in 1905, investeerde mijn overgrootvader, opa Moll, een<br />
groot deel <strong>van</strong> zijn vermogen in de Baltische spoorwegen. Hij<br />
was een rijk man, die zijn vermogen had verdiend met de handel<br />
in schapenvlees naar Engeland. De investering was ‘geheel<br />
risicoloos’, omdat de Russische Tsaar (Estland hoorde toen bij<br />
Rusland) zelf garant stond voor het hele project.<br />
Baltijaam, centraal station Tallinn; Locomotief uit de tijd toen de<br />
(Russische) spoorwegen nog wat voorstelden<br />
Onder diens bewind werd de beroemde ‘Trans-Siberische<br />
spoorlijn’ aangelegd, maar ook de ‘Baltische spoorlijnen’, die de<br />
verbindingen onderhielden langs de Oostzeekust. Toen echter<br />
in 1918 de Bolsjewieken aan de macht kwamen, werd de Tsaar
39<br />
omgebracht. De spoorwegen werden genationaliseerd en de<br />
aandelen waren ineens waardeloos. De honderd jaar oude papieren<br />
liggen nog altijd bij mijn moeder. Dat even tussen beiden.<br />
We stappen dus uit bij het station en wandelen naar de Tompea,<br />
de rots. Hoog boven de stadsgracht uit torenen 25 m. hoge<br />
rotsen en daarbovenop liggen de belangrijkste gebouwen <strong>van</strong><br />
de stad en veel ambassades. Een zig-zag trap voert ons naar<br />
boven.<br />
De meisjes hebben elk een grote weekendtas bij zich voor hun<br />
bagage. Ik vraag: “Gaat het wel met die zware tassen, of zal ik<br />
even helpen dragen”. Ik blijf nu eenmaal een gentleman. Nee,<br />
dat kunnen ze zelf wel. Marsja, de brunette, vertelt, dat ze veel<br />
pijn in haar schouder heeft. “Dat komt <strong>van</strong> de gespannen werkhouding<br />
achter de PC”, zegt ze. In een impuls leg ik mijn hand<br />
op haar schouder. Ze begint schaapachtig te lachen. Ik zeg niets,<br />
maar in stilte fluister ik: “Jezus”.<br />
Na een paar tellen vraag ik, hoe het nu gaat. “Maybe a little bit<br />
better”, reageert ze een beetje lacherig. Ik leg mijn hand nog<br />
even op haar schouder. Na even zegt ze: “Now it’s OK”. Ik laat<br />
haar los. Ze weet zich niet goed houding te geven. Ik zeg nog<br />
even tegen haar: “Wat er net gebeurd is, heeft niets met mij te<br />
maken. Het is niet mijn kracht, maar het is God, het is Jezus. Ze<br />
knikt.<br />
Nu beklimmen we de steile trappen naar het plateau <strong>van</strong> de<br />
Tompea. Ze maken foto’s <strong>van</strong> de mooie uitzichtpunten en <strong>van</strong><br />
elkaar. Ondertussen praten we nog wat. Ik vraag aan Marsha uit<br />
wat voor gezin ze komt en hoe het huwelijk <strong>van</strong> haar ouders is.<br />
Ik dacht het al. Het is een gezin zonder communicatie, waarin<br />
ook te veel wordt gedronken. Als er problemen zijn, loopt haar<br />
vader het huis uit en blijft uren weg. Dat verklaart, waarom zijzelf<br />
ook zo moeilijk communiceert en zichzelf verschanst, zodra<br />
er <strong>van</strong> haar een reactie wordt verwacht.<br />
Als we een poosje hebben rondgelopen, gaan we weer naar beneden.<br />
De meisjes kopen wat te eten en te drinken en in het
40<br />
park eten we onze lunch. Ondertussen zitten beiden heel eensgezind<br />
op elkaars camera’s de foto’s te bekijken, die ze <strong>van</strong>daag<br />
en gisteren hebben gemaakt. Van ruzie is geen sprake meer. Ze<br />
kunnen het weer prima met elkaar vinden.<br />
Uitzicht <strong>van</strong>af de Tompea op de oude stad<br />
Ik luister even naar de Heer. “Is het goed zo, of moet ik nog langer<br />
bij ze blijven? Zal ik hen misschien zelfs naar het busstation<br />
terugbrengen?” Ik heb het idee, dat het nu goed is. Ik sta op en<br />
neem afscheid.<br />
“En denk er om, dat jullie geen ruzie meer maken en als dat<br />
toch gebeurt, dat jullie elkaar vergeven”. Ze beginnen allebei te<br />
lachen. Ik wens hun nog beiden “Gods zegen”, maar zover reikt<br />
hun kennis <strong>van</strong> het Engels niet. Als ik wegloop, overvalt me een<br />
vreemd gevoel. Och, misschien heeft iedere vader dat wel, als<br />
hij afscheid neemt.<br />
Die avond realiseer ik me, dat de profetische woorden, die ik<br />
gisteren in Finland heb ont<strong>van</strong>gen, al in vervulling zijn gegaan:<br />
“Vaderschap en genezing, nog voor je iets hebt gezegd”. Het is<br />
<strong>van</strong>daag al gebeurd.<br />
Twee jonge mensen, die je nog nooit eerder hebt gezien, accepteren<br />
je vaderlijk input op een heel natuurlijke manier. Ze voel-
41<br />
den zich zomaar veilig en vertrouwd. En wanneer je handen op<br />
een pijnlijke schouder legt, trekt de pijn al weg, voordat je de<br />
naam <strong>van</strong> Jezus hebt genoemd.<br />
Apart.<br />
Maar er was wel een conditie. Ergens in dit verhaal, moest ik<br />
luisteren naar de stem <strong>van</strong> God en ook gehoorzamen, toen Hij<br />
me zei om terug te gaan naar het Hostel en mijn geplande uitje<br />
te cancelen.<br />
Als ik niet had gehoorzaamd, was het wonder <strong>van</strong> genezing<br />
(het verdwijnen <strong>van</strong> de pijn) niet gebeurd.
42<br />
Hoofdstuk 6 Prediker<br />
Als kind had ik voor aardrijkskunde altijd een tien. Het was<br />
het enige vak, waarin ik steengoed was. Mogelijkheden om te<br />
reizen waren er in mijn kindertijd nauwelijks, maar in mijn hart<br />
dacht ik aan verre en vreemde landen.<br />
Destijds verzamelde ik reisbrochures en knipte de plaatjes uit<br />
om mijn aardrijkskundeschrift te verfraaien. En te midden <strong>van</strong><br />
de vele matige cijfers voor andere vakken (het boeide me gewoon<br />
niet genoeg) had ik tienen voor aardrijkskunde en genoot<br />
ik daar<strong>van</strong>.<br />
Eigenlijk dacht ik nooit meer aan deze jeugdhobby, maar laatst<br />
op een wandeling sprak de Heer erover: “Zie je, dat nu aan het<br />
gebeuren is, wat je als klein kind al wilde en wat Ik al voor de<br />
geboorte in je heb gelegd?”<br />
Eerlijk gezegd had ik, sinds ik christen werd, gedacht dat mijn<br />
reislust een uiting was <strong>van</strong> het ‘vlees’, iets wat je alleen maar<br />
voor jezelf doet om er zelf <strong>van</strong> te genieten.<br />
En dan laat de Heer je ineens zien, dat Hij bepaalde neigingen<br />
en een bepaalde avonturendrang zelf in je heeft gelegd.<br />
Soms lukt het mij om tussen de bedrijven door er even op uit te<br />
gaan; <strong>van</strong> maandag tot vrijdag.<br />
‘s Zondags spreek ik; vrijdags leid ik de HealingRooms in ons<br />
dorp; tussendoor zijn er meestal wel Bijbelstudies of trainingsavonden,<br />
maar soms kan ik er ineens tussen uit.<br />
Duur hoeft het niet te zijn. Ik vind meestal wel een ‘prijsvechter’,<br />
die mij voor een bedrag tussen de €25 en €45 ergens heen<br />
vliegt en dan kruip ik gewoon in een soort <strong>van</strong> jeugdherberg<br />
of hostel. Ik heb nog nooit meegemaakt, dat iemand bezwaar<br />
maakte tegen een 58 jarige. Integendeel, soms nemen reislustige<br />
twintigers mij gewoon in vertrouwen en zien mij als een<br />
soort vader.<br />
Ik bespreek het altijd wel met de Heer.<br />
“Wat vindt U er<strong>van</strong>?” vraag ik dan. Meestal valt het binnen de
43<br />
speelruimte, die Hij me geeft. Soms zegt hij: “Niet doen”. En<br />
dan ga ik ook niet.<br />
De ene keer loopt mijn reisje uit op een opeenstapeling <strong>van</strong> bijzondere<br />
ontmoetingen, een andere keer valt het wat tegen. Het<br />
ene hostel biedt comfort en vriendelijke medewerkers, het andere<br />
is slechts een met stapelbedden volgepropt appartement,<br />
geleid door een paar tieners.<br />
Laatst sliep ik op een zogenaamde mixed-dorm, waar dus jongens<br />
en meisjes door elkaar slapen. Het is niet zo dramatisch,<br />
want dat gebeurt in de hedendaagse ziekenhuizen ook. Toen ik<br />
aankwam was de bezetting op mijn kamer 4 om 4. Vier mannen<br />
uit de USA en vier meiden uit België.<br />
Ik vind zo’n volle kamer met meiden eigenlijk maar niks, want<br />
dat betekent, dat je met al je kleren aan in je bed kruipt en dan,<br />
liggend onder dekens, probeert je bovenkleding uit te trekken.<br />
‘s Morgens gaat dat in de omgekeerde volgorde. En bovendien,<br />
waar hang je dan je sokken, die na een dagje wandelen met<br />
bergschoenen nodig moeten luchten? Toch niet pal boven de<br />
neus <strong>van</strong> degene, die onder je slaapt?<br />
De laatste nacht was het ergste. Ik was de enige man en moest<br />
de kamer delen met 7 vrouwelijke studentes. Of ik dames in<br />
ondergoed heb gezien? Nee! Ik heb alleen maar ‘haar’ gezien.<br />
Zelf lag ik <strong>van</strong>wege mijn vroege vlucht om 11 uur in bed, terwijl<br />
de dames op één uitzondering na, een avondje gingen ‘stappen’<br />
en pas thuiskwamen, toen ik al onder zeil was. Toen ik de<br />
volgende ochtend, na mij liggende te hebben aangekleed, om<br />
6.00 uur voorzichtig uit mijn bovenbed kwam, zag ik dus alleen<br />
maar wat haar boven de dekens uitsteken. Liever een dorm met<br />
alleen mannen! Dan voel ik mij meer op mijn gemak.<br />
Met die ene, die ‘s avonds niet uitging, had ik trouwens een<br />
boeiend gesprek. Ze was nogal verbrand door de felle zon en ik<br />
gaf haar een tube ‘after-sun’ om de schade nog een beetje te herstellen.<br />
Ik vroeg haar vervolgens gewoon of ze in God geloofde.<br />
Ze droeg een kruisje om haar nek!<br />
Ze vertelde mij, dat ze wel geloofde, dat er iets was, maar dat zij<br />
het christelijk geloof de rug had toegekeerd. De reden was een
44<br />
te veel aan regels. Ze had homoseksuele kennissen en vrienden<br />
en ze vond de Bijbelse veroordeling <strong>van</strong> deze vrienden onrechtvaardig.<br />
Zo kwam het gesprek op de nood <strong>van</strong> de homoseksuele medemens<br />
en Gods liefde voor ieder mens. Ineens zei ze: “Ik schrok<br />
zelf ook, toen ik op een <strong>van</strong> mijn vriendinnen verliefd werd”. Ze<br />
zat dus zelf met lesbische gevoelens. Ze had mij dat niet hoeven<br />
vertellen. Maar kennelijk voelde ze wel aan, dat ik haar niet zou<br />
veroordelen.<br />
Eerlijk gezegd, blijf ik dit een moeilijke kwestie vinden. Niemand<br />
vraagt erom om homoseksuele gevoelens te hebben (en<br />
tegelijk een afkeer <strong>van</strong> de andere sekse). De oorzaken kunnen<br />
vele zijn. Mario Bergner (een ‘volgeling’ <strong>van</strong> de Amerikaanse<br />
psychologe Leanne Payne) beschrijft, hoe bij hem homoseksuele<br />
gevoelens ontstonden door een afkeer <strong>van</strong> zijn uiterst gewelddadige<br />
en driftige vader.<br />
Maar ook in het geval <strong>van</strong> een zeer slappe vader tegenover een<br />
dominante moeder kan bij jongens de identificatie met de mannelijkheid<br />
<strong>van</strong> hun vader mislukken. Bij sommige kleine kinderen<br />
zijn in de kleutertijd al gedragingen waarneembaar, die niet<br />
passen bij hun sekse. Daar is kennelijk <strong>van</strong>af de geboorte al iets<br />
aan de hand.<br />
Ik kon de jonge vrouw echt niet veroordelen en wees haar op de<br />
mogelijkheid om God te leren kennen in een liefdesrelatie <strong>van</strong><br />
een hogere orde, waarbij Hij ons naar onze bestemming leidt.<br />
In Zadar (Kroatië) ontmoette ik Georgy uit Georgië. Hij studeerde<br />
in Zweden. Hij vroeg me, wat ik die dag wilde gaan doen. Ik<br />
vertelde hem dat ik met de veerboot naar Dugi Otok zou varen<br />
en daar 25 km zou gaan wandelen in een natuurreservaat.<br />
Ik had een heerlijke dag; dicht bij de Heer in aanbidding. Geen<br />
mens te zien. Kennelijk was Georgy mij gevolgd en had hij een<br />
veerboot later genomen, want ik trof hem tegen de avond op<br />
het schip, dat mij weer terug naar Zadar bracht. Ik ging dus<br />
maar tegenover hem zitten.<br />
“Georgy, geloof je in God?” vroeg ik hem. “Natuurlijk”, zei hij,
45<br />
“voor ons Georgiërs is het christendom <strong>van</strong>zelfsprekend. Het is<br />
onze identiteit. Wij hebben altijd geleefd te midden <strong>van</strong> Islamitische<br />
volken, die ons vaak onderdrukt hebben.<br />
Onze christelijk identiteit onderscheidt ons <strong>van</strong> de buurvolkeren.<br />
Zonder christelijk geloof zouden wij als natie niet overleefd<br />
hebben”.<br />
Dat was natuurlijk een prachtig uitgangspunt om met hem te<br />
praten over de relatie met God de Vader, door de Here Jezus<br />
en door de Heilige Geest. Een relatie waarin God ook tot ons<br />
spreekt.<br />
Hij is zo hongerig, dat ik hem na even vraag, of ik voor hem<br />
mag bidden. Hij is akkoord en ik begin over hem te profeteren.<br />
Na afloop is hij diep ontroerd.<br />
Met de veerboot naar Dugi Otok, Kroatië<br />
“Vertel me meer over de Heilige Geest?” vraagt hij. Nu dat doe<br />
ik graag. En terwijl de zon ondergaat over de Dalmatische eilanden,<br />
hoort hij over een Vader, die <strong>van</strong>daag spreekt en wordt<br />
hij diep door de Heilige Geest aangeraakt. De volgende dag<br />
vertrekt hij weer naar Zweden, maar God heeft iets moois aan<br />
hem gedaan.<br />
Op een andere dag ontmoette ik op mijn wandeling twee Indiase<br />
jongedames. Ze kwamen uit de VS. Toen ik ze ‘s avonds op<br />
de boot weer terug zag, vroeg ik of ik bij hen mocht komen zit-
46<br />
ten. De een had in St. Petersburg Russisch gestudeerd, daarna<br />
vergelijkende godsdienstwetenschappen in Chicago en hedendaagse<br />
literatuur in Cambridge.<br />
Nu hoopt ze een universitaire leerstoel te krijgen in Nederland.<br />
Ze waren beiden Hindu. We hadden een heel lang gesprek en<br />
ik merkte, dat het hun niet verveelde. Maar dan legt de boot<br />
aan en kun je alleen maar bidden, dat de gedachten, die je hebt<br />
gedeeld een uitwerking zullen hebben, of dat ze weer iemand<br />
anders zullen ontmoeten, die afmaakt, waar ik moest stoppen.<br />
Ja, en dan zit je ineens in Praag. Deze keer op een echte mannenkamer.<br />
Naast mij ligt een oudere man <strong>van</strong> 73. Hij komt <strong>van</strong><br />
de Orkney-eilanden en heeft over de hele wereld gezworven.<br />
‘s Morgens bij het ontbijt vraag ik of ik aan zijn tafeltje mag komen<br />
zitten. “Ja gezellig!”<br />
Natuurlijk probeer ik even uit, waar hij geestelijk staat. Hij antwoordt:<br />
“Ik ben nu atheïst, maar vroeger was ik ooit Methodisten-predikant<br />
in Australië”. Ik denk: “Dan had je maar niet<br />
naast me moeten komen liggen, want zo laat ik je niet gaan”.<br />
Ik probeer er achter te komen, waarom hij het geloof de rug<br />
heeft toegekeerd. “Waarom heb je het geloof in Jezus losgelaten?<br />
Wat is er gebeurt, dat je tot dit besluit bent gekomen?”<br />
Na enige aarzelingen vertelt hij me zijn schokkende verhaal.<br />
Vandaag zouden we daar minder <strong>van</strong> schrikken, omdat eindelijk<br />
het taboe over deze zaken is verbroken. Maar veertig jaar<br />
geleden was zoiets ongehoord!<br />
Hij vertelt: “Ik was methodisten-predikant, of eigenlijk hulpprediker<br />
in de outback <strong>van</strong> Australië. Op een dag ging ik een<br />
<strong>van</strong> mijn gemeenteleden opzoeken. Ik trof de vrouw des huizes<br />
thuis. Op het dressoir stond een foto. Het was een foto <strong>van</strong> haar<br />
dochter, die met haar moeder samen de diensten bezocht.<br />
Het was alleen een heel oude foto. Ik vroeg haar: “Wie is dat op<br />
die foto? Het is je dochter, maar deze foto is zwart-wit en veel<br />
ouder”.<br />
Ze antwoordde mij: “Dat ben ikzelf. Dat ben ik op de leeftijd,<br />
die mijn dochter nu heeft”.
47<br />
“Nu dan lijk je op haar als twee druppels water. Het is één gezicht”,<br />
reageerde ik. “Dat klopt”, antwoordde zij. “Wij lijken<br />
heel sterk op elkaar. We hebben dan ook dezelfde vader”. Ik begreep<br />
haar opmerking niet en keek haar vragend aan. “Hoezo,<br />
dezelfde vader?”<br />
“Mijn eigen vader is ook de vader <strong>van</strong> mijn dochter”. Ik kon<br />
het nog niet begrijpen. De volgende zin bracht me nog meer in<br />
verwarring. “Nu, mijn dochter is ook mijn zus”.<br />
Mijn verstand stond stil: “Wat?! Jouw eigen vader heeft bij jou<br />
een kind verwekt?” Ik kon er niet bij, dat iets dergelijks in mijn<br />
parochie kon gebeuren onder mensen, die zichzelf christenen<br />
noemen?<br />
Ik sprak er met mijn intendant over. Totaal verbijsterd vertelde<br />
ik hem het verhaal. Hij boog verdrietig zijn hoofd. “Ja, deze dingen<br />
gebeuren, het is niet anders”.<br />
Ik heb het nog een poosje geprobeerd als Methodisten prediker.<br />
Maar eigenlijk had ik er geen zin meer in.<br />
Na even stond mijn besluit vast: “Wanneer het geloof zo weinig<br />
doet, zo weinig verandering te weeg brengt in de harten <strong>van</strong><br />
mensen, dan houd ik het voor gezien”.<br />
Ik ben humanist geworden en eigenlijk ook atheïst. Ik wil alleen<br />
maar daaraan meedoen, wat werkelijke positieve veranderingen<br />
in deze wereld te weeg brengt. Kijk nu eens naar Ghandi.<br />
Hij was iemand, die de toenmalige wereld veranderd heeft.<br />
Toen de onafhankelijkheidsgedachte in India opkwam, werd<br />
daar door de Engelsen fel op gereageerd. Zij zagen hun imperium<br />
ineen storten. Tijdens een vreedzame demonstratie <strong>van</strong><br />
ongewapende burgers liet een Engelse kapitein het vuur op de<br />
menigte openen en werden 1700 mensen, waaronder vrouwen<br />
en kinderen gericht doodgeschoten.<br />
Onder de Hindoes ontstond een grote rancune jegens de Engelsen<br />
en velen riepen om wraak. Maar Ghandi reageerde: “Ik wil<br />
dat de Engelsen hier als vrienden weggaan”. Dankzij hem konden<br />
de Engelsen en de mensen <strong>van</strong> India uit elkaar gaan zonder
48<br />
haat of vijandschap. Ik wil ook gewoon het goede doen en daar<br />
heb ik God niet voor nodig”.<br />
Het werd een lang gesprek. Ik zei tegen hem: “Als je werkelijk<br />
een relatie met Jezus en de Vader had gehad; als je Hem had<br />
gekend, dan zou je in deze situatie met Hem hebben gepraat<br />
en Hij zou je antwoord hebben gegeven. Maar kennelijk heb jij<br />
nooit God als de Levende ontmoet”.<br />
Hij keek mij aan. Hij begreep mij niet. Jezus ontmoeten? Gods<br />
stem horen? Ik vertelde hem over de Heilige Geest en het spreken<br />
<strong>van</strong> God. Ik vertelde hem, hoe ikzelf in een situatie <strong>van</strong><br />
crisis Zijn troost had ont<strong>van</strong>gen.<br />
Toen moest hij weg. Zijn trein ging. De volgende nacht bleef zijn<br />
bed onbeslapen. Had hij ergens anders overnacht? Ik weet het<br />
niet. Ik zag hem niet meer terug. Maar ik had zijn hart geraakt.<br />
In Kutna Hora (Tsjechië) bezocht ik een oude zilvermijn. De gids<br />
sprak enkel Tsjechisch, maar er was een stencil beschikbaar in<br />
het Engels. Dat beschreef ongeveer wat onze gids zou gaan zeggen.<br />
De groep bestond geheel uit Tsjechische schoolkinderen,<br />
maar achteraan ontdekte ik één vrouw, die ook zo’n Engelstalig<br />
stencil bij zich had.<br />
Ik liep naar haar toe en vroeg haar waar ze <strong>van</strong>daan kwam. Ze<br />
was Koreaanse <strong>van</strong> geboorte, maar was als baby door Zweedse<br />
ouders geadopteerd.<br />
Ik vroeg haar of ze op vakantie was en ze vertelde me, dat ze<br />
in de stad (Praag) deelnam aan een congres <strong>van</strong> psychologen,<br />
maar dat ze nu één dag vrij had om naar eigen believen te besteden.<br />
Het congres ging over de chemie <strong>van</strong> de psychologie, of – om<br />
het gemakkelijker te maken – over de chemische processen, die<br />
samenhangen met ons zieleleven. Dit is een heel boeiende materie.<br />
Ik zei dus tegen haar, dat dit onderwerp mij buitengewoon<br />
interesseerde. Op onze HealingRooms houden we ons bezig<br />
met de effecten <strong>van</strong> ons zieleleven op ons lichaam. Wanneer wij<br />
bang zijn, worden er bepaalde hormonen afgescheiden, die ons<br />
lichaam beïnvloeden. Als je nerveus bent, kun je bijvoorbeeld
49<br />
een droge mond krijgen of krimpt je maag samen.<br />
De effecten <strong>van</strong> angst op ons leven kunnen nog veel verder<br />
gaan. Zo kunnen diepgewortelde angsten de oorzaak zijn <strong>van</strong><br />
allerlei allergieën. Dit gaat allemaal via bepaalde chemische<br />
processen. Ik vertelde haar iets over onze bediening en over de<br />
grote wonderen, die God doet, wanneer mensen hun geestelijk<br />
leven in orde brengen.<br />
Ik vertel haar, dat we door de kracht <strong>van</strong> Jezus mensen <strong>van</strong> verlammingen<br />
hebben zien genezen op het moment, dat ze anderen<br />
gingen vergeven. Ze luistert nauwlettend toe en ik merk<br />
geen afweer.<br />
Al pratend volgden wij de rest <strong>van</strong> de groep in de zilvermijn.<br />
Het is een middeleeuwse mijn, die pas in 1969 is ‘herontdekt’.<br />
De mijngangen zijn ontzettend smal en laag. Voor de gelegenheid<br />
zijn we allemaal uitgedost in de kledij <strong>van</strong> de middeleeuwse<br />
kompels, die bestaat uit een helder witte jas met dito capuchon,<br />
om in het duister nog enigszins zichtbaar te zijn.<br />
Verder dragen we bovenop de capuchon toch een helm en die<br />
blijkt niet overbodig.<br />
Voortdurend stoten wij onze hoofden. Links en rechts gutst water<br />
naar beneden. Nee, hier moet je geen last <strong>van</strong> claustrofobie<br />
hebben en mensen met obesitas kunnen deze mijn maar beter<br />
links laten liggen. Zelfs ik raak een aantal keren beklemd, omdat<br />
ik een heuptas met camera etc. om mijn middel draag.<br />
Onwillekeurig moet ik denken aan het Bijbelgedeelte, dat ik<br />
‘toevallig’ juist deze morgen opsloeg.<br />
Job 28:1 Er zijn wel oorden, waar men het zilver te voorschijn brengt,<br />
en plaatsen, waar men het goud wast; ijzer wordt uit de grond gehaald,<br />
en steen smelt men tot koper. Men maakt een einde aan de duisternis,<br />
en tot de uiterste diepte doorvorst men het gesteente in de donkerheid<br />
en in de diepe duisternis.<br />
Men boort een mijnschacht ver <strong>van</strong> waar mensen wonen; zonder steun<br />
voor de voet hangen zij, ver <strong>van</strong> de mensen zweven zij.<br />
En verderop lezen we in vs.10 in de rotsen houwt hij gangen uit,<br />
en allerlei kostbaars ziet zijn oog; de bronnen der stromen damt hij af,<br />
en hij brengt het verborgene aan het licht.
50<br />
Maar de wijsheid: Waar wordt zij gevonden, en waar toch is de verblijfplaats<br />
<strong>van</strong> het inzicht?<br />
Vs. 23 God kent de weg tot haar, Hij weet haar verblijfplaats. Vs. 28<br />
maar tot de mens zeide Hij: Zie, de vreze des Heren, dat is wijsheid, en<br />
Kutna Hora, Tsjechië, klaar voor het bezoek aan een zilvermijn<br />
<strong>van</strong> het kwade te wijken is inzicht.<br />
Als we toch even staan te praten, vertel ik de Zweedse/ Koreaanse<br />
over dit bijbelgedeelte. Ze schijnt dit bijbelgedeelte te<br />
kennen, want ze reageert heel direct en spontaan: “Dat is waar.<br />
Hier onder de grond vonden de mensen geen wijsheid. Ze werden<br />
gedreven door begeerte en jacht naar rijkdom”.<br />
Als we na een half uur onder de grond weer aan het daglicht<br />
komen, vraag ik haar, of ze in Jezus Christus gelooft. Ze antwoord:<br />
“Nee, ik niet, maar mijn baas wel!”<br />
Dat laatste komt er met te veel nadruk uit. Is ze door het feit,<br />
dat haar baas gelooft, gefrustreerd? Heeft haar baas haar ook al<br />
eens over Jezus verteld? Ik krijg zo dat vermoeden.
51<br />
Dit is wat ik wel vaker merk. Je krijgt met iemand een gesprek<br />
en op een goed moment gaat het over Jezus en dan blijkt, dat<br />
je niet de enige bent, die met die persoon over Jezus heeft gesproken.<br />
God is al bezig zijn net <strong>van</strong> liefde over iemand uit te<br />
spannen om hem of haar te <strong>van</strong>gen.<br />
Het blijkt enigszins gecompliceerd te zijn om Kutna Hora te<br />
verlaten. Nergens staat aangegeven, waar de bus die naar het<br />
station gaat, stopt. Na wat vragen sta ik uiteindelijk op de goede<br />
plek. Ik ben wat te vroeg.<br />
Op een goed moment zie ik een paar Chinese meisjes enigszins<br />
gespannen rondkijken. Ze zijn duidelijk op zoek. Als ze vlakbij<br />
zijn, besluit ik het initiatief te nemen. “Zoeken jullie de bus naar<br />
het station?” vraag ik.<br />
“Ja, we moeten terug naar Praag, maar we kunnen de bus niet<br />
vinden”, antwoordt één <strong>van</strong> de drie in goed Engels. “Nu, hier<br />
komt over tien minuten een bus naar het station en <strong>van</strong>daar<br />
vertrekt een directe trein naar Praag”.<br />
Na enige overleg besluiten ze zich ook maar op deze bushalte<br />
op te stellen. Ik vraag ze, waar ze <strong>van</strong>daan komen en ze vertellen<br />
me, dat ze alledrie afkomstig zijn uit Taiwan.<br />
Na even zitten we met z’n vieren in een treincoupé. Het gesprek<br />
gaat eerst verder met wat toeristisch gepraat over mooie<br />
plekjes, die je toch beslist bezocht moet hebben. Zo gaat het al<br />
gauw over landen en volken en de verschillen in culturen en<br />
volksaard.<br />
Zo vertel ik iets over het grote contrast tussen de ambitieuze en<br />
hardwerkende Chinezen, die ik in Suriname ben tegengekomen<br />
en de inheemsen (Indianen), die veel minder ambitie tonen en<br />
veel minder bezig schijnen te zijn met ‘een betere toekomst voor<br />
onze kinderen’.<br />
“Wat deed u daar in Zuid-Amerika?” vraagt één <strong>van</strong> de drie<br />
studentes.<br />
Hoe leg ik dat in een paar woorden uit? Ik besluit de volle waar-
52<br />
heid te vertellen en zeg, dat ik daar was om het e<strong>van</strong>gelie te<br />
verkondigen <strong>van</strong> Jezus Christus en daarover ook te onderwijzen.<br />
Vervolgens vraag ik ook maar direct, waar zij in het leven<br />
staan.<br />
Een <strong>van</strong> de drie heeft mij de hele tijd al zitten aankijken, alsof<br />
ik iets bijzonders ben. Is dat het typische Chinese respect voor<br />
iemand die ouder is, of is het iets anders? Heeft het te maken<br />
met het feit dat Jezus in mij woont en dat sommige mensen zich<br />
daar toe aangetrokken voelen?<br />
Dat bewuste meisje beantwoordt mijn vraag direct. “Nu ik doe<br />
eigenlijk nergens aan. Ik doe mee aan de boeddhistische ceremoniën<br />
<strong>van</strong> mijn ouders, maar dat is alleen om hun te plezieren<br />
en hun respect te tonen. Voor mijzelf weet ik het niet”.<br />
Ik vraag haar of ze het E<strong>van</strong>gelie kent. Ze zegt: “Ik vind het<br />
christendom wel ingewikkeld. Ik heb een vriendin, die christen<br />
is geworden. Die kan haast nergens anders meer over praten. Ik<br />
vind dat moeilijk, omdat ik haar eigenlijk als vriendin ben kwijt<br />
geraakt. De gemeenschappelijke basis is eigenlijk weg”.<br />
Ik leg haar uit, dat de relatie met God door het geloof in Jezus<br />
zo’n diepe impact op ons leven heeft, dat we daarover wel moeten<br />
spreken. “Waar het hart vol <strong>van</strong> is, daar stroomt de mond<br />
<strong>van</strong> over”. Ik vertel, wat de relatie met de Vader en de Zoon<br />
voor mij betekent en vertel over de geweldige troost, die ik<br />
<strong>van</strong> Godswege heb ervaren na het sterven <strong>van</strong> mijn vrouw. Het<br />
meisje kijkt me aan, alsof ze mijn woorden wel op wil zuigen.<br />
Ik voeg daaraan toe: “Om het eenvoudig te maken... De boodschap<br />
<strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie is een boodschap <strong>van</strong> liefde. Het gaat er<br />
om, dat God zoveel <strong>van</strong> ieder mens houdt en er zo naar verlangt<br />
een relatie met elk <strong>van</strong> ons te hebben, dat Hij bereid was daarvoor<br />
de allerhoogste prijs te betalen; het leven <strong>van</strong> Zijn Zoon,<br />
Jezus Christus. Hij verzoent de zonde, die ons scheidt <strong>van</strong> God<br />
de Vader”.<br />
Haar buurvrouw reageert ook: “Ik heb ook vrienden die christen<br />
zijn geworden. Zij hebben tegen mij gezegd, dat ik, als ik<br />
me niet bekeer, naar de hel zal gaan!” Ik merk de boosheid en
53<br />
gekwetstheid in haar stem en haar ogen.<br />
Hoe moet ik daarop snel reageren? De trein heeft de buitenwijken<br />
<strong>van</strong> Praag al bereikt. Het is nu nog een kwestie <strong>van</strong> een<br />
enkele minuut. Ik besluit alleen nog een paar positieve dingen<br />
te zeggen over het plan, dat God met ieder mens voorheeft; een<br />
geweldig plan en een geweldige bestemming; nu in dit leven en<br />
straks in de eeuwigheid.<br />
“En het is zo mooi om dat plan te ontdekken en op weg te gaan<br />
met de Vader”. De trein stopt; einde <strong>van</strong> de reis. Zij zullen morgen<br />
naar Wenen reizen en ik vlieg dan weer terug naar vliegveld<br />
Eindhoven, waar mijn motor staat te wachten. Morgenavond<br />
zijn er weer de HealingRooms. En zij? Nu, ik vertrouw hen toe<br />
aan dat netwerk <strong>van</strong> Gods liefde. In Taiwan wachten weer andere<br />
gelovigen, die met hen over Gods liefde zullen spreken
54<br />
Hoofdstuk 7 Bewogenheid<br />
In februari 2011 kreeg ik bezoek uit Roemenië. Lavi, Dani,<br />
Christina en Emi uit Oradea kwamen een week bij mij logeren<br />
om kennis te maken met de Nederlandse HealingRooms. Het<br />
was de bedoeling, dat zij daarna iets dergelijks in Oradea zouden<br />
opstarten.<br />
Lavi is de voorganger <strong>van</strong> de Logos gemeente in Oradea, een<br />
gemeente die voornamelijk uit studenten en pas afgestudeerden<br />
bestaat. Dani is een <strong>van</strong> de oudsten <strong>van</strong> deze gemeente.<br />
Christina is psychologe en Emi is gemeentelid en studeerde filosofie.<br />
Met elkaar een illuster gezelschap.<br />
Met Lavi, Dani, Cristina en Emi bij de Batavia<br />
Wij bezochten 6 Healing Rooms en overal kregen zij de kans om<br />
in de eigenlijke bediening mee te doen. Daar ging het uiteindelijk<br />
ook om; kennismaken met de praktijk.<br />
Tijdens een <strong>van</strong> deze dagen baden Lavi en ik samen voor een<br />
gelovige met de nodige problemen en noden. Hij had proble-
55<br />
men met zijn gezondheid en zijn huwelijk stond onder grote<br />
spanning. Ik geef verder geen details, omdat dit onder de privacy<br />
valt.<br />
Na even was wel duidelijk, dat deze broeder een geweldige<br />
muur rondom zijn gevoelsleven had geplaatst. De manier,<br />
waarop hij was opgevoed, was daar debet aan. Nadat hij iets<br />
over zijn nood had verteld, begonnen wij met bidden.<br />
Eigenlijk hadden we nog niets gezegd. Toen er iets heel vreemds<br />
gebeurde. Het verhaal, dat de man ons had verteld was niet<br />
de aanleiding. Het was iets dat rechtstreeks <strong>van</strong> God kwam. Ik<br />
voelde plotseling een grote bewogenheid <strong>van</strong> de Vader over mij<br />
komen; zo sterk, dat ik in tranen uitbarstte en begon te huilen.<br />
Tegenover mij zat Lavi. Door mijn tranen heen zag ik, dat ook<br />
hij in tranen was uitgebarsten en ik hoorde hem snikken.<br />
De broeder voor wie wij wilden gaan bidden keek ons verbijsterd<br />
aan. Toen brak hij en kwamen bij hem ook de tranen in de<br />
ogen.<br />
Het was voor de eerste keer in 16 jaar, dat hij huilde. De Heer<br />
brak zijn emotionele leven open en daarvoor had Hij onze tranen<br />
nodig.<br />
Ik ben nog steeds aangedaan door deze gebeurtenis. In de eerste<br />
plaats raakte deze ervaring <strong>van</strong> Gods bewogenheid mij heel<br />
diep. De Vader is intens geroerd door onze nood. We lezen in de<br />
e<strong>van</strong>geliën, dat Jezus bewogen was over de mensen, tot wie Hij<br />
sprak. Het Griekse woord voor deze bewogenheid is splanchna,<br />
dat iets als ‘ingewanden’ betekent. Het betekent dat je tot diep<br />
in je innerlijk geraakt ben; zo diep, dat je buik er <strong>van</strong> samenkrimpt.<br />
Wat mij ook aangrijpt is, dat Lavi en ik op precies hetzelfde moment<br />
deze bewogenheid ondervonden. Het was niet zo dat wij<br />
elkaar aanstaken, maar het overkwam ons beiden <strong>van</strong> Godswege<br />
op hetzelfde moment. Het kwam <strong>van</strong> Hem!<br />
Maar er is nog iets. Eigenlijk wil ik altijd door God aangeraakt<br />
en ‘bewogen’ worden. Ik zou willen dat mijn gevoelsleven en
56<br />
emoties synchroon zouden lopen met die <strong>van</strong> de Vader. En dan<br />
niet alleen op zo’n moment, dat we met mensen aan het bidden<br />
zijn, maar eigenlijk gedurende mijn hele leven.<br />
Bij Jezus was dat het geval. Hij kon zelfs zeggen: “Wie Mij heeft<br />
gezien, heeft de Vader gezien”. Toen hij op Palmzondag rijdend<br />
op een ezel op de top <strong>van</strong> de Olijfberg bij Jeruzalem aankwam<br />
en daar voor Hem de stad zag liggen, begon hij te huilen en<br />
zuchtte: (Matt. 23:37) “Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt,<br />
en stenigt, wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen<br />
willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels<br />
vergadert, en gij hebt niet gewild”.<br />
Jezus zal niet zichzelf (als mens) bedoeld hebben met deze “Ik”,<br />
want Hij was pas 33 jaar oud, terwijl Hij sprak over een langdurige<br />
en zich herhalende geschiedenis (hoe dikwijls heb Ik u willen<br />
vergaderen). Hij sprak hier rechtstreeks <strong>van</strong>uit het hart <strong>van</strong> de<br />
Vader.<br />
En dan vraag ik de Vader maar: “Heer ik wil Uw hart kennen.<br />
En meer dan dat. Ik wil delen in Uw gevoel en emoties. En dat<br />
niet af en toe, maar steeds meer. Ik wil dat wanneer mensen mij<br />
ontmoeten, zij een ontmoeting hebben met U”.
57<br />
Hoofdstuk 8 Inbraak<br />
Op tweede kerstdag 2011 had mijn moeder mij uitgenodigd om<br />
samen met de familie bij haar te komen gourmetten. Rond een<br />
uur of vier verliet ik mijn huis om naar Putten te rijden, waar<br />
zij woont. We hadden een gezellige avond. De jongste zoon <strong>van</strong><br />
mijn zus uit Australië, Ben, was, samen met zijn vrouw, Esther,<br />
ook <strong>van</strong> de partij. Na afloop hadden we nog een heel gesprek<br />
over allerlei thema’s rond het leven met de Heer.<br />
Rond 23.00 uur kwam ik weer thuis in Zeewolde aan. Ik stapte<br />
de voordeur binnen en liep vrijwel direct door, de trap op, naar<br />
boven. Daar struikelde ik over een jampot, die op de overloop<br />
rondslingerde. Die hoort hier niet te liggen, dacht ik nog. Die<br />
zat toch in een of andere tas met verfspullen?<br />
Ik deed de deur <strong>van</strong> de slaapkamer open en zag een <strong>van</strong> de kastdeuren<br />
openstaan. Mijn kanospullen, kleding, touwen, anker,<br />
waterkaarten etc. lagen op de grond. Ik dacht nog: “Waarschijnlijk<br />
heb ik die kastdeur open laten staan en is de tas, waarin die<br />
spullen zaten naar buiten gevallen”.<br />
Toen zag ik het laatje <strong>van</strong> mijn nachtkastje openstaan...en ik realiseerde<br />
me ineens: “Hier is iemand geweest”. Geschrokken<br />
rende ik naar mijn studeerkamer. Het brandkastje stond open<br />
en de gehele inhoud lag op de grond. Met één sprong was ik<br />
er.<br />
Daar had immers het geldkistje gestaan met de cash opbrengsten<br />
<strong>van</strong> mijn boek. De opbrengst daar<strong>van</strong> was voor de Stichting<br />
Delina, <strong>van</strong> waaruit ik een zendingswerk in Suriname ondersteun.<br />
Het geld was in die zin niet eens <strong>van</strong> mij. Bovendien zou<br />
ik dat geld over een paar dagen nodig hebben om de drukkosten<br />
<strong>van</strong> een nieuw boek te betalen. Dat alles liep nu serieus gevaar.<br />
Ik keek verder. Zoveel dure spullen heb ik niet eens. In het kluisje<br />
lagen voorheen nog een paar gouden sieraden <strong>van</strong> Henny. Veel<br />
was het niet; een trouwring en een dure gouden halsketting, die<br />
mijn ouders haar cadeau hadden gedaan. Alles was weg!
58<br />
Ik liep als een dwaas heen en weer door het huis. Mijn videocamera<br />
en een paar oudere fototoestellen, waren meegenomen.<br />
Op de trap zag ik ineens het kleine witte doosje liggen, waarin<br />
onze trouwringen hadden gezeten. Ik opende het en de ringen<br />
zaten er nog in. Kennelijk had de dief dit onderweg verloren.<br />
Ik liep naar beneden. De deuren zaten zorgvuldig op slot. Toen<br />
zag ik het. De dief had aan de achterkant <strong>van</strong> het huis een<br />
raam geforceerd. Met een metalen voorwerp (koevoet of grote<br />
schroevendraaier) had hij het raam opengebroken en zelfs de<br />
klemmen, die er aan de binnenkant op zaten, volledig stuk getrokken.<br />
De planten die op de vensterbank stonden, lagen op de<br />
vloer <strong>van</strong> de woonkamer.<br />
De dief had niet zorgvuldig genoeg rondgekeken. Mijn laptop<br />
stond nog gewoon in de kamer aan de oplader. Mijn blackberry<br />
telefoon lag nog gewoon op mijn bureau. Het was inmiddels<br />
middernacht. Ik kon niet zoveel doen.<br />
Ik dacht er even over na en vroeg me af: “Ik luister toch steeds<br />
naar de stem <strong>van</strong> God. Had Hij me geen waarschuwend signaal<br />
kunnen geven? Had Hij me niet onrustig kunnen maken?” Ik<br />
laat moeilijke dingen nooit tussen mij en de Heer in komen. Ik<br />
begrijp het niet en laat het vervolgens gewoon los. Misschien<br />
dat ik het nog eens zal begrijpen. Misschien wist de Heer het<br />
ook niet? Misschien wist de dief het zelf ook nog niet, maar was<br />
het gewoon een onvoorbereide gelegenheidskraak. Ik kon op<br />
dit moment verder niets doen. Het opruimen <strong>van</strong> de rommel<br />
had weinig zin, want daarmee zou ik ook eventuele sporen <strong>van</strong><br />
de daders vernietigen.<br />
Ik besloot toch nog even mijn email te bekijken en zette de PC<br />
aan. Uit pure frustratie zette ik een berichtje op Facebook, waarin<br />
ik schreef, dat er bij mij was ingebroken en er <strong>van</strong> alles was<br />
gestolen.<br />
Twee minuten later begonnen de reacties binnen te stromen.<br />
“<strong>Gordon</strong>, weet je nog dat jullie vroeger ook eens in Spanje zijn<br />
beroofd en dat dit vooraf ging aan het begin <strong>van</strong> jullie bediening<br />
in Spanje onder de zigeuners?” Ik moest lachen. Ja, dat was zo.
59<br />
Een ander reageerde: “Als de duivel iets steelt, moet hij vijfvoudig<br />
vergoeden”. Binnen een half uur waren er 6 heel bemoedigende<br />
reacties en mijn humeur, dat toch een beetje was ingezakt,<br />
werd totaal opgekrikt. Ik werd zelfs weer blij en zag de<br />
toekomst positief tegemoet.<br />
De volgende dagen moest ik natuurlijk de verzekering bellen,<br />
aangifte doen bij de politie en de recherche thuis ont<strong>van</strong>gen.<br />
De verzekering stuurde een reparateur, die het raam voorlopig<br />
dichtschroefde.<br />
Mijn moeder bood spontaan aan om een deel <strong>van</strong> het ontvreemde<br />
geld <strong>van</strong> de boekopbrengsten bij te passen en ik bracht het<br />
direct naar de bank.<br />
Mijn normale reactie op de vermissing <strong>van</strong> geld en spullen is,<br />
dat ik mijn leven op ‘krimp’ instel. Dat wil zeggen, dat ik ga<br />
bezuinigen en zo min mogelijk uitgaven wil doen. Zeker ‘extra<br />
uitgaven’ zou ik nalaten om als het ware het verloren gegane<br />
bezit weer aan te zuiveren en de schade in te lopen.<br />
In de dagen voor Kerst had de Heer me er op geattendeerd,<br />
dat ik mijn Roemeense vrienden verwaarloosde. Het gaat om<br />
een studentengemeente in Oradea, die voornamelijk bestaat uit<br />
jonge mensen tussen de 18 en 36 jaar. Ik was daar destijds in<br />
contact mee gekomen, via Esther Gergely-Goedhart, die met<br />
een Roemeense man, Dani Gergely, is getrouwd.<br />
Zij nodigde mij in 2009 uit om te komen en onderwijs te geven<br />
over de Heilige Geest.<br />
Deze groep <strong>van</strong> jonge mensen beschouwde mij als een soort vader.<br />
Sommigen zien mij als een soort vaderfiguur, als een volwassen<br />
gelovige, die zij om raad kunnen vragen en <strong>van</strong> wie zij<br />
stimulans verwachten. Voor sommigen is de relatie veel intenser.<br />
Het gaat dan om diegenen, die bijvoorbeeld uit een disfunctioneel<br />
gezin komen en werkelijk een vader nodig hebben, die<br />
hen bevestigt.<br />
Nadat ik de afgelopen zomer een maand bij hen was geweest,<br />
was het contact wat verminderd. We zien elkaars verrichtingen<br />
wel op Faceboek, maar ik ben druk en zij zijn op hun manier
60<br />
ook druk. Een enkeling trof ik wel voor een chat op Facebook<br />
en dan kon ik diegene bemoedigen.<br />
Maar de Heer maakte mij duidelijk, dat ik meer betrokken moest<br />
raken. Zo had ik de afgelopen weken al eens een paar mailtjes<br />
uitgestuurd en wat meer met hen gecommuniceerd. Daar was<br />
het echter bij gebleven.<br />
Tijdens een <strong>van</strong> mijn wandelingen toonde de Heer mij in een<br />
gezicht een vliegtuig <strong>van</strong> Wizzair (de prijsvechter, die op Oost-<br />
Europa en ook op Roemenië vliegt). Ik maakte er uit op, dat ik<br />
vaker naar Oost-Europa zou vliegen, maar het licht ging mij<br />
nog niet helemaal op.<br />
Twee dagen na de inbraak, op 28 december. Zat ik ‘s avonds<br />
laat nog even aan de PC en bekeek de verrichtingen <strong>van</strong> mijn<br />
bekenden op Facebook. Het was inmiddels 0.30 uur. Ik zag dat<br />
Andreea nog online was.<br />
Andreea (psychologe, 25 jr.) geeft leiding aan een huis voor<br />
straatkinderen in Oradea. Het gaat over het algemeen om Zigeunermeisjes,<br />
die na een leven <strong>van</strong> verwaarlozing in een weeshuis<br />
op hun 16e zonder enige opleiding op straat worden gezet.<br />
Daar wacht hun een leven <strong>van</strong> prostitutie, diefstal en drugsverslaving.<br />
In Roemenië is het een uur later. Het was daar inmiddels half<br />
twee ‘s nachts en ik vroeg me dus af, wat ze zo laat nog online<br />
deed. Ik besluit haar maar even te groeten en even te vragen<br />
wat een Roemeense schone zo midden in de nacht drijft. Ze vertelt<br />
me, dat ze heel druk is en <strong>van</strong>nacht het programma voor de<br />
Oudejaarsavond nog moet afmaken.<br />
“Wat gaan jullie dan doen met Oudejaarsavond?” informeer ik.<br />
“We gaan een doopdienst houden, we gaan elkaar cadeautjes<br />
geven en ons HealingRooms team gaat voor iedereen een profetisch<br />
woord opschrijven, dat ze tegelijkertijd met hun cadeautje<br />
krijgen”. Het wordt dus een soort combinatie <strong>van</strong> Sinterklaas,<br />
doopdienst en ‘prophetic ministry’, bedenk ik. Zo’n combinatie<br />
had ik nog niet eerder meegemaakt.
61<br />
Ik informeer verder, wie er gedoopt wordt en ontdek, dat ik<br />
beide dopelingen ken. Het zijn Ruben en Luciana. De laatste<br />
was op ons zomerkamp en toen heb ik nog voor haar gebeden<br />
en over haar geprofeteerd. Dat raakte haar toen heel diep. Het<br />
blijkt dus, dat ze kort daarop een beslissing voor Jezus heeft<br />
genomen.<br />
Ineens schrijft Andreea: “Nu ik je toch aan de lijn heb; misschien<br />
kun jij een profetisch woord voor ons als gemeente op de mail<br />
zetten. Dat zou iedereen heel leuk vinden”.<br />
Dan gebeurt er iets met me. De Heer trekt aan me. “Voel ik het<br />
goed Heer? Moet ik er heen gaan?”<br />
Alle gevoelens <strong>van</strong> krimp, geen geld uitgeven en zuinig zijn,<br />
spelen nu op. Maar ik heb de impuls ont<strong>van</strong>gen.<br />
Ik zeg in mijn hart: “Komt dit <strong>van</strong> U, Heer? Moet ik er heen?” Ik<br />
ervaar een glimlach uit de hemel. Hij wilde me dat al een paar<br />
weken duidelijk maken, maar ik ontving het onvoldoende. Dan<br />
stuurt de duivel nog een inbreker om mij de lust helemaal te<br />
benemen.<br />
Maar het is me duidelijk. Ik heb op deze Nieuwjaarsdag bij hoge<br />
uitzondering geen spreekbeurt. Ik kan dus weg! Dan zeg ik tegen<br />
Andreea: “Wat dacht je <strong>van</strong> een ‘life’-profetie?”. Ze reageert:<br />
“Een ‘life’ profetie? Hoe wou je dat doen? Wilde je misschien<br />
via Skype (internet beeld-telefonie) over ons profeteren?”<br />
Ik schrijf terug: “Ik zat te denken aan iets wat nog veel meer<br />
‘life’ is. Wat dacht je er<strong>van</strong>, als ik zelf over zou komen?” Het is<br />
even heel stil aan de andere kant. Dan verschijnt er een ‘smiley’<br />
met de nodige onderkinnen. Ze is heel blij.<br />
We bepraten even de praktische details. Ik krijg ook een lootje<br />
toegewezen en mag nu een cadeautje voor Dora (huisarts 30 jr.)<br />
kopen. Ik ga vliegen via Timisoara en Andreea zal zorgen, dat<br />
ik op oudejaarsavond om 17.15 uur <strong>van</strong> het treinstation wordt<br />
afgehaald. Verder hoeft niemand er iets <strong>van</strong> te weten. “Ik moet<br />
het wel tegen iemand zeggen, want anders ontplof ik. Mag ik<br />
het tegen Lydia zeggen?” Natuurlijk vind ik dat goed.
62<br />
Die nacht boek ik de tickets bij Wizzair. Ik zal vliegen via Dortmund.<br />
De laatste keer reed ik met mijn motorfiets naar Dortmund<br />
Airport. Dat is ongeveer 2½ uur rijden. Ik kan dan gratis<br />
parkeren. Met de auto betaal je namelijk € 14,- per dag of € 52<br />
parkeergeld voor een week. Dat geld wil ik niet uitgeven.<br />
De volgende dag ga ik op zoek naar dunne handschoenen, die ik<br />
onder mijn motorhandschoenen kan aantrekken. De verwachte<br />
temperatuur is namelijk 3 ºC en dat is voor zo’n lange rit door<br />
de nacht best koud. Het zal wel een beetje lijden worden. Maar<br />
ik wil zoveel mogelijk bezuinigen.<br />
De 29e heb ik nog even overleg met Joost Westerink over het<br />
nieuwe boek dat uitkomt. Ik vertel hem, dat ik de volgende dag<br />
met de motor naar Dortmund zal gaan en naar Roemenië zal<br />
vliegen. Joost is zelf ook motorrijder.<br />
Een half uur later belt hij me terug. “Je moet het niet doen, <strong>Gordon</strong>.<br />
Het is veel te koud. Wat, als het toch gaat vriezen en het<br />
begint te regenen?”<br />
Ik vertel hem over de hoge parkeerkosten, maar hij reageert:<br />
“Je moet het gewoon niet doen. Je moet met de auto gaan en de<br />
parkeerkosten neemt ons bedrijf voor zijn rekening”.<br />
Ik ben hem dankbaar en zou hem nog veel dankbaarder worden.<br />
Wanneer ik de volgende ochtend om 3.30 uur met de auto<br />
op weg ga naar Dortmund, stortregent het twee en een half uur<br />
lang bij een temperatuur <strong>van</strong> iets boven het vriespunt. Ik moet<br />
er niet aan denken, dat ik op de motor zou zitten. Een dergelijke<br />
regen gaat overal doorheen. Schoenen of laarzen en handschoenen<br />
raken dan totaal doorweekt. Het helmvizier beslaat voortdurend<br />
en de regen lekt via je nek onder het regenpak door.<br />
Op de terugweg ben ik hem nog dankbaarder. Bij het verlaten<br />
<strong>van</strong> de luchthaven Dortmund begint het te sneeuwen. 2½ uur<br />
rijdt ik (in de warme auto) door een vreselijke sneeuwstorm;<br />
rukwinden en af en toe spiegelglad.<br />
De temperatuur is 1 ºC. De hele weg rijd ik door een sneeuwpap,<br />
die door passerende auto’s nog wordt opgespat. Ik weet<br />
zeker, dat ik met de motor ergens onderweg was gestopt om
63<br />
een hotel te vinden, want er was geen doorkomen aan. Ik met<br />
mijn zuinigheid! Ik ben wel dankbaar, dat ik omgeven wordt<br />
door broeders en zusters, die mij bemoedigen!<br />
Maar nu terug naar Roemenië. Het vliegtuig komt om te beginnen<br />
te laat in Dortmund aan en vertrekt dus ook een half uur te<br />
laat. Het is maar goed, dat ik ruim overstaptijd heb in Timisoara<br />
om op de trein te komen.<br />
Wanneer het toestel echter bij Timisoara aankomt, geeft de gezagvoerder<br />
ineens een melding door: “Beste passagiers; de condities<br />
op de grond zijn zo slecht, dat we mogelijk niet kunnen<br />
landen. We hebben nog voor een half uur extra brandstof. We<br />
zullen dus hier rondjes blijven cirkelen om te zien of de toestand<br />
verbetert, anders vliegen we door naar Cluj”.<br />
Dat laatste zou ik niet eens zo erg vinden, want Cluj-Oradea is<br />
korter dan Timisoara-Oradea. De medepassagiers zuchten en<br />
kreunen. Voor sommigen zou dat 6 uur extra (auto of trein) reistijd<br />
betekenen.<br />
Na een minuut of twintig - het komt er nu op aan - komt de volgende<br />
mededeling: “We gaan proberen op Timisoara te landen.<br />
Ik weet alleen niet of het lukt”.<br />
De piloot is zich er kennelijk niet <strong>van</strong> bewust, dat zijn onzekerheid<br />
een diepe uitwerking heeft op de passagiers. Ik zie een<br />
hoop nerveuze gezichten. Kennelijk lukt het landen alleen, als<br />
het vliegtuig precies voor de landingsbaan uitkomt, want er<br />
schijnt dikke mist te zijn. Wanneer hij net naast de baan uitkomt,<br />
moet er een doorstart gemaakt worden.<br />
De medereizigers zijn duidelijk gespannen. Ik denk: “Vanavond<br />
ben ik of in Oradea of in de Hemel. En dat laatste is ook goed”.<br />
De landing verloopt prima. Het toestel komt precies op de landingsbaan<br />
uit en ik vind het persoonlijk met de mist wel meevallen.<br />
Ik neem een taxi naar de stad en ben ruim op tijd voor de stoptrein<br />
naar Oradea, die met een gangetje <strong>van</strong> hooguit 70 kmh. en<br />
eindeloos veel stops, 4½ uur nodig heeft om mij naar Oradea te<br />
brengen. Als ik uit het station kom, parkeert Andreea net haar
64<br />
auto. Ze ziet er goed uit en is duidelijk gelukkig me te zien. Niemand,<br />
behalve Andreea, weet er iets <strong>van</strong>. Ze heeft me daarom<br />
ook zelf opgehaald. We rijden naar het gebouw, waar straks de<br />
samenkomst zal worden gehouden.<br />
Daar zit Lavi, de voorganger aan zijn laptop om de profetische<br />
woorden uit te typen en op mooi papier uit te printen. Als ik<br />
het kantoortje binnenwandel, kijkt hij mij verbijsterd aan. Hij<br />
wrijft in zijn ogen en mompelt: “Ik droom, ik zie een gezicht,<br />
dit is niet waar!” Maar als hij met zijn hoofd geschud heeft en<br />
nogmaals zijn ogen opent, is het gezicht niet weg en sta ik er<br />
nog. Dan wordt het knuffelen. En dan ineens besef je, waar je<br />
bestemming is. Ja, dit land wordt ooit mijn thuis!<br />
De volgende twee uur druppelt iedereen binnen. Iedereen reageert<br />
met dezelfde verbijstering en met hetzelfde enthousiasme.<br />
Overal spontane knuffels, waarbij ik ontdek, hoeveel deze<br />
mensen <strong>van</strong> me houden.<br />
Ondertussen zet Andreea me aan het werk: “<strong>Gordon</strong>, we krijgen<br />
nog een aantal onverwachte gasten. Kun jij, nog voordat je<br />
die mensen heb gezien, een profetisch woord voor ze opschrijven?”<br />
Ik doe mijn best. De Heer kent die mensen en heeft zeker<br />
een woord voor ze. Wanneer je iemand nog niet hebt gezien,<br />
heb je geen aanknopingspunten in de natuurlijke wereld en ben<br />
je dus geheel op de inspiratie <strong>van</strong> de Heilige Geest aangewezen.<br />
Eigenlijk wel zo zuiver.<br />
Mijn vrienden zijn heel flexibel. Direct worden er voor de komende<br />
avonden samenkomsten belegd, waarop ik hen mag bemoedigen<br />
om ook zelf steeds meer <strong>van</strong>uit openbaring te gaan<br />
leven. Ze zijn al een heel eind. Eenmaal per week wordt er onder<br />
leiding <strong>van</strong> Cristina al een experimentele HealingRooms-avond<br />
georganiseerd, waarbij voornamelijk voor eigen gemeenteleden<br />
wordt gebeden onder de leiding <strong>van</strong> de Heilige Geest.<br />
Over een paar maanden zal ik er weer zijn, dan om een grotere<br />
groep mensen uit verschillende kerken te trainen voor deze bediening.<br />
Het is zeker Gods bedoeling, dat op vrij korte termijn<br />
in Oradea HealingRooms worden geopend, waarop bidders
65<br />
uit het hele lichaam <strong>van</strong> Christus (dus uit verschillende kerken)<br />
<strong>van</strong>uit de leiding en de kracht <strong>van</strong> de Heilige Geest troost,<br />
(innerlijke)genezing, bevrijding en bemoediging aanbieden aan<br />
lijdende mensen.<br />
Ik moest hier werkelijk even zijn. Ik denk, dat ik in het komende<br />
jaar nog af en toe ‘even’ naar Roemenië ga om mijn vrienden te<br />
bemoedigen en ook zelf bemoedigd te worden.<br />
Op het moment dat ik dit schreef, wist ik nog niet, dat mijn<br />
werk in Roemenië zo explosief zou toenemen. In 2012 zou ik<br />
maar liefst 7 keer naar Roemenië gaan; in 2013 zou ik er 10 keer<br />
zijn.<br />
2011 met Logos op een vakantieweek in het Retezat Nationaal park<br />
(Roemenië). Op deze berg sprak de Heer ineens tot mij:<br />
“Kijk maar eens goed rond. Dit wordt je land”.
66<br />
Hoofdstuk 9 Visionair<br />
Ik heb een vriendinnetje, die ze echt ziet: ‘Engelen’.<br />
In allerlei situaties ziet ze, hoe God zijn engelen opstelt om zijn<br />
kinderen bij te staan, te helpen en te bevrijden uit benarde situaties.<br />
Ik denk, dat ik wel eens een engel in het echt heb meegemaakt,<br />
maar ik heb ze nooit in een gezicht gezien.<br />
In mijn jarenlange onderwijs over de gaven <strong>van</strong> de Heilige<br />
Geest merkte ik al spoedig, dat sommigen <strong>van</strong> ons royaal gezegend<br />
zijn met spontane gezichten, waarin God zich openbaart.<br />
Anderen ont<strong>van</strong>gen de openbaring <strong>van</strong> God regelmatig in een<br />
droom. Weer anderen horen werkelijk een hoorbare stem <strong>van</strong><br />
God. Diezelfde mensen hebben ook heel vaak een spontane ervaring<br />
met de gave <strong>van</strong> het spreken in tongen. Het overkomt<br />
hun gewoon.<br />
Ik behoor niet tot die categorie. Misschien ben ik te rationeel?<br />
Misschien ontbreekt het mij aan een bepaalde gevoeligheid? Of<br />
zijn de verbindingen tussen mijn linker- en mijn rechterhersenhelft<br />
wat slecht ontwikkeld? Ik vermoed het.<br />
Ik ontving de gave <strong>van</strong> het spreken in tongen door het geloof.<br />
Henny was de eerste die tegen mij zei: “Je hebt het; je moet het<br />
gewoon doen!” Met enige moeite accepteerde ik de waarheid,<br />
dat ik het al had ont<strong>van</strong>gen. De Heilige Geest, die in mijn hart<br />
woont, heeft die mogelijkheid. Ik moest dus mijn stemgeluid ter<br />
beschikking stellen aan de Heilige Geest.<br />
En terwijl ik geluid begon te maken, nam de Heilige Geest mijn<br />
stemgeluiden over en vormde ze tot tongentaal. Ik vond dat in<br />
het begin best spannend en twijfelde er aan of ik die geluiden<br />
nu zelf voortbracht of dat het de Heilige Geest was, die deze<br />
klanken inspireerde. Direct begon God echter mijn voorzichtige<br />
pogingen te bevestigen, doordat er kleine wonderen gingen gebeuren,<br />
wanneer ik in tongen sprak.<br />
Bij profetie ging dat niet anders. Ik moest het mijzelf door het<br />
geloof toe-eigenen. Ik moest er op vertrouwen, dat de Heilige
67<br />
Geest meer dan genoeg te zeggen had en dat ik mij de toegang<br />
moest verschaffen tot de overvloedige gedachten die de Heilige<br />
Geest over ieder mens heeft (Ps.139).<br />
Bij sommigen gaat dat als <strong>van</strong>zelf. Zij hebben een heel gemakkelijke<br />
toegang tot hun intuïtieve kant, waar de Heilige Geest<br />
zijn inspiratie geeft. Bij mij was het niet gemakkelijk die intuïtieve<br />
kant ‘aan’ te zetten. Ik moest het me toe-eigenen, door<br />
te proclameren: “Dit is het woord <strong>van</strong> God voor jou”, of : “Zo<br />
spreekt de Heer”. Dan sprak ik uit, wat me gegeven werd. Al<br />
vrij snel werden deze woorden op een geweldige manier door<br />
de Heer bevestigd.<br />
Door profetische woorden heb ik mensen zien genezen of tot<br />
bekering zien komen. God heeft door deze woorden al zoveel<br />
mensen getroost, bemoedigd en raad gegeven, dat ik de tel kwijt<br />
ben. Inmiddels zijn er vele duizenden door ‘mijn’ profetische<br />
woorden gezegend. Ik denk bijvoorbeeld aan de bediening in<br />
de HealingRooms in Zeewolde, waarbij ik alleen al in de afgelopen<br />
jaren minstens over 1000 mensen heb geprofeteerd.<br />
Ooit profeteerde ik in Leskovac (Servië) over een grote groep<br />
jongelui. Het duurde 4 uur en ik denk, dat ik die avond minstens<br />
over 125 mensen een woord <strong>van</strong> God uitsprak. Ik was na<br />
afloop wel helemaal uitgeput <strong>van</strong>wege de concentratie, maar ik<br />
bleef tot het einde toe scherp.<br />
Maar daarmee wil ik u niet lastigvallen. De laatste paar jaar ben<br />
ik begonnen voor mijn persoonlijk leven woorden <strong>van</strong> God te<br />
ont<strong>van</strong>gen. Ik proclameerde in het geloof: “En nu zegt de Heer<br />
tot mij....” En dan kwam het gewoon. De Heer sprak. En op allerlei<br />
manieren bevestigde Hij, dat ik mijzelf niet voor de gek<br />
hield.<br />
Ik beweerde altijd: “Ik ben niet visionair”, omdat bij mij gezichten<br />
niet zo spontaan kwamen. Het gebeurde wel eens, dat, terwijl<br />
ik over iemand aan het profeteren was, ik ineens een beeld<br />
zag, dat aansloot bij het profetische woord of nog nieuwere perspectieven<br />
opende. Maar dat gebeurde dan tijdens het profeteren.
68<br />
Op een avond in november <strong>van</strong> 2011 reed ik terug <strong>van</strong> een Bijbelstudie<br />
in Hoogeveen. We hadden het die avond juist gehad<br />
over het je toe-eigenen <strong>van</strong> profetische openbaring. Ineens realiseerde<br />
ik mij, dat ik mij <strong>van</strong> dezelfde excuses bediende als anderen,<br />
wanneer ik zeg: “Dat heb ik niet; ik ben niet visionair”.<br />
Eigenlijk heb ik tientallen jaren lang een leugen geproclameerd<br />
en geloofd. Want al heb ik dan nauwelijks spontane gezichten;<br />
de Heilige geest, die in mij woont, heeft meer dan genoeg openbaring<br />
in de vorm <strong>van</strong> gezichten beschikbaar. Ik heb ze me alleen<br />
nooit toegeëigend.<br />
Ik besloot dus naar God mijn zonde te belijden; mijn zonde <strong>van</strong><br />
het belijden <strong>van</strong> de leugen, dat ik niet-visionair ben.<br />
Ik ben wèl visionair in die zin, dat de Heilige Geest mij dingen<br />
wil laten zien in de vorm <strong>van</strong> beelden, plaatjes of filmpjes. Het<br />
punt is, dat ik me dit nog nooit in geloof had toegeëigend.<br />
Na mijn schuldbelijdenis besloot ik in de auto de proef op de<br />
som te nemen. Ik deed een geloofsuitspraak en zei: “Nu toont<br />
de Heer mij een gezicht en ik zie...”<br />
Op dat moment doemt er een beeld voor mijn ogen op. Het is<br />
gelijk helder. Ik zie een vliegende zwaan. Hij vliegt met majestueuze<br />
vleugelslagen, maar hij vliegt alleen. Dat is heel ongebruikelijk,<br />
want zwanen vliegen altijd met z’n tweeën. Ik heb<br />
dat heel vaak gezien en het is een prachtig gezicht.<br />
Ik weet ook wat het betekent. Het heeft te maken met mijn bediening,<br />
waarin ik nu alleen, als een single, functioneer. Dat<br />
is niet echt ideaal, maar het maakt me ‘for the time being’ wel<br />
heel flexibel. Ik vraag de Heer opnieuw mij iets te laten zien<br />
en spreek tot mijzelf: “Nu toont de Heer mij een gezicht, en ik<br />
zie...”. En opnieuw zie ik iets, wat mij bemoedigt.<br />
Maar ik moet er nog zekerheid over hebben. Klopt dit allemaal<br />
wel, of ben ik bezig mijn eigen verbeelding ‘aan’ te zetten? De<br />
volgende avond hebben we HealingRooms in Baarn. Ik werk<br />
daar mee als een coach voor de medewerkers. Mijn taak is vooral<br />
het stimuleren en bemoedigen <strong>van</strong> de teamleden, die ik op<br />
zo’n avond onder mijn hoede heb.
69<br />
We zullen zo meteen gaan bidden voor een man. Voordat hij de<br />
gebedskamer binnenkomt, bidden we al voor hem en proberen<br />
iets <strong>van</strong> God te ont<strong>van</strong>gen. Ik zeg tegen mijzelf: “Nu toont de<br />
Heer mij over deze man een gezicht en ik zie..”<br />
Op dat moment zie ik een kamer in een soort <strong>van</strong> kasteel, met<br />
hele dikke bakstenen muren. In het vertrek is een deur naar buiten,<br />
een dikke eikenhouten deur, die half openstaat. Ik weet nog<br />
niet, wat het precies betekent, maar dat komt nog wel.<br />
Na even vraag ik Els (de director <strong>van</strong> de betreffende Healing-<br />
Rooms) of zij ook iets ont<strong>van</strong>gen heeft. “Ja”, zegt ze: “Ik zie een<br />
dikke eikenhouten deur, die half open staat”. Het is natuurlijk<br />
onvoorstelbaar, dat wij bij ‘toeval’ hetzelfde zien. Dat bestaat<br />
niet. Ik voel me zeer bemoedigd en besluit dit gebied verder te<br />
exploreren.<br />
De volgende zondag, na afloop <strong>van</strong> de dienst op Arch, vraagt<br />
Jill mij om te bidden voor een buitenlandse vrouw die een beetje<br />
in de put zit. Ze heeft een bemoediging <strong>van</strong> de Heer nodig.<br />
Ik denk: “Laten we maar eens kijken of de Heer iets door een gezicht<br />
te zeggen heeft”. Ik spreek in mijn hart de bewuste woorden:<br />
“De Heer toont mij een gezicht..” Als uit de mist doemt<br />
ineens een Romeinse strijdwagen op. Ervoor staan 4 witte paarden<br />
en met hoge snelheid komen ze op mij af. Op de wagen, of<br />
liever gezegd, ‘in het bakje’, staat iemand die een pijlkoker heeft<br />
en in de linkerhand een boog.<br />
Uitgaande <strong>van</strong> het beeld profeteer ik over de vrouw in kwestie:<br />
“Jij bent de persoon op die wagen. Je bent zwaar gewapend, je<br />
bent schrikwekkend. De demonen zijn al bang voor je, als ze je<br />
<strong>van</strong> een afstand zien aankomen. Zij zijn bang voor jou. Jij hoeft<br />
voor hen niet te vrezen”.<br />
De vrouw begint hevig te lachen. Ik vraag haar, waarom of waarover<br />
zij zo moet lachen. Heel bemoedigd zegt ze: “Precies dat<br />
beeld toonde de Heer mij, toen Hij me naar Nederland stuurde.<br />
Nu weet ik weer zeker, dat dit de plek is, waar ik moet zijn”.<br />
Weer een paar dagen later profeteer ik over een man, die ik verder<br />
niet ken. Opnieuw probeer ik een beeld te ont<strong>van</strong>gen. De
70<br />
Heer toont mij een oma-fiets, een ouderwetse zwarte damesfiets,<br />
zoals die destijds door fabrieken als Gazelle werden gemaakt.<br />
Zelf had ik ooit de ‘heren’-uitvoering <strong>van</strong> deze zeer degelijke<br />
maar wel zware fiets. Ik vertel de man: “De Heer toont mij een<br />
oma-fiets, maar deze keer weet ik niet wat het betekent”. Hij<br />
begint te grinniken: “Ik weet wel, wat dat betekent, want ik ben<br />
veertig jaar fietsenmaker geweest”.<br />
Al met al zijn dit meer dan voldoende bevestigingen om nu te<br />
zeggen:<br />
“Ik ben een visionair”<br />
Vanaf dit moment zal ik steeds proberen de openbaring <strong>van</strong> de<br />
Heer ook in beelden te ont<strong>van</strong>gen. Het ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> beelden<br />
heeft bepaalde voordelen. Het ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> totaal nieuwe<br />
openbaring in de vorm <strong>van</strong> gedachten is lastiger dan het ont<strong>van</strong>gen<br />
<strong>van</strong> een beeld. Als je het beeld eenmaal hebt ont<strong>van</strong>gen,<br />
kan de uitleg onverwachte verrassingen met zich mee brengen.<br />
Meestal werkt het heel goed uit. Ik denk even aan die vrouw<br />
voor wie ik een beeld krijg <strong>van</strong> een ‘kraai’. Op dat moment weet<br />
ik, dat de dood dichtbij is geweest en dat de ‘kaalvreter’ haar<br />
leven heeft beschadigd. Direct reageert ze: “Mijn man en zoon<br />
zijn vorig jaar overleden”. Je kunt een beeld heel onbe<strong>van</strong>gen<br />
ont<strong>van</strong>gen, omdat het plaatje zelf nog niet direct de schokkende<br />
boodschap draagt. Dat komt pas in de uitlegfase.<br />
Er is een ander, bij wie ik het beeld krijg <strong>van</strong> een vieze stinkende<br />
asbak. Het gaat om iets dat moet worden verwijderd uit het leven.<br />
Het gaat niet om ‘roken’, maar om een habit (gewoonte of<br />
een patroon) uit het oude leven. Is het een eetprobleem? In dit<br />
geval was het voor mij niet direct herkenbaar, maar dan wordt<br />
het na even aan de persoon in kwestie wel duidelijk.<br />
Misschien mag (en hoef) ik niet meer te weten, dan dat ene:<br />
“Doe die oude gewoonte, dat oude patroon, die oude manier<br />
<strong>van</strong> reageren, weg uit je leven. Het hoort niet meer bij je”.<br />
Soms ont<strong>van</strong>g ik idyllische beelden <strong>van</strong> zonsondergangen of<br />
plaatjes uit de natuur, die meestal deze boodschap hebben: “Jij<br />
bent een oase <strong>van</strong> rust voor anderen”. of “Kom zelf in de rust<br />
<strong>van</strong> God en houdt op met rennen en met eigen inspanningen”.
71<br />
Ja, en wat is nu het volgende? Welke gave of werking <strong>van</strong> de<br />
Heilige Geest zou ik me nu kunnen toe-eigenen? De Heilige<br />
Geest heeft meer dan genoeg ter beschikking.<br />
Natuurlijk wil ik ook altijd luisteren naar de concrete impulsen<br />
<strong>van</strong> de Heilige Geest. Op de meest ‘ongelegen’ momenten kan<br />
Hij plotseling spreken.<br />
Maar er is ook zo iets als een eigen ruimte; ik kan en mag altijd<br />
in tongen spreken, ik kan en mag altijd over iedereen profeteren.<br />
De Heer spreekt altijd, duizenden keren, behalve die ene<br />
keer, maar daar vertel ik nog wel eens over.<br />
Zou de Heer het ook met genezingen willen doen? Zou ik me<br />
genezing kunnen toe-eigenen in die zin, dat ik tot mijzelf zeg:<br />
“En nu heb ik kracht tot genezing”.<br />
Ik besluit het te proberen. Recentelijk werd over mij geprofeteerd,<br />
dat mensen al zouden genezen, nog voor ik een woord<br />
had gezegd. De dag daarop gebeurde dat in werkelijkheid. Kan<br />
ik kracht <strong>van</strong> de Heilige Geest uit mij laten vloeien? Mag dat?<br />
Kan dat?<br />
Steve Kasyanenko zei eens tijdens zijn onderwijs over genezing:<br />
“You must release the anointing”. Je moet de zalving (de kracht<br />
<strong>van</strong> de Geest) uit je laten wegvloeien naar degene die ziek is.<br />
Voor mij was dat abracadabra, omdat ik helemaal geen zalving<br />
voelde; laat staan, dat ik die <strong>van</strong> me kon laten uitvloeien. Daar<br />
kon hij me toen ook niet verder mee helpen.<br />
Ik ben bezig iets nieuws te ontdekken. Ik kan iets proclameren<br />
als: “Nu laat ik de zalving <strong>van</strong> de Heilige Geest, die op mij is,<br />
uitvloeien over een zieke”. Zou dat echt werken?<br />
De eerste pogingen heb ik al gedaan. Bij verschillende mensen<br />
werden pijnlijke ruggen, knieën of andere plaatsen in het lichaam<br />
buitengewoon warm tijdens de handoplegging. Pijnen<br />
verdwenen, terwijl ik eigenlijk nauwelijks iets zei, dan alleen<br />
zachtjes: “Jezus, Jezus”. Van binnen sprak ik mijzelf toe: “Die<br />
kracht tot genezing is in mij. Nu laat ik het op die ander komen”.<br />
We gaan het zien!
72<br />
Hoofdstuk 10 Lviv<br />
Reizen is prachtig en het wordt nog boeiender, wanneer je allerlei<br />
onverwachte ontmoetingen hebt. Ergens in 2011 zat ik op het<br />
internet te kijken naar een vakantiebestemming. Echt tijd voor<br />
vakantie neem ik meestal niet, maar soms gun ik mijzelf 4 dagen<br />
om er even tussen uit te gaan. Meestal boek ik dan een belachelijk<br />
goedkope vlucht naar een interessante bestemming.<br />
Zo zag ik dat Wizzair een lijndienst had <strong>van</strong> Dortmund naar<br />
Lviv in het Westen <strong>van</strong> de Oekraïne. De stad Lviv is ook bekend<br />
onder de Poolse naam Lvov of onder de Duitse naam Lemberg.<br />
Voor WO II was de stad enige tijd Pools en er woonden veel<br />
Joden. Helaas werden de Joden in WO II massaal omgebracht.<br />
Maar ook de Poolse bevolking <strong>van</strong> Lviv leed verschrikkelijk<br />
onder de Duitse bezetting. Velen werden gedeporteerd en naar<br />
Duitse ‘Arbeitslager’ afgevoerd om slavenarbeid te verrichten<br />
in de Duitse oorlogsindustrie.<br />
Na de oorlog voegde Stalin het gebied bij de Sovjet-Unie en<br />
hij verdreef alle Pools sprekende burgers naar Polen, waar velen<br />
terecht kwamen in Wroclaw (Breslau). Uit die stad waren<br />
op hun beurt inmiddels alle Duitssprekende burgers door de<br />
Polen verdreven. Wat een ethnische zuiveringen, wat een ontheemden,<br />
wat een lijden!<br />
Het centrum <strong>van</strong> Lviv staat onder monumentenzorg (Unesco<br />
Wereld Erfgoed; Unesco World Heritage). De stad ligt niet zover<br />
<strong>van</strong> de (Oekraïense) Carpaten. Al met al best een interessante<br />
vakantiebestemming.<br />
Ik boekte dus een ticket voor begin mei 2012, want dan waren<br />
de prijzen belachelijk laag. Ik herinner me niet, dat ik bij dit alles<br />
een buitengewone inspiratie ervoer. Ik wilde gewoon kennis<br />
nemen <strong>van</strong> dit gebied en kijken wat er over was <strong>van</strong> de joodse<br />
historie <strong>van</strong> deze stad.<br />
In januari 2012 reisde ik voor het eerst naar de Oekraïne. Ik ging<br />
op uitnodiging <strong>van</strong> Dmytro en Iryna Smorzh, die in Kiev de
73<br />
eerste HealingRooms <strong>van</strong> het land leiden. Iryna is zelf in 2006<br />
genezen <strong>van</strong> terminale kanker, door het proclameren <strong>van</strong> het<br />
woord <strong>van</strong> God.<br />
In een ander verhaal zal ik daar wel iets over vertellen. We hielden<br />
dus een HealingRooms seminar voor mensen uit heel de<br />
Oekraïne. Meestal sprak ik overdag en Iryna sprak ‘s avonds.<br />
Natuurlijk werd <strong>van</strong> mij ook verwacht, dat ik over iedereen zou<br />
profeteren. Dmytro had keurig een lijstje gemaakt, wanneer iedereen<br />
aan de beurt was.<br />
Tijdens een <strong>van</strong> de pauzes kwamen twee mannen naar me toe.<br />
Ze vroegen Dmytro even te vertalen. “Wij komen uit Lviv”,<br />
zeiden ze. “Weet u waar dat ligt? Tien uur rijden hier<strong>van</strong>daan.<br />
Zoudt u ook wel eens naar Lviv kunnen komen om daar een<br />
seminar te houden, zoals deze. Wij willen in onze stad ook HealingRooms<br />
openen. Daarvoor zijn wij beiden helemaal uit Lviv<br />
hierheen gekomen”.<br />
Op de avond voor mijn vertrek uit Nederland had één <strong>van</strong> mijn<br />
HealingRooms medewerkers al over mij geprofeteerd, dat er op<br />
deze reis relaties zouden worden gelegd en er iets <strong>van</strong> een netwerk<br />
zou ontstaan. Op een bepaalde manier waren zulke verzoeken<br />
dus te verwachten. Ik glimlachte naar beide mannen.<br />
“Nu, om precies te zijn kom ik al naar Lviv, begin mei <strong>van</strong> dit<br />
jaar”. De beide mannen keken mij een beetje ongelovig aan.<br />
“U komt naar Lviv?” zeiden ze verbaasd. “Ik was eigenlijk <strong>van</strong><br />
plan om 4 dagen vakantie te houden en te gaan wandelen in<br />
de Carpaten, maar wanneer we het nuttige met het aangename<br />
kunnen combineren, sta ik daar helemaal open voor”.<br />
Dmytro is een uitstekende organisator. Hij begon direct met<br />
het maken <strong>van</strong> een reisplan, waarbij mijn bezoek aan Lviv zou<br />
worden ingepast. Zij zelf zouden begin mei <strong>van</strong> Kiev via Chernopol<br />
naar Lviv reizen en ik zou me daar bij hen voegen. Op<br />
mijn verzoek werd mijn vakantie omgevormd tot een seminar,<br />
volgens het in Kiev beproefde recept. Ik zou <strong>van</strong>af 10 uur tot<br />
16.00 studies geven en daarna bediening doen en Iryna zou in<br />
de avonduren spreken.
74<br />
Alles was prima in orde. Zonder dat ik er veel <strong>van</strong> merkte, werd<br />
er reclame gemaakt en werd alles geregeld voor de overnachtingen<br />
voor het team <strong>van</strong> Dmytro en voor mij, tot en met maaltijden<br />
voor de deelnemers aan het seminar. Een plaatselijke<br />
voorganger stelde zijn kerkgebouw ter beschikking.<br />
Twee weken voor vertrek kreeg ik ineens een eigenaardig mailtje<br />
<strong>van</strong> Wizzair, de maatschappij die mij <strong>van</strong> Dortmund naar<br />
Lviv zou vliegen. “Verandering <strong>van</strong> de vluchttijden” stond<br />
erop. Ik zou maandagmiddag <strong>van</strong> Dortmund naar Lviv vliegen<br />
en een half uur later met hetzelfde vliegtuig weer terug. Dat<br />
moest een grap zijn.<br />
Ik bekeek de Wizzair website en zag tot mijn verbazing dat er<br />
na die maandag 14 dagen lang geen vluchten <strong>van</strong> en naar Lviv<br />
gingen. Er zat weinig anders op, dan de retourvlucht voorlopig<br />
maar te cancelen.<br />
Toevallig wist ik, dat de kleine Roemeense luchtvaartmaatschappij<br />
Carpatair een verbinding onderhield <strong>van</strong> Timisoara in<br />
Roemenië naar Lviv. Ik besloot daar eens te kijken en jawel hoor;<br />
via hen was het mogelijk om op zaterdagmorgen 7 uur <strong>van</strong> Lviv<br />
naar Timisoara te vliegen en dan een paar uur later met Wizzair<br />
naar Dortmund. Ik boekte dus een nieuwe terugreis.<br />
Twee dagen voor vertrek - Ik zat juist in de auto - toen mijn telefoon<br />
ging. Ik nam op. Aan de lijn was Carpatair. Zij moesten<br />
mij mededelen, dat mijn terugreis <strong>van</strong> Lviv naar Timisoara niet<br />
doorging <strong>van</strong>wege een verbouwing <strong>van</strong> het vliegveld <strong>van</strong> Lviv.<br />
In verband met het Wereldkampioenschap voetbal werden<br />
start- en landingsbaan gerenoveerd en was het hele vliegveld<br />
10 dagen gesloten.<br />
“Hoe kom ik dan thuis”, vroeg ik enigszins verbijsterd. “We<br />
kunnen u op dezelfde tijd een andere vlucht aanbieden <strong>van</strong>uit<br />
....” Ik kon de naam niet goed verstaan. “Hoe kom ik dan in..?<br />
vroeg ik verder. “Daarbij kunnen we u niet helpen”, zei de telefoniste;<br />
“Zo vroeg op de dag rijden er nog geen treinen. U zult<br />
dat dus zelf moeten regelen. Zullen we u overboeken op deze<br />
alternatieve vlucht, of wilt u liever cancelen?”
75<br />
Ik had niet veel keus. Ik ‘moest’ zondag weer terug zijn in Nederland<br />
om spreekbeurten te vervullen. “Boek me maar over<br />
naar die alternatieve vlucht”, zei ik, “maar wilt u dit wel even<br />
per email bevestigen?” “Ja, dat komt voor elkaar”, antwoordde<br />
de telefoniste <strong>van</strong> Carpatair. De beloofde e-mail heb ik nooit<br />
ont<strong>van</strong>gen en zo kon er nog meer verwarring ontstaan.<br />
Die avond keek ik op de website <strong>van</strong> Carpatair. Inderdaad er<br />
was een andere vlucht <strong>van</strong>uit de Oekraïne, <strong>van</strong>af Chernivtski,<br />
ongeveer 300 km. <strong>van</strong> Lviv verwijderd. Volgens het internet<br />
was het mogelijk om de avond voor vertrek een trein te nemen<br />
<strong>van</strong> Lviv naar Chernivstki, die mij in ruim 5 uur daarheen zou<br />
brengen.<br />
Ik mailde dus naar Dmytro. Hij wist wel iemand, bij wie ik zou<br />
kunnen slapen. Die gastheer zou mij ook de volgende ochtend<br />
heel vroeg naar het vliegveld kunnen brengen. Bovendien kocht<br />
hij vast het treinticket.<br />
En zo kwam ik dus in mei aan op de luchthaven <strong>van</strong> Lviv. Ik<br />
werd <strong>van</strong> het vliegveld afgehaald door Dmytro en een jongeman,<br />
die Oleg heette. Bij hem zou ik die paar dagen logeren.<br />
En zo kwam ik terecht in het huis <strong>van</strong> Oleg en Tanja en hun 5<br />
kinderen.<br />
Geen <strong>van</strong> beiden sprak Engels, maar ook daar was aan gedacht.<br />
Ze hadden een vriendin, Nina, afkomstig uit Cherkassi, die<br />
voor de gelegenheid de lange treinreis had gemaakt om thuis<br />
als mijn vertaalster te functioneren. Voor het seminar had Dmytro<br />
een professionele vertaalster gevonden, maar bij Oleg en<br />
Tanja thuis kon Nina me behulpzaam zijn.<br />
Oleg en Tanja waren enige en heel lieve mensen. Een <strong>van</strong> hun<br />
hobby’s was het maken <strong>van</strong> chocolade in allerlei variëteiten. Ik<br />
heb wat chocolade geproefd!<br />
Iedere avond stroomde het huis vol met jonge mensen, die kwamen<br />
om mijn verhalen te horen en profetische woorden te ont<strong>van</strong>gen.<br />
Vaak werd het heel erg laat.<br />
Tijdens die uren was Nina meestal mijn vertaalster.<br />
Nina was nog heel jong, 24 jaar, en ze zag me, denk ik, als een<br />
soort vader, hoewel ze ook best eigen ouders had. We konden
76<br />
Lviv is beroemd <strong>van</strong>wege zijn chokolade<br />
direct goed met elkaar overweg. Wanneer Iryna haar lezingen<br />
hield over goddelijke genezing, waren wij ondertussen bezig<br />
met het bedienen <strong>van</strong> individuele mensen.<br />
Op een <strong>van</strong> die dagen werd een oude vrouw binnengebracht.<br />
Het was haar beurt. Ze was minstens 80, wat gebogen, enigszins<br />
armoedig gekleed, maar met een heel lief gezicht.<br />
Toen ik haar zag, had ik direct een heel goed gevoel. Wie was<br />
zij? Waarom had zij zo’n vriendelijk gezicht?<br />
Vanwege de lange wachtlijst <strong>van</strong> mensen, die voor bediening<br />
kwamen, hielden we de gesprekken en de bediening met opzet<br />
heel kort. Maar voor haar maakte ik een uitzondering en ik liet<br />
haar haar verhaal vertellen. Ik schrok er <strong>van</strong>.<br />
“Ik was een tiener, toen de Tweede Wereld Oorlog begon. Ons<br />
gezin werd door de Nazi’s gearresteerd en we werden afgevoerd<br />
naar Duitsland. Eindeloze marsen, dan weer op karren,<br />
soms slapend in de open lucht, soms bij mensen geïnterneerd,<br />
moesten wij <strong>van</strong> Lviv naar Duitsland, dwars door Slowakije en<br />
Tsjechië. Ik herinner me, dat we voor één nacht werden geïnterneerd<br />
bij een Tsjechisch gezin. Daar lag een Bijbel op tafel.
77<br />
En te midden <strong>van</strong> alle ontberingen <strong>van</strong> de reis, hebben we daar<br />
met die Tsjechische mensen, die we maar gedeeltelijk konden<br />
verstaan, gebeden en liederen gezongen.<br />
De volgende morgen moesten we weer verder. In die tijd heb ik<br />
ook Duits geleerd, want wij waren een paar jaar in Duitsland en<br />
onze bewakers spraken alleen maar Duits.<br />
Na drie jaar slavenarbeid in de Duitse oorlogsindustrie, was de<br />
oorlog voorbij. Wij konden terug naar de Oekraïne, naar huis.<br />
Wat daar op ons wachtte, was echter nog veel erger. Na aankomst<br />
werden we door de geheime dienst <strong>van</strong> Stalin opgepakt.<br />
We waren baptisten en we hadden bovendien ‘meegewerkt’<br />
met de Duitsers. Ik was nog maar een tiener, maar we werden<br />
veroordeeld en op transport gezet naar Siberië, waar we jaren<br />
dwangarbeid moesten verrichten <strong>van</strong>uit strafkampen.<br />
We bouwden spoorwegen, gewone wegen en industriecentra.<br />
Soms werkten we bij ijzige koude altijd met te weinig kleding.<br />
‘s Zomers leden we door de muskieten, ‘s winters leden we<br />
door de kou. Om mij heen stierven de mensen als ratten.<br />
Het ergst waren de transporten, wanneer we <strong>van</strong> het ene bouwproject<br />
naar het volgende werden getransporteerd; in onverwarmde<br />
vrachtwagens of treinwagons, zonder eten en drinken,<br />
dagenlang. Bij aankomst waren velen <strong>van</strong> ons onderweg gestorven<br />
en we werden behandeld als beesten: “Werken zul je. We<br />
zullen jullie wel leren. Jullie zijn staatsvijanden”.<br />
En toch, het vreemde is, dat ik nooit zo sterk de aanwezigheid<br />
<strong>van</strong> de Heilige Geest heb ervaren, als juist daar in Siberië, als<br />
juist in die tijden <strong>van</strong> lijden. Dan was de Heer zo dichtbij”.<br />
Ik hoorde het verhaal met stijgende verbazing. Haar gezicht<br />
vertoonde geen bitterheid, terwijl haar haar hele jeugd was afgenomen.<br />
Ik zei tegen haar: “U spreekt Duits. Dan kunnen wij<br />
elkaar rechtstreeks verstaan. Dan kan ik nu in het Duits met u<br />
bidden”. En zo baden wij samen in het Duits voor elkaar.<br />
Nina, die zich waarschijnlijk ook wat buitengesloten voelde,<br />
fluisterde in mijn oor: “Br. <strong>Gordon</strong>, dit gaat allemaal veel te
78<br />
lang duren. U besteedt veel te lang aandacht aan deze vrouw.<br />
Er staat nog een hele rij mensen te wachten, die allemaal een<br />
beurt moeten hebben”. Ik schonk er eventjes geen aandacht aan<br />
en nam met veel respect afscheid <strong>van</strong> haar.<br />
Toen zei ik tegen Nina: “Nina, luister, deze vrouw heeft omwille<br />
<strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie geleden. In onze tijd verlaten mensen<br />
soms de gemeente, of zelfs de Heer, als de liederen in de kerk<br />
hun niet bevallen of als de muziek te hard of te zacht is. Een<br />
kleine teleurstelling in medebroeders en -zusters doet hen de<br />
gemeente of zelfs de Heer vaarwel zeggen.<br />
Zij heeft jaren lang geen muziekinstrument en geen Bijbel gezien.<br />
Predikers waren er niet. Zingen moest heel zachtjes, zodat<br />
niemand het kon horen. Maar zij is trouw gebleven. Haar<br />
hele jeugd, de tijd dat jonge mensen verliefd worden en gaan<br />
trouwen, kindertjes krijgen; al die jaren zat zij in een strafkamp<br />
omwille <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie.<br />
Zij zal straks in de eeuwigheid vlakbij de troon <strong>van</strong> God zitten.<br />
Zulke mensen moet je met veel respect bejegenen. Misschien<br />
heb je ze nog eens nodig!<br />
Ze was even stil. Ik denk, dat ze het wel begreep.<br />
Toen ik al een paar dagen in Lviv was, besloot ik toch nog even<br />
op de website <strong>van</strong> Carpatair te kijken. Daar zag ik tot mijn verbazing,<br />
dat alle passagiers die <strong>van</strong>uit Lviv naar Timisoara zouden<br />
vliegen, nu zouden vertrekken <strong>van</strong>uit I<strong>van</strong>o Frankivsk, een<br />
plaats, waar ik nog nooit <strong>van</strong> gehoord had.<br />
Ik belde Carpatair en inderdaad stond ik op de lijst voor die<br />
vlucht. Het enige voordeel was, dat de trein naar Chernivtski<br />
langs I<strong>van</strong>o Frankitsk zou rijden en daar ook zou stoppen.<br />
Dmytro is voor geen enkel gat te <strong>van</strong>gen. Terwijl ik aan het lesgeven<br />
was, regelde hij een nieuwe overnachtingsplaats in I<strong>van</strong>o<br />
Frankitsk bij mensen, die mij ook naar het vliegveld zouden<br />
kunnen brengen. Die mensen zouden weliswaar ongelovigen<br />
zijn en ook geen Engels spreken, maar ik was in ieder geval<br />
ergens onderdak en hoefde de nacht niet op een station door te<br />
brengen.
79<br />
Vrijdagmiddag om 17.00 uur zetten de jongemensen, bij wie ik<br />
de afgelopen dagen had geslapen, mij in Lviv op de trein. “Je<br />
moet ons wel bellen, als je veilig in I<strong>van</strong>o Frankitsk bent aangekomen”,<br />
zei Nina, mijn vertaalster, bezorgd. “Ja, dat zal ik<br />
doen”, beloofde ik.<br />
De trein stamde uit het Sovjettijdperk. Ik herinner me <strong>van</strong> een<br />
bezoek aan de Sovjet Unie in 1981, dat de treinen destijds in<br />
Leningrad er net zo uitzagen. De instap <strong>van</strong> de wagons is onmogelijk<br />
hoog; meerdere treden, verticaal boven elkaar. Hoe je<br />
daar met een buggy of wat grotere koffer naar binnen of naar<br />
buiten komt, is mij een raadsel. De jongelui hielpen mij met mijn<br />
koffer naar binnen.<br />
Oleg, Tanya, ik, Nina en Kristyna; op het station <strong>van</strong> Liviv<br />
Op het lange gangpad lag een rode loper en in de coupe, waar<br />
mijn stoel was gereserveerd, lag op de grond een Perzisch tapijtje.<br />
Het deed me denken aan mijn kindertijd. Maar dat is inmiddels<br />
50 jaar geleden. Bij de ramen hingen donkerrode gordijntjes<br />
met kleine donkerrode bolletjes onderaan. Voor de ramen<br />
hingen geborduurde vitrages. Ik waande me in de Jordaan in<br />
Amsterdam, maar dan wel 40 jaar geleden.<br />
Onze wagon werd ‘bestuurd’ door een rondborstige dame, <strong>van</strong><br />
het soort, dat alle kindertjes vrees inboezemt en waartegen zich
80<br />
trouwens ook geen enkele man durft te verzetten. Wat dat betreft<br />
was ik volkomen veilig. Iedereen zou zich zoet gedragen.<br />
Ik ging op mijn plek zitten. Over een paar minuten zou de trein<br />
vertrekken. Tegenover mij in de hoek zat een jongedame met<br />
een e-reader. Zij was zo in haar boek verzonken, dat ik haar de<br />
hele reis niet heb zien opkijken.<br />
Ineens werd de vrede opgeschrikt door een markante verschijning.<br />
Een jonge knappe brunette kwam onze coupe binnen. Ze<br />
was zeer slank en had een goed figuur. Ze droeg boven haar<br />
jeans slechts een zwart hemdje en had een mooi getinte huid.<br />
Trouwens alles was mooi aan haar; mooie ogen, mooi lang<br />
zwart haar.<br />
Helaas had zij haar hele rechterarm laten tatoeëren met allerlei<br />
wilde voorstellingen en toen ze zich even omdraaide om haar<br />
koffer in het bovenvak te plaatsen, zag ik dat de tattoo’s <strong>van</strong>af<br />
haar schouder verder gingen op haar rug. Nu moet iedereen<br />
dat natuurlijk zelf weten.<br />
Maar als je een leuk jurkje aan wilt trekken en je hebt (gekleurde)<br />
tattoo’s, dan ben je zeer beperkt in de kleuren, die je nog<br />
kunt dragen. In veel gevallen vloekt de kleur <strong>van</strong> je tattoo met<br />
die <strong>van</strong> je jurk. Dan blijft eigenlijk alleen nog zwart over. Dat<br />
staat altijd. Sorry voor deze uitweiding, maar ik ben nu eenmaal<br />
33 jaar lang getrouwd geweest.<br />
Henny vond het altijd fijn als ik samen met haar kleren ging<br />
kopen, omdat ik een goed kleurgevoel heb. Ik heb dus heel vaak<br />
bij de paskamer <strong>van</strong> C&A gestaan om haar verkleedpartijen te<br />
bewonderen en mijn goed- of afkeuring uit te spreken.<br />
Maar nu terug naar mijn buurvrouw. Naast de gebruikelijk oorbellen<br />
had zij ook een neus-piercing en toen zij na even haar<br />
mond te ver opendeed, ontwaarde ik een ellendig grote piercing<br />
door haar tong, met aan beide kanten een grote ronde kogel.<br />
Het inbrengen zal best wel veel pijn gedaan hebben.<br />
Ik vraag me af, of je met zo’n ding in je mond nog wel prettig<br />
kunt eten. Het enige voordeel is misschien, dat je wat in de<br />
mond hebt om mee bezig te zijn en dat je daarvoor geen kauwgum<br />
nodig hebt.
81<br />
“Dat heb ik weer”, dacht ik; “een heel wilde jongedame, een<br />
disco-type, die pal voor me gaat zitten. Ik ben benieuwd wat<br />
voor communicatie dit gaat opleveren. Of misschien wel helemaal<br />
niet, als ze alleen maar Russisch of Oekraïens spreekt”.<br />
Maar dat viel mee. Ze sprak me direct aan en toen ik in het Engels<br />
antwoordde, dat ik haar niet verstond, reageerde ze eigenlijk<br />
enthousiast, alsof ze blij was, dat ze nu eindelijk een andere<br />
taal kon spreken. Ze sprak redelijk Engels en Duits. Ik vroeg<br />
haar, waar ze dat geleerd had.<br />
Toen vertelde ze mij, dat ze op vakantie was geweest in Egypte<br />
en daar een jongen uit Duitsland had ontmoet. Het was liefde<br />
op het eerste gezicht en inmiddels gingen ze al ruim twee jaar<br />
met elkaar. Ze was al een paar keer in Duitsland geweest en ze<br />
hoopte volgend jaar met hem te gaan trouwen.<br />
Ze was heel spraakzaam en vertelde over zijn familie en dat de<br />
grootmoeder <strong>van</strong> haar vriend voor de oorlog in de Oekraïne<br />
had gewoond en net als zij ‘Lana’ heette.<br />
Na enige tijd vroeg ik haar of ze ook in God geloofde. Nee, daar<br />
had ze niets mee. Ik probeerde haar uit te leggen, dat het kennen<br />
<strong>van</strong> God het leven heel bijzonder maakt en ik gaf een soort<br />
<strong>van</strong> getuigenis. Maar dit gedeelte <strong>van</strong> het gesprek interesseerde<br />
haar werkelijk niet. Misschien had ik moeten vragen of ze iets<br />
had met het occulte, want dat is wel vaker het geval, als mensen<br />
zo ongeïnteresseerd op het geloof reageren, maar op dat moment<br />
dacht ik er gewoon niet aan. Ik accepteerde haar “Nee”.<br />
Ik denk, dat ik haar net iets had verteld over mijn reisplannen<br />
en daarbij mijn motorfiets noemde, want ineens begon ze te vertellen<br />
over haar verloofde: “Hij heeft ook een motorfiets, een<br />
Harley-Davidson. Maar ik heb al tegen hem gezegd, dat hij die<br />
moet wegdoen. Ik wil niet dat hij verongelukt en ik alleen overblijf.<br />
En dus is het afgelopen met motorrijden.<br />
Vrijdags-avonds na werktijd mag hij één biertje drinken en dan<br />
niets meer en in het weekend moet hij thuisblijven. Want het<br />
weekend is voor het gezin. En ik wil minstens vier kinderen.”<br />
Ik was verbaasd. Ze zag er met al haar tattoo’s uit als een heel
82<br />
wild uitgaanstype, maar <strong>van</strong> binnen was zij (vergeef me de uitdrukking)<br />
gewoon een burger-trutje. Hoe kun je je in het uiterlijk<br />
<strong>van</strong> iemand vergissen! 20 jaar geleden waren tattoo’s misschien<br />
nog het teken voor een rebelse levensstijl, maar <strong>van</strong>daag<br />
heeft het die betekenis verloren. Jongemensen laten tattoo’s zetten,<br />
omdat ‘iedereen het doet’ of omdat ze het mooi vinden,<br />
zonder er verder enige betekenis aan te hechten.<br />
Misschien wilde Lana gewoon haar Engels en Duits een beetje<br />
oefenen, want ik moest nog een paar verhalen over de sportschool<br />
en de zonnebank over me heen laten gaan. In mijn verhaal<br />
was ze verder niet zo geïnteresseerd.<br />
Toen we in I<strong>van</strong>o Frankitsk uitstapten, zei ik nog tegen haar:<br />
“Één ding, vergeet nooit dat God <strong>van</strong> je houdt en dat Hij een<br />
bedoeling met jouw leven heeft”. Toen kleurde ze ineens heel<br />
rood. Raakte het haar toch?<br />
I<strong>van</strong>o Frankivsk<br />
Met enige halsbrekende toeren kwamen wij zonder valpartij<br />
met onze koffers uit de trein. Lana verdween in de mensenmenigte<br />
en ik keek wat om me heen. Zouden de onbekende mensen,<br />
die mij kwamen afhalen, mij herkennen?<br />
Ik had voor de zekerheid mijn Australische hoed (made in Indonesia)<br />
opgezet, want dat zou Dmytro wel aan zijn kennissen<br />
hebben doorgegeven. En inderdaad. Ineens klonk een vragende<br />
stem: “<strong>Gordon</strong>? <strong>Gordon</strong>?”<br />
Ik draaide me om. Daar stonden twee mannen. Zo te zien vader<br />
en zoon. Ze stelden zich aan mij voor, maar helaas heb ik hun<br />
namen niet meer onthouden. De zoon zag er uit als een heel<br />
gevoelige jongeman. Hij had zijn haar in een staartje achter zijn<br />
hoofd gebonden. Hij sprak vrij behoorlijk Engels.<br />
Zijn vader zag er meer burgerlijk uit, maar zijn gezicht had een<br />
hardheid, die ik moeilijk kan omschrijven. Hij sprak alleen Oekraïens.<br />
Zij groetten mij en namen gelijk mijn koffer over.<br />
Gedrieën liepen we <strong>van</strong> het station naar hun auto. Het was een<br />
zeer mooie, nieuwe, dure Toyota <strong>van</strong> een mij onbekend type. Ze
83<br />
reden mij eerst naar het stadscentrum, want de vader wilde mij<br />
de stad laten zien.<br />
De stad I<strong>van</strong>o Frankivsk, zag er netjes uit. De meeste gebouwen<br />
zagen er vrij nieuw uit. Sommigen hadden een Oostenrijkse stijl<br />
uit laat 1800. Terwijl we door de winkelstraat liepen, begonnen<br />
vader en zoon ruzie te maken. Het bleek te gaan over, wat ze<br />
me wel en niet wilden laten zien. Want daarin verschilden vader<br />
en zoon duidelijk <strong>van</strong> mening. Ik voelde me bij dit alles erg<br />
opgelaten, maar ik had geen keus. Ik moest alles gewoon over<br />
me heen laten komen.<br />
Op een goed moment zei de zoon tegen mij: “Mijn vader is erg<br />
nerveus, want dit is de eerste keer, dat er een buitenlander in<br />
ons huis komt”. Het werd een enigszins chaotische rondleiding<br />
door het stadscentrum, <strong>van</strong> voor naar achteren, <strong>van</strong> links naar<br />
rechts, waarbij vader en zoon voortdurend <strong>van</strong> mening verschilden<br />
over de juiste richting en net niet handtastelijk werden.<br />
Zo kwamen we langs een aantal gietijzeren monumenten, die<br />
gemaakt waren tijdens het jaarlijkse Internationale festival <strong>van</strong><br />
ijzersmeden. Vol trots wezen ze me op een plaquette <strong>van</strong> de<br />
vereniging <strong>van</strong> smederijen “Oude IJssel” uit Nederland. Verder<br />
wandelden we langs de ‘oudste publieke sauna’ <strong>van</strong> Oekraïne,<br />
langs de verschillende kerken, de Grieks Katholieke en de<br />
Armeense en natuurlijk langs de synagoge, die inmiddels de<br />
bestemming had <strong>van</strong> winkelcentrum. Ervoor stond het monument<br />
<strong>van</strong> oorlogsslachtoffers.<br />
Ik vroeg een beetje door naar het lot <strong>van</strong> de Joden. Ik schrok een<br />
beetje <strong>van</strong> hun opmerkingen: “Nee, de Joden <strong>van</strong> I<strong>van</strong>o Frankitsk,<br />
waren nauwelijks vervolgd. De meeste <strong>van</strong> hen hadden<br />
in de oorlog een goed heenkomen kunnen vinden. Bloedbaden,<br />
zoals in Lviv of Kiev had hier nooit plaatsgevonden. In wezen<br />
hadden ze niet meer geleden dan de Oekraïners zelf, die in de<br />
tweede wereld oorlog tussen wal en schip waren terecht gekomen”.<br />
Ik schrok behoorlijk <strong>van</strong> hun desinteresse in het lot <strong>van</strong> de Joden.<br />
Ik begrijp nu, dat dit helemaal in de Oekraïne niet leeft.<br />
Wel wisten ze mij het een en ander te vertellen <strong>van</strong> de complexe
84<br />
geschiedenis <strong>van</strong> de West-Oekraïne. Na vele jaren <strong>van</strong> Oostenrijks-Hongaarse<br />
overheersing (door de meeste Oekaïeners<br />
beschouwd als een gelukkige vredevolle tijd) werd het gebied<br />
door Polen bezet. Dit betekende een achteruitgang, want de Oekraïners<br />
werden tweederangs burgers in hun eigen land.<br />
Toen dan ook de troepen <strong>van</strong> Hitler in 1939 Polen en daarna de<br />
Sovjet Unie binnen vielen, werden zij gesteund door het Vrije<br />
Oekraïense leger, een corps <strong>van</strong> vrijwilligers, die onder het juk<br />
<strong>van</strong> Polen uit wilden.<br />
Helaas was de vreugde <strong>van</strong> korte duur. De Duitsers hadden<br />
geen interesse in de vrijheid <strong>van</strong> de Oekraïners. Het land werd<br />
geplunderd. Ontelbare Oekraïeners kwamen om.<br />
Al in 1942/43 werden de Duitser door Stalin verslagen en langzaam<br />
naar het Westen teruggedreven. Het Vrije Oekraïense leger<br />
ging ondergronds en probeerde een onafhankelijk Oekraïne<br />
te vestigen, maar het maakte tegen de Sovjettroepen geen kans.<br />
Stalin was genadeloos. Vele Oekraïners eindigden hun leven in<br />
Siberië. Het voorheen Poolse gebied rond Lviv werd bij de Sovjetunie<br />
gevoegd.<br />
Vandaag is de Oekraïne een diep verdeeld land. In het Westen<br />
maken de Oekraïens-sprekenden de meerderheid uit. Zij willen<br />
graag aansluiting bij West-Europa. In het Oosten <strong>van</strong> de Oekraïne<br />
spreken de meeste mensen Russisch en daar zoekt met meer<br />
toenadering met Rusland.<br />
Op dit moment zijn beide bevolkingsgroepen ongeveer even<br />
groot en zijn de verkiezingen heel spannend. Zal de Oekraïne<br />
in de toekomst vrede kennen?<br />
Een apart monument voor de omgekomen joden is er in I<strong>van</strong>o-<br />
Frankitsk niet. Het monument voor de gevallenen <strong>van</strong> WO II<br />
naast de synagoge, noemt zelfs de joden niet bij name. Zij worden<br />
gewoon gerekend tot de ‘gevallenen’.<br />
Het grootste restaurant in het centrum <strong>van</strong> de stad draagt de<br />
naam ‘Gartenberger’. Van oorsprong was het een joods etablissement,<br />
weten vader en zoon me te vertellen. Ik vraag maar<br />
niet, wat er met de familie Gartenberger gebeurd is.
85<br />
Inmiddels is het donker geworden en brengen vader en zoon<br />
mij naar huis. Te oordelen naar hun auto moesten het welvarende<br />
mensen zijn. Hun ‘huis’ op de begane grond <strong>van</strong> een flatgebouw<br />
stelde echter niet veel voor. Het was een heel eenvoudige<br />
driekamerflat. Het was er wel schoon, maar hier en daar is het<br />
zeil op de grond met plakband gerepareerd.<br />
Het ‘huis’ heeft overal een groot plakplastic-gehalte. Overal,<br />
in het toilet, op de vensterbanken in de woonkamer, zie ik een<br />
goedkope afwerking met plakplastic. De gezelligheid is typisch<br />
Russisch met Perzische kleedjes op de grond en overal tierelantijntjes<br />
<strong>van</strong> porselein.<br />
De vrouw des huises is de vriendelijkheid zelve. Zij is nauwelijks<br />
over de veertig en is heel verlegen met die buitenlander is<br />
huis. Ze heeft ‘borsjt’ gemaakt, een typische Russische soep met<br />
veel varkensvlees en rood gekleurd met rode bieten,<br />
Verder heeft ze een grote hoeveelheid ‘vruchtensap’ gekookt.<br />
Deze drank wordt gemaakt <strong>van</strong> gedroogde appels en pruimen,<br />
die in de winter worden opgekookt. Het kookvocht smaakt een<br />
beetje naar appelsap. Vaak is er ook een rookgeur aan de drank,<br />
omdat de appels in de herfst in de schoorsteen boven een houtkachel<br />
werden gedroogd.<br />
Of ik een glas wijn lust? Nu, ik wel. Er wordt een nogal rijk<br />
versierde, kunstig vormgegeven fles te voorschijn gehaald. Niet<br />
het soort, dat je zo in een zelfbediening kunt kopen, maar de<br />
soort die eerder uit een geschenkenwinkel komt. Ik voel me een<br />
beetje opgelaten, dat ze zo’n bijzondere fles voor me openen.<br />
Maar het is ook voor de familie een bijzondere gelegenheid. Zo<br />
vaak heb je nu eenmaal geen Nederlander aan tafel.<br />
Terwijl we aan tafel zitten wordt ik aan twee kanten bestookt.<br />
De vader wil mij zijn complete verzameling vakantiekiekjes<br />
laten zien. Alle kloosters en kastelen <strong>van</strong> de Oekraïne en de<br />
druipsteengrotten en paleizen <strong>van</strong> de Krim passeren de revue.<br />
Zeker is de Oekraïne een mooi land. De Karpaten in het Westen<br />
en het schiereiland, de Krim, in het Zuid-Oosten zijn zeker de<br />
hoogtepunten.
86<br />
Ondertussen beweegt zich het gesprek met de Engelssprekende<br />
zoon op een heel ander niveau. Hij vraagt me wat ik in de Oekraïne<br />
gedaan heb. Ik vertel hem, dat ik seminars heb gegeven<br />
over genezing naar geest, ziel en lichaam en meehelp aan het<br />
opstarten <strong>van</strong> HealingRooms. Ik moet natuurlijk uitleggen, wat<br />
ik daarmee bedoel.<br />
Hij noemt zichzelf “anti-globalist” en heeft niets met de kerk.<br />
De kerk is in zijn ogen een soort <strong>van</strong> roversbende, die uitsluitend<br />
op zelfverrijking uit is.<br />
Als ik hem vertel, dat wij alles gratis doen, is hij zeer verbaasd.<br />
Als ik verder vertel, dat de meeste E<strong>van</strong>gelische groepen in Nederland<br />
geen eigen gebouwen hebben en zelfs vaak geen betaalde<br />
voorgangers, neemt zijn verbazing toe. Als ik hem vervolgens<br />
vertel, dat de Heer mij vroeg om mijn volledige erfenis<br />
weg te geven en dat ik dat gedaan heb, vallen zijn ogen haast<br />
uit zijn kassen; zowel <strong>van</strong>wege het feit, dat ik Gods stem hoor<br />
als <strong>van</strong>wege het feit, dat ik op Gods aanwijzing mijn aardse zekerheden<br />
heb opgegeven om uit geloof te gaan leven. Voor hem<br />
is dit onbegrijpelijk.<br />
Hij vraagt vervolgens wat voor activiteiten wij dan ondernemen.<br />
Ik vertel hem over de kinderdorpen en het ondersteunen<br />
<strong>van</strong> weduwen en wezen en natuurlijk over de verkondiging <strong>van</strong><br />
het Koninkrijk <strong>van</strong> God.<br />
Hij is één en al verbazing. Al zijn vooroordelen jegens het christendom<br />
storten in. Ondertussen moet ik steeds weer vakantiekiekjes<br />
bekijken, want de vader trekt ook aan mij. Het lukt me<br />
dus niet met de zoon echt door te breken en bijvoorbeeld met<br />
hem te gaan bidden of over hem te profeteren. Ik ga er maar <strong>van</strong><br />
uit, dat de Heer wel anderen op zijn weg zal brengen.<br />
Inmiddels is het al half een. Om 3.30 uur moet ik al weer opstaan<br />
om met de vader naar het vliegveld te gaan. Het wordt dus een<br />
kort nachtje. Ik slaap op een uittrekbank in de woonkamer.<br />
De volgende morgen om 4.30 uur rijd ik met de vader naar het<br />
lokale vliegveld. Ik ben wel blij, dat hij bij me is, want ik kan<br />
me niet verstaanbaar maken. In de kleine vertrekhal staan twee<br />
vluchten aangegeven; de dagelijkse vlucht naar Kiev en een<br />
charter naar de vakantiebestemming Antalya in Turkije.
87<br />
Er staat niets aangekondigd over een vlucht naar Timisoara in<br />
Roemenië. Ik probeer wat inlichtingen te krijgen, maar niemand<br />
schijnt iets te weten. We wachten dus maar af. De vader stopt mij<br />
een lunchpakket toe, dat op een heel liefdevolle manier door de<br />
vrouw des huizes is klaar gemaakt. Het gaat om een soort <strong>van</strong><br />
notenbrood, belegd met kaas en gebraden kipfilet. Voor de rest<br />
<strong>van</strong> de dag heb ik genoeg. De vader blijft bij me, totdat er enige<br />
duidelijkheid is over de vlucht naar Timisoara.<br />
Ineens om 5.30 uur wordt er ergens in de hal een tafel neergezet<br />
en verschijnt er een man met een laptop en een tas vol papieren.<br />
Hij roept iets <strong>van</strong> “Timisoara”. Ik sluit aan in de rij. Als ik aan<br />
de beurt ben, blijkt dat de boarding-passen al zijn voorgedrukt<br />
en zo kunnen worden uitgedeeld. Zo kan het dus ook. Daarna<br />
neem ik afscheid <strong>van</strong> de vader. Ik bedank hem en geef hem een<br />
stevige hug. Ik merk, dat hij daar niet goed mee om kan gaan<br />
en zich met zijn figuur geen raad weet. “Ook hij heeft innerlijke<br />
genezing nodig”, denk ik.<br />
Daarna worden we gedirigeerd naar een ander bureau, waar<br />
we een uur in de rij mogen staan. Ik heb nog steeds geen idee<br />
waarvoor, maar iedereen schikt zich. Pas om 6.30 uur komt de<br />
rij in beweging en gaan we via de x-ray naar de boardinghal.<br />
Dan gaat alles heel snel. Na even wandelen we naar de Saab<br />
(Zweeds toestel) <strong>van</strong> Carpatair en vertrekken we met stralende<br />
zon in de richting <strong>van</strong> Roemenië. De grens is misschien maar<br />
100 km.<br />
Haarscherp zie ik beneden me de beboste bergruggen <strong>van</strong> de<br />
Oekraïense- en Roemeense Carpaten, een bergland zonder<br />
zichtbare menselijke bewoning, een gebied waar nog beren leven.<br />
Ik kijk naar beneden en voel heel diep: “I love this country<br />
and I will be back”.
88<br />
Hoofdstuk 11 Nina<br />
Ik zou de stad Lviv in 2013 opnieuw bezoeken.<br />
Opnieuw had Nina vakantie opgenomen en was naar Lviv gekomen,<br />
waar ze weer, net als ik, logeerde bij Oleg en Tanja.<br />
Je leert elkaar op die manier goed kennen. Tijdens dat seminar<br />
was zij de hoofdvertaalster. Dus werkten we de hele dag samen.<br />
‘s Morgens waren we samen bezig voor mensen te bidden en ‘s<br />
avonds vertaalde ze mijn lezingen .<br />
Daarna vertaalde ze mij tot diep in de nacht bij Oleg en Tanja<br />
thuis, wanneer allemaal jonge mensen ons kwamen opzoeken.<br />
Het was best wel intensief voor haar en af en toe was ze, net als<br />
ik, de uitputting nabij.<br />
Nina is beslist een knappe verschijning, maar voor een gelovig<br />
meisje is het heel moeilijk in de Oekraïne een man te vinden.<br />
De reden is, dat er in de gemeenten een groot overschot aan<br />
vrouwen is. Mannen voelen zich weinig tot het E<strong>van</strong>gelie aangetrokken.<br />
Het is niet ‘macho’ om christen te zijn. En als je als<br />
man dan toch zielepijn hebt, dan ga je niet voor bemoediging
89<br />
naar de Heer, maar je neemt je toevlucht tot de alcohol, net als<br />
je biologische vader, net als een groot deel <strong>van</strong> de mannelijke<br />
bevolking <strong>van</strong> de vroegere Sovjet Unie.<br />
Als gelovige jongedame moet je er rekening mee houden, dat je<br />
nooit een passende echtgenoot zult vinden. Sommige gelovige<br />
meisjes verlagen hun ‘standaard’ door dan toch maar met een<br />
ongelovige jongeman te trouwen, in de hoop, dat die toch wel<br />
een keer gelovig zal worden; een wens die slechts zelden in vervulling<br />
gaat.<br />
Nina heeft een klein schoonheidsfoutje. Als kind had ze ooit<br />
een oogontsteking, waardoor een deel <strong>van</strong> het netvlies <strong>van</strong> haar<br />
rechteroog beschadigd raakte. Sindsdien staat haar rechter oog<br />
niet meer in lijn met haar linker oog. Ze kijkt dus scheel. Het<br />
aparte is, dat soms haar ogen bijna gelijk staan en even later<br />
kijkt haar rechteroog weer teveel naar buiten (naar rechts).<br />
Voor een jong meisje is dat toch vrij traumatisch, vooral wanneer<br />
je een keer meemaakt, dat een knappe jongeman daarop<br />
afknapt of dat bij een sollicitatie een toekomstige werkgever<br />
niet weet, hoe hij je aan moet kijken.<br />
Ze had haar bezorgdheid al eens met me gedeeld. “Zal ik ooit<br />
wel een man vinden, die de Heer dient? Ik wil graag een gezin,<br />
maar zal er wel iemand op mij vallen?”<br />
Ik vertel haar dan, dat ze er mooi en aantrekkelijk uitziet, en<br />
dat haar ene oog geen beletsel zal zijn voor die unieke man,<br />
die God voor haar heeft. Maar natuurlijk maakt zoiets haar onzeker.<br />
Vriendinnen om je heen vinden iemand en jij wordt een<br />
muurbloempje.<br />
We hadden een dag <strong>van</strong> bediening.<br />
Alyson was ook naar Lviv gekomen en zo konden we twee<br />
teams vormen en met twee keer zoveel mensen bidden. Ik<br />
werkte samen met Nina. De een na de ander kwam binnen voor<br />
gebed of een profetisch woord.<br />
Gedurende deze dag <strong>van</strong> bediening kwamen een aantal vrouwen<br />
langs bij mij en Nina. De eerste was een slanke brunette<br />
met mooie ogen. Ik begon over haar te profeteren en ze barstte
90<br />
in tranen uit. Het vertroostende woord had heel diep haar hart<br />
geraakt. Ze had diepe pijn.<br />
Ze vertelde ons, hoe twee dagen tevoren de rechtszaak tussen<br />
haar en haar man was afgesloten met een echtscheiding. De reden<br />
was alcoholisme en huiselijk geweld. Nu stond ze er alleen<br />
voor met haar dochtertje.<br />
Een half uurtje later verscheen de volgende vrouw in onze gebedskamer.<br />
Zij maakte deel uit <strong>van</strong> het worshipteam <strong>van</strong> de gemeente.<br />
Ze was me direct opgevallen. Na het profetische woord<br />
vertelde ze ons onder tranen, dat ze drie maanden eerder gescheiden<br />
was.<br />
Later op die dag kwam een derde jongedame aan de beurt.<br />
“Aanstaande donderdag vindt de rechtszitting plaats, waarop<br />
onze scheiding wordt uitgesproken. Mijn man is ieder weekend<br />
dronken en slaat me. Ik kan het niet meer uithouden”.<br />
Maar we waren nog niet klaar. Een vierde kwam voor bediening.<br />
Ze had een schattig dochtertje bij zich. “Kunt u voor mijn<br />
man bidden? Ik hou zoveel <strong>van</strong> hem en hij kan het niet helpen.<br />
Hij zit aan de drugs en daardoor brengt hij geen geld binnen in<br />
het gezin. Alles wat hij eventueel verdient, gaat op aan drugs.<br />
Ik moet proberen alleen het geld bij elkaar te brengen voor de<br />
huur en ons eten, want <strong>van</strong> hem komt geen enkele bijdrage.<br />
En dan heb ik ook nog schulden, want hij werd laatst gearresteerd<br />
wegens drugshandel en ik moest de borgsom betalen om<br />
hem uit de ge<strong>van</strong>genis te houden.<br />
Ik keek Nina aan. Dit huwelijk gaat niet standhouden. Door<br />
haar verliefdheid is ze nog in staat om hem door een roze bril<br />
te bekijken, maar daaraan komt onvermijdelijk een einde. Niemand<br />
houdt dat op de langere termijn vol.<br />
Ten slotte kwam er nog een iets oudere vrouw; een jaar of 45.<br />
Ze was bijzonder charmant en knap. Ze kwam voor genezing<br />
<strong>van</strong> haar oog. Aan een oog had ze grijze staar. Het was duidelijk<br />
te zien. Ik had er wel geloof voor, omdat ik de laatste tijd wel<br />
vaker ogen heb zien genezen. Maar onze bediening had geen
91<br />
direct resultaat. De pupil bleef grijs en ze kon met dat ene oog<br />
niets zien.<br />
Uiteindelijk vroeg ik haar: “Kunt u geen operatie krijgen?” “Jawel”,<br />
zei ze, “maar dat kost veel geld”. Ik kon natuurlijk niet<br />
in haar portemonnee kijken. Ze zag er heel beschaafd en zeer<br />
verzorgd uit; bepaald niet armoedig.<br />
“Wat zegt uw man hier<strong>van</strong>? Ik bedoel over een staar-operatie?”<br />
vroeg ik. “Mijn man heeft gezegd: Ik ga geen enkele cent aan<br />
je oog besteden. Je oogprobleem is je eigen schuld, dan had je<br />
maar niet zoveel boeken moeten lezen!”<br />
Ik was verbijsterd over zoveel botheid, zoveel domheid en zoveel<br />
liefdeloosheid. ‘Staar’ wordt helemaal niet veroorzaakt<br />
door het lezen <strong>van</strong> boeken. Dat kan iedere arts of verpleegster<br />
u uitleggen. Maar ik kan niet begrijpen, dat je als echtgenoot zo<br />
bot bent naar je eigen vrouw.<br />
Ik ga er <strong>van</strong> uit, dat je als echtgenoot het levensgeluk <strong>van</strong> je<br />
partner op het oog hebt en dat je heel ver zult gaan om het geluk<br />
en de gezondheid <strong>van</strong> je partner te bevorderen. En dan nog<br />
wel zo’n charmante, lieve en zachtmoedige vrouw, zoals die nu<br />
voor ons zat.<br />
Tegen alle protocol in om geen verontwaardiging te tonen, kon<br />
ik me toch niet helemaal inhouden. Zeker toen ze de kamer had<br />
verlaten, moest ik even naar Nina afreageren: “Snap jij dat nou?<br />
Zo’n charmante vrouw? Die man is haar helemaal niet waard.<br />
Hij heeft geen idee, wat voor kostbare vrouw hij heeft. Hij behandelt<br />
haar als vuilnis! En dan is hij zo dom!”<br />
Nina knikte.<br />
Aan het eind <strong>van</strong> onze bedieningstijd keken wij elkaar aan.<br />
“Nina, het was een zware dag. Hoe voelt dat nu? Hoe sta je nu<br />
in je wanhopige gevoel, of je wel een man zult krijgen?”<br />
Ze keek me aan en zei: “Ik heb <strong>van</strong>daag een harde les geleerd.<br />
Ik lever mijn verlangen in bij God. En ik ga rustig afwachten<br />
of- en wanneer hij iemand voor mij heeft. Want wanneer dit een<br />
te grote rol in mijn leven zou blijven spelen, eindig ik net zoals<br />
deze zusters, die wij <strong>van</strong>daag hebben bediend”.
92<br />
Hoofdstuk 12 Alyson<br />
Dit verhaal gaat over iemand, die ik goed ken en met wie ik<br />
graag samenwerk. Haar naam is Alyson Giblett. Ik heb haar gevraagd<br />
of ik haar levensgeschiedenis of althans een deel er<strong>van</strong>,<br />
mee mocht nemen in een boek en het was OK.<br />
Op het moment <strong>van</strong> schrijven woont Alyson in Kiev in een klein<br />
appartementje, dat ze met een andere vrouw deelt. Al sinds 1993<br />
woont en werkt ze in de voormalige Sovjetunie. Ze is betrokken<br />
bij een programma, dat voorkomt dat (ex)drugsverslaafden<br />
terugvallen in hun oude verslaving.<br />
Alyson Giblett (midden) met Lliudmyla en Veniamin<br />
Het staat bekend onder de naam Genesisproces. Het gaat daarbij<br />
vooral om het herstel <strong>van</strong> de door God bedoelde identiteit,<br />
die gebaseerd is op de liefde <strong>van</strong> God. Deze identiteit heeft geen<br />
behoefte meer aan de oude troostmechanismen, zoals drugs of<br />
alcohol. Dit Genesisproces maakt gebruik <strong>van</strong> kleine therapiegroepen,<br />
waarbij men elkaar aanmoedigt om de liefde <strong>van</strong> God<br />
te ont<strong>van</strong>gen en niet terug te keren tot de pseudo troost <strong>van</strong><br />
verslavingen.
93<br />
Alyson geeft door de hele voormalige Sovjet-Unie cursussen,<br />
die voornamelijk worden bijgewoond door de begeleiders <strong>van</strong><br />
drug-rehabilitatie-centra.<br />
Zo is ze de ene week in Georgië en de andere weer in Moldavië.<br />
Haar woonplaats is de laatste 7 jaar Kiev, maar ze heeft op<br />
verschillende plekken gewoond, o.a. in het Oeralgebergte op de<br />
grens met Siberië.<br />
Hoe kom je als alleenstaande jonge vrouw hier terecht?<br />
Alyson groeide op in een zendingsgezin. Ze werd geboren in<br />
Engeland, maar al heel jong vertrokken haar ouders naar het<br />
buitenland. Gedurende haar kinderjaren woonde het gezin in<br />
Thailand en gedurende haar tienertijd verbleven ze in Papoea-<br />
Nieuw-Guinea.<br />
“Dat waren de leukste jaren <strong>van</strong> mijn leven. Ik ging er <strong>van</strong> mijn<br />
elfde tot mijn negentiende naar school, had er vriendinnen en<br />
we waren gelukkig. Het was een tijd vol warmte, waarin we<br />
als gezin bij elkaar waren en waaraan ik voornamelijk prettige<br />
herinneringen heb”, vertelt ze.<br />
Maar aan alle moois komt een keer een eind. Alyson rondde de<br />
highschool af, toen ze 19 jaar oud was en ook haar 18 jaar oude<br />
broer voltooide zijn vooropleiding. In Papoea-Nieuw-Guinea<br />
was geen geschikte vervolgopleiding. Dat betekende, dat de<br />
beide oudste kinderen in het buitenland, in dit geval Australië,<br />
zouden moeten gaan studeren.<br />
Het hele gezin reisde af naar Australië, waar vader Giblett een<br />
auto huurde en zijn beide oudste kinderen bracht naar de twee<br />
verschillende opleidingsinstituten, waar zij zouden gaan studeren.<br />
Voor Alyson was het allemaal nogal gecompliceerd, omdat<br />
de school, waarop de keuze was gevallen, toch niet geschikt<br />
bleek te zijn. Zodoende moesten haar ouders haar weer ophalen<br />
en naar een ander opleidingsinstituut brengen.<br />
Het afscheid nemen is altijd moeilijk, zeker als je weet, dat je elkaar<br />
langere tijd niet meer zult zien, omdat eenvoudig het geld<br />
ontbreekt om voor de vakanties even <strong>van</strong> Australië naar Nieuw<br />
Guinea te reizen.
94<br />
Maar er is nu eenmaal geen keus. Nadat eerst haar broer was afgezet,<br />
was het nu Alyson’s beurt om met enige tranen afscheid<br />
te nemen <strong>van</strong> haar ouders en haar 13 jaar oude zusje. Zij zou<br />
met de ouders mee terugkeren naar Papoea Nieuw Guinea.<br />
De auto reed weg, terwijl het jongste zusje <strong>van</strong>af de achterbank<br />
zwaaide, zolang ze nog in het zicht was. Haar ouders zouden<br />
voor terugkeer nog langs gaan bij Australische vrienden, die<br />
ongeveer 1000 km. verderop woonden.<br />
En toen gebeurde het. Het jongste zusje lag op de achterbank te<br />
slapen, toen de auto verongelukte. De auto sloeg meerdere keren<br />
over de kop. Beide ouders waren op slag dood. Het meisje<br />
op de achterbank overleefde zwaargewond het ongeluk.<br />
Toen de politie op de plaats des onheils arriveerde, konden zij<br />
wel de personalia <strong>van</strong> de slachtoffers achterhalen, maar ze hadden<br />
geen idee, waarheen de ouders op weg waren en ook wisten<br />
ze niet, dat er nog twee andere kinderen ergens op universiteiten<br />
in Australië verbleven.<br />
Het gezin waar Alyson’s ouders op bezoek zouden gaan,<br />
wachtte te vergeefs op hun aankomst. Ze maakten zich niet<br />
direct ongerust, want bij zulke grote afstanden, valt de reistijd<br />
vaak moeilijk te schatten. Pas toen zij de volgende avond op de<br />
nieuwsberichten hoorden, dat er een ernstig ongeluk was gebeurd,<br />
waarbij een Engels echtpaar om het leven was gekomen,<br />
raakten ze bezorgd.<br />
Ze informeerden naar de identiteit <strong>van</strong> het Britse echtpaar en<br />
ontdekten tot hun verbijstering, dat het inderdaad de familie<br />
Giblett betrof. Omdat het 13 jarig dochtertje in een ziekenhuis<br />
in coma lag, besloten ze direct af te reizen naar de plaats des<br />
onheils en het ziekenhuis.<br />
Daar kwamen ze pas een dag later aan. Inmiddels waren er<br />
sinds het ongeluk twee dagen verlopen en Alyson en haar broer<br />
wisten nog <strong>van</strong> niets.<br />
Inmiddels had Alyson kennisgemaakt met een paar <strong>van</strong> haar<br />
klasgenoten, waar<strong>van</strong> sommigen ook een E<strong>van</strong>gelische kerk bezochten.<br />
Met één <strong>van</strong> hen sloot ze direct vriendschap.
95<br />
Toen werd ze ineens bij de decaan <strong>van</strong> de school geroepen, die<br />
met een bezorgd gezicht de verschrikkelijke mededeling moest<br />
doorgeven: “Er is een ongeluk gebeurd. Je ouders zijn beiden<br />
overleden en je zusje ligt in coma in een ziekenhuis”.<br />
Een wereld stort in. Je hart staat stil. Alles komt ineens op je af.<br />
Je ouders beiden dood! Je zusje zwaargewond. Je gezin is weg.<br />
Je kent niemand in dit land. Je naaste verwanten wonen in Engeland<br />
en dat is heel ver weg. Wat nu? Weet mijn broer het al?<br />
Hoe gaan we als gezin overleven?<br />
Haar nieuwe vriendin reageerde spontaan: “Ik blijf <strong>van</strong>nacht bij<br />
je slapen. dan ben je tenminste niet alleen”.<br />
Ze was een engel. Alyson praatte tegen haar aan en stelde de<br />
vragen, die niemand kon beantwoorden: “Waarom? Hoe nu<br />
verder?” En terwijl Alyson praatte, viel haar klasgenoot ongemerkt<br />
in slaap. Alyson praatte gewoon door en zonder het te<br />
merken, praatte ze tegen zichzelf. “Misschien was hun leven<br />
gewoon klaar en hun taak volbracht?”<br />
Het gaat er nu even niet om, of hier theologisch de juiste antwoorden<br />
werden gegeven, maar in het gesprek met haar slapende<br />
klasgenoot, of liever het gesprek met zichzelf, vond Alyson<br />
vrede en kreeg alles een plekje. Door haar eigen woorden<br />
sprak God tot haar.<br />
Uiteindelijk viel ze zelf ook in slaap en werd de volgende morgen,<br />
wel met veel verdriet, maar zonder paniek, in de vrede <strong>van</strong><br />
God wakker.<br />
De tijd erna was ronduit chaotisch: de begrafenis, het overkomen<br />
<strong>van</strong> een oom uit Engeland en de beslissing om toch maar<br />
in Australië te blijven en de opleiding af te maken, de problemen<br />
om een verblijfsvergunning en een beurs te krijgen.<br />
Het duurde maanden voordat het jongere zusje enigszins was<br />
hersteld en kon gaan revalideren. Ondertussen moest Alison de<br />
rol <strong>van</strong> moeder overnemen, zowel voor haar zusje als voor haar<br />
broer. Iemand moest het gezin bij elkaar houden. De tijd erna<br />
zou heel ingewikkeld worden.<br />
De ouders hadden kort tevoren, voor het geval dat... een paar
96<br />
vrienden in Engeland gevraagd om voor de kinderen te zorgen,<br />
als er iets zou gebeuren. Het bewuste echtpaar was eigenlijk op<br />
die taak niet voorbereid, maar zij besloten hun belofte waar te<br />
maken en het jongere zusje naar Engeland te halen.<br />
Daar was ze ongelukkig en zag uit naar de dag, dat ze weer met<br />
haar oudere broer en zus verenigd kon worden.<br />
Uiteindelijk keerden ook Alyson en haar broer terug naar Engeland.<br />
Het jongere zusje hoopte, dat ze met z’n drieën misschien een<br />
soort <strong>van</strong> gezin zouden kunnen vormen, maar dat was <strong>van</strong>wege<br />
de te volgen opleidingen niet mogelijk. Door de teleurstelling<br />
ontstond een verwijdering. Nadat ze 18 was geworden, emigreerde<br />
het jongere zusje enigszins verbitterd naar Australië en<br />
woont daar nog altijd.<br />
Dit is natuurlijk een verschrikkelijk verhaal. Maar tegelijkertijd<br />
heeft deze geschiedenis iets <strong>van</strong> een opstanding uit de doden.<br />
Ik ken zo veel mensen, die om kleine redenen, een afwijzing,<br />
een teleurstelling in medegelovigen, de gemeente en zelfs de<br />
Heer de rug toe keren.<br />
En wanneer het gaat om het zien of meemaken <strong>van</strong> zinloos<br />
of ondraaglijk lijden, dan klinkt al snel het verwijt naar God:<br />
“Waarom laat U dit toe? had U dit niet kunnen voorkomen?”<br />
Al snel is er een excuus om God de rug toe te keren of althans<br />
als actief gelovige af te haken. Overal kom ik zulke mensen tegen<br />
en ze worden ook nog verontschuldigd: “Ja, ze hebben zoveel<br />
meegemaakt, ze zijn zo teleurgesteld in het leven, dat ze<br />
God zijn kwijtgeraakt”.<br />
En dan kijk ik naar Alyson. Negen jaar na het ongeluk zou ze<br />
zelf als zendelinge haar land verlaten en vertrekken naar de<br />
voormalige Sovjet-Unie. Zij wandelt, ondanks alles, in haar bestemming.<br />
Heeft ze het gemakkelijk? Nee, beslist niet. In haar leven zouden<br />
er nog meer moeilijke situaties volgen. Maar zij ontdekte<br />
het hart <strong>van</strong> God en ontdekte, dat God voor haar een roeping,<br />
een bestemming, had.
97<br />
Ergens mag zij treden in het voetspoor <strong>van</strong> haar kostbare ouders.<br />
Je zou het niet zeggen, maar zij is de draagster <strong>van</strong> de<br />
zegen, die duizenden generaties omspant, die geldt voor de<br />
kinderen <strong>van</strong> hen die God liefhebben.<br />
En niet alleen is zij de draagster <strong>van</strong> die zegen, maar zij leeft<br />
<strong>van</strong>uit die zegen en wandelt over de aarde, terwijl zij overal iets<br />
moois achterlaat. Gaat het altijd makkelijk? Zeker niet!<br />
Als vrouwelijke zendelinge heb je het in Oost-Europa niet gemakkelijk.<br />
Je moet tegen allerlei vooroordelen opboksen. Onder<br />
de Oost-Europese gelovigen heerst nog sterk de gedachte, dat<br />
iedere vorm <strong>van</strong> prediking en onderwijs een mannenzaak is.<br />
Een vrouw hoort niemand te onderwijzen, hooguit haar kinderen,<br />
hooguit de zondagsschool.<br />
En te midden <strong>van</strong> dat alles is er geen bitterheid, maar standvastigheid<br />
en toewijding.<br />
En dan stel je natuurlijk de vraag, of zij dan zo’n sterke persoonlijkheid<br />
is, een dominante dame. Nee, helemaal niet. Ze is heel<br />
gewoon, soms zelfs heel kwetsbaar.<br />
Waarom is zij dan, wat zij is? Dat is Gods liefde en genade!<br />
Er is echter een ‘maar’. Je moet je openstellen voor die genade<br />
en liefde. Je moet er in gaan staan.<br />
Ik weet waarover ik praat. God heeft aan mij een dergelijke genade<br />
en liefde bewezen, maar ook ik moest er in gaan staan.<br />
Ook ik moest geen verwijten aan Gods adres maken.<br />
Maar mijn roep om hulp, zonder verwijt, werd door Hem op<br />
een verbazingwekkende manier verhoord. Daardoor ben ik nu<br />
sterker dan ooit.<br />
Datzelfde zie ik bij Alyson. Sterker dan ooit! Voortdurend<br />
groeiend in zalving en kracht, voortdurend op ontdekkingsreis,<br />
naar wat God nog voor haar heeft. En dat is nog heel veel.
98<br />
Hoofdstuk 13 Serhiy<br />
Tijdens een <strong>van</strong> mijn reizen naar de Oekraïne leerde ik Serhiy<br />
en zijn vrouw Liudmyla kennen. We ontmoetten elkaar kort in<br />
het gangpad <strong>van</strong> een samenkomst, waar Dmytro, Iryna en ik<br />
een seminar gaven.<br />
Ik weet nog niet, waarom het gebeurde. We konden nauwelijks<br />
met elkaar communiceren, omdat beiden geen Engels spraken.<br />
Zomaar, zonder duidelijke reden, nodigde ik hen beiden uit<br />
naar Nederland te komen om kennis te maken met onze HealingRooms.<br />
Ik gaf hun een visitekaartje en liep weer verder. Tijdens<br />
het hele seminar had ik verder niemand uitgenodigd om<br />
te komen!<br />
Serhiy en Liudmyla op de Alkmaarse Kaasmarkt<br />
Een paar weken later kreeg ik een e-mail uit de Oekraïne, opgesteld<br />
door de broer <strong>van</strong> Liudmyla, om op de uitnodiging terug<br />
te komen.<br />
Het had nog heel wat voeten in de aarde om visa te krijgen, voor<br />
Serhiy, Liudmyla en haar broer Veniamin (Benjamin), die zou<br />
vertalen. Het was maar gelukkig, dat ik een kleine stichting
99<br />
leid (Stichting Delina), die voor de uitnodiging garant stond.<br />
Ik kon goedkope tickets vinden en moest ook een verzekering<br />
afsluiten voor het geval een <strong>van</strong> hen medische zorg nodig zou<br />
hebben.<br />
Enige tijd later kon ik hen drieën ophalen <strong>van</strong> het vliegveld <strong>van</strong><br />
Dortmund. Tegelijkertijd kwam ook Alyson Giblett uit Kiev, om<br />
kennis te maken met de HealingRooms.<br />
In het totaal bezochten we 8 HealingRooms in Nederland, waar<br />
zij konden deelnemen aan de bediening, zodat ze echt ervaring<br />
zouden krijgen in de manier, waarop wij de bediening doen.<br />
Het waren prettige gasten. Ze waren dankbaar met alles en zeer<br />
behulpzaam. Gedurende de 13 dagen, dat ze bij me waren, heb<br />
ik niet een keer hoeven afwassen. Op de enige ochtend, dat we<br />
konden uitslapen, werd ik wakker <strong>van</strong> geluiden in de tuin.<br />
Ze waren begonnen mijn hele tuin op te ruimen (die was door<br />
het vele reizen behoorlijk verwaarloosd). Liudmyla en Alyson<br />
vroegen om mijn autosleutels en maakten het interieur schoon.<br />
Dat was na een paar jaar ‘niet zuigen’ wel erg hard nodig.<br />
Op de momenten, dat we tijd hadden en lekker lang aan tafel<br />
zaten, kwamen de verhalen. Serhiy is een tengere man met een<br />
gevoelig gezicht. Toen ik een keer over hem profeteerde, ging<br />
het woord vooral over zijn bediening onder gekwetste mensen.<br />
Serhiy stamt uit een geslacht <strong>van</strong> predikers (dat geldt trouwens<br />
ook voor Liudmyla en haar broer Veniamin).
100<br />
Deze roeping lag ook op het leven <strong>van</strong> Serhiy. Al jong gaf hij<br />
zijn leven aan Jezus. Dat had in die tijd nog verstrekkende gevolgen.<br />
Voor 1989 werden de gelovigen in de Sovjetunie gewoon vervolgd<br />
en hun kinderen op school belachelijk gemaakt door de<br />
leraren. Hij weet, wat het is om als jong gelovige gediscrimineerd<br />
te worden.<br />
In de gemeente, waar zijn vader voorganger was, begon Serhiy<br />
al jong mee te werken als een soort <strong>van</strong> e<strong>van</strong>gelist. Natuurlijk<br />
kon dat niet in het openbaar, maar uitsluitend in de privé sfeer.<br />
Rond zijn 20e levensjaar werd Serhiy ziek. Hij kreeg zulke zware<br />
problemen met zijn longen, dat hij in het ziekenhuis moest<br />
worden opgenomen. De artsen pompten ruim 3 liter vocht uit<br />
zijn longen. Daarbij verloor Serhiy het bewustzijn. Hij werd opgenomen<br />
op intensive care.<br />
Langzaam werd Hij wakker en zag vaag witte gestalten om zijn<br />
bed.<br />
“Ben ik al in de hemel?” dacht hij. Maar terwijl de witte gestalten<br />
om zijn bed duidelijker zichtbaar werden, voelde hij een<br />
diepe pijn in zijn longen. “Dit kan de hemel niet zijn. Daar is<br />
immers geen pijn meer”. De witte gestalten om zijn bed bleken<br />
artsen en verpleegsters te zijn, die de arme patiënt kwamen bezichtigen.<br />
Langzaam werd alles helder. Slangen, infusen en een tube naar<br />
zijn luchtpijp; overal deed het pijn. De hoofdarts, die zag dat<br />
de patiënt bezig was terug te keren tot bewustzijn, tikte voorzichtig<br />
tegen zijn wang. “Kunt u mij horen?” vroeg hij. Serhiy<br />
knikte zwakjes en keek de dokter aan.<br />
“Ik heb een verdrietige mededeling voor u. U hebt geen tuberculose”.<br />
Serhiy’s ogen werden vraagtekens. ‘Geen tuberculose’<br />
is toch positief. Dat betekent, dat je die gevaarlijke ziekte niet<br />
hebt. Waarom zou dat verdrietig zijn?<br />
“Als u tuberculose had, konden we u met de huidige stand <strong>van</strong><br />
wetenschap genezen. Maar u hebt longkanker en daartegen
101<br />
hebben we geen medicijnen. We kunnen niets voor u doen”.<br />
Op dat moment kon het Serhiy niet zoveel schelen. Hij voelde<br />
zich doodziek. Tegelijkertijd bedacht hij: “Mijn leven is in<br />
de hand <strong>van</strong> God. Niet de doctoren, maar Hij heeft het laatste<br />
woord”.<br />
In de erop volgende dagen, raakte Serhiy regelmatig het bewustzijn<br />
kwijt. Toch stabiliseerde de toestand zich enigszins en<br />
kon de tube met zuurstof uit zijn keel worden verwijderd.<br />
Voortdurend werden er op intensive care nieuwe mensen binnengebracht.<br />
Meestal bleven ze niet lang. Meestal werden ze<br />
pas gebracht, wanneer ze op sterven lagen.<br />
Kort na het verwijderen <strong>van</strong> de tube, kreeg Serhiy een nieuwe<br />
buurman. De man had ook kanker. Hij was sterk vermagerd.<br />
Serhiy was in staat te spreken. Hij vroeg zijn buurman, waarom<br />
hij op intensive care lag. “Ik heb darmkanker”, zei de man. Zijn<br />
gezicht verried, dat hij pijn had.<br />
“Ik heb longkanker”, zei Serhiy. “Als ik sterf, is het niet zo erg.<br />
Ik ga naar de hemel, naar God”. De man zuchtte. “Als ik sterf...<br />
Ik denk dat ik naar de hel ga”, reageerde de man vermoeid.<br />
“Maar dat hoeft niet”, antwoordde Serhiy. “Je kunt je leven aan<br />
Jezus geven. Wanneer je dat doet, zal Hij je opwachten en binnenbrengen<br />
in de hemel”.<br />
“Ik denk niet, dat Jezus mij nog wil hebben. Mijn moeder was<br />
gelovig en ze heeft me erover verteld. Maar ik trok me er niets<br />
<strong>van</strong> aan. Ik heb een wild leven geleid. Ik heb te veel gezondigd.<br />
Voor mij valt er niets te verwachten, dan afgewezen te worden.<br />
Nu is het gewoon te laat!”<br />
Dat sloeg Serhiy niet uit het veld. Hoe beroerd hij zichzelf ook<br />
voelde, hij vertelde het verhaal <strong>van</strong> de moordenaar aan het<br />
kruis, die zijn leven ook grondig had verprutst. Op het laatste<br />
moment, toen hij al aan het kruis hing om te sterven, werd hij<br />
door Jezus gered.<br />
Daar was niet veel voor nodig. Hij hoefde alleen maar te belijden,<br />
dat hij gezondigd had en te zeggen: “Heer gedenk mijner
102<br />
als U in uw koninkrijk komt”. En de Heer antwoordde hem:<br />
“Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn”.<br />
De woorden kwamen op het goede moment.<br />
Even later kon Serhiy met zijn kamergenoot bidden en hij aanvaardde<br />
Jezus als zijn verlosser.<br />
Veel tijd om verder te praten was er niet. Serhiy voelde dat hij<br />
wegzakte in een diepe bewusteloosheid. Misschien was het<br />
spreken wel te inspannend geweest.<br />
Een paar uur later kwam hij weer langzaam bij. Er was een<br />
verpleegster bezig met het bed naast hem. “Waar is mijn buurman?”<br />
bracht hij er met enige moeite uit. Geschokt keek de verpleegster<br />
op en draaide zich naar hem toe.<br />
“Die is een uur geleden gestorven. Hij lag dood in het bed, maar<br />
met een grote glimlach op zijn gezicht, alsof hij heel gelukkig<br />
was”. Serhiy kon even niets zeggen. Dood... jawel, maar: “Heden<br />
zult gij met mij in het paradijs zijn”.<br />
Dood, maar gered; op het laatste moment.<br />
In het totaal verbleef Serhiy anderhalf jaar in het ziekenhuis.<br />
Zijn toestand was dramatisch. Iedere keer moest hij weer naar<br />
de intensive care worden gereden, omdat hij stervende was. Regelmatig<br />
verloor hij het bewustzijn, maar iedere keer kwam hij<br />
weer bij. Het was niet duidelijk, wat er nu met hem aan de hand<br />
was. De medicijnen sloegen niet aan, maar het definitieve sterven<br />
kwam ook niet.<br />
En iedere keer waren er die bijzondere ontmoetingen op de intensive<br />
care. Steeds weer lagen er stervende mensen naast hem<br />
en meestal was er dat laatste gesprek. Bijna niemand weigerde<br />
op die plek, zo pal voor de poort <strong>van</strong> de eeuwigheid, het gebed,<br />
dat Serhiy hun aanbood. De meesten aanvaardden Jezus pal<br />
voor hun sterven. In de anderhalf jaar, dat Serhiy in het ziekenhuis<br />
en op de intensive care lag, leidde hij 50 mensen tot Jezus.<br />
In de eeuwigheid zal hij ze allemaal terug zien.<br />
Ergens irriteerde hem dat ook. Het is geweldig om mensen te<br />
redden voor de eeuwigheid, maar het heeft iets tragisch, wan-
103<br />
neer niemand <strong>van</strong> deze mensen overleeft om over die redding<br />
te vertellen.<br />
“Heer, ik heb daar moeite mee. U bent toch ook gestorven voor<br />
de ziekten <strong>van</strong> de mensen? In Uw striemen is toch genezing?<br />
Heer ik wil dit niet langer. Ik wil dat ze blijven leven!”<br />
Kort daarna ging het weer mis. Tijdens een vlaag <strong>van</strong> benauwdheid<br />
verloor Serhiy weer het bewustzijn en weer werd zijn bed<br />
naar intensive care gereden. Toen hij weer bijkwam en de tube<br />
uit zijn mond werd verwijderd, lag er weer iemand naast hem;<br />
iemand die op sterven lag.<br />
Weer ontstond dat eigenaardige gesprek, dat Serhiy al zo vaak<br />
gevoerd had. En ook deze man gaf zijn leven aan Jezus, vlak<br />
voor de poorten <strong>van</strong> de eeuwigheid. Deze keer voegde Serhiy<br />
een paar woorden aan zijn gebed toe: “Heer Jezus, U bent voor<br />
deze man gestorven, niet alleen om hem voor de eeuwigheid<br />
te redden, maar ook voor zijn huidige gezondheid. Doe hem<br />
herleven!”<br />
Ineens werd het donker voor zijn ogen. Hij zakte weg in een<br />
toestand <strong>van</strong> bewusteloosheid. Enige uren later kwam Serhiy<br />
langzaam weer bij. Hij voelde zich ziek. Onwillekeurig keek hij<br />
naar het bed links <strong>van</strong> hem. Het was leeg. Hij had niet de moed<br />
om het de zuster, die even later kwam, te vragen wat er met<br />
zijn buurman gebeurd was. Twee dagen later was in zijn eigen<br />
toestand zoveel verbetering gekomen, dat hij weer naar de zaal<br />
gereden kon worden.<br />
De zuster duwde het bed door de gang. Plotseling werd de weg<br />
versperd door een man met een koffer. “Hallo Serhiy, ik ben<br />
het! Ik ben beter! Ik ben helemaal genezen! Ik ben net ontslagen<br />
uit het ziekenhuis. Mijn kanker is weg; helemaal verdwenen!”<br />
Serhiy moest even goed kijken. Het was zijn buurman, degene<br />
die naast hem had gelegen op intensive care; degene, die er niet<br />
meer was, toen hij was bijgekomen! Het was de man voor wie<br />
hij had gebeden. De man stond nu gezond voor hem. Hij was<br />
genezen!<br />
Het was trouwens de laatste keer dat Serhiy zelf op de intensive<br />
care had gelegen. Zijn toestand verbeterde zienderogen. Een
104<br />
paar weken later riep de longarts hem bij zich. “U bent beter”,<br />
zei hij. Serhiy antwoordde: “Ik weet het, ik voel het. Jezus heeft<br />
mij genezen”.<br />
De longarts schudde zijn hoofd. “Ik geloof niet in God of Jezus.<br />
Ik weet heus wel, dat je niet genezen bent door onze chemo-therapie.<br />
Voor longkanker is er nog geen medicijn. Maar de wetenschap<br />
kan nog niet alles verklaren. We weten nog niet precies,<br />
hoe het mogelijk is, dat soms het menselijke afweersysteem in<br />
staat is kanker te overwinnen.<br />
Voor mij staat vast: er is geen God en Hij heeft je niet genezen.<br />
Op een of andere manier heeft jouw eigen afweersysteem de<br />
kanker overwonnen. In die zin ben je een wonder”.<br />
Het had geen zin om een woordenstrijd aan te gaan. Een mens<br />
gelooft, wat hij wil geloven. Geloven is een kwestie <strong>van</strong> de wil,<br />
niet een kwestie <strong>van</strong> wel of niet kunnen geloven.<br />
Na het ziekenhuis keerde Serhiy terug naar zijn taak als e<strong>van</strong>gelist.<br />
Inmiddels was de tijd <strong>van</strong> perestrojka aangebroken. Er was<br />
meer openheid voor het E<strong>van</strong>gelie gekomen.<br />
Tot voor kort leidde Serhiy een gemeente in Sokal, 50 km. ten<br />
Noorden <strong>van</strong> Lviv (Lvov, Lemberg) in het uiterste Noordwesten<br />
<strong>van</strong> de Oekraïne, dichtbij de Poolse grens. Onlangs is hij<br />
begonnen met een bediening onder de zwervers en daklozen<br />
<strong>van</strong> Lviv (800.000 inwoners).<br />
Binnenkort hopen hij en zijn team een HealingRoom te openen<br />
in de stad Lviv. De focus ligt dichtbij zijn eigen hart. Het redden<br />
<strong>van</strong> kwetsbare mensen en het genezen <strong>van</strong> zieken door de<br />
kracht <strong>van</strong> Jezus.<br />
Een aantal jaren na zijn genezing trouwde Serhiy met Liudmyla.<br />
Zij en haar familie zijn Joods en tegelijk al in de vijfde generatie<br />
christelijke voorgangers <strong>van</strong> E<strong>van</strong>gelische gemeenten. Ze hebben<br />
drie prachtige kinderen.
105<br />
Hoofdstuk 14 Düsseldorf<br />
In de zomer <strong>van</strong> 2012 zou ik op uitnodiging <strong>van</strong> Dmytro en<br />
Iryna Smorzh opnieuw een reis naar de Oekraïene maken. Deze<br />
keer reisde Els de Rouwe, director <strong>van</strong> de HealingRooms in<br />
Baarn, met me mee. Op onze eindbestemming op ‘de Krim’ zou<br />
ook Alyson zich bij ons voegen. We reisden via Dusseldorf en<br />
Moskou en omdat we apart hadden geboekt, konden Els en ik<br />
niet naast elkaar zitten.<br />
Ik stap in Dusseldorf in het vliegtuig, dat me naar Moskou zal<br />
brengen. Ik heb een zitplaats in het midden <strong>van</strong> een rijtje <strong>van</strong><br />
drie en daarom wacht ik maar even, totdat de persoon, die aan<br />
het raampje komt zitten, is gearriveerd.<br />
Daar is ze al. Het is een kleine Chinese met een vriendelijk<br />
gezicht. Ik vraag: “Do you have the window-seat?”. Ze knikt.<br />
“Where are you from?” vraag ik haar. “From Taiwan”, zegt ze.<br />
Ik help haar even bij het verstouwen <strong>van</strong> haar handbagage in<br />
de ‘overhead compartments’, de bovenvakken. Daar kan zij met<br />
haar korte lengte niet bij.<br />
En terwijl ze zich omdraait om mij te passeren, zie ik een klein<br />
gouden kruisje op haar borst. Een gelovige! “Bent u een christen”,<br />
vraag ik haar. “Ik ben half Boeddhist en half Christen”,<br />
zegt ze.<br />
Het is wel apart. We zitten nog niet eens en we zijn al in een<br />
diep gesprek gewikkeld. Zo snel is dat nog nooit gebeurd.<br />
Ze gaat zitten en ik laat me in de stoel naast haar zakken. Vroeger<br />
zou een opmerking als “half Boeddhist en half Christen” in<br />
mij de hele dogmatiek, de apologetiek en de godsdienstfenomenologie<br />
hebben wakker gemaakt.<br />
Het is onmogelijk om tegelijkertijd Boeddhist en Christen te<br />
zijn. Ik zou direct in een discussie zijn gesprongen om aan te<br />
tonen, dat beide godsdiensten elkaar niet verdragen. Het is óf<br />
het een, óf het ander. Je moet kiezen!
106<br />
Maar ik ben inmiddels veranderd. Ik ben <strong>van</strong> mensen gaan<br />
houden. Ik oordeel niet meer zo snel. En trouwens, discussies<br />
zijn meestal zinloos.<br />
Ik kijk naar haar. Wat beweegt haar?<br />
Wanneer we eenmaal rustig zitten stel ik haar de vraag: “Wat<br />
trekt u zo aan in het Boeddhisme?” Ze proeft kennelijk, dat ik<br />
geen veroordelende houding heb. Ze zegt: “Ik vind dat er zoveel<br />
wijsheden in het Boeddhisme zitten”.<br />
“Daar hebt u gelijk in”, antwoord ik. Zij weet niet, dat ik vergelijkende<br />
godsdienstwetenschappen heb gestudeerd en dus heel<br />
veel <strong>van</strong> het Boeddhisme af weet.<br />
Dé belangrijkste stelling <strong>van</strong> de Boeddhistische wijsheid is, dat<br />
de begeerte, de begeerte naar bezittingen en comfort, de geldzucht,<br />
en de ambitie om iets of iemand te zijn, de oorsprong is<br />
<strong>van</strong> veel lijden.<br />
Het Boeddhisme streeft daarom naar onthechting. Een echte<br />
Boeddhist zal de dingen <strong>van</strong> deze wereld niet tot zijn eerste<br />
prioriteit maken, maar hij streeft naar geestelijke waarden, zoals<br />
vriendelijkheid en mededogen. Natuurlijk valt er over het<br />
Boeddhisme veel meer te zeggen. Het is en blijft een dwaalleer,<br />
waarbij de mens probeert zichzelf te verlossen, terwijl hij dat<br />
helemaal niet kan.<br />
Ik reageer dus op haar antwoord met: “Daar hebt u gelijk in.<br />
Het Boeddhisme heeft veel wijsheden. Maar het bijzondere is,<br />
dat u diezelfde wijsheden ook kunt vinden in de Bijbel. Daar<br />
lezen we <strong>van</strong> de apostel Paulus de uitspraak (1 Cor.7:29). Dit<br />
bedoel ik broeders, de tijd is kort. Ten slotte laten zij, die een vrouw<br />
hebben, zijn als zonder vrouw; die wenen als weenden zij niet; die<br />
blij zijn, als waren zij niet blij; die kopen als zouden ze er niets <strong>van</strong><br />
behouden; die <strong>van</strong> de wereld gebruik maken, als zouden zij haar niet<br />
ten einde toe gebruiken. Want het uiterlijk <strong>van</strong> deze wereld is bezig te<br />
verdwijnen.<br />
De Bijbel heeft dus ook de boodschap, dat je je niet te veel moet<br />
hechten aan de dingen <strong>van</strong> deze wereld, omdat dat alles <strong>van</strong><br />
voorbijgaande aard is”. Ze kijkt me vol verbazing aan. Haar
107<br />
kennis <strong>van</strong> de Bijbel is kennelijk heel gering en ze wist niet dat<br />
dergelijke dingen er in stonden.<br />
Omdat ik niet gelijk doordram en negatieve kanten <strong>van</strong> Boeddhisme<br />
opnoem, opent ze haar hart.<br />
Ze begint iets over haar zelf te vertellen. Ze is zakenvrouw. Ze<br />
heeft een hoge management-positie bij een Taiwanees elektronica<br />
concern in Oost-Europa.<br />
Daar heeft ze een huis, annex kantoorpand met personeel. Voor<br />
zichzelf heeft ze een huishoudster, een kokkin en een privéchauffeur.<br />
Behalve haar huis in Oost-Eurpa heeft ze ook een flat<br />
in West-Europa, waar ze terecht kan, als ze in het Westen moet<br />
zijn. Kortom haar leven is helemaal geslaagd.<br />
“Heeft u kinderen?” vraag ik. Ze kijkt me aan en schudt met<br />
haar hoofd. “Nee, ik ben nooit getrouwd geweest”, zegt ze met<br />
enige spijt in haar stem. Ik wil haar eigenlijk vragen, of ze de<br />
ware nooit is tegengekomen, maar ze is me voor.<br />
Toen ik 22 was, heeft iemand mij ten huwelijk gevraagd. Maar<br />
ik wilde niet. Niet <strong>van</strong>wege hem, maar <strong>van</strong>wege mijn ambities.<br />
Ik wilde per se zakenvrouw worden en onafhankelijk zijn. Dus<br />
daar heb ik me op gericht. Ik heb bereikt, wat ik wilde bereiken,<br />
maar nu ben ik 38 en het is waarschijnlijk te laat om nog iemand<br />
te vinden en nog kinderen te krijgen. Want nu ervaar ik dat als<br />
een groot gemis in mijn leven.<br />
“U hebt uw hele leven opgeofferd voor dat ideaal om onafhankelijk<br />
te zijn. U hebt zich ingezet voor een groot concern. Maar<br />
een dergelijk bedrijf is niet trouw aan u. Bedrijven hebben geen<br />
geweten, maar slechts aandeelhouders.<br />
Als zij beslissen, dat uw afdeling gesloten wordt en u overtollig<br />
bent, wordt er geen rekening gehouden met uw jarenlange<br />
trouwe inzet”, zeg ik.<br />
“Ik weet dat”, zegt ze. “Eigenlijk heb ik alles in mijn leven verkeerd<br />
gedaan. In Taiwan is het heel belangrijk, hoe je omziet<br />
naar je ouders. Ik heb mijn ouders in de steek gelaten. Ik zie ze<br />
hooguit drie keer per jaar, als ik voor een training op het hoofdkantoor<br />
in Taipei moet zijn.
108<br />
Twee jaar terug is mijn broer overleden. Dat was een enorme<br />
slag voor mijn ouders. Maar ik kon niet komen om hen te troosten.<br />
Mijn bedrijf eiste op dat moment alle aandacht op. Ik heb ze<br />
gewoon in de steek gelaten”.<br />
Ze ging verder: “En nu heb ik dan zogenaamd alles bereikt, wat<br />
ik wilde bereiken, maar ten koste <strong>van</strong> welke prijs? Ten koste<br />
<strong>van</strong> mijn ouders en ten koste <strong>van</strong> mijzelf, want zoals het er nu<br />
uitziet, zal ik geen kinderen meer krijgen. Straks blijf ik ook zelf<br />
alleen over, zoals ik mijn ouders alleen heb gelaten”.<br />
Ik zag de spijt in haar gezicht en ik was verbaasd over zoveel<br />
openheid. Daar zit je dan als twee mensen afkomstig uit twee<br />
verschillende werelden en zij vertelt mij de diepste dingen <strong>van</strong><br />
haar hart en toont haar spijt over de foute beslissingen die ze<br />
genomen heeft.<br />
Ik vertel haar over God, die intens <strong>van</strong> haar houdt en over de<br />
Here Jezus, die ons heeft vergeven en ons nieuwe kansen wil<br />
geven.<br />
Wat zou God tegen haar willen zeggen? Ik besluit het er op aan<br />
te laten komen en zeg tegen haar: “God zegt iets tegen mij over<br />
jou”. Ze kijkt me niet begrijpend aan. Ik herhaal het: “Jezus<br />
spreekt tot mij over jou. Ik wil het je graag vertellen”.<br />
Ik vraag of ik even haar hand mag vasthouden, zonder aarzelen<br />
reikt ze mij haar kleine hand toe. En ik begin met de woorden:<br />
“Dit is het woord <strong>van</strong> God voor jou. Hij zegt: mijn kind....”<br />
Het woord is eigenlijk heel liefdevol. Niet beschuldigend. Ze<br />
klaagt zichzelf meer dan genoeg aan. Als ik mijn ogen open doe,<br />
zie ik een paar kleine tranen. Ze weet zich niet goed houding te<br />
geven. Ze trilt een beetje. “Dank u wel”, fluistert ze.<br />
Na even zegt ze: “Ik moet u iets laten zien”. Ze pakt haar handtas<br />
en haalt er een boek uit. Het is in Chinees schrift. Ik heb dus<br />
geen idee, waar het over gaat. Dan zie ik ineens de naam <strong>van</strong><br />
de schrijver. Die staat in kleine Latijnse letters onderaan op het<br />
cover.
109<br />
‘Joel Osteen’, lees ik. Ik heb hem vaak genoeg op God TV gezien,<br />
wanneer hij stond te prediken in zijn megakerk in Houston. De<br />
man heeft altijd een heel positieve boodschap.<br />
“Mijn moeder heeft mij dit boek gegeven”, zegt ze, terwijl ze<br />
het vasthoudt alsof het voor haar buitengewoon kostbaar is. “Ik<br />
heb nog maar een hoofdstuk gelezen, maar ik wordt er zo blij<br />
<strong>van</strong>!”<br />
Van binnen moet ik lachen en ben tegelijkertijd ontroerd. Haar<br />
moeder is dus een gelovige vrouw, die voor haar dochter bidt.<br />
Daarom zit ik nu naast haar om haar weer een duwtje de goede<br />
richting op te geven.<br />
Het beetje Boeddhisme in haar leven kan nooit op tegen de<br />
Geest <strong>van</strong> God, die door het boek <strong>van</strong> Joel Osteen tot haar verder<br />
zal spreken. Ik weet, dat ze het eind <strong>van</strong> het boek niet haalt.<br />
Ik bedoel: Ik weet, dat ze, voordat ze het boek heeft uitgelezen,<br />
een kind <strong>van</strong> God zal zijn geworden. Ze is er bijna klaar voor.
110<br />
Hoofdstuk 15 Krasnoperekopsk<br />
Onze reis bracht ons eerst naar de stad Krasnoperekopsk op<br />
‘de Krim’, een schiereiland in de Zwarte Zee. De Krim is <strong>van</strong><br />
oudsher het vakantieverblijf geweest <strong>van</strong> rijke Russen. De Tsaren<br />
bouwden er hun paleizen en de Sovjet Elite hield er zomervakantie.<br />
Het toeval wil, dat mijn ene Roemeense ‘dochter’, Kate (voluit<br />
‘Ekaterina’) in Jalta, de belangrijkste badplaats <strong>van</strong> de Krim is<br />
geboren. Maar dat terzijde.<br />
Wij hielden dus een seminar in Krasnoperekopsk. Ik kan mij<br />
voorstellen, dat je over een dergelijke naam struikelt, wanneer<br />
je het probeert uit te spreken. Daarvoor moet je een Russische of<br />
Oekraïense mond hebben.<br />
Els de Rouwe, director <strong>van</strong> de HealingRooms Baarn (later ook<br />
Harderwijk) was ook meegekomen en ter plaatse voegde ook<br />
Alyson zich bij onze groep. Zo konden we meerdere bedieningsteams<br />
vormen.<br />
Krasnoperekopsk; Alyson, Iryna, ik, Anna Verenc en Els de Rouwe<br />
Het recept was hetzelfde als voorheen. Iryna en ik deden afwisselend<br />
de studies en wanneer Iryna aan de beurt was, hielp ik
111<br />
met de bediening <strong>van</strong> mensen. Dan vertaalde Alyson mij, terwijl<br />
Els werd bijgestaan door Anna Verenc, een Oekraïense medewerkster<br />
<strong>van</strong> Ellel ministries.<br />
Er gebeurden toch wel buitengewoon veel wonderen. Tijdens<br />
de bediening <strong>van</strong> Els genas een vrouw, die na een ongeluk haar<br />
stem was kwijtgeraakt. Ineens kon ze weer prachtig zingen.<br />
Verschillende mensen genazen spontaan na een lezing over vergeving,<br />
waarin ik mijn toehoorders aanmoedigde om even stil<br />
te zijn en te luisteren naar de Heilige Geest. “Is er iemand, die<br />
je nog moet vergeven? Misschien je ouders, misschien een exechtgenoot,<br />
iemand die je pijn heeft gedaan, een familielid of<br />
iemand uit de gemeente?”<br />
We namen er 5 minuten voor. Hier en daar hoorde ik zachtjes<br />
snikken. God was aan het werk. De volgende dag kwamen verschillende<br />
seminarbezoekers getuigen, dat God hen spontaan<br />
had genezen, nadat zij iemand hadden vergeven.<br />
Dan waren er de wonderen <strong>van</strong> geloof. Tijdens de bediening<br />
<strong>van</strong> Iryna werden verschillende mensen genezen, nadat ze in<br />
het geloof waren gaan staan, dat Jezus onze ziekten aan het<br />
kruis al heeft gedragen.<br />
Zelf wil ik er twee getuigenissen aan toevoegen, eigenlijk omdat<br />
het helemaal Gods werk was en niet het mijne.<br />
Een oudere vrouw kwam bij mij en Alyson. Ze vertelde dat ze<br />
tijdens het werk op het land een doorn in haar oog had gekregen.<br />
De doorn was tot diep in de oogbal doorgedrongen en een heftige<br />
ontsteking was het gevolg geweest. Sindsdien was de oogvloeistof<br />
vertroebeld en kon ze met dat oog nog maar heel weinig<br />
zien. Ik legde mijn hand op haar oog en stuurde de kracht<br />
<strong>van</strong> de Geest naar haar toe. De Heer maakte me duidelijk, dat ik<br />
mijn hand daar enige tijd moest houden.<br />
Na een minuut of wat ervoer ik, dat ik de proef op de som mocht<br />
nemen. Ik bereidde me er al op voor, dat er geen verbetering<br />
was opgetreden. Ik was niet helemaal zeker <strong>van</strong> mijn zaak. Mijn
112<br />
geloof was te klein! Maar onze zuster begon te dansen. Haar<br />
oog was weer helemaal helder. Ze sprong <strong>van</strong> blijdschap in het<br />
rond: “Ik kan alles weer zien,; mijn oog is weer helemaal helder.<br />
Dank U Jezus!” Het lag niet aan mijn geloof, maar aan het hare<br />
en de Heer verhoorde haar.<br />
‘s Avonds bij een <strong>van</strong> de zoutmeren <strong>van</strong> Krasnoperekopsk<br />
Ik had haar al zien lopen tijdens de pauze; een oud vrouwtje.<br />
Ze was opvallend klein. Ze liep op roze plastic Crock’s. Ik keek<br />
naar haar eigenaardig schuifelende manier <strong>van</strong> lopen. Wat was<br />
er met haar voeten aan de hand? Het leek wel alsof ze helemaal<br />
geen voeten had? Het leek wel of de stompjes <strong>van</strong> haar benen in<br />
die roze klompjes stonden? Maar ze liep.<br />
Ik besteedde er niet zoveel aandacht aan, want de pauze duurde<br />
maar kort.<br />
Toen stond ze opeens voor mij en Alyson in de bedieningsruimte.<br />
Het was haar beurt. Ik keek naar haar benen. “Wat is er met<br />
u gebeurd?” vroeg ik.<br />
“Ik ben onder een trein gekomen en die heeft mijn voeten er af<br />
gereden”. Ik huiverde bij de gedachte en durfde het mij niet eens<br />
voor te stellen. Het kwam ook niet in mij op om haar naar de
113<br />
omstandigheden <strong>van</strong> het ongeluk te vragen. Was het iemands<br />
schuld? Was het een ongeluk? Was het een poging tot...?<br />
Ik vroeg het niet. Ik denk, dat ik het ook niet goed durfde. “Wat<br />
kunnen we voor u doen?” vroeg ik, alsof dat niet <strong>van</strong>zelfsprekend<br />
was.<br />
Ze zei: “Ik heb vreselijke hoofdpijnen op dit moment. Kunt u<br />
daarvoor bidden?” Ik legde mijn handen op haar hoofd en liet<br />
de zalving <strong>van</strong> de Geest naar haar toestromen. En ik hield mijn<br />
handen daar, totdat de Heer me duidelijk maakte: “Het is genoeg!”<br />
Ik haalde mijn handen weg en keek haar aan. “En..?”<br />
vroeg ik.<br />
“Het is helemaal weg! Helemaal weg!” juichte ze.<br />
Maar nu? Daar staat iemand voor je met een overduidelijk probleem.<br />
Iemand zonder voeten. Wat ga je nu doen? Kon ik haar<br />
wegsturen en die voeten negeren? Ik vond <strong>van</strong> niet.<br />
“Dan gaan we nu voor uw benen bidden” zei ik. Maar hoe? Natuurlijk<br />
is het wel eens gebeurd in bijzondere genezingsbedieningen,<br />
dat ontbrekende ledematen zijn aangegroeid. Ik hoorde<br />
een dergelijk verhaal <strong>van</strong> Joan Hunter uit de USA.<br />
Zelf heb ik wel eens buitengewone wonderen meegemaakt,<br />
zoals kapotte hartkleppen, die ineens weer ‘heel’ waren na de<br />
bediening.<br />
Ik wist niet precies wat ik moest doen. Dus pakte ik haar onderbenen<br />
vast en stuurde de kracht <strong>van</strong> Jezus erheen. Misschien<br />
een minuut of 8 lag ik geknield voor haar. Toen was het genoeg.<br />
Dat wist ik.<br />
Ik keek naar haar benen. Geen voeten! Toch had ik de kracht <strong>van</strong><br />
God ervaren. Ik keek omhoog. Het kleine vrouwtje stond voor<br />
me. De ogen vol tranen. “Wat is er gebeurd?” vroeg ik haar.<br />
“Al die tijd, dat u mijn benen vasthield, zag ik Jezus pal voor mij<br />
staan. Het was zo geweldig!”<br />
Toen sprongen de tranen ook in mijn ogen.
114<br />
Hoofdstuk 16 Zij zullen gezichten zien<br />
In een ander hoofdstuk leg ik uit, hoe bij mij het ont<strong>van</strong>gen<br />
<strong>van</strong> gezichten is begonnen. Inmiddels ben ik twee jaar verder<br />
en ‘gezichten’ maken nu een belangrijk deel uit <strong>van</strong> de manier,<br />
waarop ik openbaring <strong>van</strong> God ont<strong>van</strong>g.<br />
Soms is het zelfs ‘handiger’ om openbaring door middel <strong>van</strong><br />
een gezicht te ont<strong>van</strong>gen. Ik geef daar<strong>van</strong> een voorbeeld: Een<br />
vrouw komt voor een profetisch woord. Ik vraag de Heer om<br />
mij iets te tonen en het eerste wat bij me opkomt is een plaatje,<br />
waarin ik deze vrouw omringd zie door zwarte kindertjes, die<br />
vol verwachting naar haar kijken.<br />
De uitleg heb ik op dat moment nog niet, maar die komt even<br />
later. Soms stel ik de Heer een paar vragen naar aanleiding <strong>van</strong><br />
dit plaatje. Zo kan ik vragen: “Betekent dit dat ze naar Afrika<br />
gaat en daar iets zal doen met kinderen?”<br />
Stel, dat ik daarover een bevestigend gevoel krijg (de Heilige<br />
Geest bevestigt dit in mijn hart), dan kan ik een volgende vraag<br />
stellen: “Gaat ze daar eenmalig op bezoek of gaat ze daar voor<br />
langere tijd heen?” Ik kan nog meer vragen stellen: “Gaat ze<br />
daar werken in een kindertehuis of zelf een kindertehuis openen?”<br />
Of: “Wordt ze misschien een soort <strong>van</strong> verpleegster?”<br />
De Heilige Geest zal die vragen bevestigend of ontkennend beantwoorden<br />
en zo ont<strong>van</strong>g ik allerlei informatie voor het profetische<br />
woord, dat zal volgen.<br />
Soms begrijp ik het gezicht in eerste instantie helemaal niet. Dan<br />
begin ik gewoon te profeteren en tijdens het profetische woord<br />
wordt de betekenis <strong>van</strong> het gezicht ineens duidelijk.<br />
Soms ook bevalt het beeld, dat ik zie, me helemaal niet.<br />
Laatst waren we in Oost-Europa bezig te bidden voor de teamleden<br />
<strong>van</strong> een nieuw te starten HealingRoom. Terwijl ik een<br />
zuster de handen opleg en om een gezicht vraag, toont de Heilige<br />
Geest mij een afgrond.<br />
Ik heb een hekel aan afgronden. Het betekent nooit iets goeds.
115<br />
Ik zie liever mooie, harmonische dingen. Maar ik heb het niet<br />
voor het kiezen. Ik zie dus die afgrond en vertel wat ik zie: “De<br />
Heer toont mij een afgrond”.<br />
De andere teamleden staan erbij en luisteren naar wat ik te zeggen<br />
heb. Ik weet echt niet, wat dit in het leven <strong>van</strong> de bedoelde<br />
zuster betekenen zal en begin dus maar te profeteren.<br />
Het ging ongeveer zo: “Mijn dochter, er zijn mensen op jouw<br />
weg, die jou in een bepaalde richting willen duwen. Ze willen<br />
dat je bepaalde dingen voor hen doet. Maar wanneer je naar hen<br />
luistert en inwilligt, dan zul jij schade lijden. Ze hebben namelijk<br />
niet jouw belang op het oog, maar hun eigenbelang. Luister<br />
niet naar ze! Ze brengen je op een heilloze weg”.<br />
Terwijl ik zo sta te profeteren, toont de Heer mij opnieuw een<br />
plaatje. Ik zie een winkel met damesondergoed. Dit verontrust<br />
mij nog meer dan de afgrond, die ik net heb gezien.<br />
Bedenk wel, ik ben in Oost-Europa, waar de mensen wat preutser<br />
zijn, dan in West-Europa. Op veel dingen, waarover wij rustig<br />
kunnen praten, rust in Oost-Europa een taboe.<br />
Razendsnel gaan mijn gedachten nu heen en weer. Ik vraag mij<br />
af: “Wat zullen deze mensen <strong>van</strong> mij denken, wanneer ik begin<br />
te profeteren over een winkel met damesondergoed?” Misschien<br />
denken ze wel: “Waar is deze prediker mee bezig? Waar<br />
liggen zijn interesses? Bij damesondergoed? Kijkt hij stiekem<br />
naar damesondergoed? Heeft hij wel een rein hart? Heeft deze<br />
prediker uit het Westen een probleem met seksualiteit?”<br />
Van binnen roep ik: “Heer doe mij dit niet aan! Kunt u me niet<br />
wat anders tonen?” Maar natuurlijk heeft de Heer allang aan<br />
deze dingen gedacht. Hij weet heus wel wat Hij doet.<br />
Ik heb niet veel keus. Maar het zit me toch niet lekker. Ik zeg<br />
dus: “Ik zie een winkel met dameskleding”. Dat is wat veiliger,<br />
maar het is niet de waarheid. Het is een beetje laf. Dit mag ik<br />
niet doen.<br />
Ik corrigeer mijzelf dus: “Nu, eigenlijk zie ik een winkel met damesondergoed”.<br />
Het hoge woord is er nu uit. Mijn vertaalster<br />
maakt het nog een beetje erger. Ik hoor haar zeggen: “Lingeria
116<br />
intima”. Lieve help! De omstanders beginnen te lachen. Ik weet<br />
niet waarom, maar heb zo een voorgevoel.<br />
Dan begin ik te profeteren. Ik zeg tegen mijn zuster: “Dit is het<br />
woord <strong>van</strong> de Heer: Mijn dochter je zult werken als verkoopster<br />
in een lingeriewinkel. De klanten <strong>van</strong> deze winkel komen<br />
niet alleen om ondergoed te kopen, maar ze komen ook voor<br />
jou. Ze zien jou als een soort <strong>van</strong> moeder.<br />
Er zijn zelfs klanten, die helemaal niet komen om iets te kopen.<br />
Ze komen uitsluitend om in jouw aanwezigheid te zijn en met<br />
je te praten. Ze ervaren de zalving, die op jou rust en ze ondervinden<br />
de vrede, die om jou heen is. Ze zullen je in vertrouwen<br />
nemen als een moeder en dikwijls zul je met ze bidden”.<br />
Het profetische woord is nu klaar. Ik open mijn ogen. Iedereen<br />
kijkt me stralend aan.<br />
De toekomstige leider zegt: “<strong>Gordon</strong>, jij weet niets over deze<br />
zuster. Zij heeft 6 jaar gewerkt in een lingerieshop, maar onlangs<br />
kon ze een betere baan krijgen en die heeft ze aangenomen.<br />
Sinds een paar maanden werkt ze nu bij haar nieuwe<br />
werkgever.<br />
Gisteren heeft de eigenaar <strong>van</strong> de lingerieshop haar gebeld en<br />
gezegd: “Kom alsjeblieft terug! Wij kunnen niet zonder jou.<br />
Zonder jou draait onze winkel niet. Kom alsjeblieft terug!”<br />
Voor iedereen was nu duidelijk, wat de bedoeling <strong>van</strong> de Heer<br />
met het leven <strong>van</strong> onze zuster was.<br />
Als u nu denkt, dat ik met dit verhaal wil opscheppen, hebt u<br />
het mis. Ik wil alleen maar uitleggen, dat wanneer je investeert<br />
in het ontwikkelen <strong>van</strong> de gaven <strong>van</strong> de Heilige Geest, je al binnen<br />
twee jaar kunt komen tot dergelijke gedetailleerde openbaringen,<br />
waarmee je mensen kunt helpen en zegenen.<br />
Ga ook op weg in het ‘ontdekken’ <strong>van</strong> de gaven <strong>van</strong> de Geest in<br />
je eigen leven.
117<br />
Hoofdstuk 17 Vertaler<br />
Tijdens een <strong>van</strong> mijn reizen in Roemenië werd ik uitgenodigd<br />
om te spreken in een Hongaarse Baptisten gemeente. In de regio<br />
<strong>van</strong> Oradea is een Hongaarse minderheid, die vasthoudt<br />
aan het gebruik <strong>van</strong> de eigen taal.<br />
In sommige streken <strong>van</strong> Roemenië, zoals rond Timisoara, vormen<br />
zij zelfs de meerderheid.<br />
Aan het eind <strong>van</strong> de Eerste Wereldoorlog kwamen deze gebieden<br />
bij Roemenië, tot ongenoegen <strong>van</strong> Hongarije. Maar de Hongaren<br />
hadden toen niets te vertellen. Zij behoorden tot de verliezers<br />
<strong>van</strong> de Eerste Wereldoorlog. Er werd over hen beslist.<br />
Dani’s vader en moeder komen uit deze Hongaarse bevolkingsgroep.<br />
Daardoor bleef Dani’s vader, ook na het overlijden <strong>van</strong><br />
zijn vrouw en na zijn huwelijk met Eva, contact met de Hongaren<br />
houden.<br />
Op een vrijdagavond was ik uitgenodigd te spreken tot een<br />
groep gelovigen op een gebedsdienst. Het was geen grote groep;<br />
misschien 40 mensen. Wij kwamen wat te laat en daarom was<br />
ik direct met mijn verhaal aan de beurt. Een <strong>van</strong> de aanwezigen<br />
zou mij <strong>van</strong>uit het Engels vertalen.<br />
Mijn verhaal begon met een citaat uit het E<strong>van</strong>gelie naar Johannes,<br />
hoofdstuk 1, vers 16-18 dat besluit met de woorden: “Niemand<br />
heeft ooit God gezien. De eniggeboren Zoon, die aan de boezem<br />
des Vaders is, die heeft Hem doen kennen”. Mijn vertaler had geen<br />
Bijbel bij zich en scheen ook niet te begrijpen, wie ik met “John”<br />
bedoelde.<br />
Wanhopig keek hij om zich heen of er misschien een ‘John’ in de<br />
zaal was, maar niemand meldde zich. Ik begreep het hele probleem<br />
niet, want het Hongaars is een volstrekt onmogelijke taal;<br />
alleen toegankelijk voor mensen met de buitengewone gave om<br />
tijdens het spreken ook nog iets met hun tong te doen, waardoor<br />
alles nog weer anders klinkt.
118<br />
Na enige heen en weer gepraat, vroeg hij of ik misschien het<br />
‘Gospel according to John’ bedoelde. Dat bedoelde ik. Dit gaf<br />
enige duidelijkheid, want nu hoefde hij niet langer naar een andere<br />
‘John’ te zoeken.<br />
Maar hij had nog steeds geen Bijbel. Iemand anders reikte hem<br />
een geopende Bijbel aan en wees hem op de bedoelde passage,<br />
die hij keurig voorlas. Ik hoorde later, dat mijn vertaler een ‘ongelovige’<br />
was.<br />
Misschien bedoelde men wel, dat hij nog niet was gedoopt, omdat<br />
hij nog hoorde bij de Oosters Orthodoxe kerk. Daar leest<br />
men privé weinig in de Bijbel en kent men dus ook de namen<br />
<strong>van</strong> de Bijbelboeken niet. Mijn boodschap aan deze nieuwe<br />
groep mensen ging vooral over het vader- en moederhart <strong>van</strong><br />
God en Zijn verlangen om met ons te communiceren.<br />
Na even wilde ik Numeri 12:6 aanhalen (Indien onder u een profeet<br />
is, dan maak Ik, de Here, Mij in een gezicht aan hem bekend, in<br />
een droom spreek Ik met hem). Ik wist toen nog steeds niet dat hij<br />
‘ongelovig’ was. Hij vertaalde keurig mijn “Numbers twelve”<br />
in “twaalf getallen” (in het Hongaars natuurlijk) en werkelijk<br />
niemand begreep, waar hij het over had.<br />
Ik merkte dat er iets mis ging en vermoedde, dat de Hongaren<br />
misschien het boek Numeri aanduiden met “het vierde boek <strong>van</strong><br />
Mozes” (zoals de Duitsers dat doen: “Das Vierte Buch Mose”).<br />
Dus begon ik over “the fourth book of Moses”. Zijn verwarring<br />
werd alleen maar groter, want hij begreep helemaal niet, hoe ik<br />
<strong>van</strong>uit mijn ‘twaalf getallen’ of tenminste het ‘getal 12’ bij het<br />
vierde boek <strong>van</strong> Mozes uitkwam. Na enige heen en weer gepraat<br />
begreep een <strong>van</strong> de aanwezigen, wat ik bedoelde.<br />
Ik was juist aan het uitleggen, dat het gezond verstand ongeschikt<br />
is om openbaring te ont<strong>van</strong>gen en dat we daarvoor intuïtieve<br />
gaven nodig hebben, zoals de droom, een gezicht of een<br />
plotselinge ingeving. Mijn vertaler was het vermoedelijk daarmee<br />
geheel eens, want de rationaliteit in mijn verhaal was voor<br />
hem ver te zoeken.<br />
Toen ik vervolgens begon over Kollossenzen 3 (Indien gij dan met
119<br />
Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus<br />
is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven<br />
zijn, niet die op de aarde zijn.Want gij zijt gestorven en uw leven is<br />
verborgen met Christus in God), kreeg hij het opnieuw benauwd,<br />
want hij meende, dat ik het over iets ‘kolossaals’ had.<br />
Dit keer kwamen we er iets sneller uit, omdat ik me verbeterde<br />
en zei: “Ik bedoel de brief <strong>van</strong> de apostel Paulus aan de gemeente<br />
<strong>van</strong> de Kollossenzen”. Zijn gezicht klaarde op, want kennelijk<br />
had hij daarover wel eens iets gehoord.<br />
Toen ik mijn betoog ten einde had gebracht over het verlangen<br />
<strong>van</strong> God naar echte communicatie met ons en over de Heilige<br />
Geest als de Helper in die communicatie, deed ik een uitnodiging.<br />
Ik wist, dat ik mij in een niet-charismatische Baptistengemeente<br />
bevond. Ik wilde dus niet onomwonden zeggen, dat ik bereid<br />
was over iedereen te profeteren. Mijn uitnodiging klonk dan<br />
ook ongeveer zo: “Ik wil graag voor elk <strong>van</strong> jullie persoonlijk<br />
bidden en wanneer de Heer mij iets speciaals voor u geeft, zal<br />
ik dat doorgeven”.<br />
De vertaler, die sowieso de uitputting nabij was, maakte er dit<br />
<strong>van</strong>: “Ik nodig u uit om allemaal persoonlijk te bidden, wat de<br />
Heer jullie ingeeft”. De groep staarde mij wat onbeholpen aan.<br />
Ik dacht nog: “Waarschijnlijk schrikken ze een beetje <strong>van</strong> deze<br />
uitnodiging en vinden ze het griezelig om voor zich te laten<br />
bidden”. Maar ik had het mis. De beste mensen hadden al een<br />
complete bidstond achter de rug en wisten eigenlijk niet goed,<br />
waarvoor zij elk persoonlijk nu nog moesten gaan bidden.<br />
Één <strong>van</strong> de oudsten wist echter raad. Hij zei: “Laten we allemaal<br />
persoonlijk bidden voor de hurricane, die op dit moment over<br />
de USA raast; dat er niet te veel slachtoffers vallen en schade<br />
wordt aangericht”. Vervolgens begon hij met een krachtig gebed<br />
tegen deze orkaan.<br />
Daarna volgde zijn buurman, die met andere woorden de orkaan<br />
onder de aandacht <strong>van</strong> de Heer bracht. Daarna was een
120<br />
klein meisje aan de beurt, die met veel bewogenheid bad voor<br />
de kinderen, die onder de gevolgen <strong>van</strong> de orkaan zouden leiden.<br />
Daarna volgde haar moeder, zichtbaar ontdaan door het oprechte<br />
gebed <strong>van</strong> haar nog jonge dochtertje. Het duurde ruim<br />
drie kwartier, voordat de orkaan de hele kring rond was.<br />
Tegen die tijd verlangde iedereen naar huis en de mannen haasten<br />
zich naar hun auto’s om te ontsnappen aan deze vreemde<br />
prediker, die hen na afloop <strong>van</strong> hun eigen bidstond, na een<br />
preek over twaalf getallen, die samen de vier boeken <strong>van</strong> Mozes<br />
kolossaal vulden, nog strafte met 45 minuten bidden voor een<br />
hurricane in de USA.<br />
Het was uiteindelijk Eva, de huidige vrouw <strong>van</strong> Dani’s vader,<br />
die de boel nog enigszins redde. Ze greep een stoel, smeet die<br />
in het midden <strong>van</strong> de kring, sprong er op en gebaarde, dat ik<br />
direct voor haar moest gaan bidden en profeteren. Cristina, die<br />
<strong>van</strong> huis uit behoorlijk Hongaars spreekt, snelde toe en begon<br />
direct te vertalen.<br />
Ik profeteerde over Eva (hoewel ik de afgelopen week al twee<br />
keer over haar had geprofeteerd). Toen ik klaar was, straalde ze.<br />
De vrouwen <strong>van</strong> de bidstond, die nog niet waren vertrokken,<br />
keken verbijsterd. “Zulke mooie woorden!” Nu dat wilden ze<br />
ook wel.<br />
De één na de ander sprong op de stoel en zonder uitzondering<br />
werden ze zo aangeraakt door de liefdevolle woorden <strong>van</strong> de<br />
Heer, dat ze geen <strong>van</strong> allen ‘droog’ bleven. Midden in de rij<br />
werd ook David het spastische zoontje <strong>van</strong> Zr. Bertalan op de<br />
stoel gezet. Hij had de laatste dagen veel pijn in zijn schouder<br />
gehad. Ik omarmde hem en hij liet zijn hoofdje op mijn schouder<br />
zakken.<br />
Dani zei later, dat terwijl zijn hoofdje op mijn schouder rustte,<br />
er een diepe zichtbare vrede op hem neerdaalde. Ik bad alleen<br />
maar: “Jezus, Jezus” en ik had het idee, dat er kracht <strong>van</strong>uit<br />
mijn lijf in het zijne vloeide. Toen ik na even klaar was, vroeg ik
121<br />
hoe het nu met hem ging. De pijn was in ieder geval veel minder<br />
geworden.<br />
Toen ik voor alle zusters had gebeden, werd er spontaan besloten,<br />
dat ik opnieuw zou moeten komen. Één <strong>van</strong> de zusters had<br />
een grote woonkamer waar makkelijk 30 mensen in konden.<br />
Dan kon ik me helemaal wijden aan het doorgeven <strong>van</strong> profetische<br />
woorden. Nu nog bidden voor een goede vertaler.
122<br />
Hoofdstuk 18 Een koude nacht<br />
Wanneer je voor de Heer op reis ben, dan kom je in allerlei ongebruikelijke<br />
omstandigheden. Sommige ‘ervaren’ zendelingen<br />
zijn veel beter op het onverwachte voorbereid dan anderen.<br />
Ik denk dat ik met mijn kampeermentaliteit een heel eind op<br />
de goede weg ben. Naar de tropen ga ik nooit zonder klamboe,<br />
omdat ik weet dat ik voor de plaatselijke ‘mosquitos’ een smakelijk<br />
hapje vorm. De ‘locals’ (inwoners) hebben hun bloed al<br />
jaren met knoflook vergiftigd (ook muggen houden niet <strong>van</strong> die<br />
geur), maar ik ben nog schoon en daardoor extra appetijtelijk.<br />
Ik weet <strong>van</strong> een kennis, die op zijn reizen altijd een douchekop<br />
meeneemt. Te vaak gebeurde het hem, zowel in hotel als<br />
bij mensen thuis, dat de douchekop zo was verkalkt, dat het<br />
water alle kanten, behalve de goede, opspoot. Nu zover ben ik<br />
nog niet.<br />
Wanneer de douchekop in een dergelijke staat <strong>van</strong> ontbinding<br />
verkeert, dan krijg je hem toch meestal zonder gereedschap niet<br />
los. En het lijkt me gewoon geen goed idee, om in je badjas of<br />
ondergoed de woonkamer <strong>van</strong> het gastgezin binnen te stappen<br />
en te vragen: “Hebt u ook een M17 steeksleutel? Ik krijg uw<br />
douchekop niet los”.<br />
Bovendien kan dit probleem zich ook bij het vertrek voordoen<br />
en dan kun je je eigen douchekop niet meer verwijderen en<br />
meenemen. Wie weet, wordt dat juist wel op prijs gesteld.<br />
Ooit logeerde ik op de Balkan in een soort <strong>van</strong> studentenflat. De<br />
overige bewoners hadden voor mij een kamer vrijgemaakt en<br />
ik kon dus rustig slapen terwijl de anderen tot laat in de nacht<br />
zaten te ‘bomen’. Op een goed moment moest ik naar het toilet.<br />
Och ik bespaar u de beschrijving <strong>van</strong> deze typische mannenhuishouding,<br />
met loszittende kranen en gebrekkige hygiëne.<br />
Toen ik na het leveren <strong>van</strong> mijn ‘prestatie’ aan het gore touwtje<br />
trok om de spoeling te bedienen, werkte deze wel, maar vervolgens<br />
bleef de spoeling doorlopen.
123<br />
Ik vind het niet erg aangenaam om als klokkenluider te fungeren<br />
en een probleem aan de orde te stellen.<br />
Wie weet werkte alles nog, voordat ik naar het toilet ging en<br />
had ik zelf onbedoeld iets uit balans gebracht. Dus toch maar<br />
eerlijk opbiechten: “Jongens, het toilet blijft doorlopen. Ik weet<br />
niet of ik iets verkeerds heb gedaan, maar nu loopt het in ieder<br />
geval door”.<br />
“Het toilet loopt al jaren door”, was de nuchtere reactie: “Je<br />
moet even bovenop de toiletpot gaan staan. Dan kun je met je<br />
hand in de stortbak en duw je gewoon de vlotter naar beneden.<br />
Dan stopt het water wel”. Enigszins opgelucht, dat ik niet<br />
de veroorzaker was <strong>van</strong> het onheil, ging ik dus terug. Ik ging<br />
bovenop het enigszins wankele toilet staan, stak mijn hand in<br />
de stortbak, voelde wat in het rond en duwde de vlotter naar<br />
beneden.<br />
Toen hield het water op met doorstromen en liep de stortbak<br />
weer netjes vol. Och eigenlijk wel handig zo’n toilet met verplicht<br />
handen wassen na afloop. Er komt natuurlijk een dag,<br />
dat de wankele toiletpot zelf omvalt. Ik hoop dat ik daarbij niet<br />
aanwezig ben.<br />
In een bepaalde plaats op de Balkan konden de lokale gelovigen<br />
ons niet zelf onderbrengen. Zij hadden ons al gevraagd of<br />
wij bezwaar hadden tegen 4 overnachtingen in een hotel. Zij<br />
zouden dan voor ons een speciale prijs bedingen. Nu, rijk zijn<br />
wij ook niet, maar wat moet, dat moet. Tot onze verbazing kwamen<br />
wij in een uitstekend hotel terecht met een uitstekende ontbijtservice.<br />
Toch wel eens heerlijk om je eigen privacy te hebben, met gratis<br />
gebruik <strong>van</strong> de Wifi (draadloos internet) <strong>van</strong> het cafe aan<br />
de overkant, waar je rustig na afloop <strong>van</strong> de avonddienst nog<br />
even je dagboek kunt bijwerken of met je vrienden op facebook<br />
kunt communiceren. Na vier dagen had ik toch wel de vrees,<br />
dat deze luxe ons wel wat zou gaan kosten.<br />
Oh, voor het geval dat u denkt, dat deze dingen voor ons worden<br />
betaald, dan heb u het helemaal mis. Wij betalen alles zelf<br />
en halen het ook niet uit een of andere stichting.
124<br />
Het gaat gewoon om ons eigen verdiende geld. Ter plekke ont<strong>van</strong>gen<br />
we voor onze bediening geen andere inkomsten, dan de<br />
glimlach <strong>van</strong> de plaatselijke gelovigen.<br />
Ik was dus toch een beetje beducht voor het bedrag, wat we<br />
zouden moeten afrekenen.<br />
“Dat is dan € 60,-”, zei de receptioniste na enig rekenwerk. Razendsnel<br />
sloeg mijn rekenkundig brein aan het werk. € 60,0 per<br />
nacht en dan 4 dagen.... dat komt op €240,-. Dat viel dik tegen.<br />
“Nee, ze bedoelt in het totaal € 60,-”, zegt Margreet, die het<br />
Servisch uitstekend beheerst en ook een beetje Macedonisch<br />
spreekt. Ik verifieer het nog even. “Ja”, bevestigt de receptioniste:<br />
“De voorganger <strong>van</strong> de E<strong>van</strong>gelische gemeente heeft een<br />
speciaal tarief bedongen.<br />
U betaalt € 15 per nacht inclusief ontbijt. Normaliter is het meer<br />
dan twee keer zo duur”. Hoe het voor die prijs kon, snap ik niet,<br />
maar wij hadden het er prima naar onze zin.<br />
Groot was het contrast met een <strong>van</strong> onze volgende bestemmingen.<br />
Het was al donker toen we de zigeunerwijk binnenreden.<br />
Overal kwam rook uit de huizen <strong>van</strong> gammele stinkende houtkacheltjes<br />
met veel te lage schoorstenen. De straten waren wel<br />
verhard maar bedekt met modder. Overal waren diepe gaten en<br />
autowrakken versperden soms bijna de doorgang.<br />
Onze gastheren/vrouwen waren de allerliefste mensen, maar<br />
omdat naar lokaal gebruik de getrouwde zoon ook bij zijn ouders<br />
inwoont, was er niet veel ruimte. Margreet zou bij hen logeren.<br />
Wij (Erik <strong>van</strong> Doorn en ik) kregen een ‘eigen huis’. De eigenaresse<br />
verbleef in het buitenland. De huizen in deze zigeunerwijk<br />
zijn soms heel mooi. Zij zijn het eigendom <strong>van</strong> zigeuners,<br />
die in het buitenland wonen en bijvoorbeeld als muzikant een<br />
goede boterham verdienen.<br />
Zij laten voor hun oude dag iets moois bouwen in hun geboorteland.<br />
Het duurt soms een eeuwigheid, voordat hun bouwsels<br />
klaar zijn. Dit ‘alles in aanbouw’ maakt een heel chaotisch en<br />
rommelige indruk. Ons huis was echter klaar.
125<br />
Door een wirwar <strong>van</strong> kleine straatjes bracht onze gastheer ons<br />
bij het huis. Het stond in een nauw straatje, waarin weinig zonlicht<br />
doordrong. Maar nu was het nacht. De voorkant was geheel<br />
getralied en onze gastheer had de nodige moeite alles <strong>van</strong><br />
het slot te krijgen.<br />
Het was half november. De nachttemperaturen lagen rond het<br />
vriespunt. Toen we het huis binnenkwamen, was het dan ook<br />
ijskoud. Het had maanden leeg gestaan. Het was duidelijk dat<br />
er geen architect aan de wieg <strong>van</strong> dit huis stond, maar dat het<br />
door een paar amateurs in elkaar was geknutseld. Beneden was<br />
een smalle woonkamer en een soort badkamer.<br />
Het licht in de badkamer deed het niet, dus klom onze gastheer<br />
op een stoel om de lamp uit de plafonnière in de woonkamer<br />
te schroeven. Daarna verving hij hiermee de lamp in de badkamer.<br />
Gelukkig maar, dat ik uit voorzorg altijd een zaklamp bij<br />
me heb (mijn kampeermentaliteit), zodat ik hem kon bijlichten.<br />
Op de eerst etage was dan de slaapkamer, waar wij zouden verblijven.<br />
Vanuit de woonkamer leidde een steile betonnen trap<br />
naar boven. De eerste paar treden gingen nog wel, maar toen<br />
waren de bouwers er kennelijk achter gekomen, dat de trap niet<br />
stijl genoeg was en ze op deze manier de bovenetage niet zouden<br />
bereiken.<br />
Halverwege werd de trap dus steiler en dat gebeurde aan het<br />
eind nog een keer, zodat daar de hoogte <strong>van</strong> de treden ongeveer<br />
twee of drie keer zo groot was. Dan waren de treden ook nog<br />
hellend naar voren. Natuurlijk was er geen leuning. Op de betonnen<br />
trap lagen vilten matjes (nee, niet met anti-sliplaag). Na<br />
iedere op- of afgang, lagen ze scheef of gleden helemaal weg.<br />
Levensgevaarlijk. Ik besloot dan ook na iedere afdaling de vilten<br />
matjes weer recht te leggen om te voorkomen, dat de volgende<br />
persoon naar beneden zou storten.<br />
Wij zeulden onze bagage naar boven. Ach ik moet niet overdrijven;<br />
zoveel was het niet.<br />
Op de slaapkamer stond een tweepersoonsbed, keurig gedekt<br />
met één deken. Het was er steenkoud! Onze gastheren versier-
126<br />
den ergens een katalysatorkacheltje met gasfles en na enig geknutsel<br />
met de gasslang en de wiebelende drukverdeler brandde<br />
het ding ook nog. Ik kreeg een persoonlijke snelcursus, over<br />
hoe ik deze kachel weer aan- en uit kon krijgen. Ondertussen<br />
vulde een eigenaardige gaslucht de kamer.<br />
Het huis stond duidelijk al erg lang leeg. Alles was door en door<br />
koud. Direct voor het katalysatorkacheltje was het wel uit te<br />
houden. Daar kleedden wij (Erik en ik) ons snel uit en trokken<br />
onze pyjama’s aan.<br />
Ik heb het niet zo met tweepersoonsbedden, maar er is soms<br />
geen keuze. Het stinkende kacheltje kon natuurlijk niet aanblijven.<br />
Het nam alle zuurstof weg! En het ontsnappende gas kon<br />
ieder moment exploderen. Dus die deden we uit.<br />
Het bed was steenkoud. Je hoopt natuurlijk, dat het na even<br />
wat warmer zal worden en kruipt iets dichter tegen elkaar aan.<br />
Maar als mannen onder elkaar kun je een bepaalde grens niet<br />
overschrijden....! Dames, hoe is dat bij jullie?<br />
Het lukte me niet om warm te worden. Ook Erik had er last <strong>van</strong>.<br />
Wanneer je erg moe bent, dan ontbreekt ook de inspiratie om in<br />
een vreemd huis de kasten te gaan openmaken en te kijken of er<br />
misschien iets <strong>van</strong> je gading is.<br />
In de loop <strong>van</strong> de nacht werd het steeds kouder. Het deed me<br />
een beetje denken aan de winters <strong>van</strong> mijn kindertijd, toen er<br />
in onze slaapkamer altijd de ‘bloemen op de ramen’ stonden.<br />
Maar toen hadden we tenminste voldoende dekens!<br />
Tegen de ochtend zag ik, dat Erik zijn jas boven op de deken<br />
had gelegd, maar het ontbrak mij aan de kracht en de moed om<br />
nog een keer uit mijn bed te gaan en mijn jas te pakken. Ik was<br />
al twee keer wezen plassen <strong>van</strong> de kou en had de gevaarlijke<br />
trap al een paar keer overleefd.<br />
Verkrampt werden we wakker. Mijn rug voelde niet helemaal<br />
goed.<br />
Het lukte om de kachel aan te krijgen en zonder ons te wassen<br />
trokken we snel onze kleren aan om klaar te staan, wanneer
127<br />
men ons kwam ophalen voor het ontbijt.<br />
De volgende nacht, na een heerlijke samenkomst met veel zigeuners,<br />
waren we beter voorbereid. In een kast vonden we nog<br />
een dekentje en een vloerkleed, dat we ook over ons bed legden.<br />
Een deel <strong>van</strong> mijn kleren hield ik over mijn pyjama aan. Natuurlijk<br />
ging het gaskacheltje weer uit.<br />
Islamitische zigeunerwijk; op straat verhandelt men levende schapen<br />
voor het aanstaande offerfeest<br />
Met enige moeite werden we een klein beetje warm. Maar in de<br />
loop <strong>van</strong> de nacht sloeg de kou weer heftig toe. We pakten onze<br />
jassen en trokken die ook over ons heen. Toen was het bijna<br />
uit te houden. De volgende dag werd ik snotverkouden wakker<br />
met een bonkend hoofd. Mijn kampeeruitrusting moet worden<br />
uitgebreid. In het vervolg neem ik een slaapmuts mee.
128<br />
Hoofdstuk 19 Budapest<br />
Snel rende ik de trap op <strong>van</strong> het gereedstaande Wizzair toestel.<br />
Wie het eerst komt, die het eerst maalt. Meestal lukt het, als<br />
je de achteringang neemt. De meeste mensen stappen voorin,<br />
maar als je achter instapt, vind je vaak nog een plekje bij het<br />
raam. En het lukte. Ik zat bij het raampje.<br />
Esther schoof naast mij op de middelste stoel <strong>van</strong> het rijtje <strong>van</strong><br />
drie. Deze keer reisde ze met mij mee, omdat haar moeder, Monique<br />
Goedhart ernstig ziek was. Het zou een afscheidsbezoek<br />
worden. Kort daarna overleed Monique.<br />
We hadden dus ons plekje en zaten gezellig te praten, toen de<br />
laatste passagiers het toestel binnen kwamen.<br />
“Hè, u spreekt Nederlands! Gelukkig, dan kan ik ook weer eens<br />
Nederlands spreken. Mag ik bij u komen zitten?” De uitspraak<br />
verried een Vlaams accent. Een jongedame schoof naast Esther<br />
op de lege stoel. “Ja, ik kom oorspronkelijk uit België”, verklaarde<br />
ze; “maar ik zit al jaren in Oost-Europa. Ik ben blij weer<br />
eens even Nederlands te kunnen spreken”.<br />
Wij vonden het prima. De jongedame vertelde iets over haar<br />
verblijf in Oost-Europa en haar toekomstplannen. Inmiddels<br />
waren we opgestegen.<br />
Na deze eerste kennismaking en het nodige heen en weer gepraat,<br />
besloot ik, dat het tijd werd om de ‘Heer’ ter sprake te<br />
brengen. Uiteindelijk zat ze niet ‘toevallig’ naast ons.<br />
“Je komt uit België; dan ben je waarschijnlijk katholiek, hé?” zei<br />
ik. Ze knikte. “Ga je dan in Oost-Europa ook naar de katholieke<br />
kerk?” voegde ik er aan toe.<br />
Zo simpel kun je een gesprek beginnen over het geloof in de<br />
Here Jezus. Het was gelijk raak.<br />
“Nee, ik ben al twee jaar niet meer in een kerk geweest, want ik<br />
versta er toch niets <strong>van</strong>. Als ik echt in de problemen zit, dan doe<br />
ik wel een schietgebedje en dan komt het meestal wel goed”.<br />
Daarmee lag het gesprek open.
129<br />
Ik zei: “Een schietgebedje? Wat denk je, dat God daar<strong>van</strong> vindt?<br />
Hij is geen Sinterklaas. Hij is bovenal geïnteresseerd in een relatie<br />
met mensen, niet in incidentele schietgebedjes. Hij zal je<br />
wel helpen, maar Hem bevredigt dat niet. Hij wil een relatie<br />
met jou”.<br />
Natuurlijk vond ze nu, dat ze zich een beetje moest rechtvaardigen.<br />
Ze antwoordde: “Ja, maar ik ben heel spiritueel.<br />
Ik heb het derde oog, net als mijn moeder. Ik voorzie, wat er met<br />
mensen gaat gebeuren. Ik zie boven hun hoofden de rampen<br />
en de ongelukken, die hun gaan overkomen. Soms zie ik zelfs,<br />
wanneer ze dood zullen gaan”.<br />
Ze ging verder: “Mijn moeder heeft tegen mij gezegd, dat ik me<br />
er niet te veel mee moest bezighouden, want door alle rampen,<br />
die ik dan zie, zou ik depressief kunnen raken en dat is natuurlijk<br />
niet de bedoeling. Het is zwaar hoor; het hebben <strong>van</strong> een<br />
derde oog”.<br />
Nadat ze een beetje heeft opgeschept over haar occulte kwaliteiten,<br />
is het ons duidelijk, dat we eigenlijk naast een heks of<br />
helderziende ‘in wording’ zitten.<br />
Nu is het onze beurt weer om iets te zeggen: “Weet je, God is<br />
altijd heel positief. Hij spreekt over het leven, over de toekomst.<br />
Hij wil niet dat mensen voor hun tijd gaan”.<br />
Ik besluit nu hoog spel te spelen. Ik weet, dat de Heer altijd<br />
profetisch door me spreekt, wanneer ik in geloof mijn mond<br />
opendoe. Dus zeg ik nu : “Op dit moment spreekt Hij tot mij<br />
over jou!”<br />
Het wordt even heel stil. Ze kijkt me vol verbazing aan. “Werkelijk?”.<br />
“Ja” zeg ik, “mag ik even je hand vasthouden?” Ze reikt<br />
me, voor Esther langs, haar hand toe en ik pak hem vast. Dan<br />
begin ik over haar te profeteren. Ik zie een pad, dat versperd<br />
wordt door grote rotsblokken, die haar verhinderen om verder<br />
te komen. Er volgen nog wat details over haar persoonlijk leven,<br />
die ik niet kan weten.
130<br />
Wanneer ik mijn ogen opendoe, kijkt ze me verbijsterd aan.<br />
“Hoe weet jij dat?” vraagt ze. “Het is de Here Jezus, die tot jou<br />
heeft gesproken”, zeg ik nog.<br />
Dan word ik ineens heftig aangevallen. Een dodelijke vermoeidheid<br />
maakt zich <strong>van</strong> me meester. Ik was wel vermoeid, door de<br />
te korte nachtrust, maar dit is iets anders. Dit zijn machten <strong>van</strong><br />
toverij, die razend op mij zijn.<br />
Ik heb zelfs moeite om bij bewustzijn te blijven. Slechts door<br />
binnensmonds in tongen te bidden en de machten <strong>van</strong> duisternis<br />
in de naam <strong>van</strong> Jezus te bestrijden, blijf ik bij bewustzijn. Het<br />
kost me zeker 5 minuten, voordat ik hersteld ben en de aanval<br />
<strong>van</strong> demonen heb afgeslagen.<br />
Ergens is het wel logisch. De demonen <strong>van</strong> helderziendheid,<br />
die in deze jonge vrouw wonen, ruiken het gevaar. Daarom zetten<br />
ze de aanval op mij in.<br />
Ondertussen vraagt Esther zich af, waarom ik het gesprek niet<br />
voortzet. Ze weet niets <strong>van</strong> de strijd, waarin ik op dat moment<br />
zit. En omdat ik even niets meer zeg, zet zij het gesprek voort en<br />
begint haar buurvrouw verder het E<strong>van</strong>gelie uit te leggen. De<br />
demonen hebben ondertussen hun handen vol aan mij.<br />
Ook zij besluit <strong>van</strong>uit de kracht <strong>van</strong> de Heilige Geest te handelen<br />
en begint over de Belgische te profeteren. Opnieuw is de<br />
jongedame helemaal paf. Ze is diep onder de indruk en vraagt<br />
aan Esther of ze met haar mag corresponderen.<br />
We voelen beiden, dat ze op dit moment nog niet klaar is om<br />
haar leven geheel aan Jezus over te geven. Dus pushen we haar<br />
niet tot een overhaast ‘zondaarsgebed’.<br />
Als we na even landen, neemt ze vol respect afscheid <strong>van</strong> ons.<br />
“Ja, ik laat <strong>van</strong> me horen”, zegt ze nog.<br />
Maar ook al zou dat niet gebeuren.....?<br />
Ik stel me even voor, dat ik in haar plaats zou zijn. Je stapt als<br />
jonge heks in een vliegtuig en ‘toevallig’ kom je naast twee profeten<br />
<strong>van</strong> de Heer terecht, die beiden over jou profeteren. Dat ga<br />
je toch nooit meer vergeten?
131<br />
Hoofdstuk 20 Manchester<br />
De conferentie rond het 10 jarig bestaan <strong>van</strong> de HealingRooms<br />
in Engeland was ten einde. Francis Kirby brengt mij met de auto<br />
naar het station in Halifax, waar ik de voorbestelde treinkaartjes<br />
uit de automaat haal en wacht op de aankomst <strong>van</strong> de 23.54<br />
trein in de richting <strong>van</strong> Manchester airport.<br />
Het kan niet anders. Ik zal de nacht op het vliegveld moeten<br />
doorbrengen, want morgenochtend vertrekt mijn vlucht om<br />
05.55 naar Schiphol. Daar zal Erik mij opwachten en rechtstreeks<br />
naar de samenkomst in Zeewolde brengen. Ik moet spreken.<br />
De conferentie heeft mij behoorlijk opgeladen. Joan Hunter, de<br />
spreekster heeft ons echt geprikkeld om iedere zieke, die we<br />
tegenkomen in een supermarkt of een vliegtuig, te zien als een<br />
uitdaging <strong>van</strong> God. Onze ontmoetingen zijn niet toevallig maar<br />
vaak door God georganiseerd. Meestal zijn we ons dat helemaal<br />
niet bewust en zijn er ook niet op voorbereid om zieken de handen<br />
op te leggen.<br />
Maar nu was het anders. Ergens heb ik mij voorgenomen om<br />
het geleerde ook direct in praktijk om te zetten. Stel dat er in het<br />
vliegtuig iemand naast me komt zitten met pijn. Deze keer zal<br />
ik de uitdaging aangaan en die persoon vragen of ik voor hem<br />
of haar mag bidden.<br />
Met deze gedachten reis ik per trein <strong>van</strong> Halifax naar Manchester.<br />
Rond 02.00 in de nacht ben ik op de juiste terminal en ontdek,<br />
dat ik in een automaat een boardingpass kan afdrukken en<br />
zelfs een plekje bij het raam kan reserveren. Dat is mooi. Dan<br />
volgen een paar saaie uren, waarin ik nog iets eet en drink en<br />
wat werk aan mijn dagboek. Ik zie dat het KLM vliegtuig op<br />
Manchester heeft overnacht en al klaar staat. Dan komt de tijd<br />
voor het boarden.<br />
Terwijl ik in de slurf sta, hoor ik iemand klagen over pijn. Zal<br />
die persoon naast me komen zitten? Zal dat mijn uitdaging zijn?<br />
Nee, hij zit met zijn vrouw een eindje verderop in het vliegtuig.<br />
Zo lang zijn mijn armen niet. Inmiddels heb ik mijn plekje
132<br />
bij het raam gevonden en kijk tevreden naar buiten, langzaam<br />
wordt het licht.<br />
Daar komen twee oude mensen. De vrouw heeft nog maar drie<br />
tanden in haar mond en kijkt sacherijnig; haar man volgt met<br />
twee gehoorapparaten. Ze stoppen bij mijn rij en zij zegt tegen<br />
mij in slecht Engels: “Ik wil bij het raam zitten, daar houd ik<br />
<strong>van</strong>”.<br />
“Ik heb een gereserveerde plaats”, antwoord ik. “Kijkt u maar<br />
even op uw boarding pass, welk plaatsnummer u hebt”. Ze<br />
kijkt nog wat sacherijniger en moppert wat tegen haar man.<br />
Dan gaan ze naast me zitten. De vrouw direct naast mij en de<br />
man aan het gangpad.<br />
Ik informeer vriendelijk: “Waar komt u <strong>van</strong>daan?” “Uit de<br />
UK”, antwoordt ze in zulk slecht Engels, dat het niet waar kan<br />
zijn. UK is hooguit de laatste verblijfplaats. Ze fluistert wat tegen<br />
haar man en ik versta de woorden “inima mea” , Roemeens<br />
voor “mijn hart”.<br />
Bingo, denk ik. Het zijn Roemenen en zij heeft last <strong>van</strong> haar<br />
hart. Ik raak opgewonden. Nu gaan we het beleven.<br />
Ze roept iets naar een voorbij lopende stewardess en vraagt<br />
om een glas water. Het toestel staat nog steeds aan de grond.<br />
Het glaasje water wordt gebracht en zij opent haar tas. Een witzwarte<br />
pil, een blauwe pil, een oranje pil, nog een witte pil.<br />
Een voor een verdwijnen ze in haar mond en worden met water<br />
weggespoeld. Nu wordt het pas echt interessant.<br />
Wanneer de pillen zijn verdwenen, spreek ik haar aan: “U bent<br />
Roemeens, hè?” Ze kijkt een beetje geschrokken, een beetje betrapt.<br />
“Jawel, maar ik wilde niet, dat u zou denken, dat we zigeuners<br />
zijn. De meeste Roemenen, die naar Engeland komen,<br />
zijn zigeuners. En die hebben een slechte naam”. Ik reageer<br />
daar niet op.<br />
Na even vraag ik wat voor gezondheids problemen ze heeft.<br />
“Hoge bloeddruk, hartproblemen, spijsverteringsproblemen en<br />
nog veel meer”. Ik ben de rest een beetje vergeten.<br />
Inmiddels zijn we vertrokken en ik vraag haar in verband met
133<br />
haar gezondheid: “ Mag ik voor u bidden?” Ze kijkt me aan met<br />
verbazing. “Bent u een priester?” “Zoiets”, antwoord ik.<br />
“Mag ik dan even uw hand vasthouden en wilt u uw hand op<br />
uw hart leggen?” Ze is verbaasd, want ze had verwacht, dat ik<br />
dan wel na thuiskomst voor haar zou bidden. Ze had er niet op<br />
gerekend, dat ik er direct mee zou beginnen.<br />
Maar ze gehoorzaamd En ik leg mijn handen op de hare. Een op<br />
haar schoot en de ander op haar hart. Haar man, die met twee<br />
gehoorapparaten naast haar zit, schijnt <strong>van</strong> alles weinig mee te<br />
krijgen.<br />
Ik begin dus haar te bedienen op de manier, die mij op dit moment<br />
het beste bevalt. In geloof en met hulp <strong>van</strong> mijn voorstellingsvermogen<br />
stuur ik nu de kracht <strong>van</strong> de Heilige Geest, die<br />
in mij woont, naar haar toe. Meestal ervaar ik dan ook zelf, dat<br />
er iets gebeurt en meestal ervaart de ander dat ook. Sommige<br />
mensen ervaren een heel speciale warmte. Anderen ervaren,<br />
dat de vrede <strong>van</strong> God op hen neerdaalt. Weer anderen krijgen<br />
vreemde prikkelingen in hun zenuwstelsel en sommigen ervaren<br />
helemaal niets.<br />
Wat zij ervaart, hoor ik niet, maar zij reageert plotseling. Het is,<br />
alsof de Heilige Geest haar geweten aanraakt:: “Ik heb een vreselijk<br />
moeilijk leven gehad. Ik heb heel veel geleden en ik kan<br />
niet vergeven en niet vergeten”.<br />
Hoe komt ze erbij om daarover te beginnen. Zou de Geest haar<br />
duidelijk maken, dat hier haar diepste probleem zit?<br />
Ik begrijp direct, dat dit geen gewone genezing zal worden.<br />
Hier zit dus een dosis bitterheid en die moet eerst weg.<br />
“Het is heel belangrijk om te vergeven”, zeg ik.<br />
“Ik kan niet vergeven en ik kan niet vergeten”, reageert ze. Ik<br />
antwoord: “Ja, dat is soms ook heel moeilijk; zeker als je veel<br />
pijn hebt en gekwetst bent. Maar de Bijbel vertelt ons, dat wij<br />
moeten vergeven. Over vergeten wordt niets gezegd, maar wel<br />
over vergeven. U kent toch wel het ‘Onze Vader’?” Ze knikt.<br />
“Daar staat het volgende: maar als gij een ieder uw naaste niet <strong>van</strong><br />
harte vergeeft, zal ook de Hemels Vader u niet vergeven” . Ik leg haar
134<br />
vervolgens uit, dat onvergevingsgezindheid en bitterheid de<br />
wortels zijn <strong>van</strong> allerlei ziekten en dat we ons door onvergevingsgezindheid<br />
buiten de zegen <strong>van</strong> God plaatsen.<br />
“Ik ben helemaal niet zo’n goede christen” , reageert ze. “Ook<br />
al bent u geen volmaakte christen, toch zou u voor uw eigen<br />
bestwil moeten vergeven”, antwoord ik.<br />
Natuurlijk had ik geen idee, wat ze bedoelde met ‘niet zo’n goede<br />
christen’.<br />
Om wat empathie te tonen en haar toch tot vergeving te bewegen<br />
- en daarmee de weg te openen tot genezing- stel ik haar<br />
een vraag.<br />
Gezien haar leeftijd moest ze toch onder Ceaucescu, de communistische<br />
Roemeense dictator, geleefd hebben. Ik vroeg dus<br />
maar: “Hebt u onder de communisten geleden?”<br />
Ze reageert geschrokken en gestoken: “Communisten! U bent<br />
toch geen communist?” Er was grote felheid in haar stem. Kennelijk<br />
was de vraag raak. Ik probeer haar gerust te stellen: “Nee<br />
hoor, ik heb niets met communisme en heb er ook niets mee te<br />
maken gehad”.<br />
Ze keek me met achterdocht aan. Ik had haar niet overtuigd.<br />
“Mag ik dan uw hand even zien?” vroeg ze met een bepaalde<br />
felheid. Ik dacht nog: “Waarom zou ze mijn hand willen zien?”<br />
Maar tegelijk bedacht ik, dat ze misschien wilde weten of mijn<br />
handen ‘werkershanden’ of ‘bureauhanden’ waren.<br />
Misschien zou ze daaruit kunnen afleiden, of ik mogelijk een<br />
communist was. Niets vermoedend gaf ik haar mijn hand, die<br />
ze omdraaide, zodat ze mijn handpalm kon zien.<br />
Ze had er geen seconde voor nodig. “Ik zie het al”, zei ze, ”u<br />
zult een heel lang leven hebben”.<br />
Ik was een moment verbijsterd. Ik zat naast een waarzegster. Dat<br />
bedoelde ze dus, toen ze zei, dat ze geen goed christen was.<br />
Om haar voorspelling kon ik wel lachen. Er zijn in mijn leven<br />
meerdere profeten geweest, die mij hebben gezegd, dat ik heel<br />
oud zou worden. Ook zelf heb ik het idee, dat ik best wel ge-
135<br />
zond oud zou kunnen worden, omdat ik door de hulp <strong>van</strong> de<br />
Heer zonder veel stress leef. Voor die informatie heb ik dus<br />
geen waarzegster nodig. In mijn hart verbrak ik de woorden<br />
die ze over me had uitgesproken. De eer voor een gezond en<br />
lang leven gaat niet naar satan.<br />
In de Bijbel gebeurt ook zo iets. In Handelingen 16 worden Paulus<br />
en Silas achtervolgd door een meisje met een waarzeggende<br />
geest, die hun achterna roept: “De mensen verkondigen u de weg<br />
<strong>van</strong> de waarheid”. Ze deed dit zelfs een paar dagen lang, totdat<br />
Paulus zo geïrriteerd raakte, dat hij de waarzeggende geest uitdreef.<br />
Maar die gedachten kwamen op dit moment niet bij me op. Ik<br />
was eigenlijk te verbouwereerd, dat mijn enthousiaste genezingspoging<br />
min of meer was stukgelopen. Het kwam zelfs níet<br />
in me op om haar ernstig te waarschuwen om zich <strong>van</strong> haar<br />
waarzeggerij te bekeren.<br />
Pas veel later kwamen deze gedachten<br />
Waarschijnlijk was ik gewoon te moe om alert te zijn.<br />
Bovendien is een vliegtuig niet de meest geëigende plaats om<br />
demonen uit te drijven.<br />
Ik zie het al voor me, dat die demonen tegen me zeggen: “Wij<br />
durven er niet uit, we hebben last <strong>van</strong> hoogtevrees”.<br />
Dit laatste is natuurlijk niet serieus bedoeld. Voor demonen is er<br />
geen genade. Inmiddels was het toestel al aan het landen.<br />
Ik heb me echter voorgenomen, dat wanneer er opnieuw iemand<br />
in een vliegtuig naast me zit met fysieke problemen, ik<br />
die situatie opnieuw als een uitdaging zal beschouwen. Waarschijnlijk<br />
lukt het dan beter.
136<br />
Hoofdstuk 21 Bestemming<br />
Het is heel boeiend om allerlei landen en plaatsen te bezoeken,<br />
culturen te leren kennen en heel dicht bij mensen te komen. Als<br />
prediker logeer ik vaak bij mensen thuis.<br />
Ik deel dan in hun overvloed of ook in hun armoede. Ik hoor<br />
hun verhalen, zie hun familiekiekjes. Ze vertellen mij hun blijdschap,<br />
hun dromen, maar ook hun problemen. Ik hoor, hoe ze<br />
leven, wat ze als normaal beschouwen en wat niet.<br />
Tijdens de vele uren <strong>van</strong> gebedsbediening krijg ik een inzicht<br />
in de dingen, die achter de schermen gebeuren; dingen waar<br />
een taboe op rust. Vaak zijn wij de eersten, aan wie iets wordt<br />
verteld. Natuurlijk ga ik daar niets over vertellen. Hooguit kan<br />
ik zeggen, dat ik allerlei vooropgezette gedachten had over de<br />
landen <strong>van</strong> Oost-Europa.<br />
Deze landen hebben jaren gezucht onder het juk <strong>van</strong> het communisme.<br />
In die tijd was pornografie verboden. Ik had daarom<br />
het idee, dat het daar met seksuele zonden wel zou meevallen<br />
en dat de mensen nogal preuts zouden zijn. Nu dat laatste is<br />
waar.<br />
Er rusten grote taboe’s op het spreken over het seksuele leven.<br />
Vaak zijn wij de eersten, die dit aan de orde stellen, omdat juist<br />
door seksuele zonden allerlei vloek over de mensen komt. Maar<br />
wat ik achter de schermen aantrof, was erger, dan ik ooit in Nederland<br />
ben tegengekomen.<br />
Het schijnt, dat de menselijke zondige natuur geen pornografie<br />
nodig heeft om te komen tot de meest ernstige perversiteiten<br />
zoals seksueel misbruik in kindertehuizen en allerlei ernstige<br />
vormen <strong>van</strong> incest in de familie.<br />
De zigeuners vormen in dit alles een verhaal apart; zeker wanneer<br />
ze een islamitische achtergrond hebben. Hun cultuur is er<br />
op gericht om hun dochters zo jong mogelijk ( als maagd) uit te<br />
huwelijken. Ik ontmoette een jong echtpaar, die al 8 jaren ‘ge-
137<br />
trouwd’ waren. Zij was 13 en hij 17, toen de wederzijdse ouders<br />
besloten, dat zij maar moesten gaan samenwonen.<br />
Zoals gebruikelijk bij vele Balkan volkeren trekt het jonge stel<br />
dan bij de ouders <strong>van</strong> de jongeman in. In dit geval ging het heel<br />
goed en hadden de ouders echt een goede keus gemaakt voor<br />
hun kinderen.<br />
Soms gaat het totaal mis en verlaat het meisje het schoonouderlijk<br />
huis al na een paar maanden. Vaak is ze dan al zwanger.<br />
Natuurlijk is ze niet in staat om zelf alleen voor het kind te zorgen.<br />
Dat komt dan soms bij haar ouders terecht. Soms kunnen<br />
of willen die deze taak niet op zich nemen en staat ze er alleen<br />
voor. Welke man wil haar nu nog hebben.<br />
Welke man zal voor haar en haar kind (dat niet het zijne is) gaan<br />
zorgen? En zij is nog maar 16 jaar oud. Soms komt het kind<br />
terecht in een op<strong>van</strong>ghuis, soms probeert de jonge moeder zelf<br />
een inkomen bij elkaar te scharrelen en valt dan gemakkelijk in<br />
de handen <strong>van</strong> verkeerde mensen, die haar tot prostitutie aanzetten.<br />
Bij een deel <strong>van</strong> de human-trafficking in Europa handelt<br />
het om zulk soort gevallen.<br />
Ik herinner me, dat ik eens sprak in een gemeente <strong>van</strong> Roma<br />
(Zigeuners) en na afloop voor de mensen bad en over hen profeteerde.<br />
Velen <strong>van</strong> hen waren ziek; diabetes, hartkwalen, overgewicht<br />
en gewrichtspijnen. De levensverwachting <strong>van</strong> de Roma<br />
is niet erg hoog. Deels heeft dat te maken met de lage sociale<br />
status, verkeerde voedselkeuzes, gebrekkige hygiëne etc.<br />
Ik ben er nog steeds niet achter, wat de hoofdoorzaak is <strong>van</strong> de<br />
moeilijke situatie, waarin de meeste Roma verkeren. Zijn het generationele<br />
vloeken (bijvoorbeeld wegens hekserij of waarzeggerij)<br />
of gaat het ook om het feit, dat ‘men’ hen niet wil en dat de<br />
burgermaatschappij hen niet met liefde en respect bejegent?<br />
Natuurlijk vormen de Roma, door het vasthouden aan hun eigen<br />
tradities en cultuur, een eigen subcultuur. En dan ontstaat<br />
er gemakkelijk polarisatie.<br />
Maar goed, ik was dus voor mensen aan het bidden, toen een<br />
jong meisje aan de beurt was. Ze was blond en had een vrij
138<br />
blanke huid. Ik zou haar nooit als een Roma meisje hebben ingeschaald.<br />
Ze was misschien een jaar of 15.<br />
Toen ik vroeg, wat ik voor haar kon doen, vroeg ze of ik wilde<br />
bidden, dat ze een kind zou krijgen. Ik was geschokt. In ons<br />
land wordt een tienerzwangerschap als ongewenst beschouwd;<br />
ja, als een drama. En nu moet ik daarvoor bidden?<br />
Nog voor ik iets kon zeggen of erop kon reageren, zag ik het<br />
instemmend geknik <strong>van</strong> de omstanders en hoorde hen “da”(ja)<br />
roepen. Misschien was ze inmiddels een paar maanden ‘getrouwd’<br />
en nog steeds niet zwanger. Er bleef voor mij weinig<br />
anders over dan haar in die richting te zegenen.<br />
Maar in mijn hart dacht ik: “Zij heeft waarschijnlijk nooit een<br />
behoorlijke schoolopleiding afgerond. Als ze nu al kinderen<br />
krijgt, zal haar hele leven gaan draaien om haar kinderen, haar<br />
kleinkinderen, achterkleinkinderen en (ik heb dat echt meegemaakt<br />
bij de Roma) achter-achterkleinkinderen!”<br />
Nu is daar niets mis mee, waarom zou de bestemming <strong>van</strong> je<br />
leven niet liggen in het zorgen voor de volgende generatie?<br />
Maar zou de Heer in zijn oorspronkelijke bestemming met dit<br />
meisje misschien heel andere dingen met haar hebben voorgehad?<br />
Is Gods plan voor ons persoonlijk leven niet groter dan<br />
alleen het hebben <strong>van</strong> kinderen?<br />
In dat geval is de Roma-cultuur, waarin <strong>van</strong> een meisje wordt<br />
verwacht, dat ze met haar 15e ‘trouwt’ en kinderen krijgt, een<br />
beperking voor het bereiken <strong>van</strong> Gods bestemming.<br />
Ook de West-Europese cultuur heeft grote beperkingen in zich<br />
ten aanzien <strong>van</strong> het bereiken <strong>van</strong> Gods bestemming. Ons probleem<br />
is vooral controle. Wij proberen controle over al onze<br />
omstandigheden te hebben. Daardoor durven we de inspiratie<br />
<strong>van</strong> de Heilige Geest niet te volgen.<br />
We hebben zelfs een prachtig woord, waarmee we onze controlezucht<br />
toedekken. “Verantwoordelijkheidsbesef” noemen we<br />
deze overdreven neiging tot controle. Stel je eens voor, dat de<br />
Heilige Geest tegen je zou zeggen om je bezit weg te geven en<br />
Jezus te volgen in een leven <strong>van</strong> geloof.
139<br />
Dan zouden velen <strong>van</strong> ons afhaken, omdat we niet durven zonder<br />
een bepaalde financiële zekerheid en het heel moeilijk vinden<br />
om te vertrouwen, dat God voor ons zal zorgen.<br />
Ik ben er dus zeker <strong>van</strong>, dat ook de westerse cultuur en -opvoeding<br />
soms een grote barrière vormen voor het simpelweg<br />
gehoorzamen <strong>van</strong> Zijn stem en het simpelweg geloven en doen,<br />
wanneer Hij spreekt.<br />
Mogelijk is dat een <strong>van</strong> de redenen, waarom er bij ons minder<br />
wonderen gebeuren als in sommige ‘derde wereld landen’.<br />
Het is dan ook prachtig om te zien, dat mensen onder de inspiratie<br />
<strong>van</strong> Gods Geest dwars door de beperkingen <strong>van</strong> de eigen<br />
cultuur heen breken en iets gaan doen, wat niet kan of niet<br />
mag.<br />
Ik denk aan Sara. Zij is een Roma-meisje. Toen ik haar voor het<br />
eerst ontmoette was ze 16. Ze zat op de middelbare school. Ik<br />
profeteerde over haar, dat zij een positie zou bekleden in de politiek<br />
<strong>van</strong> haar land. Ongehoord voor een zigeunermeisje! Sara<br />
is een echt meisje (vrouw). Net als haar leeftijdsgenoten tuttelt<br />
ze het liefst met de baby’s en de kleuters <strong>van</strong> de gemeente.<br />
Daarin verschilt ze niet <strong>van</strong> de anderen. Maar Sara heeft visie<br />
en gelukkig staan haar ouders pal achter haar. Op dit moment<br />
studeert zij aan een universiteit pedagogie.<br />
Toen we voor het eerst bij haar ouders logeerden, sliepen Erik en<br />
ik op haar kamer. Zij zelf sliep in de woonkamer op de bank.<br />
Bij ons vertrek wilde ik haar iets geven; gewoon uit dankbaarheid,<br />
dat ze haar kamer had afgestaan. Maar ze weigerde resoluut.<br />
Ze wilde niets hebben. “Dit is wat ik voor God kan doen;<br />
mijn kamer afstaan”, antwoordde ze. En dat wilde ze zich niet<br />
laten ontnemen.<br />
Onlangs sprak ik op een seminar in een Roma-gemeente in Leskovacs<br />
in Servië. Het seminar ging over bevrijding en innerlijke<br />
genezing. Het was me al opgevallen, dat ik tijdens de vrij pittige<br />
studies een groep tienermeisjes zag (sommigen waren misschien<br />
net 20).
140<br />
Dat is ongebruikelijk, want meisjes <strong>van</strong> die leeftijd zijn meestal<br />
met heel andere dingen bezig en zitten permanent te SMS-en.<br />
Maar deze dus niet. Ze waren helemaal gefocust op de onderwerpen,<br />
zoals de bedieningen <strong>van</strong> genezing, bevrijding en innerlijke<br />
genezing.<br />
Op een bepaalde avond vroeg de voorganger mij voor de totale<br />
jeugdgroep te bidden en over hen te profeteren.<br />
Wanneer ik over mensen profeteer, is de mate <strong>van</strong> ‘zalving’ per<br />
persoon verschillend. Ik bedoel dit; bij sommigen ont<strong>van</strong>g ik<br />
direct een heel duidelijke openbaring met heel veel details. Het<br />
is alsof de hemel open is en ik <strong>van</strong> alles mag zien. Vaak gaan die<br />
woorden over de toekomst.<br />
Maar het kan ook gebeuren, dat ik tijdens het profeteren minder<br />
ont<strong>van</strong>g. De openbaring komt maar moeizaam binnen. Soms<br />
weet ik ook, waarom dat gebeurt. Wanneer iemand een heel<br />
negatieve levensinstelling heeft, dan is de openbaring soms beperkt<br />
tot een waarschuwing om niet negatief te blijven denken<br />
en proclameren.<br />
Leskovac 2012; profeteren over een grote jeugdgroep<br />
Op de bewuste avond profeteerde ik over 48 jongelui, waarbij<br />
het vooral opviel, hoe positief de profetische woorden waren<br />
over een groep jonge meisjes, deels dezelfde meisjes, die ik tijdens<br />
het seminar had gezien. De Heer riep ze om een positie te<br />
krijgen in de moderne media, of om leiding te geven aan een<br />
vrouwenbeweging of om huwelijkscounseling te gaan doen, of<br />
zelfs de wereld over te reizen in dienst <strong>van</strong> het e<strong>van</strong>gelie.
141<br />
Ik was verbaasd, omdat dit tot voor kort volstrekt onvoorstelbaar<br />
was voor deze Roma meisjes. Het betekent een breuk met<br />
de familiecultuur <strong>van</strong> jong getrouwd te zijn en vóór je 16e al<br />
moeder te zijn.<br />
Er <strong>van</strong> uitgaande, dat mijn lezers allemaal persoonlijk de Heer<br />
hebben aangenomen, zijn het de volgende beslissingen, die heel<br />
sterk bepalen, of wij in het oorspronkelijke plan <strong>van</strong> God komen<br />
of daarin beperkt worden.<br />
Het gaat dan om het aangaan <strong>van</strong> relaties of een huwelijk, zonder<br />
daarbij de leiding <strong>van</strong> God te ont<strong>van</strong>gen.<br />
Het gaat om het kiezen <strong>van</strong> een opleiding en het streven naar<br />
een carrière, zonder daarbij de leiding <strong>van</strong> God te ont<strong>van</strong>gen.<br />
Het gaat om het aangaan <strong>van</strong> grote schulden, bijvoorbeeld een<br />
grote hypotheek, die grote verplichtingen met zich meebrengt,<br />
zonder dat we daarvoor leiding <strong>van</strong> God hebben ont<strong>van</strong>gen.<br />
En natuurlijk maakt ook het toelaten <strong>van</strong> zonden in ons leven,<br />
dat we onze geloofwaardigheid verliezen.<br />
Dit zijn zaken die we zelf in de hand hebben.<br />
Natuurlijk zijn er ook dingen, die we zelf minder in de hand<br />
hebben, zoals de beperkingen <strong>van</strong> de cultuur, waarin wij opgroeien.<br />
Tot voor kort was er voor vrouwen weinig ruimte in de<br />
gemeente. In eerste instantie mochten zij alleen het kinderwerk<br />
leiden. Iets later werd ook wel toegestaan, dat zij de worship<br />
leidden; zij het dan, dat altijd een ‘oudste <strong>van</strong> dienst’ de eindverantwoordelijkheid<br />
had.<br />
Iets groter was de vrijheid <strong>van</strong> die zusters, die ongehuwd bleven.<br />
Zij mochten op het zendingsveld wel e<strong>van</strong>gelisatiewerk<br />
doen en zelfs de pasbekeerden dopen. Maar als zij in hun eigen<br />
land op verlof kwamen, mochten zij hooguit een getuigenis of<br />
verslag geven <strong>van</strong> wat zij in het buitenland hadden gedaan.<br />
Het mocht niet te veel op een preek lijken, want dat kwam de<br />
vrouw niet toe. Natuurlijk mocht de vrouw haar man in zijn bediening<br />
terzijde staan, maar zij moest de schijn vermijden, dat<br />
zij haar man stuurde.
142<br />
Langzaam geeft onze cultuur meer ruimte aan de vrouw. Dat<br />
betekent, dat zij kan doorgroeien in haar bestemming, ongehinderd<br />
door allerlei vooroordelen. Daarbij weet ik best, dat deze<br />
vooroordelen waren gebaseerd op de Bijbelse uitspraken <strong>van</strong><br />
de apostel Paulus.<br />
Ik begeef me hier natuurlijk op gevaarlijk terrein, maar ook<br />
Paulus was een kind <strong>van</strong> zijn eigen cultuur. Wat in zijn dagen<br />
fatsoenlijk was, zou in onze tijd aanstotelijk of zelfs weerzinwekkend<br />
zijn (denk maar aan de slavernij). De Heer Jezus Zelf<br />
was in Zijn benadering <strong>van</strong> vrouwen veel ‘gemakkelijker’, dan<br />
zijn leerlingen.<br />
Na zijn opstanding verscheen hij dan ook als eerste aan Maria<br />
<strong>van</strong> Magdala en niet aan een <strong>van</strong> de ‘Twaalven’, die later de officiële<br />
getuigen zouden zijn <strong>van</strong> Zijn opstanding uit de doden.<br />
Een ander aspect heeft direct met onszelf te maken. Ik geloof<br />
vast, dat God bij onze verwekking in de moederschoot al een<br />
soort plan heeft aangaande onze bestemming en de manier,<br />
waarop wij Hem zouden kunnen dienen.<br />
God heeft dit plan, omdat Hij weet, wat voor soort persoonlijke<br />
eigenschappen wij hebben en waar onze kwaliteiten zullen liggen.<br />
Op een voor ieder mens unieke manier, wil hij ons in Zijn<br />
koninkrijk inzetten.<br />
Onze hersenen zijn op dat moment nog niet ontwikkeld. Wij<br />
hebben dus geen enkel besef <strong>van</strong> de roeping, die er op ons leven<br />
ligt.<br />
Soms ‘weet’ onze moeder of vader het, omdat zij door hun relatie<br />
met God daarover openbaring hebben ont<strong>van</strong>gen. Als zij<br />
goed luisteren, zullen ze vervolgens ook met Gods roeping<br />
meewerken en ons maximaal voorbereiden op de taak, die wij<br />
in het leven zullen hebben.<br />
De meeste ouders zijn daar echter totaal niet mee bezig. Hooguit<br />
zullen zij ons stimuleren onze natuurlijke bekwaamheden te<br />
ontwikkelen en eraan bijdragen, dat wij ons in de maatschappij<br />
een plaats kunnen veroveren.<br />
Gelukkig zijn er ook heel profetische ouders.
143<br />
Maar nu even terug naar onszelf. Behalve God, is zeker de duivel<br />
op de hoogte <strong>van</strong> onze bestemming. Hij heeft al 7000 jaar<br />
mensenkennis opgebouwd en was aan het begin al succesvol<br />
in zijn eerste poging om Adam en Eva uit hun bestemming te<br />
verwijderen.<br />
Hij kent onze ouders, hij weet wat voor genen wij hebben en<br />
welke kwaliteiten inherent in ons aanwezig zijn. Het ontbreekt<br />
hem niet aan occulte openbaring. Hij weet meer dan wij. En<br />
daarop baseert hij zijn strategie. Zijn strategie bestaat uit het<br />
toedienen <strong>van</strong> angsten, leugens en het veroorzaken <strong>van</strong> rampspoed.<br />
Ik weet het uit mijn eigen leven. Als kind zat ik vol met angsten<br />
en ik heb eigenlijk mijn hele leven met angsten geworsteld.<br />
Sommige angsten heb ik radicaal overwonnen, met andere ben<br />
ik nog niet helemaal klaar.<br />
De oorzaak <strong>van</strong> die angsten? Ik weet het niet. Sommige <strong>van</strong> die<br />
angsten zouden kunnen voortkomen uit het feit, dat mijn moeder,<br />
toen ze <strong>van</strong> mij in verwachting was, behoorlijk ziek was. Ze<br />
moest voortdurend overgeven; negen maanden lang.<br />
Ik kan me goed voorstellen, dat een ongeboren kind de krampen<br />
<strong>van</strong> de moeder (tijdens het voortdurend overgeven) als beangstigend<br />
kan ervaren.<br />
Hoe dan ook; angsten zijn voor iemand, die als predikant in<br />
een publieke christelijke bediening moet staan, bijzonder beperkend.<br />
Je kunt je onvoldoende richten op de mensen en op de<br />
Heer, omdat je met je eigen angsten worstelt. Verder beperken<br />
dergelijke angsten je om contacten te leggen met mensen.<br />
Kortom angsten verhinderen je om volledig tot je bestemming<br />
te komen.<br />
Dus óf je bindt de strijd aan met je angsten, óf je komt nooit op<br />
je bestemming. En dat laatste is voor veel mensen de consequentie.<br />
Velen <strong>van</strong> ons blijven liever in onze comfort-zone, dan<br />
uitgedaagd te worden om onze angsten te overwinnen.<br />
Voor mij ging iedere vooruitgang in de gaven en werkingen <strong>van</strong><br />
de Heilige Geest gepaard met strijd en een overwinning over
144<br />
bepaalde angsten. En dat zal voor u niet anders zijn.<br />
Bij mij ging het vooral over verlegenheid en vrees voor de beoordeling<br />
door mensen. Voor een groot deel <strong>van</strong> mijn leven<br />
was ik een ‘men-pleaser’; iemand die koste wat het kost ruzies<br />
vermeed door het iedereen naar de zin te willen maken. Misschien<br />
beschouwden anderen mij als flexibel of gemakkelijk in<br />
de omgang. Maar de reden achter dat alles was de angst voor<br />
conflict.<br />
De duivel kan ook angsten in ons leven brengen, door middel<br />
<strong>van</strong> wat mensen ons aandoen of door middel <strong>van</strong> traumatische<br />
gebeurtenissen. Mensen die opgroeien in situaties <strong>van</strong> verbaal<br />
of seksueel misbruik of <strong>van</strong> huiselijk geweld hebben in hun latere<br />
leven vaak heel wat angsten en onzekerheden te overwinnen.<br />
Angsten beïnvloeden ons functioneren in de samenleving, in<br />
het huwelijk, maar zeker ook ons functioneren in het koninkrijk<br />
<strong>van</strong> God. Er is dus werk aan de winkel om angsten te overwinnen.<br />
Een ander wapen <strong>van</strong> de boze is het inbrengen <strong>van</strong> leugens. Het<br />
gaat dan om voorstellingen ten aanzien <strong>van</strong> onszelf (of ten aanzien<br />
<strong>van</strong> anderen), die niet overeenkomen met hoe God over<br />
ons (of over die ander) denkt.<br />
Zo zijn er ouders, die tegen hun kind zeggen: “Jij deugt nergens<br />
voor. Jij kunt geen verantwoordelijkheid dragen. Jij zult nooit<br />
een vaste baan hebben”. Vervolgens zal dat kind in het latere<br />
leven snel afhaken, wanneer het eens wat moeilijker gaat. “Zie<br />
je wel, mijn ouders zeiden het al. Ik kan dit niet”. De moed om<br />
volharding te tonen is door de uitspraken <strong>van</strong> de ouders ondermijnd.<br />
De leugen heeft gewonnen.<br />
Zo kunt u bijvoorbeeld over uzelf denken: “Ik zal nooit leiding<br />
kunnen geven”. Het is maar de vraag of God dat ook vindt. Misschien<br />
heeft Hij best mogelijkheden tot leiderschap in u gelegd,<br />
maar hebben mensen in uw omgeving u vertelt, dat u daarvoor<br />
ongeschikt bent. Misschien was de cultuur in uw familie wel<br />
zo, dat men rebelleerde tegen iedere vorm <strong>van</strong> leiderschap.
145<br />
Ik herinner me, dat de rector <strong>van</strong> onze school (Gymnasium) ons<br />
eens bij zich riep en ons voorhield, dat wij geroepen waren om<br />
leidinggevende posities te bekleden in ons land. Ik geloofde er<br />
niets <strong>van</strong>. Mijn voorstelling over ‘leidinggeven’ had vooral te<br />
maken met manipulatie en het onderdrukken <strong>van</strong> anderen.<br />
Hoe ik daarbij kwam, weet ik niet. Maar het had tot gevolg, dat<br />
ik nooit een positie <strong>van</strong> leiderschap over anderen heb gezocht<br />
en me er ook nooit op heb voorbereid. Toch zal het zover wel<br />
komen.<br />
Ten slotte gebruikt de duivel rampspoed om ons <strong>van</strong> onze bestemming<br />
weg te houden. Handicaps, beperkingen, teleurstellingen,<br />
verbittering; alles gebruikt hij om ons te ontmoedigen.<br />
En óf we gaan de strijd aan met onze tegenslagen, óf wij geven<br />
ons gewonnen en kiezen voor een passieve afwachtende houding.<br />
God zal ons uitdagen, om onze handicaps en beperkingen te<br />
overwinnen en samen met Hem de mogelijkheden te onderzoeken<br />
om verder te komen. Maar we kunnen ook toegeven aan<br />
een soort <strong>van</strong> zelfmedelijden, waarbij we steeds <strong>van</strong> de ander<br />
verwachten, dat die ons zal helpen.<br />
En natuurlijk ‘ervaren’ we dan, dat die ander onvoldoende in<br />
ons geïnteresseerd is en ons niet ziet zitten. Nog meer zelfmedelijden<br />
is het gevolg. We kunnen, zonder dat we ons dat direct<br />
bewust zijn, gaan leven in een leugen: “Ik krijg nooit een kans;<br />
mij zal het nooit lukken; niemand ziet mij zitten; God laat mij<br />
ook in de steek; wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit<br />
een kwartje”.
146<br />
Hoofdstuk 22 Het is er al<br />
In de zoektocht naar de gaven <strong>van</strong> de Heilige Geest ben ik me<br />
er steeds meer <strong>van</strong> bewust, dat deze gaven op een of andere<br />
manier al in ons aanwezig zijn.<br />
Ik bedoel, dat de aanwezigheid <strong>van</strong> de Geest ook de kracht tot<br />
genezing inhoudt.<br />
Er zijn een paar Bijbelteksten, die mij altijd hebben gefrappeerd.<br />
Het gaat om Bijbelteksten waarin de zekerheid <strong>van</strong> die aanwezige<br />
kracht wordt uitgesproken. In de eerste plaats denk ik aan<br />
Hand.3: 6 Maar Petrus zeide: Zilver en goud bezit ik niet, maar wat<br />
ik heb geef ik u; in de naam <strong>van</strong> Jezus Christus, de Nazoreeer: Wandel!<br />
En hij greep hem bij de rechterhand en richtte hem op, en terstond werden<br />
zijn voeten en enkels stevig, en hij sprong op en stond en liep heen<br />
en weer en hij ging met hen de tempel binnen, lopende en springende<br />
en God lovende.<br />
Het gaat mij om de uitspraak <strong>van</strong> Petrus, waarbij hij precies vertelt,<br />
wat hij niet heeft, nl. geld, en wat hij wel heeft, nl. kracht tot<br />
genezing. En dan vraag ik mij af: “Hoe wist hij dat tweede zo<br />
zeker?” Nog even los <strong>van</strong> de kwestie, dat soms het hebben <strong>van</strong><br />
geld afbreuk kan doen aan Gods kracht door ons heen, vind ik<br />
de zekerheid <strong>van</strong> Petrus frapperend.<br />
Verder denk ik aan twee teksten in de brief <strong>van</strong> Paulus aan de<br />
Efeziërs. Ten eerste Ef. 1: 19 waar Paulus bidt, dat de gelovigen<br />
zullen weten: hoe overweldigend groot zijn kracht is aan ons, die<br />
geloven, naar de werking <strong>van</strong> de sterkte zijner macht, die Hij heeft<br />
gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te<br />
zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten, boven alle overheid<br />
en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd<br />
wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw.<br />
Paulus spreekt hier over een kracht die in ons aanwezig is. Die<br />
kracht is zo groot, dat daardoor doden tot leven kunnen worden<br />
gewekt.<br />
De tweede tekst <strong>van</strong> deze strekking vinden we in Ef.3:20 Hem<br />
nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig
147<br />
veel meer te doen dan wij bidden of beseffen, Hem zij de heerlijkheid in<br />
de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, <strong>van</strong> eeuwigheid<br />
tot eeuwigheid! Amen.<br />
Hier wordt gesproken over de geweldige kracht <strong>van</strong> God, een<br />
kracht die groter is dan wij ons kunnen voorstellen. Maar zegt<br />
Paulus erbij: “Deze kracht is overeenkomstig de kracht, die in<br />
ons werkt”. Met andere woorden: We hebben geen idee <strong>van</strong> de<br />
grootte <strong>van</strong> de kracht <strong>van</strong> de Heilige Geest, die al in ons aanwezig<br />
is.<br />
Nu is het mooi om dit in theorie te weten en het voor kennisgeving<br />
aan te nemen. Maar dat was natuurlijk niet de bedoeling<br />
<strong>van</strong> God de Vader, toen Hij ons de Geest en de bijbehorende<br />
kracht gaf. Deze kracht is er om het koninkrijk <strong>van</strong> God op aarde<br />
te proclameren en te demonstreren.<br />
Maar hoe komen we bij die kracht? Het lijkt wel een beetje op<br />
de situatie, die ons kan overkomen, als we in een ander werelddeel<br />
ons scheerapparaat of onze haardroger willen gebruiken.<br />
In plaats <strong>van</strong> de gebruikelijke wandcontactdoos met de twee<br />
ronde gaatjes treffen we ineens iets anders aan; bijvoorbeeld<br />
drie platte gleufjes in een stervorm.<br />
Op geen enkele manier past onze stekker daarin. We moeten<br />
eerst een adapter kopen, anders kunnen we geen gebruik maken<br />
<strong>van</strong> de elektriciteit. Zelfs het feit, dat we theoretisch weten,<br />
dat zich achter de contactdoos elektrische stroom bevindt, helpt<br />
ons niet. We moeten ons op een of andere manier toegang verschaffen.<br />
Tot nog toe heb ik in mijn eigen leven de werkingen <strong>van</strong> de Heilige<br />
Geest ‘aan’ kunnen zetten door stappen <strong>van</strong> geloof.<br />
Recentelijk nog ontdekte ik, dat het mogelijk was om gezichten<br />
te ont<strong>van</strong>gen door een proclamatie <strong>van</strong> mijn geloof: “En nu<br />
toont de Heer mij een gezicht en ik zie....” Inmiddels heb ik dit<br />
vele malen gedaan en het is voor mijzelf en voor anderen heel<br />
vruchtbaar en genezend gebleken.
148<br />
Maar het ontdekkingsproces gaat door. Ik wil niet alleen vertroostende<br />
en bemoedigende woorden <strong>van</strong> de Geest ont<strong>van</strong>gen,<br />
maar ook doorbraken in de levensomstandigheden en fysieke<br />
gezondheid <strong>van</strong> mensen zien.<br />
Mijn vraag is dan ook: “Is het mogelijk om op dezelfde manier<br />
als bij profetische woorden, door een stap <strong>van</strong> geloof, die kracht<br />
<strong>van</strong> de Geest, die in ons woont, door te geven aan een ander?”<br />
Ik besloot het te proberen. De resultaten waren bemoedigend<br />
maar ik ben nog niet tevreden.<br />
Ik stel mij dus voor, dat deze ‘overweldigende kracht’ in mij<br />
woont en dat het Gods wil is, dat ik deze kracht zal toepassen.<br />
Op een of andere manier moet het mogelijk zijn deze kracht <strong>van</strong><br />
God naar buiten te werken. Een beetje zoals je een tube tandpasta<br />
kunt leegknijpen.<br />
En sinds ik mij deze voorstelling maak en tijdens de bediening<br />
<strong>van</strong> mensen als het ware de kracht <strong>van</strong> God naar buiten knijp,<br />
zie ik een veelvoud <strong>van</strong> genezingen gebeuren; een veelvoud<br />
vergeleken met wat er voorheen gebeurde.<br />
Het duurt vaak wat langer, dan ik had verwacht. Terwijl ik als<br />
het ware sta te knijpen, praat ik met de Here. Zo vraag ik bijvoorbeeld:<br />
“Gaat dit lang duren?” Heel vaak antwoordt Hij mij<br />
heel duidelijk en zegt: “Nee, het is al genoeg”.<br />
Maar soms zegt Hij ook: “Dit gaat lang duren”. In dat geval<br />
ga ik gewoon door met de bediening, totdat de Heer me het<br />
signaal geeft, dat het genoeg is. Ook vraag ik of ik misschien<br />
iets over het hoofd zie; bijvoorbeeld dat er eerst een demonisch<br />
bolwerk moet worden opgeruimd.<br />
Soms duurt het echt lang. Zo bediende ik samen met Eli, een<br />
<strong>van</strong> mijn Roemeense HealingRooms medewerksters, een man<br />
met zware artrose. Het duurde zeker een kwartier. Maar toen<br />
ware alle pijnen verdwenen en kon hij zijn benen weer gebruiken<br />
als een jonge gezonde kerel.<br />
Het meeste resultaat zie ik bij pijnen. Vooral rugpijnen verdwijnen<br />
vaak door de aangedane plaats in de rug met de vlakke
149<br />
binnenkant <strong>van</strong> de hand aan te raken. Meestal ervaart de zieke<br />
al na één of twee minuten een diepe warmte en verdwijnt de<br />
pijn in een minuut of wat. Dat wil niet zeggen, dat er nu een<br />
definitieve genezing is, maar het begin is er!<br />
Maar ook astmatische benauwdheid of buikpijnen heb ik op<br />
die manier zien verdwijnen. Laatst was er een oudere oma met<br />
slechte ogen. Zelf had ik in dit geval enige twijfels over de genezing.<br />
Het spreekwoord “Ouderdom komt met gebreken”, blijkt<br />
toch <strong>van</strong> invloed te zijn op ons geloof.<br />
Toen ik echter de handen op haar ogen legde, ervoer ik zelf de<br />
aanwezigheid <strong>van</strong> de kracht <strong>van</strong> God. En als ik dat ervaar, dan<br />
weet ik dat de Heilige Geest aan het werk is. Hoewel er na drie<br />
minuten nog niets was verbeterd, besloot ik toch maar door te<br />
gaan. En toen ik na 5 minuten opnieuw mijn handen <strong>van</strong> haar<br />
gezicht weghaalde, keek ze me stralend aan. “Ik kan alles weer<br />
helder zien!” riep ze uit, “Alles is helemaal scherp en goed!”<br />
Gelukkig maar, dat God ons niet doet naar ons kleingeloof.<br />
Omdat ik probeer tijdens de bediening met God te praten, ervaar<br />
ik soms ook, dat de bediening niet zal werken. Vaak zijn<br />
daarvoor redenen. Soms is een demonische werking de oorzaak<br />
<strong>van</strong> iemands ziekte. Soms is onvergevingsgezindheid de reden,<br />
waarom God het wonder niet kan doen.<br />
Ik wil nu niet een hele verhandeling houden over al mijn ontdekkingen<br />
op dit terrein. Dit is ook niet de plaats om uit te leggen,<br />
wat ik verder nog uit boeken of de praktijk <strong>van</strong> anderen<br />
heb geleerd. Dat zou te ver voeren.<br />
Maar ergens moeten we een begin maken.<br />
Onlangs was ik in Roemenië een groep mensen aan het trainen<br />
voor de HealingRooms bediening. Ik vertelde hun, hetzelfde<br />
wat ik u zojuist vertelde; het uitpersen <strong>van</strong> de kracht <strong>van</strong> de<br />
Heilige Geest, die al in ons woont.<br />
Op een gegeven moment, stelde ik de vraag, wie er op dat moment<br />
pijn had. In het totaal gingen 12 handen omhoog. Ik vroeg<br />
hun naar voren te komen en zich in een rij op te stellen.
150<br />
“Nu heb ik 12 painkillers nodig”, zei ik. Iedereen begon wat<br />
te lachen en er meldden zich 8 mensen. Zelf wees ik in de zaal<br />
nog 4 mensen aan, waar<strong>van</strong> ik vermoedde, dat ze wat verlegen<br />
waren of een te kort hadden aan zelfvertrouwen.<br />
Ik liet hun naar voren komen en zich opstellen tegenover de rij<br />
<strong>van</strong> de mensen die pijn hadden. “Leg je hand nu op de pijnlijke<br />
plek <strong>van</strong> degene, die tegenover je staat, mits het betamelijk is<br />
natuurlijk. Anders vraag je die persoon zelf de handen op die<br />
plek te leggen en leg je jouw handen er bovenop”. Ze deden<br />
het.<br />
“En nu, persen maar! Stel je maar voor dat je een kind ter wereld<br />
moet brengen, of stel je maar voor, dat je jezelf leegknijpt!”<br />
Na een minuut of tien, waren tien <strong>van</strong> de twaalf gedupeerden<br />
pijnvrij. Het werkt dus niet alleen bij mij, maar bij iedereen, die<br />
vervuld is met de Heilige Geest.<br />
De bediening <strong>van</strong> genezing hangt heel samen met de intimiteit<br />
met de Vader en met de Zoon. Ik ben er<strong>van</strong> overtuigd, dat een<br />
genezingsbediening zich alleen verder kan ontwikkelen, door<br />
toenemende openbaring, dat wil zeggen, door het zoeken <strong>van</strong><br />
gemeenschap met God. En dat niet alleen tijdens de eigenlijke<br />
bediening, maar als een onderdeel <strong>van</strong> een levensstijl.<br />
Ik was <strong>van</strong> plan een boek te schrijven over de bedieningen <strong>van</strong><br />
genezing. De titel luidt: “Ik moet het de Vader zien doen”. Het is<br />
voor de helft klaar. Maar die tweede helft ... daarvoor moet ik<br />
eerst zelf nog groeien.
151<br />
Hoofdstuk 23 Vergeving<br />
“Ik kan hem niet vergeven! Ik wil hem niet vergeven! Niet, na<br />
wat hij mij en mijn kinderen heeft aangedaan”.<br />
“Je zult hem moeten vergeven, anders ga je zelf te gronde”. Ik<br />
wist niets <strong>van</strong> haar. Ze vertelde iets over huiselijk geweld en<br />
alcoholisme. Dat komt veel voor in Oost-Europa. Vergeven is<br />
beslist niet gemakkelijk, wanneer je gevoel schreeuwt om gerechtigheid.<br />
Vergeven is vaak eerst een keuze <strong>van</strong> je wil, niet <strong>van</strong> je gevoel.<br />
Het gevoel werkelijk vergeven te hebben, komt vaak veel later.<br />
Vergeven is onmenselijk. Het is iets Goddelijks. De basis <strong>van</strong><br />
onze keuze om te vergeven is, dat Jezus vergaf, terwijl Hij totaal<br />
onrechtvaardig behandeld werd. Hij werd gegeseld en aan een<br />
kruis gespijkerd, terwijl Hij alleen maar goed had gedaan.<br />
Hij had zieken genezen, gebrokenen <strong>van</strong> hart hersteld, gebondenen<br />
bevrijd en zelfs doden opgewekt. Hij had hongerigen<br />
gespijzigd en voor armen gezorgd. Niemand had tevergeefs<br />
bij Hem aangeklopt. Er staat zelfs: “Allen die bij hem kwamen,<br />
werden genezen”.<br />
Maar omdat hij de religieuze leiders <strong>van</strong> zijn dagen irriteerde,<br />
moest Hij verdwijnen: “Weg met Hem, kruisigt Hem!” En toen<br />
Hij daar hing, niet zoals op alle schilderijen met een kuise lendendoek,<br />
maar geheel naakt en uitgekleed en onder het bloed,<br />
stonden ze erbij om Hem nog even te bespotten.<br />
En hoewel Hij met één woord de bliksem naar beneden had<br />
kunnen laten komen om de spotters te vernietigen, deed Hij het<br />
niet, maar Hij vergaf het hun. Zij vroegen niet om vergeving. Ze<br />
toonden geen berouw. Maar Hij vergaf hun. Vergeving in plaats<br />
<strong>van</strong> gerechtigheid. Zoiets kan alleen uit het hart <strong>van</strong> de Vader<br />
voortkomen.<br />
En nu vraagt Hij <strong>van</strong> ons gelovigen, die zelf vergeving voor<br />
onze eigen zonden ont<strong>van</strong>gen hebben, om de anderen, die te-
152<br />
gen ons gezondigd hebben, te vergeven. In het ‘Onze Vader’<br />
staat het zo: “Vergeef ons onze zonden, zoals ook wij vergeven, wie<br />
tegen ons gezondigd hebben”. Oef! Er is geen uitweg, geen andere<br />
keus dan te vergeven.<br />
Een half uur waren we bezig om het haar duidelijk te maken,<br />
dat vergeving niet alleen een opdracht <strong>van</strong> God is, maar dat het<br />
ook voor onze eigen bestwil is.<br />
Op een goed moment ont<strong>van</strong>g ik <strong>van</strong> de Heer zekerheid om<br />
haar een harde waarheid te vertellen (voor mij is dat heel ongebruikelijk):<br />
“Als jij je ex niet vergeeft, garandeer ik je dat je<br />
binnen no time allerlei auto-immuunziekten krijgt”.<br />
Raak!<br />
“Hoe weet u, dat ik die al heb?” reageert ze verbijsterd. “Ik slik<br />
allerlei medicijnen om het leven draaglijk te houden”.<br />
Los <strong>van</strong> de geestelijke noodzaak, leg ik haar ook uit, hoe het<br />
medisch in elkaar zit. In een toestand <strong>van</strong> boosheid, maakt ons<br />
hormoonsysteem allerlei stresshormonen aan. Als we te lang<br />
daaraan worden blootgesteld, keert het zich tegen ons en worden<br />
we ziek.<br />
Daarom mag boosheid nooit te lang duren. Anders beschadigen<br />
deze stress-hormonen onze bloedvaten en ons immuunsysteem.<br />
Vervolgens kunnen we gevoelig worden voor allergische reacties,<br />
reumatische aandoeningen en zelfs voor bepaalde vormen<br />
<strong>van</strong> kanker. Het duurt meestal langere tijd, voordat dergelijke<br />
ziekten zich openbaren, maar het begint bij een toestand <strong>van</strong><br />
boosheid of teleurstelling.<br />
Trouwens we mogen de zaak niet omdraaien. Allergische reacties,<br />
reumatische aandoeningen en kanker zijn lang niet altijd<br />
terug te voeren op bitterheid of boosheid.<br />
De Bijbel raadt ons trouwens wel aan niet te gaan slapen na een<br />
uitbarsting <strong>van</strong> boosheid, maar voor de nacht valt, de zaak uit<br />
te praten of anders te vergeven.
153<br />
Natuurlijk zitten er aan deze kwestie allerlei haken en ogen.<br />
Moet je die man, die je ieder weekend weer slaat, ieder weekend<br />
weer vergeven? Of moet je gewoon bij hem weggaan? Waarschijnlijk<br />
moet je bij hem weggaan, als hij niet serieus meewerkt<br />
aan een therapie. Maar je zult Hem toch ook moeten vergeven;<br />
al was het maar, omdat je zelf ook vergeving nodig hebt.<br />
De bediening schiet niet erg op. Ik speel hoog spel, maar ik<br />
weet, dat ik <strong>van</strong> Godswege geen andere keuze heb. “Ik zie nog<br />
wel meer problemen en dingen, waarbij we je zouden kunnen<br />
helpen. Maar ik ga niet verder voor je bidden, tenzij jij vergeeft.<br />
Jij zelf hebt de sleutel voor het grootste probleem”, zeg ik.<br />
“En het gaat hier niet om je pijn of je gevoel. Waarschijnlijk zul<br />
je nog vele malen moeten zeggen: “Ik vergeef hem”, voordat<br />
je gevoel begint te begrijpen, wat je met je verstand al weet”.<br />
Eindelijk is het zover. Ze zegt: “Vader in de Hemel, ik wil hem<br />
vergeven”.<br />
“Ik vergeef hem”, verbeter ik haar. “Vader , ik vergeef hem”,<br />
herhaalt ze.<br />
Dat geeft mij ruimte om voor haar te bidden. Nog steeds weet ik<br />
niets over haar, maar ik spreek leven uit over haar fysieke toestand.<br />
Ineens zegt de Heer tegen me, dat ik de kwalen, waaraan<br />
ze lijdt, één voor één moet opnoemen.<br />
En ik weet niet eens wat ze mankeert! Ik moet dus uit openbaring<br />
spreken. Zo spreek ik in de naam <strong>van</strong> Jezus leven uit over<br />
haar wervelkolom, over haar handen, haar spijsvertering en tot<br />
mijn verbazing over haar urinewegen (ik geloof, dat ik een dergelijke<br />
aandoening nog nooit heb benoemd in een gebed). Als ik<br />
klaar ben en mijn ogen open, kijkt ze mij vol verbijstering aan.<br />
“Hoe weet u dat ik daarmee een probleem heb? U hebt precies<br />
de 6 kwalen opgenoemd, waaraan ik lijd en waarvoor ik medicatie<br />
heb. Ik heb ze niet opgeschreven en u er niets over verteld.<br />
Hoe weet u dat?”<br />
“Nu dat weet God en Hij wilde dat ik leven uit zou spreken<br />
over die aspecten <strong>van</strong> uw gezondheid”.
154<br />
De gebedssessie is afgelopen. Ik zie haar vreemde draaibewegingen<br />
maken met haar nek. Ik kijk haar vragend aan. “Mijn<br />
nekpijnen zijn helemaal weg”, zegt ze verbaasd.<br />
Met mijn geestelijke ogen zie ik, dat de genezing <strong>van</strong> haar andere<br />
kwalen al is begonnen. “De andere gezondheidsproblemen<br />
zullen ook genezen worden”, antwoord ik.<br />
Dan grijpt ze naar haar buik.<br />
“Wat gebeurt daar?” roept ze uit en een paar tellen later: “O<br />
help, de pijn trekt helemaal weg!” Voor onze ogen wordt ze <strong>van</strong><br />
de ene na de andere kwaal genezen. We zien het gewoon gebeuren!<br />
Terwijl ze haar jas aantrekt, zie ik voortdurend blikken <strong>van</strong> verbazing<br />
en verbijstering. Het is duidelijk, dat ze het bijna niet<br />
kan geloven. Ik zie haar denken: “Is het werkelijk zo, dat het<br />
geven <strong>van</strong> vergeving aan mijn ex de basis is voor het ont<strong>van</strong>gen<br />
<strong>van</strong> goddelijke genezing voor al mijn ziekten? Hoe is het mogelijk?<br />
Ik ervaar hoe de pijnen uit mijn lichaam aan het verdwijnen<br />
zijn. Dit kan toch niet waar zijn?”<br />
Maar het is wel waar. Inmiddels heb ik al vele mensen plotseling<br />
zien genezen, wanneer ze vergeving uitspraken naar diegene(n),<br />
die hen hadden gekwetst, gepest, bedrogen en verraden. Soms<br />
waren die personen al lang dood. Maar het uitspreken <strong>van</strong> de<br />
woorden “Ik vergeef je” deed wonderen, of liever gezegd, deze<br />
woorden <strong>van</strong> vergeving boden God de mogelijkheid het wonder<br />
te doen, dat al lang op hen wachtte.
155<br />
Hoofdstuk 24 Dortmund<br />
Misschien gebeurt het juist vaak op reis of op vliegvelden; die<br />
aparte ontmoetingen. Maar het zou ook in de rij voor een winkelkassa<br />
kunnen gebeuren. Eigenlijk overal, waar je mensen<br />
ontmoet.<br />
Deze keer stonden we in de rij voor de bagage-check-in balie<br />
op Dortmund airport voor een vlucht naar de Oekraïne. Ik zeg<br />
“we”, want ik had Cristina Minculescu (uit Roemenië) bij me<br />
en Joanne Mensink, die deel uitmaakte <strong>van</strong> ons HealingRooms<br />
team in Harderwijk. Beiden zijn heel profetisch. Ik had hun<br />
gevraagd om mee te komen, want ik had werkelijk bekwame<br />
mensen nodig om mij te ontlasten. In Lviv zou Alyson zich nog<br />
bij ons voegen<br />
Met een profetisch team naar Oekraïne; Cristina, Joanne en Alyson<br />
Als je in het buitenland bent, staan de mensen in de rij om gebed<br />
of profetische woorden te ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> ‘die buitenlander’. Ineens<br />
zijn de eigen gemeenteleiders niet meer goed genoeg en<br />
moet per se die buitenlander hen bedienen. Daarom kwam ik<br />
dus met een team <strong>van</strong> buitenlanders om de last te verdelen.<br />
Over Cristina heb ik al eerder gesproken. Zij is één <strong>van</strong> mijn<br />
beide ‘dochters’; Joanne is een verhaal apart. Ook zij is me heel
156<br />
dierbaar. Als ik gasten uit het buitenland heb, neem ik ze op<br />
zondagmiddag mee naar ‘House of Heroes’, de gemeente, waar<br />
ik tot ‘honorary pastor ben ingezegend. Dan vraag ik Joanne altijd<br />
om voor hen te bidden en over hen te profeteren. Ze is heel<br />
gevoelig in het verstaan <strong>van</strong> de stem <strong>van</strong> de Heer en ze heeft<br />
mijzelf al menigmaal bemoedigd.<br />
We staan dus met zijn drieën in de rij voor de bagage-check-inbalie.<br />
Onderling spreken we Engels omdat Cristina geen Nederlands<br />
spreekt. Natuurlijk hebben we het over onze ervaringen<br />
met de Heer.<br />
Ineens klinkt achter ons een stem: “Are you missionaries or something?”<br />
We kijken om. Direct achter ons staat een Oekraïens<br />
echtpaar. Maar ze spreken behoorlijk Engels.<br />
“Sort of” (zoiets), reageer ik. Maar de nieuwsgierigheid is nog<br />
niet bevredigd. “Wat gaat u dan in ons land doen?”<br />
Zo goed en zo kwaad als dat gaat, leg ik uit, dat we bezig zijn<br />
met het promoten en opstarten <strong>van</strong> HealingRooms. Het is best<br />
lastig om dat in een paar woorden te vertellen. Zeker als je niet<br />
weet, waar de ander geestelijk staat.<br />
Zijn de vragenstellers gelovigen? Voor de zekerheid vraag ik<br />
het maar even. “Bent u ook gelovig?” vraag ik. “Nee, nee, wij<br />
niet, maar we hebben vrienden, die gelovig zijn. Die zitten in<br />
een charismatische kerk”.<br />
Op dat moment weet ik, dat deze ontmoeting niet ‘toevallig’ is.<br />
God wil hier iets mee. Inmiddels staan we bijna vooraan in de<br />
rij. Ieder moment kunnen we nu onze koffers afgeven.<br />
“Mag ik u zo uitnodigen voor een kop koffie? Er is nog genoeg<br />
tijd, voordat onze vlucht vertrekt”. Vrij spontaan reageert de<br />
man: “Ja dat is goed”. Hij heeft geen idee, wat voor gezelschap<br />
wij eigenlijk zijn.<br />
Na even zitten we dus met z’n vijven aan een tafeltje in de coffee-corner.<br />
De vrouw haalt een zak met koekjes uit haar handtas<br />
en ik bestel voor iedereen koffie. Ze vertellen, waar ze <strong>van</strong>daan<br />
komen en iets over hun achtergronden. Die gegevens bewaar
157<br />
ik maar voor mijzelf. Mijn beide assistentes weten al, wat er zo<br />
gaat gebeuren. Ze kennen mijn verhalen. Ik breng het gesprek<br />
in de richting <strong>van</strong> religie en geloof.<br />
Dan zeg ik tegen de man: “Weet u, de Heer zegt iets tegen mij<br />
over u”. Hij kijkt me aan alsof hij water ziet branden. “Wat?”<br />
“Ja, de Heer spreekt tot mij over u. Mag ik even uw hand vasthouden?”<br />
Aarzelend reikt hij zijn hand over de tafel en kijkt<br />
mij verbaasd aan. Ik heb natuurlijk nog geen woord ont<strong>van</strong>gen.<br />
Maar ik weet dat het nu zal komen.<br />
Ik sluit mijn ogen om niet afgeleid te worden en begin te profeteren:<br />
“De Heer zegt tegen je...” En dan komt het gewoon. Het<br />
waren geen schokkende dingen; een paar details uit het persoonlijk<br />
leven en veel liefde <strong>van</strong> de Heer voor mijn overbuurman.<br />
Wanneer ik mijn ogen open, kijkt hij mij verbijsterd aan.<br />
Zijn vrouw raakt bijna in paniek. “Ik moet plassen!” roept ze<br />
bijna uit. Ik neem aan, dat ze voorvoelde, dat zij de volgende<br />
zou zijn om een profetisch woord te ont<strong>van</strong>gen. Ze is bang en<br />
haast zich in de richting <strong>van</strong> de toiletten. Misschien heeft ze wel<br />
een occulte achtergrond en zijn de machten in haar leven zich<br />
doodgeschrokken bij deze confrontatie met de Geest <strong>van</strong> God.<br />
Weg is ze. Haar man kijkt me nog steeds verbijsterd aan.<br />
“Ik moet u wat zeggen”, komt er hakkelend uit. Maar het zit<br />
hem duidelijk heel erg hoog, “Ik ben verliefd op de vrouw <strong>van</strong><br />
mijn beste vriend en zij op mij. Ik weet, dat het fout is, maar...”<br />
Cristina en Joanne onderbreken ons. “Wij moeten ook plassen”,<br />
komt er eensgezind uit. Ik weet dat dat niet waar is. Zij gaan<br />
ook helemaal niet plassen. Ze lopen 30 m. in de richting <strong>van</strong> de<br />
toiletten en blijven dan staan. Aan hun mimiek kan ik zien, dat<br />
ze beiden binnensmonds in tongen staan te bidden.<br />
Ze hadden direct door, dat het beter was om te vertrekken, nu<br />
mijn buurman is begonnen een dergelijk schokkende zondebelijdenis<br />
af te leggen. De aanwezigheid <strong>van</strong> dames zou hem alleen<br />
maar afremmen om de volle waarheid te vertellen.
158<br />
Daar zit ik dus met mijn Oekraïense overbuurman. In het profetische<br />
woord heeft hij de heiligheid <strong>van</strong> God ontmoet. Nu kan<br />
hij niet anders meer dan zijn zonden belijden.<br />
Het moet er gewoon uit: “Ik weet dat het fout is, maar ik ben gewoon<br />
verliefd op haar. En dan gebeurt het, dat ik in huis ineens<br />
voel, dat ze bij me is, in de kamer, terwijl ze er in werkelijkheid<br />
natuurlijk niet is. En op andere momenten ervaar ik, dat ze tussen<br />
mijn vrouw en mij in bed ligt, terwijl ze er natuurlijk niet<br />
echt is. Maar ik voel gewoon haar aanwezigheid”.<br />
Ik vraag hem, of hij seksuele omgang met de vrouw <strong>van</strong> zijn<br />
vriend had gehad, maar dat ontkent hij. Dat zou direct die<br />
vreemde telepathische gevoelens verklaard hebben. Nu leek<br />
het er eerder op, dat de vrouw <strong>van</strong> zijn vriend toverij gebruikt<br />
om hem deze ervaringen te bezorgen.<br />
Na nog een paar vragen, begin ik voor hem te bidden, gewoon<br />
aan het tafeltje in de coffee-corner. Daarna zeg ik tegen hem.<br />
“Om werkelijk <strong>van</strong> deze zaak af te komen, zul jij een beslissing<br />
moeten nemen over jouw relatie met de Heer. Het gaat er om<br />
dat je Jezus aanneemt”.<br />
Hij keek mij aan en zei: “Als ik bij mijn charismatische vrienden<br />
op een verjaardag ben, dan komt er meestal wel iemand naast<br />
mij zitten. Dan vragen ze ook altijd, of ik een kind <strong>van</strong> God ben.<br />
Meestal antwoord ik dan: “Ik ben een sympathisant <strong>van</strong> God”.<br />
En dan laten ze me met rust”.<br />
Ik glimlachte en zei: “Als je op een treinstation staat, kun je jezelf<br />
wel betitelen als een sympathisant <strong>van</strong> de trein. Maar aan<br />
het eind <strong>van</strong> de dag zit je óf in die trein, óf je staat nog op het<br />
perron! Het is niet genoeg om een sympathisant te zijn. Je moet<br />
een keuze maken”.<br />
Ik kon als het ware zijn hersenen horen knarsen. Met in de verte<br />
starende ogen herhaalde hij mijn woorden: “Ik moet een keuze<br />
maken”. Inmiddels stond zijn vrouw op een afstand <strong>van</strong> een<br />
paar meter gebaren te maken. “Ik moet opstappen”, zei hij, en<br />
in gedachten volgde hij haar naar de personencontrole. Weer<br />
een stap dichterbij Gods koninkrijk gekomen, dacht ik.
159<br />
Hoofdstuk 25 Opstanding<br />
Dit verhaal is waar gebeurd, maar de situatie is onherkenbaar<br />
gemaakt. Ergens op mijn reizen werd ik ont<strong>van</strong>gen door pastor<br />
D. Hij is een <strong>van</strong> de leiders <strong>van</strong> een E<strong>van</strong>gelische gemeente, die<br />
mij ontving voor een seminar over (innerlijke) genezing en bevrijding.<br />
Hij haalde me <strong>van</strong> het vliegveld en het klikte direct; een vriendelijk<br />
spontane, open man, die niet de neiging had zich controlerend<br />
op te stellen. Ik mocht hem direct en ik weet dat het<br />
wederzijds is.<br />
Gedurende het seminar profeteerde ik over vele mensen en zo<br />
ook over zijn vrouw. Laat ik haar maar Sabine noemen. Zij is<br />
een tegenpool <strong>van</strong> haar man. Terwijl hij vrij extrovert is, is zij<br />
juist heel rustig en introvert. Maar wat me direct opviel, was<br />
haar vriendelijke karakter.<br />
Wat is dat toch, dat je gelijk iemand mag? In ieder geval gold<br />
dat voor dit echtpaar. Hoewel ze een belangrijke leiderschapspositie<br />
vervullen, zijn het gewoon heel dienstbare en lieve<br />
mensen. Mijn eerste indruk <strong>van</strong> haar is: “Wat een vriendelijke,<br />
lieve, geest”. Ik had het meest met hem te maken. Haar zag ik<br />
meestal in de samenkomst en dan merkte ik, hoe oplettend en<br />
gemotiveerd zij was.<br />
Toen ik uiteindelijk vertrok, had ze nog een klein pakketje voor<br />
me samengesteld met wat exclusieve lokale levensmiddelen,<br />
met liefde uitgezocht.<br />
Pastor D. bracht me naar het vliegveld. Omdat we tijd over hadden,<br />
maakten we nog een tochtje door de natuur. En toen begon<br />
hij te vertellen: “Ik wil je iets vertellen over mijn vrouw”, zei hij.<br />
“Je hebt haar ontmoet. Ik wil je iets over de geschiedenis <strong>van</strong><br />
haar leven vertellen. Ze is een heel bijzondere vrouw”.<br />
“Haar geschiedenis is een vreselijke geschiedenis. Je hebt het in<br />
dit seminar gehad over innerlijke pijn en genezing. Dat is een<br />
<strong>van</strong> de redenen, waarom ik dit verhaal vertel.<br />
Mijn vrouw groeide op in een gezin met alcoholmisbruik. Het
160<br />
huwelijk <strong>van</strong> haar ouders was slecht en liep uiteindelijk ook uit<br />
op een echtscheiding.<br />
Toen ze 8 jaar oud was, begon haar vader haar seksueel te misbruiken.<br />
Dat ging door tot haar twaalfde. Toen kreeg haar vader<br />
een nieuwe vriendin. Toen ze zelf 18 jaar oud was, werd ze<br />
verliefd op een knappe vent. De liefde was wederzijds en ze<br />
trouwden. Ze kregen een heel mooi dochtertje.<br />
Op een dag - het meisje was toen 7 jaar oud - kwam haar man<br />
<strong>van</strong> het werk. Hij zei: “Ik moet je wat zeggen. Ik ga weg. Ik heb<br />
al enige tijd iemand anders. Ik ga zo meteen mijn koffers pakken<br />
en trek bij haar in”.<br />
Het sloeg in als een bom. Ze had hier niet op gerekend. Had<br />
ze niets gemerkt? Natuurlijk had ze de laatste tijd wel iets gemerkt.<br />
Maar hij was druk met zijn werk en als het financieel<br />
wat lastiger gaat... ja, dan moet er wel wat overwerk gedaan<br />
worden. Overzicht over de gezinsfinanciën had ze niet. Ze vertrouwde<br />
hem gewoon.<br />
Ze voelde zich verraden en gebruikt. De pijn <strong>van</strong> het misbruik<br />
door de eigen vader, kwam in volle hevigheid terug. En dan de<br />
vraag, hoe te overleven. Haar man liet haar achter met niets.<br />
Dat was erg zat. Maar het gevoel gebruikt te zijn en weggeworpen<br />
te worden, een niemand te zijn, was ondraaglijk.<br />
Hij vertrok en liet het kind bij haar achter. Ook dat interesseerde<br />
hem niet, nu hij een nieuwe liefde had gevonden.<br />
Ze kon de nieuwe situatie niet hanteren. Ze kon het leven niet<br />
meer aan. In een vlaag <strong>van</strong> verstandsverbijstering ging ze naar<br />
een wapenwinkel en kocht een pistool. Ze ging naar huis en<br />
sloot de deuren en ramen. Toen klonken twee schoten.<br />
De buren schrokken op. Ze renden naar het huis en belden de<br />
politie en ambulance. Toen deze aankwamen en de deur opengebroken<br />
hadden, troffen ze een verschrikkelijk tafereel aan.<br />
Daar lag het kleine meisje, op haar bed. Haar hoofd lag in een<br />
bloedplas. Ze was dood.<br />
In de andere slaapkamer lag de moeder. Ook zij had een schotwond<br />
aan haar hoofd, maar toen de verpleger haar pols voelde,
161<br />
merkte hij nog leven. Met gillende sirene werd ze naar het ziekenhuis<br />
gebracht en direct geopereerd. De operatie was succesvol.<br />
De kogel werd verwijderd. Hij had nauwelijks schade aan<br />
de hersenen veroorzaakt.<br />
Na een paar dagen ontwaakte zij uit haar coma. Het duurde een<br />
poos, voordat ze fysiek enigszins was hersteld, maar ze knapte<br />
toch op. Veel tijd om te reflecteren was er niet.<br />
Zodra ze enigszins mobiel was, werd ze voorgeleid bij de rechtbank.<br />
Er kwam een proces. Onder grote publieke belangstelling<br />
stond ze daar; de vrouw, die haar eigen kind had omgebracht.<br />
De rechters betoonden clementie. Ze begrepen wel, dat het bij<br />
deze wanhoopsdaad niet ging om kwaadwilligheid, maar om een<br />
vlaag <strong>van</strong> verminderde toerekenings vatbaarheid;verklaarbaar<br />
<strong>van</strong>uit Sabine’s eigen achtergrond. Het vonnis luidde twee en<br />
een half jaar ge<strong>van</strong>genschap.<br />
Nadat ze uit het ziekenhuis werd ontslagen, volgde onmiddellijk<br />
de ge<strong>van</strong>genschap. Toen werd het pas echt moeilijk. De<br />
vrouwelijke medege<strong>van</strong>genen beschuldigden haar: “Wat voor<br />
een moeder ben jij? Je eigen kind vermoorden! Een gewelddadige<br />
echtgenoot; ja die kun je ombrengen, maar toch niet je<br />
eigen kind?”<br />
Maar het waren niet alleen de beschuldigingen <strong>van</strong> de medege<strong>van</strong>genen.<br />
Minstens zo erg was de zelf-aanklacht. “Wat heb ik<br />
gedaan? Mijn eigen kind, mijn mooie meisje, omgebracht!” De<br />
pijn was haast ondraaglijk. “Mijn onschuldige kind vermoord.<br />
Wat voor moeder ben ik?”<br />
Ze kreeg het psychisch heel moeilijk. Ze realiseerde zich niet<br />
eens, dat het straks na de ge<strong>van</strong>genis nog veel moeilijker zou<br />
worden. Op een goed moment waren er twee jaar voorbij en<br />
mocht ze het ge<strong>van</strong>g verlaten.<br />
Ze was vrij; maar wat voor vrijheid?<br />
Ze kwam op de markt om voor het eerst weer boodschappen te<br />
doen en vers fruit te kopen. Ineens zag ze twee moeders naar<br />
haar kijken en onderling fluisteren. Het ging duidelijk over haar.
162<br />
Een <strong>van</strong> de twee had een kind in een buggy bij zich. De andere<br />
fluisterde tegen haar. Ineens keek de vrouw met kind verschrikt<br />
op. Voor een moment keek die moeder haar recht aan.<br />
Het was een blik vol afgrijzen en angst. De moeder pakte de<br />
buggy en vluchtte weg <strong>van</strong> de markt. Kennelijk was ze bang,<br />
dat er met haar kind iets zou gebeuren. De volgende dag gebeurde<br />
iets dergelijks; alleen was er meer agressie.<br />
Iemand begon naar haar te schreeuwen: “Weg jij, vuile moordenares;<br />
je eigen kind vermoorden. Heb je dan helemaal geen geweten?”<br />
Een paar dagen later vloog er ineens een tomaat langs<br />
haar gezicht, toen ze op de markt verscheen.<br />
Vanaf dat moment ging zij de mensen vermijden. Haar boodschappen<br />
deed ze zo snel mogelijk; bij voorkeur op de tijdstippen,<br />
dat er zo min mogelijk moeders met kinderen op de markt<br />
waren. Ze werd een vluchtelinge; op de vlucht voor de mensen<br />
en op de vlucht voor zichzelf en haar eigen aanklagende gedachten.<br />
Dit leven was erger dan ge<strong>van</strong>genschap, erger dan de<br />
dood. Dit leven was volstrekt uitzichtloos.<br />
En toen ineens was er die man, die haar op straat aansprak. Hij<br />
vertelde over God, die <strong>van</strong> haar hield. Zelf had ze het geloof <strong>van</strong><br />
huis uit niet meegekregen. De man zei: “Jezus houdt <strong>van</strong> je”. Ze<br />
keerde zich af en wilde doorlopen.<br />
“Wie zou er <strong>van</strong> haar kunnen houden?” Iedereen had een afkeer<br />
<strong>van</strong> haar en terecht. Ze hield niet eens <strong>van</strong> zichzelf. “Ik weet<br />
heus wel, wie je bent”, ging de man verder. “Ik begrijp best wel,<br />
dat je dit niet kunt geloven! Weet je, er was een moordenaar..”<br />
Ze kromp ineen bij dit woord. “Hij was ter dood veroordeeld.<br />
Hij hing naast Jezus aan het kruis en Jezus vergaf zijn zonden”.<br />
Ze begon te huilen. Konden haar zonden ook maar vergeven<br />
worden. Maar dat kan niet.<br />
Als je je dochter hebt vermoord, kun je niet meer opnieuw beginnen.<br />
Je kunt de feiten niet veranderen. Je kunt het gebeurde<br />
nooit terug draaien. Kon dat maar. Maar de doden keren nooit<br />
meer terug. “Je dochtertje leeft bij God. Als je wilt, zul je haar<br />
terug zien”, zei de man. Ze liet zich overreden om naar een samenkomst<br />
te komen. En daar gebeurde het.
163<br />
De prediker, die haar nog nooit had gezien en die niet wist, dat<br />
zij in de zaal zat, sprak over David. Nee, niet over de held die<br />
Goliath versloeg, maar over een affaire, een vrouw, een vermoorde<br />
echtgenoot en een kind, dat kort na de geboorte stierf.<br />
Het ging over David, die <strong>van</strong>wege zijn zonden in een depressie<br />
terecht kwam en er door God werd uitgetild. Was het dan toch<br />
mogelijk om te herleven?<br />
Er klonk een uitnodiging: “Kom tot Jezus! Kom naar voren, als<br />
je reddeloos bent; kom als je Zijn hulp nodig hebt”. Als een<br />
slaapwandelaar stond ze op. Het leek wel of haar benen de controle<br />
over haar lichaam overnamen.<br />
Ze liep naar voren, waar een vrouw een arm om haar heen sloeg<br />
en samen met haar begon te huilen. En daar ontmoette zij Jezus,<br />
die haar niet veroordeelde, maar haar zonden vergaf... Zo diep,<br />
dat ze een ander mens werd.<br />
In de weken erna bezocht ze alle diensten en Bijbelstudies <strong>van</strong><br />
de gemeente. En het leek wel, alsof die allemaal over haar gingen.<br />
De Bijbel stond vol met verhalen over mensen, die het ergens<br />
in hun leven verprutst hadden en die allemaal een nieuwe<br />
kans kregen. En zij was een <strong>van</strong> hen.<br />
Meerdere keren werd er met haar gebeden. Meerdere keren<br />
vloeiden er tranen. Het moeilijkste was wel die ene keer, dat<br />
men haar vroeg om haar vader en haar ex-man te vergeven. Het<br />
leek onmogelijk! Maar door haar tranen heen dwong ze zichzelf<br />
om die woorden te spreken: “Vader, ik vergeef je, wat je me<br />
hebt aangedaan. Man, ik vergeef je”.<br />
Op dat moment gebeurde er iets. Ze viel op de grond en moest<br />
overgeven. Het was alsof er een donkere bal <strong>van</strong> bitterheid haar<br />
lichaam verliet. Het was alsof de dood haar leven losliet. De<br />
waas <strong>van</strong> depressie trok op en alles leek anders. Het leek niet<br />
alleen anders; het was ook anders.<br />
Was de aanklacht weg? Was het zelfverwijt weg? Was het<br />
schuldgevoel weg?.... Het was weg! Leven vloeide naar binnen.<br />
Overvloedig leven! Alsof de zon opging, alsof geluk binnenstroomde.<br />
En dat gevoel bleef!
164<br />
En het leek wel alsof alles veranderde. Ineens leek het wel, alsof<br />
de mensen om haar heen ook veranderd waren. Ineens merkte<br />
ze op, dat sommige mensen gewoon tegen haar deden. Sommige<br />
mensen glimlachten zelfs tegen haar.<br />
Ze solliciteerde naar een baan en werd nota bene aangenomen!<br />
Het werk deed haar goed. Ze was bezig en ze was onder de<br />
mensen. Ze begon weer goed te slapen en als ze opstond, kon<br />
ze zich op de nieuwe dag verheugen. Ineens was het waar: “Dit<br />
is de dag die de Heer heeft gemaakt. Laten we blij zijn en ons<br />
verheugen”.<br />
En dan waren er de samenkomsten; een voortdurende bron <strong>van</strong><br />
vreugde. En de bidstonden; soms was het alsof de Heer recht tegenover<br />
haar stond en haar aankeek met zulke liefdevolle ogen,<br />
dat de angst gewoon verdween. Wat er overbleef was vertrouwen<br />
en de wil om te leven.<br />
En dan was er D.<br />
Af en toe keek hij naar haar. En als zij dan net de ogen opsloeg<br />
en hun blikken elkaar troffen, dan lachte hij tegen haar, alsof<br />
hij zei: “Goed zo meisje, jij wordt steeds mooier”. D. was een<br />
<strong>van</strong> de oudsten <strong>van</strong> de gemeente. Sinds zijn eigen vrouw was<br />
overleden, was hij het begeerde object <strong>van</strong> de vele ongehuwde<br />
zusters in de gemeente. Maar hij scheen in geen <strong>van</strong> allen geïnteresseerd<br />
te zijn.<br />
Op een avond, na de bidstond, liepen ze ‘toevallig’ via de zelfde<br />
weg richting huis. “Mag ik even met je praten?” vroeg hij.<br />
Natuurlijk. Ze kleurde een beetje. Zo maar plotseling aandacht<br />
<strong>van</strong> iemand, waar alle vrijgezelle zusters over spreken.<br />
“Ik val maar gelijk met de deur in huis. Ik heb je nu een aantal<br />
maanden meegemaakt, je geobserveerd, naar je geluisterd, je<br />
hart geproefd. Ik mag je”. Ze kleurde nog meer. “Mag ik een afspraak<br />
met je maken?” Bijna fluisterend kwam haar antwoord:<br />
“Ja, dat is goed”.<br />
Erg lang duurde de verkenning niet. Na een paar weken vroeg<br />
hij haar ten huwelijk. Ontsteltenis bij degenen, die heimelijk ook
165<br />
op hem verliefd waren. Kritiek bij sommigen, die meenden te<br />
moeten waken over de goede naam <strong>van</strong> de gemeente. “Hoe kon<br />
hij nu deze vrouw, een....... ten huwelijk vragen? Dat kon hij<br />
toch als oudste <strong>van</strong> de gemeente niet doen?”<br />
Hij trok zich <strong>van</strong> de kritiek weinig aan. Niet lang daarna trouwden<br />
ze. Een prachtig stel. Ze passen precies bij elkaar. Door God<br />
aan elkaar gegeven.<br />
Ik zat nog steeds bij hem in de auto op weg naar het vliegtuig.<br />
Een paar tranen liepen over mijn wangen. Hij zei: “Mijn vrouw<br />
is het bewijs <strong>van</strong> de opstanding uit de doden. En ik bedoel nu<br />
niet de opstanding uit coma, na haar levensgevaarlijke verwonding.<br />
Maar ik bedoel wat Jezus aan haar deed, <strong>van</strong>af het moment<br />
dat ze hem leerde kennen”.<br />
Ik ben het roerend met hem eens; een wonder. En voor ons allen<br />
bemoediging. De liefde <strong>van</strong> God weet de meest uitzichtloze<br />
situatie om te buigen. Ten dode opgeschreven mensen doet Hij<br />
herleven. Kanslozen geeft Hij overvloed. Mensen zonder uitzicht<br />
geeft Hij visie en leven.<br />
Anderhalf jaar later bezocht ik hen nog eens. Ze was nog verder<br />
veranderd. Ze is nu meer extrovert dan voorheen en nog doelgerichter.<br />
Onlangs startte ze samen met anderen een bediening<br />
<strong>van</strong> bevrijding, waar gekwelde mensen welkom zijn om genezing<br />
en bevrijding te ont<strong>van</strong>gen.<br />
Inderdaad, God verandert mensenlevens. Hij verandert dood<br />
in leven en uitzichtloosheid in vruchtbaarheid. Hij verandert<br />
gebonden mensen in bevrijders.
166<br />
Hoofdstuk 26 Martinique<br />
De geestelijke atmosfeer in verschillende landen en regio’s kan<br />
zo verschillend zijn, dat je er verbaasd <strong>van</strong> staat. Kom bijvoorbeeld<br />
in West-Roemenië, waar ieder dorp of stad een of meerdere<br />
e<strong>van</strong>gelische gemeenten heeft. En je vergelijkt dat met het<br />
aangrenzende Servië, waar nauwelijks e<strong>van</strong>gelicals zijn, dan<br />
proef je het verschil in sfeer direct.<br />
In Servië ondervind je gewoon een bepaalde geestelijke druk. In<br />
beide landen is de Oosters Orthodoxe kerk de staatsgodsdienst,<br />
maar het voelt zo totaal anders. Misschien is de ene mens voor<br />
‘sfeer’ ook weer gevoeliger dan de ander. Maar los <strong>van</strong> ‘vage’<br />
begrippen als sfeer zijn er ook feiten.<br />
In mijn gesprekken met Surinaamse voorgangers hoorde ik, dat<br />
wanneer zij op ziekenbezoek gaan in een ziekenhuis, zij altijd<br />
met alle patiënten op de betreffende zaal moeten bidden. Weliswaar<br />
kwamen zij voor dat ene gemeentelid, dat was opgenomen,<br />
maar zodra zij de ziekenzaal betraden, verwachtten alle<br />
overige patiënten, dat zij ook een zegen zullen ont<strong>van</strong>gen.<br />
Daarbij maakt het niet uit, of die andere patiënten Christen,<br />
Moslim, Hindu of Animist (geestenvereerder) zijn. Zodra de<br />
‘man Gods’ de zaal betreedt, verwacht iedereen iets <strong>van</strong> God te<br />
zullen ont<strong>van</strong>gen.<br />
Surinamers zijn heel open voor het boven-natuurlijke. Totaal anders<br />
als Nederlanders. In Nederland gelooft een groot deel <strong>van</strong><br />
de mensen ‘op wetenschappelijke gronden’ niet in het bestaan<br />
<strong>van</strong> God of een geesteswereld of in het hiernamaals. “Dood is<br />
dood”, zegt men dan. “Alles is door evolutie uit zichzelf ontstaan<br />
en ons leven heeft geen eeuwige of bovennatuurlijke betekenis.<br />
Het geloven in het bestaan <strong>van</strong> God is wetenschappelijke<br />
dwaasheid”.<br />
Het is daarom in Nederland helemaal niet eenvoudig om zomaar<br />
over het geloof te praten. Als je probeert op straat een gesprek<br />
aan te gaan over het geloof, krijg je al gauw te horen: “O,<br />
u bent zeker een Jehova’s getuige”.
167<br />
In Suriname is dat totaal anders. Op straat, in de bus, op iedere<br />
plek, kun je over God spreken. Weliswaar kan dat gesprek een<br />
beetje vreemd verlopen, maar er kan tenminste over gesproken<br />
worden.<br />
Tijdens mijn verblijf op Groningen, Saramacca, Suriname, bezocht<br />
ik een landbouw tentoonstelling. Ik liep even rond. Het<br />
was heel interessant. Ik zag de meest vreemde citrusvruchten en<br />
allerlei variëteiten <strong>van</strong> de cacao-vrucht, die ik nog nooit eerder<br />
had gezien. Nog maar te zwijgen over allerlei soorten groenten,<br />
waar ik nog nooit <strong>van</strong> gehoord had.<br />
Saramacca, Suriname; Cacaovruchten in allerlei soorten en maten<br />
Er stond ook een dealer <strong>van</strong> Chinese tractoren. Ik ben wel geïnteresseerd<br />
in techniek, dus keek ik even naar die geweldige<br />
krachtige machines met hun grote wielen. Gelijk kwam de eigenaar<br />
<strong>van</strong> het bedrijf naar me toe en begon zijn waar aan te<br />
prijzen.<br />
Ik vertelde, dat ik niet <strong>van</strong> plan was iets te kopen, aangezien ik<br />
geen boerenbedrijf heb en in Nederland woon. Maar dat was<br />
beslist voor hem geen reden om mij alleen te laten en hij ging er<br />
mee door reclame te maken voor zijn tractoren.
168<br />
Ik moest dus alle argumenten horen, waarom het beter was een<br />
Chinese tractor te kopen in plaats <strong>van</strong> de veel duurdere Duitse,<br />
Zweedse, Italiaanse, Engelse of Amerikaanse machines. Voor<br />
één Amerikaanse tractor, kon je drie Chinese kopen en de onderdelenvoorziening<br />
was prima in orde.<br />
Ergens in het verhaal vertelde hij me zelfs, dat het motorblok<br />
<strong>van</strong> het grootste model een regelrechte licentie-kopie was <strong>van</strong><br />
een Engelse tractormotor. Beproefde kwaliteit dus.<br />
Op een goed moment vroeg de man mij, wat ik in Suriname<br />
deed en ik vertelde hem, dat ik predikant was en in Suriname<br />
hielp bij het opzetten <strong>van</strong> HealingRooms, een bediening <strong>van</strong> genezing<br />
en bevrijding.<br />
“O, dan hebt u hetzelfde beroep als ik”, zei hij en we praatten<br />
nog even verder. Omdat ik toch wel wilde weten, <strong>van</strong> welke<br />
gemeente de man dan voorganger was, vroeg ik hem daar naar.<br />
Zijn gemeente was ergens in de stad en heette de Arya-Veda-en<br />
nog wat-Mandir. Het duurde even een moment, voordat ik deze<br />
informatie juist had geprocest.<br />
Één moment dacht ik nog, dat de man misschien voorganger<br />
was <strong>van</strong> een christelijke gemeente <strong>van</strong> Hindustaanse Surinamers,<br />
maar bijna direct begon het te dagen, dat de man helemaal<br />
geen christen was, maar zich zojuist had voorgesteld als<br />
een Pandit (nee, niet “bandiet”), een Hindoeïstische priester, die<br />
rituelen uitvoert voor de Hindoeïstische goden.<br />
Ik stond dus voor een echte ‘heiden’. Nog voor ik wat kon zeggen,<br />
begon hij mij de beginselen <strong>van</strong> zijn leer uit te leggen, namelijk<br />
de ‘gelijkwaardigheid <strong>van</strong> alle mensen, zonder onderscheid<br />
<strong>van</strong> ras of sekse’.<br />
Ik had al direct allerlei bedenkingen, want het Hindoeïsme kent<br />
juist een Kaste systeem, waarbij mensen helemaal niet als gelijkwaardig<br />
worden beschouwd en bovendien kent de Indiase<br />
cultuur een hoge mate <strong>van</strong> discriminatie tegen de vrouw.<br />
Ik weet er vrij veel <strong>van</strong>, maar ik had al helemaal geen zin in een<br />
discussie over de geschilpunten tussen christendom en Hindoeïsme.<br />
Gelukkig kwam er op dat moment een nieuwe klant, die
169<br />
de aandacht <strong>van</strong> de Pandit opeiste en mij <strong>van</strong> hem bevrijdde.<br />
Een paar dagen later, waren Paul Doth en ik bezig met bediening<br />
in het Diakonessenziekenhuis in de stad, toen een Hindustaanse<br />
vrouw binnenkwam. We werken daar zonder intakeformulieren,<br />
dus weten we hoegenaamd niets over de mensen,<br />
die binnenkomen.<br />
Ik vroeg haar, of ze in God geloofde. Ze knikte bevestigend.<br />
Ik begreep daaruit, dat ze christen was. Paul vroeg nog even<br />
verder en stelde de vraag of ze misschien tot het Hindoe geloof<br />
behoorde. “Ja”, zei ze. Ik stond een beetje paf. Ik had de voorstelling,<br />
dat een Hindoe niet zo maar in een christelijke gebedsbediening<br />
zou binnenlopen.<br />
“Maar hebt u er dan geen bezwaar tegen, dat twee dienaren <strong>van</strong><br />
het E<strong>van</strong>gelie <strong>van</strong> Jezus Christus voor u gaan bidden?” vroeg ik<br />
verbaasd. “Nee hoor, helemaal niet”, was het antwoord.<br />
Vervolgens vertelde ik haar, dat ik zo meteen voor haar zou<br />
gaan bidden en haar zou vertellen, wat de Here Jezus tegen mij<br />
over haar zou zeggen. “Wilt u dat wel?” vroeg ik nog eens. “Ja,<br />
hoor, heel graag”, was het antwoord.<br />
En zo begon ik over haar te profeteren. De Heer sprak tot haar<br />
over details <strong>van</strong> haar leven en hoe Hij die voor haar wilde oplossen.<br />
Toen ik klaar was, vroeg Paul haar: “En klopt dit allemaal?”<br />
“Alles is waar, het klopt precies”, antwoordde ze.<br />
Toen begon ze iets te vertellen over haar leven. Het was een<br />
moeilijk leven. Ik kan hier geen details geven, maar ze had het<br />
echt moeilijk en zag ook geen uitweg. “Maar”, zei Paul, ”de<br />
Heer heeft u net een antwoord gegeven, hoe u er uit kunt komen.<br />
Hij heeft tegen u gezegd: Geef je leven aan Mij, want Ik wil<br />
voor jou vechten”. Ze knikte.<br />
En zoals Paul is, duurde het niet lang, of ze volgde hem in het<br />
gebed, waarin zij het Hindoeïstisch geloof de rug toekeerde en<br />
Jezus aannam. En er was vreugde in de hemel. Dat is dus Suriname,<br />
waar mensen betrekkelijk openstaan om te luisteren en<br />
iets <strong>van</strong> God te ont<strong>van</strong>gen.
170<br />
Een jaar eerder was ik bij Hanspeter Bolli op Martinique. Hanspeter<br />
is dé e<strong>van</strong>gelist <strong>van</strong> het eiland. Jarenlang werkte hij er samen<br />
met zijn Nederlandse vrouw Henneke. Uiteindelijk werd<br />
zij ziek en stierf op het eiland.<br />
Met Hans Peter Bolli op Martinique<br />
In die jaren bouwde hij aan een netwerk <strong>van</strong> gemeenten; “Eglises<br />
de Pleine E<strong>van</strong>gile”. Kort na het overlijden <strong>van</strong> Henneke<br />
kwam ik voor het eerst op Martinique en hij vertaalde mij. Ik<br />
heb grote bewondering voor hem en merk voortdurend, hoe<br />
geliefd hij is bij de eilandbewoners.<br />
Naast de samenwerking in het seminar waren wij vele uren bezig<br />
om voor individuele mensen te bidden en bevrijdingen te<br />
doen. De onderlinge waardering groeide.<br />
Op een <strong>van</strong> die dagen kregen wij het verzoek <strong>van</strong> een echtpaar<br />
om hun zoon te bezoeken, die wegens schizofrenie in een psychiatrisch<br />
ziekenhuis was opgenomen. Wij reden achter hen aan<br />
naar de inrichting, die gelegen was in een bosrijke omgeving.<br />
De toestand <strong>van</strong> de inrichting was in mijn ogen dramatisch. De<br />
gebouwen waren verwaarloosd; het was er niet schoon en uiterst<br />
ongezellig met weinig privacy voor de patiënten. We gin-
171<br />
gen langs de portiersloge en parkeerden de auto’s bij het juiste<br />
paviljoen. We klopten aan en een norse verpleegster haalde de<br />
deur <strong>van</strong> het slot en sloot die weer zorgvuldig achter ons.<br />
We stonden in een hal, waar her en der de patiënten rondhingen<br />
of een spelletje speelden. Alles werd nauwlettend in de gaten<br />
gehouden door een aantal zwarte verplegers, potige mannen<br />
en vrouwen, die <strong>van</strong>uit een eigen ‘regie-kamer’ zicht hadden op<br />
alles wat er verder in de hal gebeurde.<br />
We liepen dus naar binnen, de hal in, de ouders voorop en<br />
Hanspeter en ik, met onze Bijbels onder de arm, achter hen aan.<br />
De zoon bevond zich kennelijk in een slaapzaal, want de ouders<br />
konden hem in de hal niet ontdekken. Een medepatiënt ging<br />
hem <strong>van</strong> zijn bed halen.<br />
Onze komst was niet onopgemerkt gebleven. Er schijnt niet erg<br />
vaak bezoek te komen en we werden nieuwsgierig gadegeslagen.<br />
Direct merkten sommige patiënten op, dat Hanspeter en ik<br />
Bijbels bij ons hadden. Ze kwamen direct naar ons toe en vroegen:<br />
“Bent u predikers?”<br />
Wij zeiden: “Ja”.<br />
“Wilt u dan alstublieft voor mij bidden?”vroeg een vrij lange<br />
man. Ik keek hem aan en zag het verdriet in zijn gezicht. Toen<br />
sloeg ik mijn armen om hem heen. Ik merkte, dat hij mijn liefde<br />
kon ont<strong>van</strong>gen en dat hij zachtjes snikte. Ik bad binnensmonds<br />
in tongen. Toen werd ik ruw in mijn rug gestompt. Ik liet de<br />
man los en draaide me rustig om. Ik keek in het gezicht <strong>van</strong> een<br />
woedende mannelijke verpleger.<br />
Hij schreeuwde onbeheerst naar mij: “U weet, dat u dat niet<br />
mag doen! Dit is een seculiere instelling. We hebben hier scheiding<br />
<strong>van</strong> kerk en staat! U mag helemaal niet met patiënten bidden!”<br />
Ik wierp tegen, dat ik dit niet uit eigen initiatief deed, maar dat<br />
de man in kwestie er zelf om had gevraagd. Dit werkte averechts;<br />
nog meer woede was het gevolg. “Niets mee te maken;<br />
dit is verboden! En u weet dat best!”
172<br />
Ik hield me rustig en zei: “Er is toch niets gebeurd? Ik zal uw<br />
regels wel respecteren”. Toen droop hij af en ging naar zijn uitzichtskamer,<br />
een soort <strong>van</strong> portiersloge, <strong>van</strong>waar hij me nauwlettend<br />
in de gaten hield.<br />
Inmiddels was de zoon <strong>van</strong> het echtpaar, dat ons had uitgenodigd,<br />
binnengekomen in de hal. Ik vroeg of er ergens een aparte<br />
ruimte was, waar wij hem konden spreken, maar die was op het<br />
paviljoen niet aanwezig. Wij moesten gewoon maar een paar<br />
stoelen bij elkaar zetten en in een hoekje <strong>van</strong> de hal gaan zitten.<br />
Daar probeerden wij tot een gesprek te komen.<br />
Het is op zichzelf lastig genoeg om bediening te doen aan iemand,<br />
die lijdt aan schizofrenie en onder emotie-onderdrukkende<br />
medicijnen zit. De arme jongen kon ons nauwelijks antwoorden<br />
geven op onze vragen. Kennelijk kon hij door zijn<br />
medicijngebruik moeilijk nadenken.<br />
Ondertussen schuifelden de andere patiënten steeds dichterbij.<br />
Zo rond de 3 meter <strong>van</strong> ons kringetje bleven ze staan. Ze luisterden<br />
nauwlettend. En als ik een moment oogcontact met een<br />
<strong>van</strong> hen had, gebaarden ze, dat ze graag gebed wilden hebben.<br />
Twee meter achter hen stond een klein legertje verplegers. Klaar<br />
om in te grijpen, wanneer één <strong>van</strong> ons de regels zou overtreden<br />
en het ook maar zou wagen een vriendelijk woord tegen een<br />
<strong>van</strong> de andere patiënten te zeggen.<br />
We voelden ons buitengewoon niet-welkom en ik voelde me<br />
duidelijk opgelucht, toen we een uurtje later de inrichting weer<br />
konden verlaten.<br />
De mensen op Martinique zijn grotendeels Creolen. De nakomelingen<br />
<strong>van</strong> de vroegere plantage-slaven. Ze zijn qua afkomst<br />
vergelijkbaar met de Surinaamse Creolen. Ook het personeel<br />
<strong>van</strong> de inrichting bestond uit Creolen.<br />
Maar Martinique is Frans. Het is zelfs een Frans departement.<br />
De seculiere sfeer uit Frankrijk heerst daar ook.<br />
En daardoor is het totaal onvergelijkbaar met Suriname.
173<br />
Hoofdstuk 27 Metro<br />
Ik was op de terugweg <strong>van</strong> Martinique, waar ik met Hans Peter<br />
Bolli twee heel bijzondere weken had meegemaakt. Ik was er<br />
op uitnodiging <strong>van</strong> de Volle E<strong>van</strong>gelie Gemeenten en we hielden<br />
een uitgebreid seminar over bevrijding en genezing in de<br />
hoofdstad Fort de France. We deden samen een aantal dagen<br />
<strong>van</strong> bediening aan gebonden mensen en de meesten werden<br />
heerlijk bevrijd.<br />
Maar nu was ik dan op de terugweg. Het vliegtuig vertrekt ‘s<br />
avonds om 18.00 uur uit Fort de France en komt 9 uur later<br />
op Parijs Orly aan. Voor mijn gevoel was het toen 03.00 uur ‘s<br />
nachts. In het vliegtuig was <strong>van</strong> slapen niets gekomen. Om 18.00<br />
uur heb je gewoon nog geen slaap en later lukt het niet meer.<br />
De trans-Atlantische vluchten richting Europa zijn altijd een<br />
crime. Je verliest gewoon een hele nacht. Dan komt nog het eindeloze<br />
wachten op de bagage en uiteindelijk (in mijn gevoel was<br />
het nu 5.00 uur in de morgen) stapte ik in de Parijse Metro, die<br />
me naar het treinstation ‘Gare du Nord’ zou brengen. Vandaar<br />
vertrekken de hogesnelheidstreinen naar Amsterdam.<br />
Maar zover was ik nog niet. Ik was nog maar net in de Metro<br />
gestapt. Op een <strong>van</strong> de volgende haltes, stapte een oudere dame<br />
in. Ze was ergens tussen de 70 en 80 jaar oud. Ze bekeek me<br />
zorgvuldig en begon toen een gesprek. Eigenlijk had ik er niet<br />
veel zin in, want ik was gewoon heel moe.<br />
“Gaat u op vakantie?” vroeg ze. “Nee, ik ben op weg naar huis.<br />
Ik kom net <strong>van</strong> het vliegveld en ga nu weer terug naar Nederland”,<br />
antwoordde ik. Ik dacht, dat ik daarmee haar nieuwsgierigheid<br />
wel bevredigd had, maar ik was nog niet <strong>van</strong> haar af.<br />
“Waar bent u dan geweest?” vroeg ze nieuwsgierig. Ik dacht<br />
bij mezelf: Och lief mens, laat me maar met rust. Ik heb helemaal<br />
geen zin om te praten. Maar natuurlijk, uit beleefdheid,<br />
antwoordde ik: “Ik ben op Martinique geweest”.
174<br />
Ze keek opnieuw aandachtig naar mij en naar mijn bagage. “Wat<br />
hebt u dan belachelijk veel bagage bij u. Als je naar Martinique<br />
gaat, heb je alleen maar een zwembroek nodig”. Ik antwoordde:<br />
“Ja, maar ik ging niet naar Martinique om te zwemmen”. Ik had<br />
zelfs helemaal niet gezwommen. Ik had zelfs nog geen teen in<br />
de oceaan gestoken.<br />
Martinique (Franse Antillen); de wilde Atlantische kust<br />
“Wat hebt u dan op Martinique gedaan?” ging ze verder.<br />
Ik dacht: : OK, als je dan zo nieuwsgierig bent, dan zul je het<br />
weten ook. Dan ga ik je nu de volle waarheid vertellen! “Ik ben<br />
predikant <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie”, antwoordde ik, “Ik ben daar geweest<br />
om een training te geven en te helpen bij het opzetten <strong>van</strong><br />
een counseling bureau.<br />
Weet u, er zijn op Martinique zoveel beschadigde mensen; kinderen<br />
die opgroeien in een-ouder gezinnen. Het is een vaderloze<br />
maatschappij. En dan is het ook nog een eiland vol toverij<br />
(voodoo). Dat beschadigt mensen. Deze mensen hebben hulp<br />
nodig.<br />
Psychologen kunnen hun problemen wel analyseren, maar ze<br />
kunnen hun hart niet genezen. In de bediening <strong>van</strong> gebed, die<br />
wij doen, ervaren de mensen, dat Jezus zelfs de diepste plekken<br />
<strong>van</strong> hun hart geneest. Wat psychologen niet kunnen kan Jezus<br />
wel. Hij spreekt rechtstreeks tot het hart <strong>van</strong> de mens en geneest<br />
het”.
175<br />
Ze was een moment stil. Toen zei ze: “Ik ben psychologe”. Ik<br />
schrok en reageerde: “Het spijt me, het was niet mijn bedoeling<br />
om u te kwetsen”. “Dat weet ik”, reageerde ze heel rustig,<br />
“Maar u hebt gelijk. Als psychologe kan ik mensen helpen om<br />
hun problemen te begrijpen, maar ik kan ze niet genezen”.<br />
“Gelooft u zelf in God?” vroeg ik haar. “Nee”, antwoordde ze.<br />
“Ik geloof zelf niet, maar ik heb in mijn patiëntenkring meerdere<br />
mensen, die wel gelovig zijn. En zij vertellen mij wel hoe<br />
hun geloof hen heeft geholpen en dat ze er steun in vinden”.<br />
Dit gaf mij enige moed om het gesprek voort te zetten. “Weet<br />
u, God is een levende God. Hij is geen concept, maar Hij treedt<br />
handelend op. Hij geneest <strong>van</strong>daag mensen, die hun vertrouwen<br />
op Hem zetten. Ik heb zelf meegemaakt, hoe Jezus mijn<br />
hart heeft genezen, na het overlijden <strong>van</strong> mijn vrouw”.<br />
Veel verder kwam ik niet. We waren inmiddels aangekomen bij<br />
het Metrostation, waar zij moest uitstappen. Vriendelijk nam ze<br />
afscheid. Toen de Metro verder reed, zag ik <strong>van</strong>uit het raampje,<br />
dat ze diep in gedachten was. In een paar minuten kan heel veel<br />
gebeuren.
176<br />
Hoofdstuk 28 Dutch spirits<br />
Tijdens ons bezoek aan Guyana, eind maart 2012 maakte ik kennis<br />
met Zuster Linit. Linit is een zeer charmante verschijning<br />
<strong>van</strong> Hindustaanse afkomst. Ze komt uit een welgestelde familie<br />
en heeft haar jeugd doorgebracht in Canada.<br />
Maar nu leidt ze met haar twee ongehuwde zusters een gemeente<br />
in Georgetown Guyana en geeft ook leiding als ‘overseeer’<br />
aan een klein netwerk <strong>van</strong> gemeenten, waar<strong>van</strong> sommigen<br />
heel afgelegen in het binnenland <strong>van</strong> Guyana liggen. Ze is<br />
dus behoorlijk druk.<br />
Sudesh introduceerde mij bij haar, want ik was door zijn bemiddeling<br />
uitgenodigd om in haar gemeente een aantal spreekbeurten<br />
te houden. Zij had ons laten onderbrengen in een hotel<br />
met airco en goede bedden. Heerlijk om weer eens lekker koel<br />
te slapen op een goed matras.<br />
Ze kwam ons opzoeken in het hotel, dat gelegen was aan de<br />
Atlantische Oceaan. Het droeg de toepasselijke naam Oceanview.<br />
Als ‘pastors’ kregen wij de beste kamers en inderdaad de<br />
‘Ocean’ was slechts 20 m. <strong>van</strong> mijn raam verwijderd. Ik vraag<br />
mij af, hoe dat zou zijn bij een echte storm. Op het moment dat<br />
wij er waren, stond er een zachte half-warme wind en waren<br />
de golven niet hoger dan 50 cm. Het uitzicht bestond uit een<br />
eindeloze modderige watervlakte.<br />
Maar nu terug naar Zuster Linit. Ik zei al; een bijzonder knappe<br />
attractieve verschijning, waarbij je je de vraag stelt: “Hoe komt<br />
het dat deze jonge vrouw niet getrouwd is?” Die vraag werd<br />
snel genoeg beantwoord. Want daarvoor heeft ze helemaal geen<br />
tijd. Linit gaat voor Jezus en ze gaat voor haar bediening.<br />
We hadden een heel goed gesprek, waarbij ik het echt in mijn<br />
hart kreeg om haar te waarschuwen voor een te grote emotionele<br />
belasting. Wanneer je staat in de bediening is het risico <strong>van</strong><br />
een burnout heel groot; zeker wanneer je de nood <strong>van</strong> mensen<br />
tot je agenda maakt.
177<br />
Vanuit onze christelijke achtergrond denken we vaak, dat ons<br />
leven een offer is en dat we onszelf moeten wegcijferen voor<br />
anderen. Allerlei vrome woorden stimuleren ons daarbij, zoals<br />
‘sterven aan jezelf’. Of: ‘God zal ons wel kracht geven’.<br />
Maar het kan toch niet zo zijn, dat God andere mensen door<br />
ons heen wil genezen en wijzelf schade lijden door een te grote<br />
belasting. Zonder het te beseffen plegen we vaak roofbouw op<br />
ons eigen lichaam en op onze ziel. Vooral dat laatste wordt niet<br />
tijdig onderkend.<br />
En zo kan het gebeuren, dat voortreffelijke hardwerkende voorgangers<br />
terecht komen in een burnout of depressie en voor de<br />
rest <strong>van</strong> hun leven antidepressiva moeten slikken. En natuurlijk<br />
vertellen we dat aan niemand! Want dan ben je als voorganger<br />
ongeloofwaardig geworden.<br />
In het gesprek ging het dus over ontspanning, creativiteit, op<br />
tijd rust nemen en delegeren. Zij voelde zich in ieder geval bemoedigd<br />
en gestimuleerd om eindelijk eens een keer op vakantie<br />
te gaan.<br />
Ineens vroeg ze mij: “Wat weet jij <strong>van</strong> Dutch Spirits?” “Dutch<br />
Spirits? Nooit <strong>van</strong> gehoord”, antwoordde ik. “Wat zijn dat?”<br />
De rest <strong>van</strong> het verhaal kunt u beter niet lezen, als u bang bent<br />
of nog nooit <strong>van</strong> demonen hebt gehoord. Want het is eng en<br />
griezelig, maar daarom niet minder reëel.<br />
“Het gebeurt vaak, dat mensen hier in de regio <strong>van</strong> Georgetown<br />
of in het gebied <strong>van</strong> Berbiche een nieuw perceel in gebruik<br />
nemen en er een huis op zetten. Als ze het huis dan gaan<br />
betrekken, gebeuren er ineens vreemde dingen. De vrouw des<br />
huizes ervaart in de droom, dat ze door iets of iemand wordt<br />
lastiggevallen en seksueel wordt betast. Meestal schrikt ze dan<br />
wakker en is helemaal overstuur”. Men spreekt hier dan over<br />
Jumbies of Dutch-spirits (of Dutchman-spirits).<br />
Men brengt deze dingen in verband met het feit, dat hier vroeger<br />
Nederlanders of Zeeuwen woonden, die polders aanlegden,<br />
afwateringskanalen groeven en de eerste dijken met sluizen<br />
bouwden. De eerste Nederlanders arriveerden hier in 1626. Zij
178<br />
werden al spoedig gevolgd door anderen.<br />
Zelfs veel Joden, die zich in Europa niet veilig voelden, immigreerden<br />
naar dit gebied. Zij maakten dit land geschikt voor<br />
tropische landbouw en legden plantages aan. Ze introduceerden<br />
citrusvruchten, cacao en katoen.<br />
De Zeeuwen en later de Hollanders bouwden verschillende<br />
forten bij de mondingen <strong>van</strong> de grote rivieren, om piraten en<br />
andere koloniale mogendheden, zoals de Engelsen, Fransen,<br />
Spanjaarden of Portugezen buiten de deur te houden.<br />
‘Klien Poederoyen’ , Guyana, genoemd naar ‘(Klein) Poederoijen’<br />
De Guyanezen hebben geen idee hoe je dit uitspreekt.<br />
Tot op heden herinneren de plaatsnamen uit Guyana aan de<br />
vroegere Nederlandse plantages: Sparendam, Handt en Veldt,<br />
Goede Verwachting, Vreed’ en Hoop, Stabroek, Schoonord,<br />
Klein Poederoyen, Weldaad, en natuurlijk New Amsterdam.<br />
Natuurlijk deden de slaven, geïmporteerd uit West-Afrika, al<br />
het werk. Hier komen we bij een zwarte bladzijde <strong>van</strong> onze nationale<br />
geschiedenis als koloniale mogendheid. Zowel de Hollandse<br />
plantage eigenaren als hun slaven was geen lang leven<br />
beschoren. Ze stierven letterlijk als ratten ten gevolge <strong>van</strong> malaria<br />
en andere tropische ziekten.<br />
Rond 1730 vestigden de Hernhutters zich in dit gebied en stichtten<br />
kleine gemeenten <strong>van</strong> Indianen en negerslaven. Ook de<br />
meeste Hernhutters leefden niet lang. Uit hun rapporten blijkt<br />
het hoge sterftecijfer onder de zendelingen.
179<br />
De naam Berbiche heeft het zelfs gehaald tot in onze Nederlandse<br />
spreekwoorden. “Dat gaat naar de Barrebiesjes”. Het betekent,<br />
dat iets tot mislukken is gedoemd en dat alle inspanning<br />
te vergeefs zal zijn, dat alles vernield zal worden of kapot zal<br />
gaan. En inderdaad <strong>van</strong> de Nederlandse immigranten is niets<br />
overgebleven.<br />
De nazaten <strong>van</strong> hun slaven leven hier nog. Het is de Creoolse<br />
bevolking <strong>van</strong> Guyana. Ook de kerk <strong>van</strong> Hernhutters, de “Moravian<br />
Brothers” bestaat nog. In Georgetown is een bloeiende<br />
gemeente. De kerkjes op het platteland <strong>van</strong> Guyana gaan hard<br />
achteruit.<br />
Blanke afstammelingen <strong>van</strong> de Zeeuwen of Hollanders zijn<br />
hier niet meer terug te vinden. Hun nazaten zijn vermoedelijk<br />
in vroegere eeuwen, bij een <strong>van</strong> de machtswisselingen tussen<br />
de Engelsen en de Nederlanders, vertrokken naar Suriname of<br />
naar andere plaatsen in het Caraïbisch gebied. In 1812 namen<br />
de Engelsen de kolonie over en verdween ook het Nederlands<br />
als spreektaal.<br />
Maar als men graaft of bouwt, vindt men dikwijls fundamenten<br />
<strong>van</strong> gebouwen en flessen of aardewerk, waar<strong>van</strong> vaststaat dat<br />
het uit Nederland afkomstig is. De naam “Dutch” heeft dan ook<br />
de betekenis <strong>van</strong> “heel oud”, uit een grijs en mythisch verleden.<br />
Het gaat om een naam uit de folklore.<br />
Hier in Guyana spreekt men <strong>van</strong> Dutch spirits en <strong>van</strong> Dutch<br />
tree’s. Men zegt, dat de Dutch spirits de geesten zijn <strong>van</strong> de<br />
overleden Nederlandse kolonisten, die diegenen lastigvallen<br />
(speciaal de vrouwen), die hun gebied betreden.<br />
Anderen denken eerder aan de geesten <strong>van</strong> de overleden slaven,<br />
die op de voormalige plantages begraven liggen. Als zij<br />
wakker worden gemaakt door de bouwwerkzaamheden, die in<br />
de huidige tijd plaatsvinden, zouden ze agressief worden.<br />
De ergste Dutchman spirit is, volgens de folklore, de geest <strong>van</strong><br />
de man, die al zijn kostbaarheden begroef en vervolgens al zijn<br />
slaven doodde, zodat niemand zou weten, waar zijn schatten<br />
verborgen waren. Tenslotte stierf hijzelf en zijn lijk bleef onbe-
180<br />
graven in de jungle, omdat er niemand was om dat te doen. Tot<br />
op heden waart zijn onrustige geest daar nog altijd rond.<br />
Dan zijn er de Dutch tree’s ook wel Jumbie tree (geestenboom)<br />
genoemd. Het gaat om de ‘cotton-silk-trees’, bomen, waarin<br />
volgens de folklore de geesten <strong>van</strong> de Hollanders huizen. Die<br />
bomen mogen niet worden omgehakt, want dan worden de<br />
geesten boos en gaan de mensen lastig vallen.<br />
Verder vermijdt men ‘s avonds of ‘s nachts die plaatsen, waar<strong>van</strong><br />
men weet, dat daar vroeger Nederlandse begraafplaatsen<br />
zijn geweest. Daar zouden de gevaarlijkste Dutchman spirits of<br />
Jumbies huizen, die vrouwen lastig vallen en kleine kinderen<br />
de nek omdraaien.<br />
Het fenomeen <strong>van</strong> geesten, die vrouwen lastig vallen gedurende<br />
de nacht, en geestenbomen, die niet mogen worden omgehakt<br />
is ook bekend uit het naburige Suriname. Daar noemt men de<br />
geest, die vrouwen seksueel betast “Apoekoe”.<br />
Bij de “Can-can tree”, vereren de bosnegers en creolen de Winti,<br />
de geesten <strong>van</strong> hun voorouders, maar zij brengen die helemaal<br />
niet in verband met de Nederlanders.<br />
Toen ik het verhaal voor het eerst hoorde moest ik even denken<br />
aan de Oudtestamentische wetgeving betreffende de reiniging<br />
<strong>van</strong> het land, wanneer er een onopgeloste (niet bestrafte)<br />
moord is gepleegd.<br />
Deut. 21:1 Wanneer men in het land dat de Heer, uw God, u in bezit<br />
zal geven, in het open veld iemand vindt liggen, die vermoord is,<br />
zonder dat men weet, wie hem gedood heeft, dan zullen uw oudsten en<br />
rechters uitgaan en de afstand meten <strong>van</strong> de vermoorde naar de steden<br />
in de omtrek.<br />
En de oudsten <strong>van</strong> de stad die het dichtst bij de vermoorde gelegen is,<br />
zullen een jonge koe nemen, waarmee nog geen werk gedaan is, die<br />
nog in geen juk heeft getrokken. De oudsten <strong>van</strong> die stad zullen de<br />
jonge koe brengen naar een dal, dat altijd water heeft en bewerkt noch<br />
bezaaid is, en daar in het dal de jonge koe de nek breken.<br />
De priesters, de zonen <strong>van</strong> Levi, zullen naar voren treden, want hen
181<br />
heeft de Here, uw God, verkoren om Hem te dienen en te zegenen in de<br />
naam des Heren; naar hun uitspraak zal elk rechtsgeding en elk geval<br />
<strong>van</strong> lichamelijk letsel beslecht worden.<br />
En al de oudsten <strong>van</strong> die stad (zij, die het dichtst bij de vermoorde<br />
wonen) zullen hun handen wassen boven de jonge koe, waar<strong>van</strong> in<br />
het dal de nek gebroken is, en zij zullen betuigen: Onze handen hebben<br />
dit bloed niet vergoten en onze ogen hebben het niet gezien.<br />
Doe verzoening voor uw volk Israel, dat Gij bevrijdt hebt, Here, en leg<br />
geen onschuldig bloed in het midden <strong>van</strong> uw volk Israel. Dan zal het<br />
bloed voor hen verzoend zijn. Zo zult gij het onschuldig bloed uit uw<br />
midden wegdoen, want zo doet gij wat recht is in de ogen des Heren.<br />
Het Oude-Testament kent dus een ritueel voor de verzoening<br />
<strong>van</strong> het onschuldig vergoten bloed, wanneer de moordenaar<br />
niet gevonden en dus niet bestraft kan worden. Op de hierboven<br />
beschreven manier, wordt het land bevrijd <strong>van</strong> vloek en zal<br />
er geen onheil plaatsvinden.<br />
Het is duidelijk, dat op de plantages <strong>van</strong> de Hollanders aan de<br />
negerslaven onbeschrijfelijk leed is aangedaan. Zij werden uit<br />
Afrika weggesleept, velen stierven al tijdens de reis aan diarree<br />
en andere ziekten. Dan werden zij verkocht, geslagen, uitgebuit<br />
en stierven aan onbekende bacteriën, waaraan zij nu ineens<br />
werden blootgesteld. Er is meer dan genoeg onverzoend bloed<br />
in de onzichtbaar geworden graven op de vroegere plantages.<br />
Ik zat me af te vragen, welke gevolgen dat voor het huidige<br />
Guyana heeft. Inmiddels zijn de Hollanders al 200 jaar weg.<br />
Blanken zie je in Guyana helemaal niet.<br />
Dat de geesten <strong>van</strong> gestorvenen als spoken mensen vrees aanjagen<br />
is on-Bijbels. Volgens de Bijbel bevinden die geesten zich<br />
in het dodenrijk. De geesten <strong>van</strong> hen die geloven, zijn op een<br />
bepaalde manier bij Christus.<br />
Natuurlijk doen demonen zich vaak voor als de geesten <strong>van</strong> gestorvenen.<br />
Dat geeft hun immers aanzien en maakt de mensen<br />
nog angstiger en volgzaam. In werkelijkheid zijn deze geesten<br />
gewoon demonen, die om heel andere redenen mensen lastig<br />
vallen.
182<br />
De bekende onreine geesten, die het speciaal op vrouwen hebben<br />
voorzien (zelden bij mannen) vinden we in heel veel culturen.<br />
In Suriname hebben ze zeker niet met de geesten <strong>van</strong> voorouders<br />
te maken, wel met de zonden <strong>van</strong> de voorouders.<br />
De Surinaamse Apoekoe geesten, die identiek zijn aan de Guyanese<br />
Dutchman-spirits (in de Europese wereld noemt men ze<br />
‘incubitus’ geesten) hebben in de eerste plaats te maken met de<br />
eigen zonden op het gebied <strong>van</strong> de seksualiteit.<br />
Overal waar mensen buiten of vóór het wettige huwelijk seksuele<br />
relaties aangaan, kunnen onreine geesten het leven binnendringen.<br />
Ze blijven mensen lastigvallen ook als de relatie allang<br />
verbroken is. Soms verschijnen ze in de droom en proberen hun<br />
slachtoffer seksueel te benaderen of zelfs te verkrachten. Soms<br />
veroorzaken zij onvruchtbaarheid, miskramen of maken het<br />
onmogelijk om nog een levenspartner te vinden.<br />
Wanneer het gaat om vrij jonge kinderen, heeft de komst <strong>van</strong><br />
dergelijke onreine geesten meestal te maken met de seksuele<br />
avonturen en zonden <strong>van</strong> hun ouders of grootouders, eventueel<br />
tot het vierde geslacht.<br />
Daarnaast kunnen dergelijke geesten ook verschijnen, wanneer<br />
men zich heeft ingelaten met toverij. Hierbij geldt ook weer, dat<br />
je het niet zelf hoeft te hebben gedaan, maar dat jij of je voorouders<br />
zich er mee hebben ingelaten. Het eenmalig raadplegen<br />
<strong>van</strong> de sjamaan, medicijnman, occulte genezer of waarzegger is<br />
al genoeg.<br />
Een plaats waar ernstig gezondigd is; bijvoorbeeld door moord,<br />
prostitutie, toverij, inclusief Oosterse meditatie etc. is aantrekkelijk<br />
als woonplaats <strong>van</strong> demonen. Mensen die op zo’n plek<br />
komen, zullen soms de aanwezigheid <strong>van</strong> demonen ervaren in<br />
de vorm <strong>van</strong> onrust, spanning, vreemde dromen en ziekteverschijnselen.<br />
De rustverstoorders zijn echter nooit de geesten <strong>van</strong> de gestorvenen,<br />
vermoorden of degenen, die daar begraven zijn. Demonen<br />
voelen zich eenvoudig thuis op een plek waar zonden zijn<br />
gepleegd, die nooit zijn verzoend.
183<br />
De Dutchman-spirits <strong>van</strong> Guyana, zijn gewone onreine geesten.<br />
Ze hebben te maken met de zonden <strong>van</strong> de bewoners en hun<br />
(over)(groot)ouders.<br />
En als het jezelf overkomt..? Een hoop <strong>van</strong> mijn lezers beginnen<br />
nu te lachen: “Dit bestaat immers niet”. Ja, men vindt het wel<br />
spannend om een film te zien, waar met de vermeende krachten<br />
<strong>van</strong> Voodoo wordt gespeeld. Maar een ‘verlichte’ Westerling<br />
gelooft daar toch niet in?<br />
Ja, wat moet ik tegen u zeggen? Ik als hoogopgeleide beta-wetenschapper<br />
heb geen twijfels aan het bestaan <strong>van</strong> God en ook<br />
niet aan het bestaan <strong>van</strong> demonen.<br />
Jezus, de Zoon <strong>van</strong> God, geloofde er ook in. En zij geloofden in<br />
Hem! Als de demonen, die in een mens woonden, Jezus zagen<br />
naderen, begonnen ze <strong>van</strong> angst te schreeuwen (Mark.1:24):<br />
Wat hebt Gij met ons te maken, Jezus <strong>van</strong> Nazaret? Zijt Gij gekomen<br />
om ons te verdelgen? Ik weet wel, wie Gij zijt: de heilige Gods. En<br />
Jezus bestrafte hem zeggende: Zwijg stil en ga uit <strong>van</strong> hem. En de<br />
onreine geest deed hem stuiptrekken en ging onder groot geschreeuw<br />
<strong>van</strong> hem uit.<br />
Hoe konden deze mensen weten, dat Jezus ‘de Heilige <strong>van</strong> God’<br />
was? Zelfs zijn discipelen wisten dat nog niet. Maar de demonen<br />
wisten het wel en ze waren bang voor Hem.<br />
Ik heb dergelijke dingen inmiddels in onze bediening dikwijls<br />
gezien. Vaak in Suriname en Guyana, in Oost-Europa, maar ook<br />
in Nederland.<br />
Wanneer u zo iets hebt meegemaakt of iemand kent met dergelijke<br />
problemen, brengt u hem of haar dan naar een plaats waar<br />
in de naam <strong>van</strong> Jezus voor zieken wordt gebeden en mensen<br />
<strong>van</strong> demonen worden bevrijd in de naam <strong>van</strong> Jezus.<br />
Wanneer iemand bereid is zijn eigen zonden en die <strong>van</strong> voorouders<br />
te belijden, zal er in de naam <strong>van</strong> Jezus altijd bevrijding<br />
plaatsvinden. Succes verzekerd.
184<br />
Hoofdstuk 29 Te veel<br />
“Het zijn er te veel”, zei hij aarzelend. “Hoeveel is te veel?”<br />
vroeg ik nog in de verwachting, dat het er misschien 8 zouden<br />
zijn en hij zich de namen niet allemaal meer herinnerde. “Ik<br />
denk twintig of dertig”, antwoordde hij.<br />
Ik was verbijsterd. “Dus jij beweert, dat je met twintig of dertig<br />
meisjes naar bed bent geweest?” Hij knikte. Ik wist, dat hij niet<br />
loog, want geen enkele christen zal dat met plezier belijden of<br />
daarin willen overdrijven.<br />
Misschien was het een ongezonde nieuwsgierigheid, maar ik<br />
wilde toch wel weten, hoe dat in zijn werk was gegaan. “Dus al<br />
die meisjes zijn met jouw vrijwillig naar bed geweest. Wat heb je<br />
hun beloofd? Heb je ze vertelt, dat je <strong>van</strong> hen hield en met hen<br />
wilde trouwen?” Hij schudde <strong>van</strong> ‘nee’ .<br />
“Heb je ze dan cadeaus gegeven of ze op een bepaalde manier<br />
er voor betaald?” vroeg ik. Hij schudde zijn hoofd. “Dus jij beweert<br />
dat al die meisjes vrijwillig met jou naar bed zijn geweest,<br />
zonder dat jij <strong>van</strong> jou kant daar iets tegenover hebt gezet; een<br />
belofte <strong>van</strong> liefde of trouw of iets dergelijks?”<br />
Hij knikte opnieuw. Ik kon het me nauwelijks voorstellen. Ik<br />
kon onvoldoende beoordelen of hij dan zo aantrekkelijk was,<br />
dat ze allemaal voor hem vielen.<br />
We hadden een dag <strong>van</strong> bediening. Het is niet verder <strong>van</strong> belang,<br />
in welk land dit plaatsvond. De jongeman in kwestie was<br />
gekomen, omdat hij Gods leiding zocht voor zijn leven. Hij verwachtte,<br />
dat ik <strong>van</strong> Godswege een profetisch woord over hem<br />
zou uitspreken.<br />
Ik heb dit zo vaak gedaan. Misschien wel 10.000 keer. En altijd<br />
was er een woord <strong>van</strong> God, wanneer ik mijn mond opende en<br />
zei: “Zo spreekt de Heer”. Gewoon altijd.<br />
De ene keer is het spreken <strong>van</strong> de Heer intenser en dieper dan<br />
de andere keer. Soms gaat het over de toekomst en de bestemming<br />
<strong>van</strong> iemand, soms is het ook vertroostend en soms is het<br />
ook een waarschuwing.
185<br />
En zo ook deze keer. Ik opende mijn mond en zei: “Zo spreekt<br />
de Heer; mijn zoon....” Maar tot mijn grote verbazing kwam er<br />
helemaal niets. Geen enkele ingeving en hoe ik ook zocht; er<br />
was helemaal niets te vinden. In mijn geest tastte ik rond, maar<br />
er was gewoon niets, geen enkele inspiratie.<br />
Dit was me nog nooit gebeurd. Ik raakte niet in paniek, omdat<br />
ik het hart <strong>van</strong> de Heer ken. Ik had op deze dag al over meerdere<br />
mensen geprofeteerd. Mijn verbinding met de Heer was in<br />
orde. Ik was ook niet moe of uitgeput. Nee, het lag niet aan mij.<br />
Het probleem moest wel haast bij de jongeman liggen.<br />
Ik vroeg hem: “Wat is je probleem?” Hij was even heel stil. Toen<br />
fluisterde hij zachtjes: “Masturbatie”.<br />
Nu is masturbatie geen goede zaak, maar het is niet zó ernstig,<br />
dat er geen woord <strong>van</strong> God meer komt. Dat kon dus eigenlijk<br />
niet de hoofdreden zijn.<br />
Ik vroeg hem daarom, of hij wel eens iets met een meisje had<br />
gehad. Ik bedoel natuurlijk een seksuele relatie. Tijdens een seksuele<br />
relatie worden twee mensen één vlees, één lichaam.<br />
Maar er vindt een nog diepere vereniging plaats. We noemen<br />
dat wel een zieleband ( Engels: soul-tie). Daarmee bedoelen we,<br />
dat er een emotionele verbinding ontstaat, waarbij beiden gaan<br />
delen in elkaars geestelijke erfenis.<br />
Wanneer de sekspartner zich bijvoorbeeld heeft beziggehouden<br />
met toverij, zal men zelf direct met deze machten <strong>van</strong> toverij<br />
besmet worden; ook al heeft men zelf daar nooit aan deel genomen.<br />
Zo is het zelfs mogelijk om een vloek uit de familie <strong>van</strong> de ander<br />
over zich te krijgen door een eenmalig seksueel contact. Misschien<br />
lijkt u dit ongeloofwaardig, maar ik spreek uit een rijke<br />
ervaring. Zoals je <strong>van</strong> je sekspartner een seksueel overdraagbare<br />
aandoening of HIV kunt oplopen, terwijl jij zelf geen ruig<br />
leven hebt geleid, zo kun je <strong>van</strong> je sekspartner ook een geestelijke<br />
erfenis oplopen, die heel demonisch kan zijn.<br />
In de bediening <strong>van</strong> bevrijding, die we in de HealingRooms<br />
uitvoeren, komen we dit vaak tegen. En we weten er wel raad<br />
mee!
186<br />
Daarom vroeg ik deze jongeman dus naar zijn seksuele gedrag;<br />
of hij wel eens met een vriendinnetje had geslapen. Dat zou<br />
voor een deel een verklaring kunnen zijn voor het feit, dat God<br />
hem niet meer kon bereiken.<br />
Hij knikte. Mijn volgende vraag was daarom: “Geef me haar<br />
voornaam, dan kunnen we deze zaak oplossen. Jij kunt je zonde<br />
belijden en wij zullen deze onheilige zieleband verbreken in de<br />
naam <strong>van</strong> Jezus. Dat geeft bevrijding”.<br />
“Dat kan ik niet”, zei hij. “Waarom niet?” vroeg ik, “Ben je haar<br />
naam vergeten of schaam je je er zo voor, dat je het niet durft<br />
te zeggen?” “Het zijn er te veel”, zei hij. Zo kwamen we dus<br />
terecht bij twintig of dertig en dat was nog niet alles.<br />
Ik was een beetje verslagen. Hij ook. Ik vroeg dus verder: “Hoe<br />
lang ben je nu een kind <strong>van</strong> God?” Hij antwoordde: “Twee jaar”.<br />
“Toen ben je er zeker wel mee gestopt?” vroeg ik.<br />
Ik ging er <strong>van</strong> uit, dat hij daarna wel gestopt zou zijn met dit gedrag.<br />
Hij sloeg zijn ogen neer. Hij was er dus niet mee gestopt.<br />
Ik vroeg me af, waar hij nu zijn partners vond. Ik hoopte toch<br />
niet in de gemeente. Ik vroeg het maar niet.<br />
“Nadat je dat gedaan had - seksuele omgang met een meisje -<br />
hoe voelde je je dan na afloop?” “Ik voelde me rot en had er wel<br />
spijt <strong>van</strong>, maar daarna deed ik het weer”.<br />
Ik zuchtte. Dat was dus de reden, waarom God niets meer tegen<br />
hem te zeggen had. Er moest eerst een hele hoop worden opgeruimd,<br />
voordat God weer tot hem wilde spreken.<br />
Ik vroeg hem uit wat voor familie hij kwam. Hij vertelde het mij.<br />
Toen hij vier jaar oud was, verliet zijn vader het gezin voor een<br />
andere vrouw. Hij kwam nooit meer terug. Herinneringen aan<br />
zijn vader had hij eigenlijk niet. Zijn moeder moest nu proberen<br />
het hoofd boven water te houden en te overleven met drie kleine<br />
kinderen. Dat lukte eigenlijk niet. Maar er kwam hulp in de<br />
vorm <strong>van</strong> een ‘vriend’, die bij haar introk en met zijn inkomen<br />
het gezin ondersteunde.<br />
Na een half jaar hield hij het echter voor gezien en vertrok plotseling.<br />
Maar moeder was inmiddels zwanger.
187<br />
Na de geboorte <strong>van</strong> het kind trok er een nieuwe lover bij haar in.<br />
Ook hij verwekte een kind, maar hij vond de verantwoordelijkheid<br />
te groot en ook hij vertrok. In de loop <strong>van</strong> de jaren kwamen<br />
en gingen verschillende mannen, die je niet eens ‘stiefvaders’<br />
kunt noemen, omdat ze niet bleven.<br />
Ik ging het langzamerhand begrijpen. Deze jongeman had nooit<br />
het verband tussen liefde, verantwoordelijkheidsbesef, trouw<br />
en seksualiteit begrepen. Hij had daar<strong>van</strong> ook geen voorbeeld<br />
gezien. In zijn ‘opvoeding’ was seksualiteit een lustartikel, dat<br />
je met elkaar kunt uitwisselen, zoals je elkaar op een biertje<br />
trakteert. Dieper ging het voor hem niet.<br />
Maar het gaat natuurlijk wel dieper. Er ontstaat een zieleband,<br />
die wel degelijk het eigen leven beïnvloedt. Iedere seksuele vereniging<br />
en daarna iedere beëindiging <strong>van</strong> de relatie levert een<br />
beschadiging op aan de eigen ziel en aan die <strong>van</strong> de ander. Je<br />
bent na afloop niet meer dezelfde. Dat kun je wel denken, maar<br />
het is niet zo.<br />
Iedere jongen en ieder meisje herinnert zich de ‘eerste keer’.<br />
De tweede keer is anders. Je bent niet meer dezelfde. Je kunt je<br />
zelf beschermen met een houding <strong>van</strong> onverschilligheid, maar<br />
je onschuld, je onbe<strong>van</strong>genheid is weg.<br />
Je kunt je nooit meer op dezelfde manier geven. Het is net als<br />
wanneer je twee stukken papier op elkaar plakt. Wil je ze na<br />
afloop <strong>van</strong> elkaar halen, dan begint het te scheuren. Beide stukken<br />
zijn beschadigd en op beide stukken bevinden zich resten<br />
<strong>van</strong> het andere vel. Ze zijn niet meer hetzelfde.<br />
We hadden een heel lang gesprek. Onze jongeman beleed zijn<br />
zonden. Hij zag wel in, dat dit zijn bestemming blokkeerde. En<br />
God heeft een weg terug.<br />
Ik denk, dat deze jongen nog heel veel innerlijke genezing nodig<br />
heeft om te komen tot een normale opvatting over seksualiteit<br />
en ook een normale emotionele beleving er<strong>van</strong>. Maar doordat<br />
hij het inzag, konden we een begin maken met een bevrijding.<br />
Toen we na anderhalf uur afscheid namen zei ik: “ Zo spreekt<br />
de Heer .....” En toen sprak de Heer wel degelijk.
188<br />
Hoofdstuk 30 Grafdelvers<br />
Wanneer je zo over de wereld reist, wordt je geconfronteerd met<br />
allerlei gebruiken, die weer verschillen <strong>van</strong> de onze in Nederland.<br />
Zo ook rondom het verzorgen <strong>van</strong> een begrafenis.<br />
In Nederland wordt de zorg uitbesteed aan een begrafenisondernemer,<br />
die de rouwende familieleden zoveel mogelijk het<br />
werk uit handen neemt. Hij verzorgt het drukwerk, levert enveloppen<br />
en postzegels, helpt bij het opstellen <strong>van</strong> een rouw advertentie<br />
en zorgt, dat de advertentie bij de krant terechtkomt.<br />
De hele ‘lijkbezorging’ komt voor zijn rekening.<br />
Meestal is er een begrafenisverzekering, waardoor de familie<br />
niet ineens voor heel hoge kosten komt te staan.<br />
Is er geen begrafenisverzekering en is de gestorvene totaal onbemiddeld<br />
- een zwerver, een dakloze zonder familie – dan<br />
regelt de burgerlijke overheid een eenvoudige begrafenis of crematie.<br />
Per land is dat heel verschillend. In Duitsland timmeren de begrafenisondernemers<br />
heel letterlijk aan de weg. In iedere plaats<br />
vind je wel een winkel met de etalage <strong>van</strong> een begrafenisondernemer.<br />
In de etalage staan allerlei grafstenen, grafmonumenten,<br />
en grafurnen opgesteld. Je kunt daar gewoon naar binnen en<br />
tijdens je leven alvast een grafsteen uitzoeken.<br />
In Suriname gaat dat allemaal heel anders. Er zijn wel begrafenisondernemers,<br />
maar het praktische organiseren <strong>van</strong> de begrafenis<br />
ligt veelmeer in handen <strong>van</strong> de familie en <strong>van</strong> de kerk.<br />
Door ‘toeval’ maakte ik in Suriname een aantal begrafenissen<br />
mee.<br />
Bij een er<strong>van</strong> was het gezin arm. Daardoor waren zij niet in staat<br />
de begrafenis te bekostigen. In tegendeel, zij hadden eerder zelf<br />
financiële ondersteuning nodig.<br />
Sudesh had de overledene persoonlijk gekend en hem ook op<br />
zijn sterfbed in het ziekenhuis begeleid. Hoewel het gezin niet<br />
tot zijn gemeente behoorde, besloot hij de kosten voor de begra-
189<br />
fenis te betalen en de begrafenis te regelen.<br />
Aangezien ik bij hem in huis woonde, maakte ik alles <strong>van</strong> nabij<br />
mee. De avond voorafgaand aan de begrafenis werd er een ‘singe-nettie’<br />
gehouden; een avond, waarop de kennissen, buren,<br />
familieleden en mede-gelovigen het huis <strong>van</strong> de overledene<br />
bezoeken. Soms zit men urenlang stil of zachtjes met elkaar te<br />
praten.<br />
Vaak worden er, afhankelijk <strong>van</strong> de kerkelijke traditie, liederen<br />
gezongen of wordt er een woord gebracht. In dit geval werd mij<br />
gevraagd ook iets te zeggen, aangezien ik zelf vier jaar eerder<br />
mijn dierbare vrouw Henny Delina verloor. Ik vertelde dus iets<br />
over de troost, die de Heer mij had gegeven.<br />
Maar dit verhaal gaat om de eigenlijke begrafenis, die volgende<br />
dag zou plaatsvinden. Ik was met Sudesh al geweest naar de<br />
beheerder <strong>van</strong> de openbare begraafplaats. Deze was met ons<br />
naar het terrein gelopen en had ons een plek aangewezen, waar<br />
het graf moest worden gegraven.<br />
Vervolgens had Sudesh contact gelegd met een iets oudere<br />
werkloze Indiaan, die zeker enige verdienste kon gebruiken.<br />
Hij zou zelf zorgen voor de tweede man, zodat hij het graf niet<br />
helemaal alleen hoefde te graven.<br />
Sudesh had de man precies verteld, waar het graf was. Hij had<br />
er al een paar zinkplaten neergelegd, die gebruikt konden worden<br />
voor de zijdelingse steun.<br />
De man beloofde het graf de volgende dag om 11.00 uur gereed<br />
te hebben. De begrafenis zelf zou rond 16.00 uur plaatsvinden<br />
na een officiële uitvaartdienst in de gemeente, waartoe het echtpaar<br />
eigenlijk behoorde.<br />
De volgende dag waren Sudesh en ik druk bezig met het doen<br />
<strong>van</strong> boodschappen in de stad en het bezoeken <strong>van</strong> mensen, die<br />
wat afgelegen woonden. Het was regenachtig weer, net als de<br />
dagen ervoor. Af en toe plensde het, dan weer was het miezerig.<br />
Tegen 12.00 uur merkte ik, dat Sudesh wat nerveus werd. “Ik<br />
moet gaan kijken of het graf al gegraven is en of ze de zijkanten<br />
hebben verstevigd met de zinkplaten, die ik voor ze heb neer-
190<br />
gelegd, want anders kunnen de zijkanten met dit regenweer instorten”.<br />
We reden dus terug naar Saramacca en gingen naar de<br />
begraafplaats. We liepen het terrein op.<br />
Geen graf!! Er lag alleen een schop en de zinkplaten lagen er<br />
nog precies zo, zoals Sudesh ze gisteren had achtergelaten. Snel<br />
reed Sudesh naar het café, waar de ingehuurde grafdelver regelmatig<br />
te gast was, maar daar was hij niet. Toen naar het volgende<br />
café, maar ook daar had niemand hem gezien.<br />
Dan maar naar zijn huis. De klok tikte ondertussen door. Het<br />
was al 13.30 uur. Plotseling ging de telefoon. Het was de voorganger<br />
<strong>van</strong> de gemeente, waar zo meteen de rouwdienst zou<br />
beginnen. “Ja, met broeder X. Ik wil u even meedelen, dat de<br />
ter aarde bestelling niet om 16.00 uur maar om 15.00 uur zal<br />
plaatsvinden. Dan weet u dat vast”.<br />
Sudesh kon moeilijk zeggen, dat er nog helemaal geen graf was.<br />
Wij reden door naar het huis <strong>van</strong> de man, die het graf zou graven.<br />
We troffen hem thuis aan, in verregaande staat <strong>van</strong> beschonkenheid<br />
door een overmatig alcohol gebruik. Hij had het ont<strong>van</strong>gen<br />
voorschot gebruikt om zich thuis te bezatten.<br />
Door de enigszins toornige woorden <strong>van</strong> Sudesh schrok hij toch<br />
wel een beetje wakker, want hij voelde al aankomen, dat hij nooit<br />
meer voor het delven <strong>van</strong> een graf gevraagd zou worden.<br />
Dus sprong hij op zijn fiets en fietste al slingerend voor ons uit<br />
naar de hoofdweg. Hij reed in de richting <strong>van</strong> zijn maat, met<br />
wie hij samen het graf zou graven. Wij reden langzaam achter<br />
hem aan, want wij wilden hem niet kwijtraken.<br />
Aangekomen bij het huis <strong>van</strong> zijn maat, liet hij de fiets gewoon<br />
uit zijn handen op de grond vallen en wankelde het huis binnen.<br />
De maat kwam te voorschijn. Pas toen wij de beide mannen<br />
zagen, reden wijzelf naar huis om ons snel voor de eigenlijke ter<br />
aarde bestelling om te kleden.<br />
Een half uur voor de begrafenis, dus om 14.30 uur kwamen wij<br />
zelf op het terrein aan om te kijken, hoe het er met het graf voor-
191<br />
stond. De oude Indiaan, die de opdracht had gekregen, stond<br />
leunend op zijn schop toe te kijken, hoe zijn onderaannemer<br />
aan het graven was.<br />
Ja, delegeren kon hij uitstekend. Maar het graf was nog niet erg<br />
ver. En hoe druk Sudesh zich ook maakte, de oudere man kwam<br />
niet in beweging en alleen de jongere maat stond in de modder<br />
(want het regende inmiddels weer) te zwoegen.<br />
Het graf is nog niet ver gevorderd.<br />
De ‘onderaannemer’ moet al het werk doen<br />
Inmiddels arriveerden de eerste auto’s <strong>van</strong> mensen, die de teraardebestelling<br />
wilden bijwonen. En het graf was nog lang niet<br />
klaar. Door de regen dreigden nu ook de zijkanten in te storten.<br />
Sudesh, die volgens het Surinaams gebruik gekleed was in een<br />
zwarte broek en een stralend wit overhemd, pakte nu zelf maar<br />
de roestige zinkplaten en hielp de spittende man met het verstevigen<br />
<strong>van</strong> de zijkanten.<br />
Daar kwam inmiddels het busje, dat de kist bevatte, aangereden.<br />
De familieleden en de kerkgangers stroomden de begraafplaats<br />
op. De ene grafdelver zette de spade nog een paar keer in<br />
de grond en toen hielp Sudesh hem uit het gat. Zijn vlekkeloze<br />
overhemd? Ach, je kunt niet aan alle verwachtingen voldoen.<br />
En net voordat de voorganger en de rouwende weduwe het graf<br />
bereikten, was het klaar. Zij hadden niets gemerkt.
192<br />
Tijdens de teraardebestelling werden de gebruikelijk bijbelteksten<br />
voorgelezen, inclusief het in mijn ogen weinig gevoelige<br />
“Want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren”. Daarna moesten<br />
de weduwe en de naaste familieleden allen wat zand (inmiddels<br />
was er alleen nog maar modder) op de kist gooien.<br />
Je kon precies zien, wie tot de familie behoorden, want hun<br />
handen zaten onder de klei.<br />
Vervolgen moest het graf in het bijzijn <strong>van</strong> de familie worden<br />
gesloten. De zinkplaten werden er door de grafdelvers uit getrokken<br />
en de ‘onderaannemer’ begon aan het graafwerk, terwijl<br />
de oudere Indiaan allerlei onnodige aanwijzingen gaf. Na<br />
even werd duidelijk, dat ook degene, die het graf dichtgooide<br />
te veel op had, want ineens begon hij ongepaste opmerkingen te<br />
maken, terwijl hij lachte om zijn eigen grappen.<br />
Omdat hij alles alleen moest doen (de oudere indiaan stak nog<br />
steeds geen hand uit), was hij het na even zat en begon een portie<br />
te vloeken.<br />
De voorganger achtte het beter om de rouwende familie voor te<br />
gaan, het terrein af, om niet langer getuige te zijn <strong>van</strong> dit tafereel,<br />
het gevloek en de flauwe grappen.<br />
Ja, dat ging wel even anders dan in Nederland met zijn professioneel<br />
voorbereidde begrafenissen.<br />
Het kan trouwens nog erger.<br />
Ik vertelde mijn belevenissen aan een bevriende predikant (in<br />
Suriname). Nadat ze waren uitgelachen, vertelde zijn vrouw<br />
mij het volgende: “Onlangs werd er hier iemand begraven, die<br />
nogal lang was. De kist had daarom ook wat grotere afmetingen.<br />
Dat was echter niet doorgegeven aan de begraafplaats.<br />
Hier in de stad is een vaste betaalde grafdelver, die alle graven<br />
op deze begraafplaats graaft. Maar hij wist dus <strong>van</strong> niets. Toen<br />
de stoet op de begraafplaats aankwam en de kist naar het graf<br />
werd gedragen, bleek deze met geen mogelijkheid in het gat te<br />
passen. De kist was gewoon veel te lang. Terwijl alle familieleden,<br />
genodigden en belangstellenden rondom het graf stonden,<br />
werd de klem zittende kist dus weer losgetrokken en naast het<br />
graf gezet.
193<br />
De grafdelver zette zijn schop in het graf en sprong in het gat<br />
om het groter te maken. Maar per ongeluk sprong hij boven<br />
op zijn spade en verwondde zijn voet zodanig, dat hij luid kermend<br />
door de omstanders uit het graf moest worden geholpen,<br />
want hij kwam er zelf niet meer uit.<br />
Lopen kon hij ook niet meer en hij moest met een ambulance<br />
worden afgevoerd om zijn vleeswond te laten verzorgen. Daar<br />
stonden dus een paar honderd mensen bij een te grote kist en<br />
een te klein graf.<br />
Ik zou in zo’n situatie zelf nog zijn gaan graven om de begrafenis<br />
doorgang te laten vinden, maar op dat idee kwam kennelijk<br />
niemand. Na even gewacht en geaarzeld te hebben, nam men<br />
het besluit om het lichaam maar terug te brengen naar het mortuarium.<br />
Pas twee weken later was de grafdelver voldoende hersteld, dat<br />
hij weer kon graven. In stilte en zonder publiek kon toen alsnog<br />
de begrafenis plaatsvinden.
194<br />
Hoofdstuk 31 Trance<br />
Ik was uitgenodigd om samen met anderen een lezingencyclus<br />
over het onderwerp ‘trance’ te houden. De aanleiding voor<br />
dit seminar, waren de regelmatige berichten in de Surinaamse<br />
kranten getiteld: “Schoolklas in trance”.<br />
Wat moeten we ons daarbij voorstellen? In Suriname, maar ook<br />
in andere landen, komt dit verschijnsel regelmatig voor. Tijdens<br />
de les valt op, dat een <strong>van</strong> de kinderen (meestal zijn het meisjes)<br />
zich niet goed voelt. Ze lijkt wat afwezig en ongeconcentreerd.<br />
Wanneer de juf of meester vraagt, wat er aan scheelt, dan komt<br />
als antwoord: “Ik voel met niet lekker; ik heb hoofdpijn”.<br />
Op een goed moment valt het betreffende kind uit de bank. Het<br />
lichaam vertoont allerlei stuiptrekkingen en er klinkt een luid<br />
gegil. Voordat de leerkracht er iets aan kan doen, ligt er inmiddels<br />
een tweede kind op de grond met dezelfde verschijnselen.<br />
Hij of zij probeert natuurlijk de andere kinderen in de klas te<br />
kalmeren, maar ondertussen ligt er al een derde kind op de<br />
grond te manifesteren.<br />
Het beste wat de leerkracht kan doen, is nu de andere kinderen<br />
naar huis sturen en de predikant te waarschuwen. Maar als je<br />
zoiets voor het eerst overkomt, weet je meestal niet wat je moet<br />
doen. Het verschijnsel trad de laatste tijd steeds vaker op in Suriname<br />
en haalde meerdere keren het nieuws.<br />
Dit was dan ook de reden dat de president de kwestie wilde bespreken<br />
met de geestelijke leiders <strong>van</strong> het land. Hij had natuurlijk<br />
wel het vermoeden, dat de oorzaak demonisch was, maar je<br />
kunt het beter zeken weten.<br />
Als lands-president kun je natuurlijk geen enkele bevolkingsgroep<br />
of grote religie uitzonderen, dus waren er op de bewuste<br />
bespreking vertegenwoordigers <strong>van</strong> alle grote religies aanwezig;<br />
een Hindoe pandit (priester) een Javaanse Moslim geestelijke,<br />
een Bonoeman (toverdokter) en verschillende christelijke<br />
voorgangers. Over een ding waren de religieuze leiders het wel<br />
eens:
195<br />
“Deze collectieve trance toestanden worden veroorzaakt door<br />
de geestenwereld”.<br />
De Javaan meende, dat de geestenwereld geïrriteerd was geraakt.<br />
Misschien had iemand bij de woonplaats <strong>van</strong> geesten geürineerd<br />
en waren de geesten daarom verbolgen.<br />
Ook de Hindu pandit was <strong>van</strong> mening, dat dergelijke excessen<br />
het gevolg waren <strong>van</strong> een verstoring <strong>van</strong> de balans in de geestenwereld.<br />
De Winti Bonoeman (tovenaar) meende ook, dat bepaalde Winti<br />
(geesten) boos moesten zijn en dat alle betrokkenen een ‘wassie’<br />
moesten ondergaan (een ritueel bad in geheiligd water met<br />
bepaalde kruiden). Hij wist precies, welke kruiden en bovendien<br />
raadde hij aan om in de klaslokalen een fles met geheiligd<br />
(tover) water te zetten, dat de leerlingen in het vervolg zou beschermen<br />
tegen toornige Winti.<br />
Toen waren de christelijke voorgangers aan de beurt. Ook zij<br />
hadden een mening. Zij oordeelden, dat deze trance toestanden<br />
konden worden veroorzaakt door demonen uit het Hindoeïsme<br />
of uit de Winti- godsdienst en dat de onderwijzers, de ouders<br />
en de kinderen moesten worden gewaarschuwd tegen het brengen<br />
<strong>van</strong> offers aan de Hindoeïstische goden, aan de animistische<br />
geesten en tegen het raadplegen <strong>van</strong> Winti-tovenaars.<br />
De vertegenwoordigers <strong>van</strong> deze beide religies waren nu natuurlijk<br />
woedend.<br />
Ik had een dergelijke collectieve trance-toestand nog nooit<br />
meegemaakt, maar ik heb vaak genoeg individuele mensen in<br />
trance gezien en bediend. De oorzaak <strong>van</strong> trance ligt meestal<br />
bij occulte demonen, alhoewel ook doodsmachten en onreine<br />
geesten trance kunnen bewerken.<br />
Wanneer deze demonen tijdens de bediening worden aangesproken<br />
(om ze uit te drijven), proberen zij de ‘patiënt’ in een<br />
toestand <strong>van</strong> hypnose of bewusteloosheid te brengen, waardoor<br />
deze nergens meer op reageert en ook geen vragen meer<br />
kan beantwoorden.
196<br />
Of ze proberen ze de patiënt juist in een toestand <strong>van</strong> razernij<br />
(frenzy) te brengen, waardoor deze onhandelbaar wordt. Soms<br />
weet de persoon in kwestie zich na afloop <strong>van</strong> deze razernij of<br />
bewusteloosheid niets te herinneren.<br />
Gewapend met die kennis en ervaringen vertrok ik dus naar<br />
Suriname.<br />
De week voor het bewuste seminar bezochten Sudesh en ik een<br />
kleine gemeente ver <strong>van</strong> de hoofdstad. De bezoekers waren<br />
afkomstig uit alle bevolkingsgroepen, maar de meesten waren<br />
toch wel Hindustanen.<br />
Dat zijn mensen, waar<strong>van</strong> de voorouders zo’n 100 jaar geleden<br />
uit India en Pakistan kwamen om als contractarbeiders in Suriname<br />
te gaan werken. Na het aflopen <strong>van</strong> hun werkcontract<br />
konden zij een stukje grond verwerven en daarop hun boerderijtje<br />
starten of proberen in de handel hun brood te verdienen.<br />
Een klein deel <strong>van</strong> de Hindustanen is <strong>van</strong> huis uit Moslim, maar<br />
het grootste deel hangt toch het Hindoeïme aan, de hoofdgodsdienst<br />
<strong>van</strong> India.<br />
We waren dus in die kleine gemeente. Met groot enthousiasme<br />
werden de liederen gezongen en de Heer werd luid geprezen<br />
om zijn goedheid.<br />
Opeens klonk er een afgrijselijk gegil. Ik draaide me om en zag<br />
een meisje <strong>van</strong> een jaar of 14 voorovergebogen op een stoel zitten<br />
met haar hoofd bijna tussen haar benen. Ze had haar vingers<br />
in haar oren gestoken en gilde zo hard als ze maar kon. Dat<br />
was het dus: ‘Trance’.<br />
Ik stond op, ging naast haar zitten, sloeg een arm om haar heen<br />
en hield mijn mond vlakbij haar oor, zodat ze me zou horen,<br />
ondanks dat ze haar vingers in haar oren had. En terwijl de anderen<br />
rustig doorgingen met zingen, sprak ik de demonen aan,<br />
die het kind overstuur hadden gemaakt.<br />
Ik had geen speciale openbaring nodig, want het meisje was<br />
duidelijk <strong>van</strong> Hindustaanse komaf en de schreeuwende demonen<br />
moesten wel met haar achtergrond te maken hebben.
197<br />
Ik gebood de machten <strong>van</strong> trance, toverij en Hindoeïsme, haar<br />
te verlaten zonder haar pijn te doen, en na nog een paar korte<br />
uithalen, werd ze helemaal rustig en stil en kon de rest <strong>van</strong> de<br />
dienst gewoon bijwonen.<br />
Na afloop <strong>van</strong> de dienst vroeg ze mij: “Waarom moest ik zo<br />
schreeuwen?” Toen legde ik haar uit, dat dit demonen waren,<br />
die te maken hadden met haar achtergrond in het Hindoeïsme.<br />
Nauwelijks was ik echter teruggekeerd naar mijn zitplaats of ik<br />
hoorde achter mij opnieuw gekrijs. “Zou het hetzelfde meisje<br />
zijn?” dacht ik nog. Maar toen ik omkeek, zag ik in de rij naast<br />
haar nog een jong meisje zitten met hetzelfde gedrag. Ook zij<br />
gilde er op los met haar vingers in haar oren. Kennelijk verdroegen<br />
de demonen de luide lofprijs aan de naam <strong>van</strong> Jezus niet.<br />
Ze proberen dan hun slachtoffer te controleren en zoveel angst<br />
te veroorzaken, dat hij of zij uit de samenkomst zal wegvluchten.<br />
Snel ging ik naar achteren. Ze zat aan het gangpad en ik kon<br />
niet naast haar zitten. Ik boog me diep voorover en probeerde in<br />
haar oren dezelfde woorden te spreken als daarnet.<br />
In dit geval waren de demonen minder snel gehoorzaam. Met<br />
een smak smeet ze haar bijbel op de grond en spuugde in die<br />
richting. Ik merkte, dat de demomen niet echt weggingen. Maar<br />
na een tiental seconden had ik haar ook rustig en de samenkomst<br />
scheen normaal door te kunnen gaan. Na even was ik<br />
aan de beurt om te spreken.<br />
Ik deelde met de bezoekers, hoe kostbaar wij zijn in de ogen <strong>van</strong><br />
God en dat Hij een plan met ons leven heeft.<br />
En terwijl ik zo sprak, begon het meisje, dat ik zo juist tot rust<br />
had gebracht, tegen mij te roepen: “Wat voor plan dan? God<br />
heeft helemaal geen plan met mijn leven! Jezus is een leugenaar!<br />
Hij doet nooit wat hij beloofd!”<br />
Ik voelde direct, dat deze woorden niet <strong>van</strong> het meisje zelf kwamen.<br />
Zo onfatsoenlijk, om in een christelijke samenkomst te<br />
roepen, dat Jezus een leugenaar is, zou ze niet zijn. Hier spraken<br />
de demonen.
198<br />
Ik richtte het woord tot haar en zei: “Demonen zijn altijd leugenaars,<br />
omdat hun baas de vader <strong>van</strong> de leugen is. Maar dit<br />
is de bestemming, die God voor jou, meisje, heeft. Niet voor de<br />
demonen, maar voor jou heeft God een prachtige belofte!”.<br />
Vervolgens profeteerde ik over haar, wat voor plannen en bedoelingen<br />
God met haar had, als ze Hem zou dienen. Verder zei<br />
ik tegen haar: “Als de prediking zo afgelopen is, ga ik nog voor<br />
jou bidden”. De rest <strong>van</strong> de dienst bleef ze helemaal stil.<br />
Toen we klaar waren, keek ze me ineens heel boos aan en ik<br />
hoorde opnieuw de boze geest spreken: “Ik verblijf tijdelijk in<br />
dit lichaam, maar verder is het helemaal leeg en ik ga nu weg,<br />
omdat ik hier niet langer wil blijven”. Ze maakte aanstalten om<br />
weg te gaan, maar ik was al bij haar en begon opnieuw in haar<br />
oor te spreken en noemde de typische Hindoeïstische demonen.<br />
Ze viel bewusteloos op de grond.<br />
Ik noemde een paar <strong>van</strong> de namen <strong>van</strong> de Hindoeïstische goden<br />
en dreef de demonen, die er achter zaten, uit. Toen noemde ik<br />
de Kundalini macht. In het Hindoeïsme wordt deze geest voorgesteld<br />
en afgebeeld als een opgerolde Cobra-slang, die zich bevindt<br />
in het menselijke onderlichaam (de onderbuik).<br />
Haar lichaam begon nu vervaarlijke kronkelingen te maken; bewegingen<br />
zoals bij een slang. Ze tuitte haar lippen en begon te<br />
sissen. Haar tong kwam uit haar mond en bewoog trillend op<br />
en neer, zoals slangen dat doen, wanneer ze een prooi ruiken.<br />
Een mens is nauwelijks in staat dergelijke snelle bewegingen<br />
met de tong te maken. Bovendien was zij ongeveer bewusteloos.<br />
Ik moest het een paar keer zeggen en liet een zuster uit de<br />
gemeente een klein beetje met haar vingers op haar buik trommelen<br />
om het vertrek <strong>van</strong> de Kundalini geest te bespoedigen.<br />
Na even was hij vertrokken. Haar lichaam schokte niet meer.<br />
Ze was in een soort <strong>van</strong> slaapdronken toestand. Op dat moment<br />
kon ik niet zo veel meer doen, want het ontbrak me gewoon aan<br />
informatie. Wat was de achtergrond <strong>van</strong> dit meisje? De eerste<br />
was in een paar seconden vrij, maar bij deze ging het allemaal<br />
veel lastiger.
199<br />
De gemeenteleden kenden haar wel. Ze was 14 jaar oud. Ze<br />
kwam inderdaad uit een Hindoeïstisch gezin. Onlangs had zij<br />
als enige <strong>van</strong> haar familie de Here Jezus als haar persoonlijke<br />
Redder aangenomen en had zich zelfs laten dopen.<br />
Het leek even heel goed met haar te gaan, maar nu was het<br />
al meerdere keren gebeurd, dat ze tijdens de samenkomst in<br />
trance raakte en boze geesten zich manifesteerden.<br />
De reden daar<strong>van</strong> was, dat haar ouders dagelijks Hindoeïstische<br />
rituelen opvoerden en offers brachten aan de Hindoeïstische<br />
goden en hun minderjarige dochter verplichtten daarbij<br />
aanwezig te zijn. Zodoende kwamen deze demonen iedere keer<br />
opnieuw weer bij haar binnen.<br />
Wanneer ze meerderjarig was geweest, had men haar tijdelijk<br />
bij haar ouders kunnen weghalen en onderbrengen bij een<br />
christelijk gezin. Maar ze was nog minderjarig en viel dus nog<br />
onder de verantwoordelijkheid <strong>van</strong> haar ouders. Het enige wat<br />
gedaan kon worden, was de ouders te vragen haar niet langer<br />
te verplichten met deze heidense rituelen mee te doen. Maar of<br />
ze daarmee zouden instemmen?<br />
Natuurlijk zou een voortdurend herhaald gebed voor geestelijke<br />
bescherming ook wonderen kunnen doen. Maar kinderen<br />
zijn en blijven, voordat ze meerderjarig zijn, toch aan het gezag<br />
<strong>van</strong> hun ouders onderworpen en ze delen in de zegen én in de<br />
vloek, die de ouders over hen brengen. In dit geval brachten de<br />
ouders voortdurend vloek over hun dochter.<br />
Het seminar over ‘trance’ in Suriname was een groot succes, wat<br />
betreft het aantal belangstellenden. De uiteindelijke uitwerking<br />
hangt af <strong>van</strong> het aantal mensen, dat verdere trainingen volgt en<br />
actief in de bediening <strong>van</strong> bevrijding gaat meewerken.<br />
Het was niet de eerste keer, dat ik zo iets (trance in de samenkomst)<br />
meemaakte. Ook in Nederland ben ik er meerdere malen<br />
getuige <strong>van</strong> geweest, dat jonge mensen, zowel mannen als<br />
vrouwen, tijdens de worship in de samenkomst het bewustzijn<br />
verloren en moesten worden afgevoerd. Het gaat altijd om nerveuze<br />
demonen, die door lofprijs worden beangstigd.
200<br />
Meestal lag de oorzaak <strong>van</strong> de aanwezigheid <strong>van</strong> deze demonen<br />
in het deelnemen aan occulte rituelen (New Age, heidendom,<br />
bijgeloof). Wanneer de ouders of grootouders zich daarmee<br />
hebben ingelaten, kunnen deze verschijnselen zich ook<br />
voordoen.<br />
Met occulte rituelen bedoel ik bezoeken aan paranormale genezers,<br />
waarzeggers of tovenaars, betrokkenheid bij satanisme<br />
of spiritisme, of het deelnemen aan Oosterse godsdiensten of<br />
Oosterse vechtsporten.<br />
Ook het kijken naar occulte- of horrorfilms en het meedoen aan<br />
occulte computergames kan een dergelijk gebondenheid veroorzaken.<br />
In een aantal situaties ontdekte ik, dat het ondergaan<br />
<strong>van</strong> hypnose (tijdens bepaalde vormen <strong>van</strong> psychotherapie) de<br />
deur ook open zet, voor dergelijke demonen.<br />
We hoorden een getuigenis <strong>van</strong> een schoolhoofd, dat in Suriname<br />
zo’n “Schoolklas in trance” in haar eigen klas meemaakte.<br />
De oorzaak bleek te liggen bij de grootmoeder <strong>van</strong> het meisje,<br />
dat als eerste begon te reageren. Zij had <strong>van</strong>wege een vastzittende<br />
verkoudheid haar kleindochter meegenomen naar een<br />
‘Bonoeman’, een soort tovenaar of helderziende. Deze had bepaalde<br />
rituelen met haar uitgevoerd, waardoor zij gebonden<br />
was geraakt.<br />
In plaats <strong>van</strong> beter raakte ze alleen maar bezeten. Het feit, dat<br />
na even veel meer kinderen trance-verschijnselen begonnen te<br />
vertonen, zouden we kunnen vergelijken met resonantie. De<br />
meeste kinderen in die klas waren ook al eens in contact geweest<br />
met een dergelijke tovenaar.<br />
Het gaat dus niet om gespeelde imitatie, maar om resonantie.<br />
Wanneer je twee exact gelijkgestemde gitaren niet ver <strong>van</strong> elkaar<br />
zet, en je bespeelt een <strong>van</strong> de snaren in de grondtoon (bv.<br />
de lage E-snaar), dan zal de E-snaar op de andere gitaar ook<br />
mee gaan trillen. Minder hard, maar toch.<br />
Wanneer bij een bepaald kind zich occulte demonen gaan manifesteren<br />
(bijvoorbeeld door trance), dan zal dat een stimulerend<br />
effect hebben op gelijksoortige demonen in andere kinderen,
201<br />
die toevallig in de buurt zijn. De trance slaat dan dus over naar<br />
andere kinderen.<br />
Een kind, dat helemaal geen demonen in zich heeft, zal immuun<br />
zijn voor de trance <strong>van</strong> anderen.<br />
De duivel is er op uit om een opening in ons leven te vinden,<br />
waardoor hij kan binnendringen. Het in huis halen <strong>van</strong> een<br />
Boeddha-beeldje <strong>van</strong> de Blokker is daarvoor echt voldoende, of<br />
ook het lezen <strong>van</strong> een horoscoop (ook voor de grap).<br />
Als u op Schiphol een klappertjespistool in uw bagage hebt zitten<br />
(voor de grap) of bij de controle een geintje maakt over een<br />
bommetje, dan zult u een heel lange en vervelende ondervraging<br />
moeten ondergaan, waarbij u zich volledig moet uitkleden.<br />
Want met zo iets maak je geen grapje!<br />
De duivel zoekt gewoon een aanleiding, hoe klein ook.<br />
Zijn eerste aanleiding is iedere vorm <strong>van</strong> afgoderij, toverij of<br />
occultisme. Door zich daarmee in te laten, haalt men een vloek<br />
over zichzelf en de eigen familie. Demonen hebben nu tot een<br />
bepaalde hoogte vrij spel.<br />
De tweede aanleiding ligt in buitenechtelijke seksuele relaties.<br />
Hierdoor komen onreine geesten het eigen leven en dat <strong>van</strong> de<br />
familie binnen. Het aangaan <strong>van</strong> vele kortstondige seksuele relaties,<br />
zoals dat tegenwoordig niet ongebruikelijk is, bewerkt<br />
grote psychische schade en tal <strong>van</strong> demonische gebondenheden,<br />
ook al heeft men dat niet direct door.<br />
De derde aanleiding ligt op het gebied <strong>van</strong> moord en/of abortus.<br />
Wanneer men zich in de ogen <strong>van</strong> de duivel daaraan heeft<br />
schuldig gemaakt (dit geldt dus ook de man, die zijn vriendin<br />
of vrouw tot abortus aanzet) raakt men gebonden.<br />
De uitwerking <strong>van</strong> dergelijke gebondenheden bij de man ligt<br />
meestal in de richting <strong>van</strong> agressie, verslavingen, depressies,<br />
verharding en ongevoeligheid voor het E<strong>van</strong>gelie.<br />
Bij de vrouw is de uitwerking meestal anders. Bij haar zien we<br />
verhoudingsgewijs vaker zelfvernietigend gedrag, zoals anorexia<br />
en pogingen tot zelfdoding.
202<br />
Tijdens spreekbeurten in het Caribisch gebied, maar ook in Oost-<br />
Europa en zelfs in Nederland zag ik meerdere keren hetzelfde<br />
gebeuren. Ik raakte met olie op mijn vinger iemands voorhoofd<br />
aan en zag dan het gezicht <strong>van</strong> pijn vertrekken. Dat is niet normaal,<br />
want de olijfolie veroorzaakt geen pijn op de huid.<br />
Ik had nog niets gezegd. De aanwezigheid <strong>van</strong> zalfolie of ook<br />
mijn blote hand (zonder olie) veroorzaakte een geweldige nervositeit<br />
bij de zich verstoppende demonen. De persoon, die gebed<br />
ont<strong>van</strong>gt, ervaart dat als pijn of als stress.<br />
Terwijl ik mijn vinger op het voorhoofd houd, wacht ik eerst<br />
even. Dan ‘stuur’ ik de zalving, die op mij is, naar de persoon,<br />
die ik bedien. In vrijwel alle gevallen verergert dan de situatie.<br />
Ik weet dan genoeg. Hier zijn bange demonen aanwezig. Soms<br />
stel ik wat vragen, maar als er een lange rij mensen te wachten<br />
staat voor gebed, is de tijd, die ik aan iemand kan besteden toch<br />
gering. Meestal vermoed ik wel wat er aan de hand is.<br />
Vaak verwijs ik die persoon dan door naar een meer uitgebreide<br />
bediening zoals een HealingRoom. Andere keren vraag ik de<br />
Heer, wat ik op dat moment kan doen. Wanneer ik Zijn goedkeuring<br />
ervaar, stel ik een paar vragen over betrokkenheid bij<br />
occulte handelingen of het bezitten <strong>van</strong> occulte voorwerpen zoals<br />
Boeddha-beeldjes.<br />
Ik gebied dan de machten <strong>van</strong> toverij (want dat is het meestal)<br />
te vertrekken. Meestal beginnen de demonen zich nu te manifesteren.<br />
Maar ze moeten altijd gaan, tenminste wanneer de<br />
persoon om wie het gaat, eerlijk is en spijt heeft <strong>van</strong> de betrokkenheid<br />
bij deze occulte handelingen.<br />
Ik heb al heel wat mensen in enkele minuten zien veranderen<br />
<strong>van</strong> zieke of verdrukte mensen, in levenslustige, gelukkige kinderen<br />
<strong>van</strong> God.
203<br />
Hoofdstuk 31 Een klein meisje<br />
Ik was gevraagd om in een bepaalde gemeente op zondagmorgen<br />
te spreken over het onderwerp ‘bevrijding’. Bij mij was een<br />
hele groep zusters <strong>van</strong> de EBG, die na afloop <strong>van</strong> de dienst gebedsbediening<br />
zouden doen. Al meerdere jaren had ik met deze<br />
zusters samengewerkt.<br />
Eigenlijk is een dergelijk onderwerp behoorlijk pittig voor de<br />
zondagochtend. En eerlijk gezegd had ik zo even mijn twijfels,<br />
toen ik om 9.00 uur de betreffende EBG kerk binnenkwam. Ja<br />
hoor, vol met kinderen. En dan gaat het onderwerp over ‘bevrijding’<br />
<strong>van</strong> boze geesten.<br />
Voor sommigen <strong>van</strong> u is dit onderwerp misschien gesneden<br />
koek, voor anderen is het volstrekt nieuw. Bestaan demonen?<br />
Of gaat het in de E<strong>van</strong>geliën om een aanpassing aan het volksgeloof?<br />
Drijft Jezus echt demonen uit, óf geneest Hij gewoon<br />
mensen, die psychisch ziek zijn. Dat hoorde ik vroeger tijdens<br />
de godsdienstlessen op de middelbare school.<br />
Een nauwkeurige lezing <strong>van</strong> de E<strong>van</strong>geliën maakt duidelijk,<br />
dat de zogenaamde bezeten mensen uit het Nieuwe Testament<br />
<strong>van</strong> een afstand Jezus herkenden als de “Heilige Gods”; op een<br />
moment, dat Jezus’ eigen discipelen dat nog niet door hadden.<br />
Jezus spreekt in Mark. 5 met de demonen, die in een bezetene<br />
wonen. Ze vragen hem, of ze in de kudde varkens mogen varen.<br />
Jezus staat dat toe. Maar de arme beesten raken door de komst<br />
<strong>van</strong> de demonen zo in paniek, dat ze massaal de berghelling afstorten<br />
en in het meer <strong>van</strong> Galilea verdrinken. En varkens kunnen<br />
heel best zwemmen!<br />
Nee, het gaat in de Bijbel niet om mensen, die alleen maar psychiatrisch<br />
ziek zijn. Het gaat om mensen, die echt door demonen<br />
worden gekweld.<br />
De Westerse mens heeft het geloof in boze geesten radicaal afgezworen.<br />
De reden <strong>van</strong> deze sterke afwijzing <strong>van</strong> het geloof<br />
in demonen was natuurlijk ook, dat sommige simpele zielen in
204<br />
de Middeleeuwen achter elke tegenslag of pech demonen vermoedden.<br />
Achter alle rampspoed moest een geestelijk oorzaak<br />
liggen en dikwijls werd de schuld gegeven aan een of ander<br />
oud vrouwtje, dat er<strong>van</strong> beschuldigd werd een pact met de duivel<br />
te hebben gesloten.<br />
Zij zou de demonen de opdracht hebben gegeven misoogst of<br />
ziekte te veroorzaken. Tienduizenden vrouwen (soms ook mannen)<br />
zijn in de Middeleeuwen in Europa op beschuldiging <strong>van</strong><br />
hekserij veroordeeld en vaak levend verbrand.<br />
In het begin <strong>van</strong> de moderne tijd werd de onredelijkheid <strong>van</strong><br />
deze zienswijze aan de kaak gesteld en een einde gemaakt aan<br />
de heksenprocessen. Maar de balans sloeg nu door naar de andere<br />
kant; demonen bestaan niet en hekserij is onzin.<br />
Gezien over de hele wereld gelooft 80% <strong>van</strong> de wereldbevolking<br />
in het bestaan <strong>van</strong> boze geesten. Alleen in de Westerse wereld<br />
‘bestaan’ ze niet en moet er een andere verklaring gevonden<br />
worden voor moeilijk te verklaren verschijnselen.<br />
Ik zeg wel eens: “Het Caribisch gebied, inclusief Suriname is<br />
Voodoo Country”. De Voodoo religie is met de negerslaven<br />
meegekomen uit de landen <strong>van</strong> West Afrika. En net als in Nigeria<br />
of Sierra Leone kun je <strong>van</strong>daag in het Caribisch gebied gewoon<br />
naar de heks of tovenaar, wanneer je een probleem hebt.<br />
Toverij is aan de orde <strong>van</strong> de dag.<br />
De gevolgen blijven niet uit. Wie zich inlaat met toverij, komt<br />
onder vloek en wordt met demonen besmet. Het gevolg is persoonlijke<br />
ellende en een toenemende verwording <strong>van</strong> de samenleving.<br />
Ik probeerde in deze kerkdienst het onderwerp zo goed mogelijk<br />
uit te leggen, maar voor mijn idee is het echt lastig om iets<br />
te zeggen over seksueel wangedrag als oorzaak <strong>van</strong> vloek en en<br />
gebondenheid (door onreine geesten), terwijl er kinderen zitten<br />
te luisteren. Snappen ze er iets <strong>van</strong>? Worden ze bang?<br />
De situatie aan het eind <strong>van</strong> een kerkdienst eigent zich niet bepaald<br />
voor een bediening <strong>van</strong> bevrijding, maar kennelijk had-
205<br />
den de zusters hier al over nagedacht:<br />
“<strong>Gordon</strong>, er zijn hier een groep schoolkinderen, die volgende<br />
week examen moeten doen. Kun je hen zegenen?” En zo begon<br />
het. Terwijl ik ieder schoolkind apart de handen oplegde<br />
en over hen begon te profeteren, ontstond er een steeds langer<br />
wordende rij <strong>van</strong> mensen, die ook zo’n zegening wilden ont<strong>van</strong>gen.<br />
En toen ging het gewoon <strong>van</strong>zelf. Sommigen hadden pijnen, die<br />
verdwenen na de bediening. Bij anderen zag ik direct, dat hun<br />
problemen te maken hadden met een demonische gebondenheid.<br />
Vaak zie je dat al aan de ogen. Soms voel je dat door de<br />
Heilige Geest. Meestal is het beide.<br />
En als je dan de handen oplegt, gebeuren er ineens vreemde<br />
dingen. Iemand begint met zijn of haar lichaam te kronkelen<br />
als een slang. Na even valt zo iemand op de grond, terwijl het<br />
kronkelen gewoon doorgaat. Omdat de groep zusters voor dat<br />
doel aanwezig was, liet ik de betreffende persoon dan gewoon<br />
wegdragen naar de andere ruimte, waar de zusters doorgingen<br />
met de bediening <strong>van</strong> bevrijding. Zo gebeurde er die zondagochtend<br />
<strong>van</strong> alles.<br />
Na een paar uur waren we klaar! Och, in Suriname tikt de klok<br />
toch anders. Aan het eind <strong>van</strong> een bevrijdingsbediening doen<br />
we altijd een reinigingsgebed. Meestal gaan we in een cirkel<br />
staan, hand in hand.<br />
Dan gebieden we alles ‘dak- en thuisloze’ boze geesten (we hebben<br />
deze geesten immers net weggejaagd uit de mens, waarin<br />
ze hadden gewoond) weg te blijven <strong>van</strong> ons, onze familie en<br />
onze bezittingen. Ze moeten niet denken, dat ze nu hun boosheid<br />
op ons mogen afreageren.<br />
Ik heb redenen om dit te doen, omdat het mij en mijn medewerkers<br />
wel is gebeurd, dat deze uitgedreven boze geesten zich<br />
tegen ons keerden.<br />
We wilden dus dit reinigingsgebed gaan doen en gingen in een<br />
cirkel staan. Ik voelde een klein handje in de mijne schuiven.<br />
Ik kende het meisje niet, maar had haar wel in de samenkomst
206<br />
zien zitten. Waarom ze nu ineens hier stond, tussen deze ‘grote<br />
mensen’, was me niet duidelijk.<br />
Maar ze stond naast me. Ik deed het gebed en sloot af met een<br />
lofprijzing aan de Here Jezus, die Overwinnaar is, die zit op de<br />
troon aan de rechterhand <strong>van</strong> de Vader, aan wie alles onderworpen<br />
is, en door wie ook wij overwinnaars zijn.<br />
Toen deze proclamatie klaar was, lieten wij elkaar los. Het kleine<br />
handje bleef echter in de mijne. Alsof ze wilde zeggen: “Laat<br />
me nog niet los!” Voor een paar tellen hield ik haar hand nog<br />
vast. Toen lieten we elkaar los.<br />
We pakten onze spullen en wandelden in de richting <strong>van</strong> de<br />
auto’s. Ik zat al in de auto, toen het meisje achter me aan kwam<br />
rennen. Ze stopte me een briefje in de handen en rende vervolgens<br />
heel hard weg. Terwijl we wegreden, vouwde ik het<br />
papiertje open. Daar stond: “U bent voor mij een symbool <strong>van</strong>...<br />
U bent voor mij een echte ster!... <strong>van</strong> XXXX”.<br />
Bij navraag hoorde ik, dat ze niet woont bij haar biologische<br />
ouders. Ze wordt grootgebracht door een familielid.<br />
Voor mij was dit het hoogtepunt <strong>van</strong> de morgen, naast alle genezingen<br />
en bevrijdingen trof mij dit bijzonder. Ik had er niets<br />
voor gedaan. Ik had me zelfs onbeholpen gevoeld in de richting<br />
<strong>van</strong> de vele aanwezige kinderen.<br />
Maar hier was een jong meisje, dat mijn hart had geproefd, het<br />
hart <strong>van</strong> de Vader. En dat vergeet ik nooit meer. Dankjewel<br />
schatje!
207<br />
Hoofdstuk 32 Radio Maria<br />
Cristina, een <strong>van</strong> mijn ‘dochters’, heeft een oecumenische gezindheid.<br />
Overal kent ze mensen <strong>van</strong> alle christelijke geloofsrichtingen.<br />
Zodoende hebben de HealingRooms in Oradea ook<br />
een interkerkelijk karakter.<br />
Zelf is ze tweetalig. Haar moeder behoorde tot de Hongaarse<br />
minderheid in Roemenië en haar vader was een etnische Roemeen.<br />
Thuis hoorde ze dus beide talen. En hoewel ze op school<br />
uitsluitend Roemeens leerde, kan ze met het Hongaars goed<br />
overweg. Onze HealingRooms zijn dan ook tweetalig.<br />
Zowel wat betreft de samenwerking <strong>van</strong> gelovigen met zoveel<br />
christelijke achtergronden, als wat betreft de tweetaligheid, zijn<br />
we een voorbeeld voor het hele land.<br />
Ze onderhield nauwe contacten met een Rooms-Katholieke charismatische<br />
groep in de stad. Mensen uit de eigen e<strong>van</strong>gelische<br />
gemeente hadden haar wel eens verweten: “Wat doe je daar bij<br />
die Katholieken. Die aanbidden Maria!” Maar ze had het contact<br />
altijd aangehouden.<br />
En zo kwam via haar de uitnodiging om in de plaatselijke gemeenschap<br />
<strong>van</strong> charismatische Rooms-katholieken voor te gaan<br />
en hun te bedienen met profetische woorden.<br />
Toen ik de eerste keer bij hen kwam, voelde het helemaal niet<br />
vreemd. Ze zongen dezelfde Amerikaanse gospelliederen als<br />
wij in Nederland; Hillsong, Jesus Culture en Micheal W. Smith,<br />
maar dan in het Hongaars. Daar is geen touw aan vast te knopen,<br />
dus meestal zing ik in tongen.<br />
Nadat ik in de loop <strong>van</strong> een paar maanden een paar keer bij hen<br />
had gesproken, kwam het verzoek of ik hen wilde assisteren in<br />
het bedienen <strong>van</strong> een aantal gemeenteleden.<br />
Men had inmiddels zoveel over onze HealingRooms gehoord,<br />
dat men het nu wel eens zelf wilde zien. En zo gebeurde het, dat<br />
we voor allerlei getraumatiseerde en gebonden mensen baden<br />
en hen bevrijdden in de naam <strong>van</strong> Jezus.
208<br />
Maar het verzoek ging verder: “Kun je ons bedieningenteam<br />
trainen en coachen in de praktische situatie?” En zo investeerde<br />
ik twee dagen om een team <strong>van</strong> 7-8 Katholieken te coachen om<br />
onder de leiding <strong>van</strong> de Heilige Geest over de genodigde bezoekers<br />
te profeteren en bevrijdingen te doen.<br />
Na iedere sessie evalueerde ik met hen, wat we goed hadden<br />
gedaan en wat verbetering behoefde. Zelf maak ik ook wel fouten,<br />
zoals die keer, dat wij voor een emotioneel erg geremde<br />
vrouw baden.<br />
Ik vergat helemaal te vragen, of ze misschien emotie-onderdrukkende<br />
medicijnen (of anti-depressiva) gebruikte. Daar<br />
kwam ik dus pas helemaal aan het eind achter, toen we allemaal<br />
een beetje gefrustreerd waren geraakt <strong>van</strong>wege haar onderkoelde<br />
reacties op onze bediening. Maar <strong>van</strong> fouten kun je<br />
leren; ik ook.<br />
Aan het eind <strong>van</strong> de dag moest ik toch wel even naar het toilet<br />
en vroeg, waar ik die kon vinden. “Er is hier alleen een kindertoilet.<br />
Voor een normaal toilet moet je naar boven. Daar zitten<br />
de studio’s <strong>van</strong> ‘Radio Maria’. Daar hebben ze een normaal toilet”.<br />
‘Radio Maria’ is een wereldwijd netwerk <strong>van</strong> radiostations. In<br />
de auto was ik er wel eens op gestuit en de programma’s waren<br />
duidelijk Katholiek, maar helemaal niet slecht. Ik wist toen nog<br />
niets over de oorsprong <strong>van</strong> dit Radionetwerk.<br />
Volgens de oprichters ‘is Maria verschenen’ in Medzegorje (Bosnië)<br />
en zou daar opdracht hebben gegeven tot het oprichten <strong>van</strong><br />
een wereldwijd radionetwerk met haar naam. Dit netwerk zou<br />
geen inkomsten mogen hebben uit reclame, maar uitsluitend<br />
gesteund moeten worden door donaties <strong>van</strong> gelovigen. Ook<br />
heden ten dage ont<strong>van</strong>gen de ‘profetessen’ in Medzegorje nog<br />
boodschappen <strong>van</strong> Maria. Die boodschappen komen allemaal<br />
op hetzelfde neer: “Kom tot Jezus en volg Hem”.
209<br />
Als neo-protestant heb ik weinig met Mariaverschijningen of<br />
andere heiligenverering. De enige uitzondering is Sint Nikolaas,<br />
de voorloper <strong>van</strong> Santa Claus, die in Nederland op 5 december<br />
als de grote kindervriend mag optreden. Dit is echter<br />
niet de plaats om over Sinterklaas een discussie aan te gaan.<br />
Met Maria hebben ‘wij protestanten’ dus helemaal niets. De uitdrukking<br />
“moeder Gods” spreekt mij niet aan; evenmin als de<br />
Griekse uitdrukking theotokos (degene, die God gebaard heeft).<br />
Ze is voor ons de moeder <strong>van</strong> de Heer, de moeder <strong>van</strong> Jezus, de<br />
Zoon <strong>van</strong> God.<br />
Dat is heel wat, maar het maakt haar niet bovennatuurlijk. Zeker<br />
is ze een voorbeeld <strong>van</strong> geloof, maar daarin staat zij toch gewoon<br />
tussen de andere ‘heiligen’ <strong>van</strong> het Oude- en het Nieuwe<br />
Testament.<br />
Zoals Abraham “een vader <strong>van</strong> de gelovigen” wordt genoemd,<br />
mag Maria een “moeder <strong>van</strong> de gelovigen” heten. Maar net zo<br />
min als we tot Abraham bidden, doen we dat ook niet tot Maria.<br />
Wanneer we oog hebben voor de tedere, moederlijke, eigenschappen<br />
<strong>van</strong> God de Vader Zelf, is er vervolgens geen behoefte<br />
aan Maria als een ‘tedere moeder’, die voor ons bij Jezus bemiddelt.<br />
Wanneer we voldoende ruimte geven aan de leiding en openbaring<br />
<strong>van</strong> de Heilige Geest, zijn verschijningen <strong>van</strong> Maria, die<br />
opdrachten geeft, niet meer nodig.<br />
En wanneer de Heer een extra dimensie <strong>van</strong> openbaring nodig<br />
vindt, stuurt Hij gewoon een engel. Dat gebeurt regelmatig in<br />
het Oude- en Nieuwe Testament.<br />
Maar als je nodig naar de WC moet, dan ga je gewoon.<br />
Ik toog dus naar boven om naar het toilet te gaan. Terwijl ik de<br />
studio binnenliep, brak er juist op dat moment paniek uit (niet<br />
bij mij), omdat op het aanwezige beeldscherm het dak <strong>van</strong> de<br />
Sixtijnse kapel werd getoond. Daar kwam juist witte rook uit<br />
het schoorsteentje.
210<br />
“Habeamos Papam” (We hebben een nieuwe Paus) klonk het<br />
overal. Priesters renden in de studio heen en weer om hun commentaren<br />
op het gebeurde te geven. Niemand heeft op zo’n moment<br />
de behoefte om een toilet te bezoeken, dus ik kon in rust<br />
en vrede mijn behoefte doen.<br />
Toen ik <strong>van</strong> het toilet kwam langs de ruimte met het beeldscherm,<br />
waren sommige medewerkers tot tranen toe geroerd<br />
<strong>van</strong>wege de nieuw gekozen Paus.<br />
Witte rook uit de schoorsteen; een nieuwe paus<br />
Ineens liep ik Isabel, de coördinator <strong>van</strong> de Hongaarse programma’s<br />
tegen het lijf. Ergens herinnerde ik me, dat ik haar gezicht<br />
al eerder had gezien. Ze hield me staande. “Broeder <strong>Gordon</strong>. Ik<br />
was gisteren in de samenkomst, waar u voorging en ik stond<br />
ook in de rij voor een profetisch woord.<br />
Maar het duurde zo lang en ik moest naar huis. Zou u nu voor<br />
mij kunnen bidden?” Ja, dat kon natuurlijk wel. God heeft tegen<br />
ieder mens wel iets te zeggen.<br />
“Wacht even”, zei ze, “Ik neem u even mee, naar een rustiger<br />
plekje, het is hier allemaal zo hectisch”. Ze opende een deur<br />
en trok me naar binnen. Daar stond ik ineens in de kapel <strong>van</strong><br />
Maria. De hele decoratie en het altaar waren gewijd aan gebeurtenissen<br />
uit het leven <strong>van</strong> Maria.<br />
Dit was voor mijn arme protestantse denkkader toch wel wat
211<br />
veel <strong>van</strong> het goede. “Heer, kan ik hier wel profeteren? Is hier<br />
wel zalving?” Ik ervoer een goedkeurende glimlach. Natuurlijk<br />
kan dat. Ik heb op de meest vreemde plekken geprofeteerd en<br />
mensen tot Jezus geleid.<br />
Ik ging dus naast haar zitten en begon te profeteren: “Mijn<br />
dochter....” Toen ik klaar was, zat ze daar met tranen <strong>van</strong> ontroering,<br />
<strong>van</strong>wege de liefde <strong>van</strong> de hemelse Vader, die ze zojuist<br />
had ervaren.<br />
Ik was er nu toch, dus besloot ik haar te vragen, of ik verder nog<br />
iets voor haar kon doen. Had ze misschien ergens pijn?<br />
Verrast keek ze me aan. “Jazeker”.<br />
Ze had drie maanden terug een pan kokende soep over haar<br />
arm gehad en daarbij ernstige brandwonden opgelopen. Een<br />
paar wonden waren nog zichtbaar. Het meeste was inmiddels<br />
wel hersteld. Maar haar rechterhand....die was vrijwel onbruikbaar.<br />
Ze kon haar vingers nauwelijks buigen en dan nog met<br />
veel pijn.<br />
Ik vroeg haar, of ik haar hand mocht vasthouden. Ze gaf me<br />
haar hand. Ik stuurde de zalving <strong>van</strong> de Heilige Geest naar<br />
haar hand en zat ondertussen met de Heer te praten. “Hoelang<br />
Heer?” “Dit gaat iets langer duren, mijn jongen. Ga gewoon<br />
door”, ervoer ik in mijn binnenste.<br />
De eerste drie minuten gebeurde er schijnbaar niets. Ik zelf ervoer<br />
duidelijke impulsen <strong>van</strong> de Heilige Geest <strong>van</strong>uit mijn binnenste<br />
door mijn hand naar de hare gaan. Na een minuut of vier<br />
begon de uitwerking daar<strong>van</strong> ook bij haar merkbaar te worden.<br />
Ik liet haar meerdere keren haar vingers buigen.<br />
En wat die ochtend nog onmogelijk was, werd nu mogelijk.<br />
Steeds verder kon ze haar vingers buigen en de pijngrens werd<br />
met de minuut verlegd. Na twaalf minuten kon ze haar vingers<br />
bijna maximaal buigen, zonder een spoor <strong>van</strong> pijn en ze voelde,<br />
dat ook de kracht in haar hand was teruggekeerd.<br />
Ze was razend enthousiast. Ze straalde <strong>van</strong> vreugde. Er was<br />
zich gewoon een wonder aan het voltrekken. En deze keer gebeurde<br />
het aan haar!
212<br />
“Hebt u niet nog een keer even tijd voor een interview?”, vroeg<br />
ze smekend. Ik bekeek mijn agenda. “Morgen heb ik nog een<br />
uurtje tijd, tussen 10.00 en 11.00 uur”, zeg ik. “O, dat zou geweldig<br />
zijn”.<br />
De volgende morgen meldde ik mij op tijd bij Radio Maria. In<br />
de studioruimte staat recht voor mijn neus de microfoon. Daarnaast<br />
staat een wit porcelijnen beeld <strong>van</strong> Maria. Rechts zit Isabel<br />
vragen te stellen en links zit Szizi, mijn vertaler.<br />
Onder het toeziend oog <strong>van</strong> Maria<br />
vertellen over de Heilige Geest<br />
“ Pastor <strong>Gordon</strong>, hoe bent u tot bekering gekomen?” is de eerste<br />
vraag. En daarna zegt ze: “Vertelt u ons over de vervulling met<br />
de Heilige Geest. Wat is dat precies? Hoe ont<strong>van</strong>g je de Heilige<br />
Geest?” 45 minuten lang vertel ik over de leiding <strong>van</strong> de Heilige<br />
Geest, die ik in mijn leven zo duidelijk ervaar, maar die beschikbaar<br />
is voor al Gods kinderen. Aan het eind vraagt Isabel:<br />
“Kunt u misschien onze luisteraars voorgaan in een gebed om<br />
de doop met de Heilige Geest?”<br />
Ik doe het. De uitzending is niet ‘life’, maar de luisteraars, die<br />
tijdens de uitzending over een paar dagen werkelijk met verlangen<br />
meebidden om de vervulling met de Heilige Geest, zullen<br />
die Geest ook ont<strong>van</strong>gen. Daar ken ik God goed genoeg voor.<br />
En hoeveel luisteraars zouden er zijn? 100.000 of nog meer?<br />
Waarschijnlijk meer dan dat ik ooit in mijn leven heb gehad.
213<br />
Hoofdstuk 33 Down syndroom<br />
In februari 2013 was ik opnieuw (voor de derde keer) in Letland.<br />
Dit keer logeerde ik bij een paar studenten. We hielden<br />
HR presentaties in verschillende plaatsen, zoals Saldus, Riga en<br />
Kuldiga. Naar Saldus gaan we mogelijk terug om een conferentie<br />
<strong>van</strong> een aantal dagen te verzorgen.<br />
In Kuldiga wordt de HR geleid door Santa. Zij is een uiterst<br />
attractieve hoogblonde jongedame, die bovendien veel zalving<br />
heeft en voor niets bang is. Ze leidt een verzekeringsagentschap.<br />
De HealingRooms <strong>van</strong> Kuldiga worden gehouden in haar kantoor.<br />
Helaas spreekt ze alleen Lets en Russisch. Ze heeft prachtige<br />
blauwe ogen en kan me zo intens aankijken, dat mijn hart<br />
week wordt. Nu de rest begrijpt u wel... Het wordt niets, als je<br />
elkaar niet kunt verstaan.<br />
Het bezoek aan Kuldiga zou tegelijkertijd de laatste avond <strong>van</strong><br />
deze reis zijn en ik kon me er al <strong>van</strong> te voren over verheugen. De<br />
ene keer heb je dat sterker dan de andere keer.<br />
Op zichzelf was het een ongunstige afsluiting, want Kuldiga<br />
ligt 3 uur rijden <strong>van</strong> Riga. Het seminar begon om 18.00 uur en<br />
zou tot ongeveer 21.30 uur duren. Daarna zou nog een gebedsbediening<br />
plaatsvinden. Meestal wordt het dan wel half een in<br />
de nacht.<br />
Daarna wordt er nog iets gegeten, zodat we rond half twee in de<br />
nacht zouden kunnen terugkeren naar Riga, waar we dan om<br />
4.30 uur in de ochtend aan zouden komen. Diezelfde ochtend<br />
moesten we al weer om 8.30 uur richting vliegveld vertrekken.<br />
Dus bleven er hooguit 3 uurtjes over om te slapen. En dan ga je<br />
voor het gemak maar met kleren aan op bed liggen en ga je de<br />
volgende morgen ongewassen op reis.<br />
Het duurt dan weer een paar dagen, voordat je de oude energie<br />
weer terug hebt. Zo ziet het leven <strong>van</strong> een ‘zendeling’ er<br />
uit. Regelmatig heel korte nachten, of helemaal geen slaap <strong>van</strong>wege<br />
de ongelukkige reistijden.
214<br />
Toch was er dat voorgevoel <strong>van</strong> blijdschap. Niet <strong>van</strong>wege de<br />
Letse schone met de onverstaanbare taal, maar omdat de Geest<br />
in je hart bevestigt, dat er iets moois te gebeuren staat.<br />
Aivars Alknis, director HealingRooms Riga,<br />
leidt de avond in, terwijl Ilze mij vetraalt.<br />
Vrij onverwachts bleek, dat Ilze mij zou gaan vertalen. Ilze<br />
spreekt geen Engels maar Duits. Ze heeft al heel wat christelijke<br />
boeken in het Lets vertaald en ik ontmoette haar al eens eerder,<br />
toen ze gebed vroeg voor haar dochtertje. Ze heet ‘Engi’. Ze is<br />
nu 7 jaar oud en heeft het syndroom <strong>van</strong> Down.<br />
Het is een heel leuk meisje. Ze begint nu eindelijk iets te praten.<br />
Tot dusverre kwebbelde ze alleen maar. Ze maakte dus wel geluidjes,<br />
maar zonder enige betekenis. In tegenstelling tot veel<br />
andere kinderen met het Down syndroom, is ze zeer speels en<br />
mobiel.<br />
We ontmoetten Ilze in Kuldiga. Ze had haar man en haar dochtertje<br />
bij zich. Ik begroette het jonge kind. Ik weet niet of ze me<br />
<strong>van</strong> het vorige jaar nog herkende, maar ik kreeg wel een intense<br />
knuffel. Ze hing aan mijn nek.
215<br />
De avond verliep zoals altijd. De mensen luisteren geboeid,<br />
naar mijn onderwijs, dat doorspekt is <strong>van</strong> verhalen en praktijk<br />
voorbeelden. Dat laatste houdt de aandacht erbij. Het viel me<br />
op, dat het jonge meisje geen probleem had om twee en een half<br />
uur stil te zitten naast haar vader, zonder zich te vervelen.<br />
Na het onderwijs komen de mensen naar voren voor een profetisch<br />
woord, of omdat ze ziek zijn. Dat is logisch, want als je<br />
over deze dingen onderwijs geeft, moet je het ook doen!<br />
Een <strong>van</strong> de eersten in de rij, was een oude vrouw met ademhalingsproblemen.<br />
Normaliter probeer ik bij de bediening mijn<br />
handen zo dicht mogelijk bij de plaats <strong>van</strong> aandoening (in dit<br />
geval de longen) te leggen. Maar het is <strong>van</strong>zelfsprekend, dat ik<br />
mijn handen nooit op een vrouwenborst leg.<br />
In een dergelijke situatie vraag ik altijd een zuster haar handen<br />
op die plek te leggen en ik leg mijn hand(en) daar weer<br />
bovenop. Ik had dus even een ‘tussenhandje’ nodig en mijn oog<br />
viel op het dochtertje <strong>van</strong> mijn vertaalster. Ik wenkte haar en ze<br />
kwam direct naar me toe. Ik pakte haar kleine handje en legde<br />
dat op de borst <strong>van</strong> de oude dame.<br />
En alsof het de gewoonste zaak <strong>van</strong> de wereld was, hield zij<br />
haar handje op de aangegeven plek, terwijl ik mijn hand daar<br />
weer boven op legde. Van binnen bereid ik mij er dan op voor<br />
om de kracht <strong>van</strong> de Heilige Geest, die in mij woont (en in iedere<br />
Geestvervulde gelovige) naar de zieke plek te sturen.<br />
Na even begon de oude vrouw warm te worden. Bij navraag<br />
bleek, dat haar borst begon te gloeien en na een paar minuten<br />
hoorde ik dat haar kortademigheid veranderde in diep ademhalen.<br />
Ze werd opgewonden en gebaarde, dat ze weer lucht<br />
kreeg. Een paar minuten later stond ze te juichen en God groot<br />
te maken, <strong>van</strong>wege het ont<strong>van</strong>gen herstel.<br />
Het kleine meisje stond ook te juichen. Met beide duimpjes omhoog<br />
stond ze te springen, want ze had wel degelijk door, wat<br />
er gebeurd was.
216<br />
Inmiddels stond er al een volgend iemand klaar om ook genezing<br />
te ont<strong>van</strong>gen. Deze keer zat de pijn in de rug. Ik vond het<br />
veel te leuk om ons kleine meisje er ook in te betrekken. Dus<br />
haar kleine handje ook op de rug en <strong>van</strong>af dat moment deden<br />
we de bediening samen.<br />
Iedere keer werden mensen fysiek aangeraakt door de aanwezigheid<br />
<strong>van</strong> God. Pijnen verdwenen, stijve gewrichten werden<br />
soepel. En iedere keer stond mijn ‘assistente’ te dansen <strong>van</strong><br />
vreugde. De kinderlijke vreugde, het enthousiasme en de <strong>van</strong>zelfsprekendheid,<br />
waarmee ze reageerde waren gewoon ontwapenend.<br />
Santa, director <strong>van</strong> HR Kuldiga (links). Engi, rechts naast haar<br />
moeder Ilze, luistert aandachtig toe, wanneer ik iemand bedien.<br />
Bijna drie uur lang hielp ze mij bij de bediening <strong>van</strong> zieken en<br />
het doen <strong>van</strong> bevrijdingen. Ze had nergens problemen mee en<br />
scheen erop te vertrouwen, dat ik wel zou weten, wat ik moest<br />
doen, ook toen iemand duidelijke manifestaties toonde <strong>van</strong> demonische<br />
krachten.<br />
Deze samenwerking stelt ons gelijk voor de vraag, of kinderen<br />
genezingen kunnen doen. Het antwoord is: “Ja”.
217<br />
Soms wordt wel eens gesteld, dat iemand eerst bewust tot bekering<br />
moet komen, voordat hij of zij de Heilige Geest kan ont<strong>van</strong>gen.<br />
Maar God houdt zich niet aan dergelijk dogmatische regeltjes.<br />
Johannes de Doper, was al voor de geboorte vervuld met de<br />
Heilige Geest. Ik ben er zeker <strong>van</strong> dat de Heilige Geest woonde<br />
in dit kleine meisje met Down syndroom. Inmiddels heb ik genoeg<br />
verhalen gehoord <strong>van</strong> kinderen, die over elkaar of over<br />
volwassenen genezing proclameren, en met resultaat!<br />
Georgine Hartnack vertelde mij eens het volgende verhaal. Hun<br />
hond had de bekende heupproblemen. Bij een bezoek aan de<br />
dierenarts stelde de laatste voor om de hond maar direct te laten<br />
inslapen, aangezien het dier ondraaglijke pijnen leed. Maar dat<br />
kon Georgine niet over haar hart krijgen. “Mijn kinderen moeten<br />
toch op z’n minst afscheid kunnen nemen <strong>van</strong> hun hond?”<br />
Dat laatste bleek echter nog helemaal niet zo eenvoudig. De<br />
kinderen protesteerden heftig. Ze wilden hun huisgenoot niet<br />
missen en zeiden: “Als Jezus op aarde mensen genas, kan Hij<br />
ook een hond genezen. We moeten voor de hond bidden”.<br />
Georgine weifelde een beetje, maar kon deze uitbarsting <strong>van</strong><br />
geloof niet afremmen. “Goed dan maar” .<br />
De kinderen deden ongeveer, zoals ze het wel eens in de gemeente<br />
hadden gezien. Daar werd iemand door de oudsten met<br />
olie gezalfd om genezen te worden. Zo besloten zij het ook te<br />
doen.<br />
Het bidden ging nog wel; het zalven met olie iets minder. De<br />
motoriek <strong>van</strong> kinderhandjes is nu eenmaal niet zo precies. De<br />
hond kreeg een halve fles olijfolie over zich heen en kleefde aan<br />
alle kanten.<br />
Maar hij was beter! Hij sleepte niet meer met zijn achterpoten<br />
en gaf ook geen tekenen meer <strong>van</strong> pijn. De eerste dagen was hij<br />
nog wel erg vet en trok wel gekke bekken, wanneer hij zichzelf<br />
probeerde schoon te likken, maar hij was helemaal gezond en<br />
was nog jarenlang een gelukkig lid <strong>van</strong> de familie. Kinderlijk<br />
geloof vermag dus wonderen. Kinderlijk naïef geloof! Nog niet<br />
bedorven door theologie.
218<br />
We keren weer terug naar Letland. Er gebeurde <strong>van</strong> alles. Een<br />
toch wel heel oude dame met slechte ogen, ging ineens weer<br />
helder zien. Het was een genoegen om de kracht <strong>van</strong> God zelf<br />
te ervaren en de uitwerking zo krachtig te zien.<br />
Aan het eind <strong>van</strong> de avond baden we met iemand, die een nogal<br />
moeilijk leven had geleid en nog leidde (ik treed maar niet in<br />
details). Ik vroeg de Heer: “ Wat moet ik voor haar doen?” Hij<br />
zei: “Geef haar liefde”.<br />
Heel voorzichtig legde ik mijn handen om haar gezicht, zoals<br />
je dat bij een kind zou kunnen doen. Mijn ‘assistente’ had haar<br />
hand vast. Ineens zag ik dat de Heilige Geest haar zo diep aanraakte,<br />
dat ze bezig was om te vallen. Normaliter gebeurt dat<br />
niet, wanneer ik mensen bedien.<br />
Engi (rechtsonder) vindt het allemaal prachtig.<br />
Hebben wij deze dame even netjes neergelegd!<br />
Gelukkig stond er iemand achter haar, die haar opving en voorzichtig<br />
op de grond legde. Ik keek naar ons meisje, met een blik<br />
<strong>van</strong> “Is me dat wat. Nu ligt ze op de grond. Daar had ik niet op<br />
gerekend”.<br />
Voor haar was het echter helemaal niet vreemd of verwarrend.<br />
Ze keek me aan met een triomfantelijke blik. Het leek wel alsof<br />
ze wilde zeggen: “Hebben wij die even netjes neergelegd!”
219<br />
Of ze alles begrepen heeft? Ik weet het niet. Zeker zal haar moeder<br />
iedere avond met haar bidden en haar over Jezus vertellen.<br />
De passie <strong>van</strong> God voor mensen gaat echter voorbij aan<br />
theologische kennis en zelfs aan verstandelijke vermogens. Veel<br />
belangrijker is vertrouwelijkheid. Gewoon bij Hem willen zijn.<br />
En dat moet je niet te veel willen beredeneren.<br />
Waren we allemaal maar kinderen.<br />
Een paar weken later vertelde ik het verhaal in een Nederlandse<br />
gemeente. In de samenkomst zat een echtpaar met een enigszins<br />
gehandicapt kind. Het is een meisje <strong>van</strong> een jaar of dertien.<br />
Ze kan niet spreken, maar ze kan inmiddels wel met een soort<br />
<strong>van</strong> leesplankje communiceren.<br />
Toen ik aan het eind <strong>van</strong> dienst een uitnodiging deed, sprong ze<br />
onmiddellijk op en gebaarde, dat ik moest komen. Ze had alles<br />
perfect begrepen. Haar vader had een zere knie en daar wilde<br />
ze nu direct wat aan doen.<br />
Samen legden we onze handen om de pijnlijke knie <strong>van</strong> haar<br />
vader en binnen een paar minuten was een aanmerkelijke verbetering<br />
opgetreden. Haar moeder had lage rugpijnen. Ook die<br />
verdwenen na een paar minuten <strong>van</strong> handoplegging. Ja, kinderlijk<br />
geloof...
220<br />
Hoofdstuk 34 Katje<br />
Daar zit ik dan in Oost-Europa. Ik vertel maar niet welk land,<br />
zodat niemand uit dit verhaal te traceren is. Ze was aanwezig<br />
op het seminar over de HealingRooms bediening, maar ze had<br />
duidelijk ook zelf hulp nodig. Op een <strong>van</strong> de middagen was er<br />
tijd voor bediening. En toen was ook zij aan de beurt.<br />
Ze was rond de 40 jaar oud en had beslist knappe gelaatstrekken<br />
en een goed figuur. Maar er was iets mis met haar. Ze toonde<br />
geen enkele emotie. Ze zat vlak voor me. Ik keek haar glimlachend<br />
aan. Normaliter glimlachen mensen dan terug.<br />
Eerlijk gezegd is het me nog nooit gebeurd, dat ik iemand <strong>van</strong><br />
zo dichtbij toelachte en dat er dan geen enkele glimlach verscheen.<br />
Maar bij haar kwam er geen enkele emotie. Ik probeerde<br />
het nog een keer en stelde haar op haar gemak. Alles wat<br />
ze vertelde zou vertrouwelijk worden behandeld. Maar ze nam<br />
het volstrekt als een zakelijke mededeling op.<br />
Geen glimlach kwam over haar gezicht, toen ik haar nog eens<br />
vertrouwelijk toelachte. Ze was totaal emotioneel geblokkeerd.<br />
Op dat moment moest ik denken aan iets wat een week eerder<br />
was gebeurd. We waren bezig met de bediening <strong>van</strong> iemand,<br />
die op geen enkele manier fysieke liefde <strong>van</strong> vader of moeder<br />
had ont<strong>van</strong>gen.<br />
Hij had geen enkel gevoel bij de voorstelling, dat God zijn Vader<br />
zou kunnen zijn. Ook de gedachte, dat God moederlijke eigenschappen<br />
heeft, raakte hem niet.<br />
Ik voelde me toen geleid om te vragen of hij misschien huisdieren<br />
had. Hij had twee katten. Ik vroeg hem naar zijn relatie<br />
met de katten. Hij antwoordde: “Ik kan zonder mijn katten niet<br />
leven. Zij betekenen alles voor mij”. Ik keek hem even aan en zei<br />
toen de onconventionele woorden: “God is een kat”.<br />
Dat slaat natuurlijk nergens op. Theologisch klopt er niets <strong>van</strong>.<br />
Sommigen zullen deze uitdrukking eerder blasfemisch vinden.<br />
Maar op dat moment barstte hij in tranen uit. De boodschap
221<br />
was geland. Ergens is er in ieder mens wel een voorstelling en<br />
een begrip <strong>van</strong> wat liefde is. Bij hem lag die voorstelling in zijn<br />
relatie met zijn katten.<br />
Maar nu terug naar de dame in Oost-Europa. Ik moest dus gelijk<br />
aan de gebeurtenis <strong>van</strong> een week eerder denken, maar ik<br />
vond het niet nodig er verdere aandacht aan te schenken. Ook<br />
deze vrouw had grote problemen met haar gevoelsleven en kon<br />
zich <strong>van</strong> liefde maar nauwelijks een voorstelling maken.<br />
Ik werkte met haar het rijtje <strong>van</strong> mogelijke oorzaken af. Eerst<br />
vroeg ik naar een eventuele vloek. Hadden haar voorouders<br />
zich misschien beziggehouden met het occulte? Was er sprake<br />
<strong>van</strong> moord of abortus in de familie? Was er spraken <strong>van</strong> ontrouw<br />
of echtscheiding in de familie?<br />
Op al deze vragen kreeg ik een negatief antwoord. Er was niets<br />
te vinden in haar voorgeslacht, dat de oorzaak zou kunnen zijn<br />
<strong>van</strong> haar emotionele problemen. Toen was haar eigen leven aan<br />
de beurt. Was zij misschien het slachtoffer <strong>van</strong> traumatische<br />
ervaringen, of misschien zelfs seksueel misbruik? Had zij misschien<br />
op occult terrein gezondigd? Ook hier kwamen we niet<br />
verder.<br />
Uiteindelijk vroeg ik haar, of ze wel eens een relatie of een<br />
vriendje had gehad. “Jawel”, antwoordde ze, zonder veel emotie.<br />
“Hoe is het uitgegaan?” vroeg ik. “Ik heb het uitgemaakt”,<br />
antwoordde ze. Meer informatie gaf ze uit haar zelf niet. “Waarom<br />
heb je het uitgemaakt?” wilde ik weten. “Ik voelde niets<br />
voor hem; ik voelde geen liefde”.<br />
Daarbij kon ik me iets voorstellen. Tot dusverre had ze in het<br />
hele gesprek (alle vragen en antwoorden gingen via een tolk)<br />
geen enkele emotie getoond.<br />
“Woon je op jezelf?” vroeg ik. “Nee ik woon nog altijd bij mijn<br />
moeder”, antwoordde ze. “Hoe is je relatie met je moeder?”<br />
vroeg ik. Ze haalde haar schouders op. “Och ja, wat zal ik zeggen.<br />
Ik heb nauwelijks een relatie met mijn moeder”. Ik knikte.<br />
Ik kon me er wat bij voorstellen. Ze was gevoelsmatig helemaal
222<br />
dood. De oorzaak wist ik alleen niet.<br />
“Heb je ook huisdieren?” Het hoge woord was er nu toch uit.<br />
Had ik die vraag maar eerder gesteld. Ineens kleurde ze rood<br />
en haar ogen begonnen te leven. Ze kreeg zowaar rode vlekken<br />
in haar hals. “Ik heb een kat”, zei ze opgewonden. Had ik dit<br />
maar direct gevraagd. Ineens was ze gaan leven.<br />
Ik vroeg haar verder naar haar katje. Ja, die kwam direct op haar<br />
schoot zitten, als ze <strong>van</strong> haar werk thuiskwam. Zonder die kat<br />
kon ze niet leven. Het diertje betekende alles voor haar. Ze zou<br />
haar laatste cent nog uitgeven om eten voor de kat te kopen.<br />
Ik besloot het er op te wagen: “God is een kat”, zei ik. Ze keek<br />
me even niet begrijpend aan. Toen legde ik het haar uit. “Je hebt<br />
wel gevoel voor je kat. Ik begrijp dat wel, want die kat is helemaal<br />
afhankelijk <strong>van</strong> jou.<br />
Hij is op geen enkele manier bedreigend. Hij geeft onvoorwaardelijke<br />
liefde. En nu wil ik je iets uitleggen. God de Vader is<br />
ook op geen enkele manier bedreigend. Hij zal je nooit kwaad<br />
doen of je vertrouwen beschamen. Integendeel, Hij wil juist heel<br />
dichtbij je komen.<br />
En zoals jouw katje bij jou op schoot komt zitten, waar hij zich<br />
helemaal veilig voelt, zo mag jij bij God de Vader op schoot komen<br />
zitten. En je bent daar helemaal veilig.<br />
Dan wil Hij jou net zo koesteren, als jij je kat koestert”. De vertaler<br />
had enige moeite het verhaal met de juiste gevoelswaarden<br />
over te brengen. Haar gezicht had inmiddels dezelfde bleke<br />
kleur als voorheen. Maar toen ze het begrepen had, zag ik de<br />
rode kleur op haar wangen terugkeren en haar ogen weer stralen.<br />
Ze nam afscheid. In de deuropening riep ze nog iets in onze<br />
richting. Ik keek mijn vertaler vragend aan: “Wat zegt ze?” Ze<br />
zegt: “Het is alsof er een sluier <strong>van</strong> mijn gezicht is afgetrokken.<br />
Ineens begrijp ik het helemaal. Gods relatie met mij is net als de<br />
relatie <strong>van</strong> mij met mijn katje”. Dood was ze binnengekomen,<br />
levend verliet ze de kamer.
223<br />
Hoofdstuk 35 Grenzen<br />
Als jong mens vond ik grensovergangen altijd erg spannend. Ik<br />
herinner me, dat wij als kinderen met mijn ouders in de auto de<br />
grens overgingen naar Zwitserland. Ik was misschien twaalf.<br />
De beambte stelde allerlei vragen en keek heel streng, alsof wij<br />
met kwade bedoelingen kwamen, terwijl we toch echt alleen op<br />
vakantie wilden.<br />
Binnen Europa is een deel <strong>van</strong> de grensovergangen inmiddels<br />
afgeschaft, maar in Oost-Europa en en de Balkan zijn ze er nog.<br />
Een jaar na Henny’s overlijden kwam ik voor de eerste keer in<br />
Servië.<br />
Op mijn paspoort stond ik nog met een baard afgebeeld, maar<br />
die had ik inmiddels niet meer. Bovendien had ik nu een hoed<br />
op, die natuurlijk niet in het paspoort stond. De jongedame, die<br />
onze rij afhandelde had beslist een slecht humeur, want ze keek<br />
heel sacherijnig.<br />
Toen ik aan de beurt was, keek ze naar het paspoort en toen<br />
naar mij. Er was weinig overeenkomst tussen de 5 jaar oude afbeelding<br />
en de werkelijkheid. Ik zag, dat ze zich innerlijk voorbereidde<br />
op het zetten <strong>van</strong> een nog bozer en strenger gezicht.<br />
Ze gebaarde mij, dat ik mijn hand voor mijn kin moest houden<br />
op de plek, waar vroeger de baard had gezeten. Zelf dekte ze op<br />
het fotootje met haar vinger mijn baard af en keek heel streng of<br />
er nu enige overeenkomst was.<br />
Omdat de hoed ook niet op de foto stond, nam ik zelf maar<br />
het initiatief. Met een kleine buiging en een zwierig charmant<br />
gebaar nam ik de hoed <strong>van</strong> het hoofd als een soort <strong>van</strong> beleefde<br />
groet aan een dame. Een ogenblik keek ze me verbijsterd aan.<br />
Toen schoot ze in de lach. Van haar strengheid bleef niets heel,<br />
want ze moest zo vreselijk lachen, dat ze bijna......<br />
Toen ik de douane gepasseerd was, keek ik nog eens achterom.<br />
Ze zat nog te schaterlachen.
224<br />
Ooit reisde ik in de winter naar Lviv in de Oekraïne. Ik weet<br />
niet of dat gebruikelijk was, maar na de paspoortcontrole werden<br />
alle passagiers individueel ondervraagd.<br />
Ik trof een jongedame in uniform. Kennelijk had ze nog niet<br />
zoveel ervaring in het streng kijken. Ze sprak Engels. Ik had<br />
al gezien, dat mijn voorgangers behoorlijk aan de tand werden<br />
gevoeld. Nu was ik aan de beurt. “Wat gaat u doen in de Oekraïne?”<br />
vroeg ze streng.<br />
“Ik ben predikant en ik ga voor mensen bidden”, antwoordde<br />
ik. Ik ontwaarde een lichte paniek in haar ogen. Ik kon haar gedachten<br />
bijna lezen en hoorde de tandwieltjes in haar hersenen<br />
ratelen.<br />
“In welke kategorie moet ik deze meneer onderbrengen? Stond<br />
dit ook ergens in het boek? Moet ik deze meneer indelen bij de<br />
‘performing artists’ of liever bij ‘humanitarian aid’?” Het was<br />
duidelijk, dat ik in geen <strong>van</strong> de categorieën uit het studieboek<br />
paste. Ze wist nu ook niet meer welke vragen ze verder nog<br />
moest stellen.<br />
“Ja, gaat u maar. Ik wens u een prettig verblijf”. En ik mocht<br />
door, terwijl anderen met allerlei onnodige vragen werden lastiggevallen.<br />
Toeristische markt in het centrum <strong>van</strong> Lviv<br />
In de zomer <strong>van</strong> 2013 reisde ik met Cristina naar de Oekraïne.<br />
Eigenlijk was het voor een korte vakantie met Nina en nog een
225<br />
paar jonge mensen in de Oekraïense Karpaten, maar natuurlijk<br />
waren er weer een paar samenkomsten georganiseerd. Tussen<br />
de samenkomsten door was ik naar de toeristische markt in het<br />
centrum <strong>van</strong> Lviv geweest om te kijken naar een of meerdere<br />
schilderijen, die in mijn huis zouden passen.<br />
Op deze markt vind je de gebruikelijke handgeborduurde kleedjes,<br />
houtsnijwerk, maar ook allerlei schilderijtjes, variërend <strong>van</strong><br />
slechte kitsch tot best wel aardig. Ik keek er even rond, maar<br />
uiteindelijk kocht ik toch niets.<br />
Op de laatste dag <strong>van</strong> ons verblijf zei Oleg, onze gastheer ineens<br />
tegen mij: “<strong>Gordon</strong>, we hebben iets voor jullie. Kom even mee”.<br />
In de zijkamer stonden drie schilderijtjes, helemaal naar mijn<br />
smaak. Ik was heel dankbaar.<br />
De volgende dag reisden we dus naar de grens. We namen de<br />
route via de stad Chop om door Hongarije naar Roemenië te<br />
reizen. Niet de allerkortste route, maar wel verreweg de beste<br />
wat betreft de kwaliteit <strong>van</strong> de wegen.<br />
Toen we bij de grens aankwamen zagen we al, dat het een langdurige<br />
kwestie zou worden. Er stonden tien auto’s voor ons en<br />
er zat weinig beweging in de stoet. We stonden bijna 2 uur op<br />
een enigszins trillende brug en toen waren we aan de beurt.<br />
Natuurlijk moest de kofferbak open en de inhoud werd door<br />
een paar nieuwsgierige militairen bekeken en betast. De plastic<br />
zak met de drie schilderijtjes lag bovenop. Een <strong>van</strong> de militairen<br />
was kennelijk erg intelligent. “Antikwitati, dokumenti”, riep hij.<br />
De anderen vielen hem bij: “Antikwitati, dokumenti”. Waar waren<br />
mijn “documenti?”<br />
Kennelijk was ik bezig kunstvoorwerpen uit de Oekraïne te<br />
smokkelen. Cristina zei later tegen me: “<strong>Gordon</strong>, waarschijnlijk<br />
deden ze een beetje moeilijk, omdat ze geld wilden zien”.<br />
Enige basiskennis <strong>van</strong> de Engelse taal was niet aanwezig, ook al<br />
stonden deze douaniers dan op een belangrijke internationale<br />
grenspost. Ik probeerde het dus maar met een paar woorden,<br />
die voor Russisch moesten doorgaan. “Njet dokumenti; njet antikwitati;<br />
toeristiksi market; souverniski”.
226<br />
Kennelijk begreep men hier ook niets <strong>van</strong>. De jonge militairen<br />
bleven maar doorzeuren over de ontbrekende documenten,<br />
waarmee ik kon aantonen, dat ik deze spullen legaal uit de Oekraïne<br />
mocht uitvoeren.<br />
Picasso?<br />
Een <strong>van</strong> de soldaten bleek over een ‘bijzonder kennis’ <strong>van</strong><br />
kunstvoorwerpen te beschikken. “Picasso!” riep hij ineens. Misschien<br />
was dat de enige kunstschilder, waar<strong>van</strong> hem de naam<br />
te binnen schoot.<br />
Ik bleef stug volhouden, dat ik de spullen <strong>van</strong> de toeristische<br />
markt had en daarvoor geen documenten nodig waren. Na enige<br />
tijd <strong>van</strong> zinloos bakkeleien, waarbij niemand de ander wilde<br />
begrijpen, werd er een hogere ambtenaar met meer sterren en<br />
strepen bij gehaald.<br />
Hij bekeek de schilderstukken, rook er aan en ontdekte dat de<br />
verf nog naar terpentijn stonk. Toen voelde hij met zijn vingers<br />
aan de doeken om te ontdekken dat de verf nog kleefde.<br />
“Njet antikwitati, njet dokumenti”, hoorde ik hem zeggen en<br />
we mochten door naar de Hongaarse controlepost.<br />
Ik was blij, dat ik Cristina bij me had. Ze spreekt behoorlijk<br />
Hongaars. We kregen nog een Hongaars formulier, waarop we<br />
niet alleen onze persoonlijke gegevens moesten invullen, maar<br />
ook het kenteken <strong>van</strong> onze auto, de kilometerstand, hoeveel li-
227<br />
ter brandstof er in de tank <strong>van</strong> de auto kon en hoeveel er op<br />
dit moment inzat. Dit alles om te voorkomen, dat we continue<br />
heen en weer zouden rijden tussen Hongarije en de Oekraïne<br />
om brandstof te smokkelen. Nadat een Hongaarse soldaat met<br />
een zaklamp en een spiegel uitvoerig onder de motorkap <strong>van</strong><br />
de auto had gesnuffeld, kreeg Cristina nog een paar heel persoonlijke<br />
vragen voor haar kiezen:<br />
“Wat is jouw relatie met deze meneer?” klonk het streng. Waren<br />
ze bang, dat ik me met ‘human trafficking’ (mensensmokkel)<br />
bezighield? In ieder geval klonk haar antwoord overtuigend:<br />
“Deze meneer is predikant en ik ben zijn assistente”. Goed zo,<br />
Cristina! Na tweeënhalf uur mochten we Hongarije binnen.<br />
Een minstens zo boeiende grenservaring had ik met Margreet<br />
Jans op de grens <strong>van</strong> Kosovo en Servië.<br />
We hadden een seminar gehouden in de stad Ohrid in Macedonië.<br />
Aansluitend reden we naar Pristina, de hoofdstad <strong>van</strong><br />
Kosovo, om op zondagavond te spreken in de Internationale<br />
protestantse kerk.<br />
Het was een heerlijke avond en ik hoop nog vaker naar Kosovo<br />
te reizen. De volgende ochtend reden we <strong>van</strong> Pristina verder<br />
richting huis (dat wil zeggen naar Jagodina in Servië, waar Margreet<br />
al 22 jaar woont). We besloten een mooie route te nemen<br />
in noordelijke richting.<br />
Na anderhalf uur kwamen we aan bij de grens tussen de Republiek<br />
Kosovo en de Republiek Servië. Bij de Kosovaarse grenspost<br />
waren we snel klaar. Dertig meter verder onder dezelfde<br />
overkapping was de Servische controlepost. “Komt u uit Albanië?”<br />
vroeg de beambte. Nee, wij kwamen niet uit Albanië maar<br />
uit Kosovo. “Wij komen uit Macedonië en rijden door Kosovo<br />
naar Servië”, antwoordde Margreet. Officieel wordt Kosovo<br />
door de Servische overheid niet erkend als onafhankelijke staat.<br />
Zij beschouwt Kosovo nog steeds als een provincie <strong>van</strong> Servië.<br />
Onze paspoorten werden zorgvuldig onderzocht. “U hebt<br />
geen uitreis-stempel, dat bewijst, dat u Macedonië hebt verlaten”,<br />
klonk het. “Nee, ze stempelen de paspoorten niet af bij de<br />
grens”, reageerden wij.
228<br />
Ik probeer nu even de redenatie <strong>van</strong> de Servische beambten te<br />
volgen. Aangezien de Republiek Kosovo door Servië niet wordt<br />
erkend, bestaat ze dus niet. Wij bevonden ons nu dus ‘nergens’.<br />
En wij moesten toch wel ‘ergens’ zijn.<br />
Volgens hen waren wij dus nog in Macedonië, ongeveer 120<br />
km. zuidelijk, <strong>van</strong> waar wij nu waren. Maar ondertussen stonden<br />
wij wel aan hun grenspost. Dat kon dus niet, dus bestonden<br />
wij ook niet. En je kunt nu eenmaal niet iemand, die niet bestaat<br />
binnenlaten.<br />
Je weet maar nooit wat voor kwaad, die ‘niemand’ in de zin<br />
heeft. Wij moesten dus eerst ‘iemand’ worden en ‘ergens’ zijn,<br />
voordat wij Servië zouden kunnen binnenkomen.<br />
Margreet probeerde alles: “Kijk toch eens: Dit is een Servische<br />
auto uit Jagodina. Ik woon al 22 jaar in Servië. Ik doe daar humanitair<br />
werk. Ik heb een officiële verblijfsvergunning. U kunt<br />
mij toch niet weigeren mijn eigen land binnen te komen?” Maar<br />
volgens de grenswachten bestonden wij niet en waren wij ook<br />
‘nergens’, dus konden we niet worden binnengelaten.<br />
Enig begrip voor onze situatie was er dan toch.<br />
Hoewel wij dan niet bestonden, wilden ze toch wel met ons<br />
praten: “U moet terugrijden naar Macedonië (120 km, ongeveer<br />
tweeënhalf uur rijden), daar moet u eerst inreizen en vervolgens<br />
moet u er weer uitgaan en zorgen, dat ze een uitreis-stempel in<br />
uw paspoort zetten. Dan weten wij, waar u <strong>van</strong>daan komt en<br />
kunnen we u in Servië binnenlaten.<br />
Zo gezegd, zo gedaan. We reden heel Kosovo door, terug naar<br />
Macedonië. Vijf uur later stonden we opnieuw aan de Servische<br />
grens, bij een andere grensovergang, waar we na een vluchtige<br />
blik op onze paspoorten werden binnengelaten.<br />
Eindelijk bestonden we weer en kwamen ook weer ‘ergens’ <strong>van</strong>daan.<br />
Het was toch wel heel apart om even ‘niemand’ te zijn en<br />
‘nergens’ <strong>van</strong>daan te komen.<br />
Volgens mij bestaat die Servisch grenspost ook niet. Je kunt<br />
nu eenmaal geen grenspost hebben tussen Servië en ‘nergens’.<br />
“Ach, wijsheid komt met de jaren”, zullen we maar zeggen.
229<br />
Hoofdstuk 36 Dumbrava<br />
“U bent de vuilnisbelt <strong>van</strong> Roemenië”, zei de gemeenteambtenaar<br />
minachtend. Viorel Pasça glimlachtte. “Dan ben ik tenminste<br />
nuttig. Stel je voor dat er geen vuilnisbelten zouden zijn”.<br />
De gemeenteambtenaar keek beschaamd op. Hij had de bezoeker<br />
willen beledigen of beschamen. Maar Viorel was daar niet<br />
gevoelig voor. “Wij hebben geen geld voor begrafenissen <strong>van</strong><br />
daklozen”, vervolgde de gemeenteambtenaar; “U ziet maar,<br />
hoe u zich er uit redt. Wij doen het niet”.<br />
Het werd een heel eenvoudige begrafenis aan de rand <strong>van</strong> de<br />
begraafplaats <strong>van</strong> Dumbrava. Het vijftigste zwarte houten kruis<br />
met een eenvoudige naam er op geschilderd. Nou ja, een naam?<br />
‘Olly’ had helemaal geen naam.<br />
De zijkant <strong>van</strong> de openbare begraafplaats in Dumbrava;<br />
de graven voor de dak- en thuislozen<br />
Hij was ergens ‘gevonden’, een oude tandeloze zieke dakloze,<br />
die een beetje onverstaanbaar Hongaars sprak. Hij kon niet<br />
vertellen, waar hij <strong>van</strong>daan kwam en niemand wist iets over<br />
hem. Hij was zwaar ziek en werd half bevroren gevonden bij de<br />
stadsverwarming, meer dood dan levend.<br />
Zijn tenen moesten worden geamputeerd, nadat zijn voeten<br />
‘ontdooid’ waren. En waar moest hij daarna naar toe? Geen<br />
identiteitskaart, geen uitkering of pensioen, geen familieleden<br />
of vrienden. En zo kwam hij naar Dumbrava, waar hij liefdevol<br />
werd opge<strong>van</strong>gen. Hij kreeg schone kleren en fatsoenlijk te
230<br />
eten. Andere bewoners gaven hem een naam: ‘Olly’. Aankomen<br />
deed hij niet. Hij bleef zo mager, als hij was binnengebracht.<br />
Vaak klaagde hij over de pijn aan zijn voeten en later ook over<br />
pijn in zijn buik. Op een goed moment kwam hij steeds minder<br />
<strong>van</strong> zijn bed af. Keek wat naar de TV en sliep dan steeds weer<br />
in. Hij bleek uitgezaaide darmkanker te hebben. En zo stierf hij,<br />
‘Olly’, zonder geboortedatum, zonder identiteit, maar geliefd<br />
door God.<br />
Het begon allemaal 8 jaar geleden. Viorel Pasça was een e<strong>van</strong>gelist,<br />
die samen met zijn vrouw werkte onder de Zigeuners <strong>van</strong><br />
Dumbrava en omstreken. De Roma (Zigeuners) worden door<br />
de overige Roemenen geminacht en gediscrimineerd, maar ze<br />
staan vaak heel erg open voor het e<strong>van</strong>gelie.<br />
Het was winter. Viorel en zijn vrouw zaten ‘s avonds voor de TV<br />
om naar het nieuws te kijken. Het was bitter koud. De nieuwslezer<br />
meldde, dat in de afgelopen dagen maar liefst 6 dak- en<br />
thuislozen waren doodgevroren door de aanhoudende strenge<br />
vorst.<br />
“Doodgevroren”<br />
Viorel dacht aan de twee slaapkamers, die gewoon leegstonden.<br />
“Het kan toch niet zo zijn, dat ik in mijn huis<br />
twee ongebruikte slaapkamers heb, terwijl 30 km. verderop<br />
in Oradea mensen doodvriezen?” dacht hij. “Daar<br />
moet toch iets aan te doen zijn?” Hij vertelt ons zijn verhaal:<br />
“Het was niet zo, dat ik een hoorbare stem hoorde, maar ineens<br />
wist ik, dat ik er iets aan moest doen. Ik sprak er over met mijn<br />
vrouw en zij voelde hetzelfde. Dakloos of niet, alcoholist of niet;<br />
Ieder mens is een schepsel <strong>van</strong> God.<br />
Ieder mens heeft recht op compassie. Ik wist het gewoon zeker.<br />
Ik moest iets ondernemen. En zo kwam het, dat ik de volgende<br />
dag de politie belde, dat ik twee kamers ter beschikking wilde<br />
stellen voor daklozen.<br />
De politie reageerde opgelucht. Geen enkele stad wil het record<br />
breken <strong>van</strong> doodgevroren daklozen. De volgende dag leverde<br />
de politie vier dakloze vervuilde mensen af.
231<br />
En zo begon het.<br />
Wij zagen de toestand, waarin deze mensen verkeerden en besloten<br />
praktische hulp te gaan bieden. Iedere week reisden we<br />
af naar de stad en zochten de dak- en thuislozen op, die zich<br />
meestal schuilhielden bij de buizen <strong>van</strong> de stadsverwarming.<br />
Ze verkeerden allen in een ellendige toestand. De meesten waren<br />
zware alcoholisten.<br />
Iedereen had duidelijke psychiatrische problemen. Sommigen<br />
waren zo ziek, dat we hen daar niet konden laten. We namen ze<br />
mee naar ons huis. Na even hadden we 16 daklozen in huis.<br />
Een enkeling had nog een pensioen, maar de meesten niet. De<br />
financiën om hen te voeden moesten dus <strong>van</strong> elders komen. De<br />
burgelijke gemeente <strong>van</strong> het kleine Dumbrava en het grote Oradea<br />
gaven niet thuis. “Wij hebben geen budget; we komen toch<br />
al niet rond met onze begroting”, was het antwoord.<br />
Maar op een of andere manier kwam het geld. Zonder ooit ergens<br />
om te vragen, zonder ooit iets te doen aan fundraising,<br />
zonder bij de kerken aan te kloppen voor inzamelingen, kwam<br />
het geld, voedsel, kleding en vrijwilligers.<br />
Het eigen huis was al gauw veel te klein. Toen stopte er een auto;<br />
iemand, die via via over dit project gehoord had. Hij kwam kijken.<br />
“Het is hier veel te vol. U hebt meer ruimte nodig. Het<br />
huis hiernaast staat te koop. Hoeveel hebt u nodig? € 10.000,- of<br />
€30.000? Zegt u het maar. Ik betaal alles”. En zo werd het aangrenzende<br />
pand gekocht en verbouwd, zodat het geschikt was<br />
voor het huisvesten <strong>van</strong> 60 mensen.<br />
Aan een oud boerderijtje werd een vleugel aangebouwd
232<br />
En al heel snel kwamen de mensen. Een ziekenhuis uit Oradea<br />
belde. We hebben hier iemand zonder familie, zonder verzekering.<br />
Hij heeft kanker. We kunnen hem hier niet houden, want<br />
we hebben de bedden voor anderen nodig en aan hem kunnen<br />
we toch niets meer doen”.<br />
“Maar wij zijn geen ziekenhuis”, sputterde Viorel tegen. “Wij<br />
hebben geen verpleegsters, geen personeel daarvoor”. “Dan<br />
zetten we hem op straat”, klonk het kort. En zo kwam de eerste<br />
terminaal zieke patiënt op Dumbrava binnen.<br />
Natuurlijk was het iemand, die al jaren aan de alcohol had gezeten,<br />
die <strong>van</strong>wege zijn verslaving alle contacten met nog levende<br />
familieleden had verspeeld. Sommige mensen zouden zeggen:<br />
“Dit bittere einde is toch het gevolg <strong>van</strong> eigen schuld. Dit is<br />
toch de ultieme consequentie <strong>van</strong> een leven onder invloed <strong>van</strong><br />
alcohol?”<br />
Maar werpt Viorel tegen: “Heeft niet ieder mens, wat ook zijn<br />
eigen schuld is, recht op compassie?” We hebben hier iemand<br />
gehad, die wegens een moord 10 jaar in de ge<strong>van</strong>genis heeft<br />
gezeten.<br />
Toen hij vrijkwam, had hij niemand meer. Zijn familie wilde uit<br />
boosheid en schaamte niets meer met hem te maken hebben.<br />
Geen enkele werkgever wilde hem nog hebben. Aan resocialisatie<br />
of reclassering wordt in dit land hoegenaamd niets gedaan.<br />
En zo eindigde hij op straat en verzamelde bierblikjes uit de<br />
vuilnisbakken. Zijn enige vriend was nog de alcohol. Na enige<br />
tijd was hij zo vervuild en zat zo onder de infecties, dat hij gewoon<br />
ergens bleef liggen. Heeft hij geen recht op compassie?<br />
En dan is er die weduwe. Toen haar man stierf, zette zij haar<br />
flatje alvast op naam <strong>van</strong> haar nog inwonende dochter. Op een<br />
goed moment trouwde deze dochter. De schoonzoon wilde<br />
graag een mooier huis kopen, maar daarvoor had hij dringend<br />
geld nodig.<br />
Moeder was inmiddels wat ‘lastig’ geworden. Ze vergat dingen.<br />
Het boterde toch al niet goed tussen haar en haar dochter
233<br />
en schoonzoon. De jonge mensen verkochten de flat, waarin ze<br />
met z’n drieën woonden en vertrokken naar het nieuwe huis<br />
onder achterlating <strong>van</strong> hun moeder.<br />
De nieuwe eigenaar zette pardoes de oude vrouw uit de flat.<br />
Hij had een flat gekocht; geen flat met een dementerende oude<br />
vrouw. Niemand had er oog voor, dat zij inmiddels suikerziekte<br />
had en regelmatig medicijnen moest innemen. Ze sliep op<br />
straat en bedelde wat.<br />
Op een goed moment werden haar voeten zwart en begonnen<br />
af te sterven. Ze werd opgenomen en haar voeten werden geamputeerd.<br />
Maar wat nu? Er bestaan wel verzorgingstehuizen<br />
in Roemenië, maar die moeten dan wel worden betaald. Geen<br />
verzekering die dat dekt.<br />
Normaliter bekommeren de kinderen zich om hun ouders.<br />
Maar als die er niet zijn? Of als ze (misschien <strong>van</strong>uit een bepaalde<br />
frustratie) niets met hun ouders te maken willen hebben?<br />
En zo kwam deze dementerende vrouw terecht in Dumbrava,<br />
waar ze na een jaar overleed.<br />
En dan was er die alcoholist, die zwaar vermagerd en verzwakt<br />
op straat werd gevonden. Hij bleek kanker te hebben. Ook hij<br />
werd met de ambulance uit het ziekenhuis naar Dumbrava gebracht.<br />
Niemand kende zijn levensgeschiedenis. In zijn geval<br />
was er een klein pensioentje, waarmee kost en inwoning konden<br />
worden betaald.<br />
Toen hij stierf, keek Viorel in zijn persoonlijk bezittingen. Het<br />
ging om één klein tasje. Daarin zat een klein foto-mapje, een<br />
adresboekje en een ID kaart.<br />
Viorel loopt even weg. Voor mij gaat hij het mapje ophalen. Op<br />
de eerste foto’s staat een knappe jongeman in militair tenue; op<br />
de volgende een hooggeplaatste militair met de nodige medailles<br />
en een imponerend uiterlijk. Er zijn foto’s <strong>van</strong> een vrouw,<br />
een gezin, een dochter.<br />
“Deze man was een kolonel in het Roemeense leger. Ik weet<br />
niet wat er precies met hem is gebeurd, maar ergens is hij aan
234<br />
de drank geraakt en op straat terecht gekomen”. Viorel toont<br />
me het adresboekje. “Kijk, dit telefoonnummer bleek <strong>van</strong> zijn<br />
dochter te zijn.<br />
Ik belde haar, om haar te vertellen, dat haar vader was overleden.<br />
Waarschijnlijk wilde zij wel zorg dragen voor zijn begrafenis.<br />
Maar toen ik haar te pakken kreeg, reageerde ze heel bitter:<br />
“Mijn vader is al 20 jaar geleden voor mij gestorven. Ik heb niets<br />
met hem en ik wil ook niets met hem <strong>van</strong> doen hebben.<br />
Nee, ik heb ook geen interesse in het fotoboekje. Nee, ik kom<br />
ook niet op de begrafenis. Hij was mijn vader al lang niet meer”.<br />
Ja, wat moet je dan. We hebben hem dus hier op Dumbrava<br />
begraven. Maar wat is het triest, dat iemand, die ooit een goede<br />
positie had, zo is terecht gekomen”.<br />
Ik vraag Viorel nog, of hij geïnformeerd had naar de reden <strong>van</strong><br />
de verbittering <strong>van</strong> de dochter. Was er misschien sprake <strong>van</strong><br />
huiselijk geweld of <strong>van</strong> seksueel misbruik? Uiteindelijk krijgen<br />
wij op onze HealingRooms legio slachtoffers <strong>van</strong> huiselijk geweld<br />
en ook <strong>van</strong> seksueel misbruik, die grote moeite hebben<br />
hun ‘vaders’ te vergeven. Het gaat dan om mensen wier leven<br />
beschadigd en getraumatiseerd is door het onverantwoordelijk-<br />
of zelfs crimineel gedrag <strong>van</strong> hun vader of stiefvader. Waar<br />
slachtoffers zijn, moeten ook ergens daders zijn.<br />
Maar Viorel schudt zijn hoofd. “Ik weet het niet. Er wordt trouwens<br />
wel vaker gezegd over de dak- en thuislozen, dat ze het<br />
aan zichzelf te danken hebben”. Men zegt dan: “Wie aan de<br />
drank begint zal er door vernietigd worden. Wie anderen misbruikt,<br />
zal uiteindelijk door iedereen in de steek gelaten worden”.<br />
“Dat kan men wel zeggen”, gaat Viorel verder, “maar dat gaat<br />
slechts voor een enkeling op. Iedereen hier is op zijn minst psychiatrisch.<br />
Een groot deel <strong>van</strong> onze bewoners is zelfs geestelijk<br />
gehandicapt. Die zijn helemaal niet in staat hun eigen leven<br />
te leiden. En zelfs al heeft men in zijn leven zelf alles kapotgemaakt;<br />
zelfs al heeft men in de ge<strong>van</strong>genis gezeten wegens<br />
moord; heeft dan niet toch ieder mens recht op compassie?”
235<br />
“Het aparte is hier, dat niemand rookt of drinkt. De bewoners<br />
hebben geen geld, maar als iemand hun iets geeft – en dat gebeurt<br />
wel eens – dan gaan ze geen drank kopen. Dat heeft te<br />
maken met het gemeenschapsleven hier. Iedereen aanvaardt<br />
iedereen.<br />
Niemand wordt door de anderen geminacht of verworpen en<br />
daarom is er ook niet meer die behoefte om de pijn <strong>van</strong> verwerping<br />
en uitstoting weg te drinken.<br />
Omdat wij geen psychiatrische instelling zijn, en dus geen rechterlijke<br />
bevoegdheden hebben om mensen op te sluiten, zijn de<br />
deuren gewoon open.<br />
Alleen ‘s nachts gaat de boel op slot, omdat we niet willen, dat<br />
de mensen ‘s nachts over straat zwerven en in het donker worden<br />
aangereden. Maar overdag kunnen ze gewoon naar buiten.<br />
Maar meestal blijven ze gewoon binnen of in de tuin”.<br />
Mensen vragen mij wel eens: “Viorel is dit niet allemaal heel<br />
erg zwaar?” En dan ben ik maar het liefst heel eerlijk. Het is niet<br />
zwaar. Ik heb geweldig veel voldoening in het feit, dat ik deze<br />
mensen liefde mag geven en ik krijg er ook liefde voor terug.<br />
Dan vragen ze ook: “Maar de verantwoordelijkheid om voor<br />
al deze mensen te zorgen, is dat geen zware last. De regering<br />
steunt je niet. De kerken laten het ook vaak afweten. Heb je niet<br />
veel zorgen?”<br />
En dan ben ik ook gewoon maar eerlijk. Nee, ik maak me niet<br />
bezorgd. Als de voedselkasten bijna leeg zijn, dan weet ik al:<br />
God gaat ze <strong>van</strong>daag of morgen weer vullen. En dat gebeurt<br />
ook altijd. Wat dat betreft is dit een plaats <strong>van</strong> voortdurende<br />
wonderen.<br />
Drie jaar geleden zaten we overvol. En toch werden er iedere<br />
keer nog mensen gebracht. Op een dag stopte er een Nederlandse<br />
auto. Zij vroegen of ze mochten kijken. En natuurlijk,<br />
dat mag. Deze mensen waren trouwens niet gelovig. Ze hadden<br />
twee zigeunerkinderen geadopteerd.<br />
Maar na thuiskomst in Nederland schreven zij een aantal brieven<br />
naar Omroep MAX en die startte uiteindelijk een giftenactie
236<br />
om ons te helpen. Ineens konden we in Tinca, een paar kilometer<br />
verderop, twee huizen kopen en renoveren. Toen konden we<br />
de capaciteit uitbreiden <strong>van</strong> 60 bedden naar 105.<br />
Er zijn wel mensen, die hebben geprobeerd ons werk te imiteren.<br />
Op zichzelf juich ik dat helemaal toe. Ik hoef echt niet de<br />
enige te zijn, die dit doet. Hoe meer, hoe liever.<br />
Het aparte is, dat geen <strong>van</strong> die pogingen echt slaagde. Kennelijk<br />
moet je er ook voor geroepen zijn. Dan is er ook de zegen en de<br />
bevestiging door de Heer. Goede bedoelingen alleen zijn dus<br />
niet voldoende.<br />
Als Viorel eenmaal aan het woord is, gaat hij door met vertellen.<br />
Iedere bewoner heeft een verhaal. Niet zover hier<strong>van</strong>daan<br />
is een zorginstelling, die wordt gesubsidieerd. Er zijn daar 30<br />
personeelsleden op 40 patiënten. Op een dag belden ze mij en<br />
vertelden me, dat ze een patiënt hadden, die ze niet konden<br />
hanteren wegens agressief gedrag. Of wij hem maar konden<br />
overnemen.<br />
Ik antwoordde hun, dat ik geen enkele behoefte had om iemand<br />
op te nemen, die agressief gedrag vertoonde. We hebben hier<br />
vrede en we willen dat zo houden. “Dan dumpen we hem op<br />
straat”, was het botte antwoord.<br />
“Dat kunnen jullie niet doen!” riep ik door de telefoon. “Ja, dat<br />
kunnen we wel en we gaan het doen ook”, reageerde de beller.<br />
En zo kwam het, dat ik er toch heen reed om deze patiënt op te<br />
halen. En het gekke was; sinds hij hier is, heeft hij helemaal geen<br />
problemen veroorzaakt”.<br />
Toen kwam dan toch het moment, dat wij (Cristina, Dani en ik)<br />
de woonhuizen in Dumbrava gingen bezichtigen. Ik was er niet<br />
voldoende op voorbereid. We kwamen in een L- vormig woonhuis.<br />
De lange poot was later aangebouwd en had een hele rij<br />
kamers.<br />
Toen we binnenkwamen kwamen bepaalde patienten direct op<br />
ons af. Een volwassen man, met een zichtbare geestelijke handicap,<br />
vroeg ons of we speelgoed bij ons hadden. Een vrouw
237<br />
kwam mij omhelzen op een nogal opdringerige manier. Ze wist<br />
duidelijk niet beter. Iedereen was blij Viorel te zien en velen wilden<br />
even door hem worden vastgehouden.<br />
Hij houdt <strong>van</strong> iedereen en iedereen houdt <strong>van</strong> hem. Ik liep even<br />
de binnenplaats op en zag nog net, dat een man zijn broek liet<br />
zakken en in het gezicht <strong>van</strong> iedereen zijn behoefte deed tussen<br />
de tuinplanten. Toen verdween hij weer op zijn kamer. Het is<br />
een gedrag dat typerend is voor bepaalde psychiatrische patiënten.<br />
In iedere kamer stonden 5 of 6 ziekenhuisbedden. Loopruimte<br />
was er nauwelijks meer over. In iedere kamer stond een TV om<br />
de bewoners een beetje uit hun verveling te halen.<br />
Een deel <strong>van</strong> de patiënten was bedlegerig. Sommigen waren<br />
deels verlamd of hadden afgezette voeten. Anderen sliepen met<br />
een luier. We stopten bij een bepaald bed.<br />
“Deze vrouw is <strong>van</strong> de week hier afgeleverd. Ze is terminaal<br />
ziek. Het ziekenhuis kan niets meer voor haar doen en ze wilden<br />
haar naar huis sturen om te sterven. Maar ze kan nergens<br />
heen. En zo is ze hier terechtgekomen. Cristina en ik keken naar<br />
haar. Haar gezicht had een ongezonde gele kleur; de kleur <strong>van</strong><br />
de dood.<br />
Ik legde een hand op haar schouder en Cristina deed hetzelfde.<br />
Terwijl we <strong>van</strong> binnen in tongen baden, stuurden we de kracht<br />
<strong>van</strong> God naar haar toe. Ze deed haar ogen open en keek naar<br />
ons.<br />
Natuurlijk had ze ons nog nooit gezien. Toen probeerde ze wat<br />
te zeggen. Ik zag dat ze nog drie tanden had. “Jullie zijn heel<br />
anders dan de anderen”, zei ze. “Ik voel het”.<br />
In ieder geval voelde ze de vrede en liefde <strong>van</strong> God op haar<br />
neerdalen.<br />
Na een halfuurtje verlieten we het huis. Een beetje ontdaan door<br />
wat we hadden gezien aan menselijke ellende. Tegelijkertijd waren<br />
we diep onder de indruk <strong>van</strong> de liefde, die Viorel voor deze
238<br />
mensen heeft. En minstens zo diep was ik onder de indruk <strong>van</strong><br />
de manier, waarop hij leeft in vertrouwen op de Heer.<br />
Zonder staatssteun, zonder vaste steun <strong>van</strong>uit kerken, zonder<br />
fundraising, zonder nieuwsbrieven, zonder bedelen, zonder<br />
website. Gewoon vertrouwen op God, die voorziet.<br />
En weer herkende ik het geheim, dat ik ook zelf bezig ben in<br />
mijn eigen leven te ontdekken. Wanneer je wandelt in je bestemming,<br />
wanneer je staat in de wil <strong>van</strong> God (en in zijn timing),<br />
dan voorziet Hij in alles, wat daarvoor nodig is, zonder dat je<br />
daar eigenlijk voor hoeft te bidden, zonder dat je daarvoor andere<br />
mensen onder druk hoeft te zetten of schuld behoeft aan<br />
te praten.<br />
Wilt u iets meer weten over het werk <strong>van</strong> Viorel Pasça, dan kunt<br />
u eens kijken op zijn ‘Facebook’ pagina. Gewoon een vriendschapsverzoek<br />
aan Viorel Pasca en u kunt het Roemeens automatisch<br />
in uw browser laten vertalen.
239<br />
Hoofdstuk 37 Geld<br />
Geld is een beladen onderwerp. Laatst zette een vriendin <strong>van</strong><br />
mij een verwijzing op Facebook met de vraag: “Hoe zou de wereld<br />
er uit zien, als er geen gebrek aan geld was?” Ik moest er<br />
even over nadenken en reageerde toen:<br />
“Het probleem <strong>van</strong> deze wereld is niet het gebrek aan geld,<br />
maar een gebrek aan gehoorzaamheid”.<br />
Bij God is er geen gebrek aan geld. Hij heeft genoeg. Dat wij<br />
dat niet merken, heeft boven alles te maken met een gebrek aan<br />
luisteren naar zijn stem en een gebrek aan gehoorzaamheid.<br />
Misschien vindt u die uitspraak wat veroordelend en daarom<br />
vertel ik toch maar mijn verhaal. Dan ontdekt u, dat deze uitspraak<br />
niet goedkoop is.<br />
Het gebeurde kort na het overlijden <strong>van</strong> mijn vrouw Henny Delina<br />
in 2007. Ons gezinsinkomen was altijd wat anders als bij de<br />
meeste mensen. Henny had een goede baan gehad en toen zij<br />
ziek werd, kreeg zij een uitkering en later een pensioen. Mijn<br />
inkomen was meestal niet zo groot.<br />
Ik had de inkomsten <strong>van</strong> mijn lessen en spreekbeurten en kreeg<br />
ook een bepaalde vergoeding voor de werkzaamheden op de<br />
HealingRooms. Maar mijn inkomen zou nooit genoeg kunnen<br />
zijn om <strong>van</strong> te leven. Het was slechts een aanvulling.<br />
Toen Henny stierf viel haar inkomen natuurlijk weg. In principe<br />
zou ik nu in de problemen kunnen komen, omdat ik <strong>van</strong> de inkomsten<br />
<strong>van</strong> de spreekbeurten niet zou kunnen overleven.<br />
Maar... ik had een achterdeur. Wij hadden jarenlang gespaard<br />
voor onze oude dag. Dat geld stond keurig op allerlei spaarrekeningen<br />
op de bank.<br />
Ik overwoog, dat ik daarmee de komende jaren verder kon. Ik<br />
zou nog een nieuwe auto kunnen kopen en verder iedere maand<br />
het tekort aan inkomsten kunnen aanvullen. Als ik voorzichtig<br />
zou zijn, zou ik geen tekort hebben.<br />
Ik kan me voorstellen, dat velen <strong>van</strong> u nu heel jaloers worden.<br />
De meesten <strong>van</strong> ons moeten iedere maand maar weer zien, hoe
240<br />
we ‘rond’ komen. Één te grote uitgave en we hebben maanden<br />
nodig om de schuld af te lossen.<br />
Een volgende auto kopen we meestal op afbetaling. De verstandigen<br />
onder ons leggen iedere maand iets apart om over 8 of<br />
tien jaar een andere auto te kunnen kopen. Zo hadden wij ook<br />
geleefd. Ik verkeerde in een riante positie.<br />
Een paar maanden na Henny’s sterven begon de Heer erover.<br />
Hij zei: “Je vertrouwt op je geld”. Ik reageerde daarop met Hollandse<br />
logica: “Natuurlijk vertrouw ik op dat geld. Het is mijn<br />
bezit. In het Oude Testament hadden de Israëlieten allemaal<br />
een erfdeel, dat onvervreemdbaar eigendom was en de basis<br />
vormde voor hun inkomen”.<br />
Bovendien zei ik: “Ik heb straks verder geen pensioen, dus ik<br />
zal het hard nodig hebben. Andere mensen hebben een pensioen,<br />
maar ik niet”. Maar de Heer bleef er over doorgaan. Iedere<br />
dag sprak Hij er opnieuw over: “Je vertrouwt op je geld”.<br />
Mijn reactie was: “Dat is logisch Heer. Het is <strong>van</strong> mij. Van alles<br />
wat wij verdienden, heb ik trouw een tiende deel aan de zending<br />
of de gemeente gegeven. Dat wil zeggen, dat de rest <strong>van</strong><br />
het geld echt <strong>van</strong> mij is. Vindt U het trouwens niet geweldig,<br />
dat ik in het vervolg U kan dienen, zonder dat ik om geld moet<br />
vragen? Ik kan heel veel dingen in Uw koninkrijk gratis doen,<br />
omdat ik die reserve heb”.<br />
Maar de Heer bleef er op terug komen, iedere keer weer opnieuw.<br />
Mijn argumenten schenen op Hem geen indruk te maken.<br />
Ik had na even wel door wat Hij bedoelde.<br />
Wat Hij <strong>van</strong> mij vroeg, was precies hetzelfde, als wat Hij vroeg<br />
aan de ‘rijke jongeling’ in Matt.19:16. “Geef alles weg en je zult een<br />
schat in de hemel hebben, en volg Mij”. De jongeman in het Bijbelverhaal<br />
durft niet. Hij is te rijk. En zijn rijkdom is zijn zekerheid.<br />
Zijn verhaal besluit met: “En hij ging bedroefd heen, want hij bezat<br />
vele goederen”.<br />
Ik worstelde met de zaak en met God: “Maar Heer, U weet toch,<br />
dat ik dat geld nodig heb. Ik kan <strong>van</strong> mijn spreekbeurten niet
241<br />
overleven”.<br />
Maar welk argument ik ook aanvoerde; het kon God niet overtuigen.<br />
Hij veranderde niet <strong>van</strong> mening.<br />
De enige, die kon veranderen was ik. Het gevecht duurde een<br />
paar weken. Toen gaf ik me over: “OK Heer, ik zal alles weggeven,<br />
maar niet alles in een keer”. Met dat laatste had de Heer<br />
kennelijk geen moeite.<br />
In de maanden, die er op volgden, wees Hij mij de projecten aan,<br />
waarin ik mocht investeren. Het laatste bedrag <strong>van</strong> € 20.000,-<br />
werd gebruikt om 1000 bomen te planten in de Negev woestijn<br />
in Israël. Ik schreef daarover in mijn vorige boek ‘Verhalen <strong>van</strong><br />
een <strong>Beminde</strong>’.<br />
Toen was alles op. Het grote avontuur was begonnen.<br />
Met het weggeven <strong>van</strong> al mijn geld had er een grote bevrijding<br />
plaatsgevonden. Ik leef niet langer meer onder de heerschappij<br />
<strong>van</strong> Mammon. Mijn leven wordt niet meer bepaald door gebrek<br />
aan geld, maar door de Heer, die in alles rijkelijk voorziet.<br />
Ik ben vrij!<br />
Wanneer Hij me ergens heen wil sturen, dan maakt Hij het ook<br />
financieel mogelijk. Ik hoef me nergens druk over te maken.<br />
Natuurlijk vergt dit enige gewenning. Maar op een liefdevolle<br />
manier leert de Heer me Zijn lessen.<br />
Mensen komen vaak naar mij toe met de vraag: “Ik kan zo moeilijk<br />
de stem <strong>van</strong> God verstaan”.<br />
Er valt over dat onderwerp heel veel te zeggen, maar een <strong>van</strong><br />
de redenen, waarom we de stem <strong>van</strong> God zo slecht kunnen verstaan<br />
is, dat we alleen de stem <strong>van</strong> God willen horen, als het ons<br />
uitkomt en wij een nood hebben.<br />
Ik maak daar wel eens een grapje over. Stelt u zich eens voor, dat<br />
bij de aankondiging <strong>van</strong> een collecte de prediker zegt: “Vraagt u<br />
maar aan de Heilige Geest, wat u mag geven”. De meeste mensen<br />
zetten nu direct de Heilige Geest op ‘uit’.
242<br />
Ze willen helemaal niet weten, wat God over de collecte vindt.<br />
Ze hebben zich allang voorgenomen om er een bepaald (klein)<br />
bedrag in te doen en zijn veel te bang om naar de stem <strong>van</strong> de<br />
Heilige Geest te luisteren. Stel je voor dat de Heilige Geest een<br />
heel ander, een veel groter, bedrag zou noemen, dan dat zij <strong>van</strong><br />
plan waren. Dat willen we helemaal niet weten.<br />
Ik maakte dat zelf mee, toen ik het boek ‘Verhalen <strong>van</strong> een <strong>Beminde</strong>’<br />
publiceerde. Ik stelde het in allerlei gemeenten ter beschikking<br />
en zei: “Ik geef dit boek weg aan u. U mag het zo<br />
meenemen. Vraagt u dan aan de Heilige Geest, wat u zou kunnen<br />
geven aan mijn stichting ten behoeve <strong>van</strong> zendingswerk in<br />
Suriname en in Thailand”.<br />
Tot mijn grote verbazing werden de boeken in hoge snelheid<br />
meegenomen, maar 80% <strong>van</strong> de mensen maakte helemaal niets<br />
over op de rekening <strong>van</strong> de stichting. Men had kennelijk alleen<br />
het woord “gratis” gehoord.<br />
Natuurlijk zijn er in Nederland mensen, die op de armoedegrens<br />
leven. Over die mensen heb ik het niet. Maar ik kan me<br />
niet voorstellen, dat de Heilige Geest tegen 80% <strong>van</strong> de mensen<br />
zegt, dat ze in ruil voor een mooi boek geen enkele gift aan<br />
mijn stichting hoeven te doen. Bijna was het hele project op een<br />
ramp uitgelopen en kon ik niet eens de drukkosten betalen uit<br />
de opbrengst.<br />
Op een goed moment besloot ik mijn aankondiging <strong>van</strong> het<br />
boek maar te wijzigen, zonder de Heilige Geest er bij te noemen.<br />
Ik zei: “Ik geef u dit boek en u geeft iets aan mijn stichting.<br />
Wie weinig heeft, geeft wat minder; wie veel heeft, geeft wat<br />
meer”.<br />
Toen ging het goed en kon er na aftrek <strong>van</strong> de drukkosten toch<br />
nog geld naar de zending worden overgemaakt.<br />
Ik wil u verder niet met mijn persoonlijke frustratie belasten.<br />
Ik ben alleen maar blij, dat mensen met dat boek werden gezegend.<br />
Het geld interesseert me echt niet.<br />
Waar het om gaat, is de moeite bij het verstaan <strong>van</strong> de stem <strong>van</strong><br />
God. Ik heb daar weinig moeite meer mee. De reden is, dat ik
243<br />
altijd aan Hem vraag, wat Zijn mening is; ook als het me alles<br />
kost; ook als ik liever iets anders zou willen horen.<br />
We gaan dus weer terug naar de geldkwestie. Heeft God een<br />
tekort aan geld? Ik denk het niet. In extreme situaties, voorziet<br />
God bovennatuurlijk in geld. Normaliter maakt God gebruik<br />
<strong>van</strong> mensen. Ook Jezus ontving financiële ondersteuning <strong>van</strong><br />
een aantal rijke vrouwen, die tot de kring <strong>van</strong> zijn discipelen<br />
behoorden. Één er<strong>van</strong> was zelfs de vrouw <strong>van</strong> de rentmeester<br />
<strong>van</strong> Herodes.<br />
Hij hoefde trouwens nooit om geld te vragen en hield nooit een<br />
collecte. Normaliter wil de Heer, dat wij als mensen elkaar financieel<br />
helpen en zegenen. Maar als dat om wat voor reden<br />
niet mogelijk is, dan heeft Hij voldoende andere oplossingen.<br />
U kent allemaal het verhaal, dat Jezus werd aangemaand het<br />
geld voor de tempelbelasting te betalen (Matt.17:24). Op dat<br />
moment was er even niets in kas. Mogelijk had Judas weer iets<br />
achterover gedrukt. Jezus gaat dan niet in zijn kennissenkring<br />
om geld vragen of geld lenen.<br />
Hij stuurt Petrus er op uit met een hengel. Van te voren zegt<br />
Jezus, dat de eerste vis, die Petrus <strong>van</strong>gt, een muntstuk in de<br />
mond zal hebben. En zo gebeurt het.<br />
“Een mooi verhaal”, denkt u nu misschien. “Zoiets gebeurt mij<br />
nooit”.<br />
Een bevriende zendeling vertelde mij het volgende verhaal:<br />
“Tijdens ons verblijf in het Caribisch gebied geraakten wij in<br />
geldnood. Wij moesten de volgende dag de huur <strong>van</strong> ons huis<br />
betalen, maar we hadden niets. Ik vroeg de Heer, wat ik doen<br />
moest en de Heer zei tegen mij: “Het geld komt <strong>van</strong> overzee”.<br />
Tegen de avond ging ik nog even naar de bank om te kijken,<br />
of er misschien nog een bedrag <strong>van</strong>uit Nederland was overgemaakt,<br />
maar er was niets binnengekomen. De volgende ochtend<br />
was het uiterste moment om de huur te betalen.<br />
Enigszins ontmoedigd ging ik naar huis. Het was een hete dag<br />
geweest. Daarom besloten we met ons gezin nog even naar het
244<br />
strand te gaan om te zwemmen. En terwijl ik een eindje verder<br />
de zee in zwom, zag ik ineens iets vreemds drijven.<br />
Een biljet <strong>van</strong> honderd dollar! En toen nog een, en nog een en....<br />
genoeg om twee maanden vooruit te kunnen. Het geld kwam<br />
inderdaad <strong>van</strong> overzee. Hoe het daar kwam? Ik weet het niet.<br />
Misschien een mislukte drugsdeal in de wateren <strong>van</strong> het Caribisch<br />
gebied? Wie zal het zeggen. Maar God wist het en Hij<br />
wist ook, wie het nodig had. Zulke dingen gebeuren dus nog<br />
steeds, wanneer we staan in de wil <strong>van</strong> God. Dat laatste is heel<br />
belangrijk!<br />
Voor mij begon dus een vergelijkbaar avontuur, waarbij de Heer<br />
mij steeds beproeft, of ik het nog wel begrijp. Ik heb mijn leven<br />
aan Hem overgegeven. Ik luister naar Zijn stem; gehoorzaam<br />
aan wat Hij zegt en dan... voorziet Hij in alles, wat ik nodig heb.<br />
Wanneer ik gehoorzaam ben, is er geen gebrek.<br />
Maar wanneer ik mijn eigen ‘christelijk’ ding zou doen, is er aan<br />
alles gebrek. Een paar jaar terug verzorgde ik ergens een gemeente-dag.<br />
Tot mijn grote verbazing gaf de gemeenteleiding<br />
mij aan het eind <strong>van</strong> die dag een enveloppe met €500,-. Dat is<br />
heel veel geld. Het is best een prettig gevoel om zo veel op zak<br />
te hebben. Het geeft je een gevoel <strong>van</strong> zekerheid en controle.<br />
Twee dagen later vertrok ik naar Servië en Macedonië voor een<br />
aantal seminars over genezing en bevrijding. Overdag zijn we<br />
dan meestal bezig met het bidden voor individuele mensen, die<br />
met hun nood bij ons komen.<br />
‘s Avonds zijn er dan spreekbeurten of seminars.<br />
Als ik de kans krijg, probeer ik altijd ‘s morgens vroeg een stuk<br />
in de natuur te wandelen om de nabijheid <strong>van</strong> God te zoeken en<br />
met Hem te praten. Wat zegt de Heer dan zoal? Voor 90% gaat<br />
het om liefde en bevestiging, waardoor hij mij <strong>van</strong> een onzeker<br />
angstig mens veranderd heeft in een mens met een stabiele<br />
identiteit, die gebaseerd is op het feit, dat Hij mij liefheeft.<br />
Maar soms heeft hij ook andere dingen te zeggen. Vaak vraag<br />
ik daar ook om, want ik wil gewoon weten, hoe Hij tegen mijn<br />
leven aankijkt en hoe ik Zijn wil kan doen.
245<br />
Zo ook die ochtend. Terwijl ik op een rotspunt zat met uitzicht<br />
over de ontwakende stad, vroeg ik de Heer, of Hij nog iets speciaals<br />
voor mij had. Hij antwoordde direct:<br />
“Jij gaat <strong>van</strong>daag heel veel geld weggeven”<br />
Ik weet niet meer of ik op dat moment schrok of dat ik me direct<br />
verheugde. Wanneer God spreekt, dan hebben we een prachtige<br />
kans om met Hem mee te bewegen. Dan gaan er altijd heel<br />
bijzondere dingen gebeuren.<br />
Ik vroeg: “Aan wie, Heer?” “Dat zul je wel merken”, was het<br />
antwoord. De rest <strong>van</strong> die dag ontmoette ik heel veel mensen.<br />
Eerst dacht ik even aan mijn gastheer, die het ook niet breed<br />
heeft. Maar dat bevestigde de Heer niet. Ook bij andere mensen,<br />
die wij die dag in onze bediening kregen, ontving ik geen<br />
bevestigend signaal.<br />
Aan het eind <strong>van</strong> die dag hadden we een samenkomst met<br />
voornamelijk zigeuners. Na afloop stonden de mensen in een rij<br />
om een profetisch woord te ont<strong>van</strong>gen. Op een goed moment<br />
kwam er een jonge vrouw aan de beurt, die een baby op de arm<br />
hield.<br />
Ik begon over haar te profeteren, dat God vreugde in haar leven<br />
zou brengen en haar blijdschap zou teruggeven. Achter haar<br />
stond een iets oudere vrouw. Toen die aan de beurt kwam, zei<br />
ze tegen mij: “Degene, waar u net over geprofeteerd hebt, is<br />
mijn dochter. Een jaar geleden is haar man overleden. Ze heeft<br />
vier kleine kinderen <strong>van</strong> 4, 3, 2 en 1 jaar oud. De jongste heeft<br />
zijn vader nooit gezien”.<br />
“Waar leeft ze <strong>van</strong>?” vroeg ik de moeder. Die antwoordde:<br />
“Omdat de kinderen zo klein zijn, ont<strong>van</strong>gt ze een uitkering<br />
<strong>van</strong> omgerekend € 100,- per maand”.<br />
Levensmiddelen zijn in Servië en Macedonië minstens zo duur<br />
als bij ons. Een uitzondering zijn de vruchten <strong>van</strong> het seizoen,<br />
maar de rest is gewoon duur. “Hoe redt ze dat?” vroeg ik de<br />
moeder. “Dat redt ze niet”, was het korte antwoord.
246<br />
Ineens wist ik, dat ik de persoon, die de Heer had bedoeld, had<br />
ontmoet. “Roep haar maar even”, zei ik tegen de moeder. Toen<br />
ze was teruggekomen met haar dochter, nam ik haar even mee<br />
naar de gang. Daar verwisselden de € 500,- <strong>van</strong> eigenaar. Heel<br />
snel. Niemand hoefde het te zien.<br />
Ik ben maar het liefst eerlijk tegen u. Ik ben ook wel eens ongehoorzaam<br />
geweest. Ooit ontmoette ik op een <strong>van</strong> mijn reizen<br />
een zendingsechtpaar. De Heer zei tegen me: “Geef ze die laatste<br />
€200,- die je in je portemonnee hebt”. Ik protesteerde: “Maar<br />
dan heb ik zelf niets meer en ik moet nog twee weken in dit land<br />
zijn”. Ik gaf ze dus niet, maar had er later grote spijt <strong>van</strong>.<br />
In de eerste plaats was ik niet beschikbaar, toen God <strong>van</strong> mij<br />
iets vroeg. De zendelingen, die waarschijnlijk in financiële nood<br />
waren, werden niet door mij geholpen en moesten nog langer<br />
in spanning zitten.<br />
Verder wantrouwde ik Hem door te denken, dat Hij niet het<br />
beste met mij voor had. Als God ons iets vraagt, is dat niet om<br />
ons iets af te pakken, maar om ons in zijn plan te betrekken. Ik<br />
zag ook niet, dat het God niet om mijn geld te doen is, maar om<br />
mijn partnerschap.<br />
Tenslotte verspeelde ik een nieuw avontuur. Want, als ik niets<br />
meer heb, zal God voor mij een financieel wonder gaan doen.<br />
Ik heb het geld veel later aan hen overgemaakt, maar de lol was<br />
er toen al af. Het was ook niet meer hetzelfde. Toen hadden ze<br />
het nodig; ik was gewoon te laat.<br />
Na die dag besloot ik, dat dit nooit meer zou mogen gebeuren.<br />
Mijn portemonnee heeft twee eigenaren; de Heer en ik. Want ik<br />
ben Zijn partner.<br />
Op een goede dag moest ik opnieuw naar Oost-Europa. Het<br />
was nog winter. Ik moest vliegen via Dortmund en had besloten<br />
om met de motorfiets daarheen te rijden, omdat ik die gratis kan<br />
parkeren. Een auto parkeren kost al gauw € 50,- voor een week.<br />
Ik zag wel een beetje op tegen de nachtelijke rit <strong>van</strong> 2½ uur door<br />
de kou. Tot een graad of 6 gaat het wel, maar daaronder wordt<br />
het echt lijden op de motor, zelfs met dubbele handschoenen.
247<br />
De avond ervoor verzorgde ik een Bijbelstudie in Hoogeveen.<br />
Meestal vertel ik daar iets over mijn voorafgaande reizen en wat<br />
er verder nog gaat gebeuren. Na afloop - iedereen was al weg<br />
– kwam Hendrik naar me toe. Hij had zijn portemonnee omgekeerd.<br />
Met al het kleingeld was er een bedrag <strong>van</strong> € 49,10.<br />
“Hier dat is voor jou. De Heer vindt het maar niets, dat je door<br />
de kou gaat. Je moet gewoon met de auto gaan en die daar parkeren”.<br />
Ik bedankte hem hartelijk. Achteraf bleek, dat ik op de<br />
terugweg Esther zou meenemen en dat zou op de motor nooit<br />
hebben gekund (wanneer je geen reserve helm etc. bij je hebt).<br />
In die nacht stopte een onbekende een enveloppe in Hendriks<br />
brievenbus met daarin € 400,-! Dat is nou de Heer.<br />
Ik wil u nog een paar <strong>van</strong> deze verhalen vertellen. Omdat mijn<br />
spreekbeurten inderdaad niet voldoende opleveren om in mijn<br />
eigen levensonderhoud te voorzien - laat staan om de zendingsreizen<br />
te bekostigen - bedacht ik, dat ik misschien wat reclame<br />
zou moeten maken.<br />
Het was niet mijn bedoeling om te gaan bedelen, maar ik bedacht,<br />
dat het wel zinvol zou zijn mijn bankrekeningnummer<br />
op mijn website te zetten. Dan zouden mensen ten minste weten,<br />
hoe ze me zouden kunnen ondersteunen. Ik zette dus mijn<br />
bankrekeningnummer er op.<br />
Diezelfde middag maakte ik mijn gebruikelijke wandeling om<br />
de Heer te zoeken. Toen ik Hem vroeg tot mij te spreken, zei<br />
Hij tegen me: “Haal dat nummer er direct af”. Zijn reactie was<br />
duidelijk. Hij wilde niet, dat ik op enige natuurlijke manier zou<br />
proberen geld te krijgen. Zo maakt Hij mij steeds afhankelijker.<br />
Vaak, wanneer ik ‘s zondagsmorgens een spreekbeurt heb gedaan,<br />
daagt Hij mij uit om het verdiende geld ‘s middags weer<br />
in de collecte te stoppen. De eerste keer protesteerde ik: “Heer,<br />
maar dat betekent, dat er deze week helemaal geen geld binnenkomt!”<br />
Ik kan het natuurlijk weigeren, maar ik heb inmiddels<br />
wel begrepen, dat de Heer een soort ‘spel’ met mij speelt.<br />
Hij kijkt of ik werkelijk vrij ben <strong>van</strong> de slavernij aan het geld,<br />
waar de meeste mensen in ge<strong>van</strong>gen zitten.
248<br />
Ik doe die dingen natuurlijk niet zomaar. Ik vraag Hem: “Wat<br />
zal ik geven?” en Hij noemt me een bedrag, dat onrealistisch<br />
hoog is. Maar dat is de enige manier om deel te krijgen aan Zijn<br />
bovennatuurlijke wereld.<br />
Gods bovennatuurlijke wereld begint, waar onze natuurlijke<br />
wereld ophoudt. Gods bovennatuurlijke economie begint, waar<br />
onze budget-economie ophoudt. Niemand hoeft te verwachten,<br />
dat God gaat voorzien in een bovennatuurlijke voedsel- of geldvermeerdering,<br />
zolang wij nog eten in de kast of geld op de<br />
bank hebben staan. Pas wanneer wij onze laatste vijf broden en<br />
twee visjes hebben weggegeven, gaat de Heer die vermeerderen.<br />
Niet zo lang geleden, sprak ik ergens in een e<strong>van</strong>gelische gemeente.<br />
Tijdens de aankondiging <strong>van</strong> de collecte werd er gezegd:<br />
“Vandaag gaat de collecte naar <strong>Gordon</strong> <strong>van</strong> <strong>Veelen</strong>. Alles<br />
wat u in de collecte stopt, wordt door de gemeente verdubbeld.<br />
Dus geef royaal!”<br />
Ik was geheel verbaasd, want deze mensen wisten helemaal<br />
niets <strong>van</strong> mijn leefwijze en de manier, waarop God me daarin<br />
leidt. Tot mijn grote verbazing werd er de volgende dag maar<br />
liefst € 1750,- naar mijn bankrekening over gemaakt.<br />
Ik was ontsteld. Zoveel geld! Ik vermoedde al, dat er iets speciaals<br />
met dit geld aan de hand zou zijn en dat ik het zelf niet zou<br />
mogen houden. Het stond een paar weken op mijn rekening en<br />
ik kon genieten <strong>van</strong> het feit, dat er zoveel op stond. Toen kreeg<br />
ik logees uit Roemenië.<br />
Het ging om stagiair(e)s voor het HealingRooms project, die nu<br />
in Nederland eens konden kijken, hoe het op de verschillende<br />
Nederlandse HealingRooms toegaat en daarbij ook de kans kregen<br />
zelf mee te doen in de bediening.<br />
Op een <strong>van</strong> die dagen spraken we over Heidy Baker en Bill<br />
Johnson. “Zulke mensen komen eigenlijk nooit naar Roemenië”,<br />
hoorde ik een <strong>van</strong> hen zeggen. “Ze komen in oktober naar<br />
Nederland; Heidy Baker, Bill Johnson, Loren Cunningham en
249<br />
nog anderen. Ze komen allemaal naar de Betteld voor een conferentie<br />
met de naam ‘Mission Possible’, speciaal gericht op de<br />
e<strong>van</strong>gelieverkondiging in gesloten landen”, vertelde ik.<br />
En ineens ging het belletje <strong>van</strong> de Heer: “Ze kunnen er allemaal<br />
heen, naar die conferentie. En jij hebt net €1750,- gekregen om<br />
het voor hen te kunnen betalen”. En zo werd het georganiseerd.<br />
In het totaal zouden 12 Roemeense vrienden naar Nederland<br />
komen. Ik betaalde de huur <strong>van</strong> twee zespersoons bungalows.<br />
Sommigen konden hun eigen aandeel betalen, maar voor wie<br />
geen geld had, betaalde ik de registratie- en ticketkosten.<br />
In de zomer <strong>van</strong> 2013 maakten Cristina en ik een korte reis naar<br />
de Oekraïne. Het doel was eigenlijk vakantie, want we waren<br />
beiden om verschillende redenen behoorlijk uitgeput. Een paar<br />
jonge mensen uit Lviv hadden me een jaar eerder gevraagd:<br />
“<strong>Gordon</strong>, kom toch eens een keer, als het zomer is. Dan willen<br />
we je meenemen naar de Oekraïense Karpaten. Dan gaan we<br />
kamperen en wandelen in onze prachtige bergen”.<br />
Nu, ik ben voor zoiets altijd te vinden. Ik houd <strong>van</strong> wandelen.<br />
Nu kwam het er dus <strong>van</strong>. Natuurlijk betekent het bezoeken <strong>van</strong><br />
vrienden ook altijd bediening. Onmiddellijk werden er een paar<br />
samenkomsten gehouden.<br />
Goede vrienden <strong>van</strong> mij, een e<strong>van</strong>gelisten-echtpaar, hadden onlangs<br />
een gebruikt autootje gekocht. Ik hoorde, dat het ding met<br />
motorschade in een garage stond en er geen geld was om hem<br />
te repareren. En ook dan is er weer dat signaal <strong>van</strong> de Heer.<br />
Ik had in mijn portemonnee $ 500,-. Af en toe, in verschillende<br />
landen, hadden mensen mij iets toegestopt. Iemand in Suriname<br />
had me $100,- gegeven, iemand in Letland, iemand in de<br />
Oekraïne en nog op andere plaatsen. Ik had het geld bewaard.<br />
Amerikaanse dollars kun je overal wisselen.<br />
Vaak nam ik het mee op reis voor het geval er iets onvoorziens<br />
zou gebeuren. En nu was er iets onvoorziens. Hun auto was kapot<br />
en ze hadden die dringend nodig! Zonder te dralen haalde<br />
ik het geld uit mijn portemonnee en gaf het hun. Drie dagen<br />
later was de auto gerepareerd.
250<br />
Wij gingen intussen hiken in de Karpaten. Het was volop genieten.<br />
We zwommen in een rivier, beklommen gevaarlijke rotsen<br />
en wandelden over prachtige bergen, aan de toppen begroeid<br />
met bosbessen.<br />
Hiken in de Oekraïense Karpaten (op de achtergrond Cristina)<br />
De avond dat we uiteindelijk afscheid namen, gaf onze gastheer<br />
mij een enveloppe. “Dit moest ik je geven <strong>van</strong> pastor X”. Ik had<br />
op zondagmiddag in de gemeente <strong>van</strong> pastor X gesproken.<br />
Hij wist helemaal niets <strong>van</strong> de $500,- die ik een paar dagen<br />
eerder had weggegeven. Maar de enveloppe bevatte 5 nieuwe<br />
biljetten <strong>van</strong> $100,-. Ik had hetzelfde bedrag net zo hard weer<br />
terug. Voor hem was het zeker een heel groot bedrag.<br />
Voor mij was het een teken, dat de Heer precies op de hoogte is<br />
<strong>van</strong> wat ik doe met ‘mijn’ geld. Hij liet dat zien, door mij exact<br />
hetzelfde bedrag weer terug te geven.<br />
Op deze manier wekt Hij vertrouwen, dat ik wat betreft mijn<br />
voorziening geheel op Hem aankan.
251<br />
Hiken in de Oekraïense Karpaten.<br />
Vasili uit Lviv is op alles voorbereid<br />
Hiken in de Oekraïense Karpaten met Vasili, Nina en<br />
Cristina. Vasili’s vrouw (Kristyna) zette ons op de foto.
252<br />
Dit standbeeld in Lviv heeft voor mij speciale betekenis. Toen de Vader mij<br />
Zijn tedere liefde ging betonen, moest ik afrekenen met mijn wijsvinger.<br />
“Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt”.<br />
Bergvik, Finland, mei 2013; Francis en Ruth Kirby en ik worden<br />
ingezegend tot European HealingRooms Embassador.
253<br />
Met de Kajak in Kalenberg in het Nationaal park de “Weerribben”. Daar in<br />
de stilte <strong>van</strong> water en bossen ontmoet ik mijn Geliefde en luister naar Hem<br />
Wandelen op de Adriatische eilanden; Uglian bij Zadar
254<br />
Augustus 2012; felle zon en ijzige kou op de Parangul Mare 2519 m.<br />
(Roemeense Karpaten); Cristina, ik en Kate (Ekaterina)